• No results found

Conclusie hoofdvraag

In document Samen sta je sterker (pagina 49-51)

Hoofdstuk 5 Conclusie, aanbevelingen en discussie

5.2 Conclusie hoofdvraag

De vraag die centraal staat in dit onderzoek is: hoe kan de samenwerking volgens de wijkteams in

Enschede en het jongerenwerk vanuit Alifa verbeterd worden, zodat zij op een effectievere manier samenwerken bij het bieden van preventieve hulp aan jongeren in de wijken van Enschede?

Uit de theorie is gebleken dat er vijf factoren zijn die invloed hebben op een succesvolle samenwerking tussen organisaties. Deze vijf factoren zijn: ambitie, belangen, relatie, proces en organisatie. Door de samenwerking te vergelijken met deze vijf succesfactoren kan bepaald worden of de wijkcoaches en jongerenwerkers succesvol samenwerken en wat er verbeterd kan worden. Naast deze vijf succesfactoren is het van belang dat samenwerkingspartners elkaars rollen en verantwoordelijkheden kennen.

Het is gebleken dat er een aantal zaken goed gaan in de samenwerking. Allereerst is de wil om een succesvollere samenwerking tot stand te brengen er bij het overgrote deel van de respondenten. In de meeste stadsdelen ervaren de respondenten de weegtafelbijeenkomsten als zinvol. Over het algemeen wordt de sfeer bij diverse contacten als goed en professioneel ervaren. Daarnaast is de rolverdeling tussen jongerenwerkers en wijkcoaches over het algemeen helder. Ook zijn de beide partijen voldoende op de hoogte van elkaars resultaten.

Echter bestaan er ook nog een aantal belangrijke verbeterpunten die de samenwerking kunnen versterken. Zo blijkt men onvoldoende op de hoogte zijn van elkaars werkzaamheden en functies, wat als gevolg heeft dat zij elkaar minder opzoeken in de samenwerking. De wijkcoaches geven de indruk aan de jongerenwerkers, maar geven zelf ook aan, dat zij op veel gebieden nog erg zoekend zijn. De transitie heeft hier invloed op gehad. De sleutelwoorden in het onderzoek zijn de woorden ‘zoekend’ en ‘onduidelijkheid’ die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zowel binnen de

50

samenwerking als binnen de organisaties zelf. De jongerenwerkers zijn zoekend als gevolg van hevige bezuinigingen en wijkcoaches zijn nog zoekend naar hun rol.

Een terugkomend knelpunt in de samenwerking is de barrière rondom het delen van privacygevoelige informatie. Onduidelijkheid ligt ook hieraan ten grondslag. Er is in geen van de stadsdelen een convenant is opgesteld met betrekking tot de persoonlijke informatie die vermeld en gedeeld mag worden tijdens de gezamenlijke bijeenkomsten. Ook heeft men weinig vertrouwen in elkaar, dit kan komen omdat men simpelweg niet met elkaar bekend is. Hierover worden aanbevelingen gegeven in de volgende paragraaf.

In twee stadsdelen ondervinden de respondenten minder problemen in vertrouwen in elkaar. Het vertrouwen is daar dusdanig groot dat de partijen samen hebben besloten om ‘off-record’-afspraken te maken waarin privacygevoelige informatie wel wordt besproken, terwijl dit wettelijk gezien niet zou mogen. In een ander stadsdeel lijkt er weinig vertrouwen in elkaar te zijn. Dit wordt duidelijk doordat er weinig wordt aangemeld door de jongerenwerkers en zij regelmatig weerstand bieden bij het delen van informatie in verband met de vertrouwensrelatie die zij met de jongeren hebben opgebouwd. Dit gaven de jongerenwerkers als reden.

Onduidelijkheid ligt ook ten grondslag aan het feit dat er geen sprake is van een gezamenlijke ambitie. Het is onduidelijk waar beide partijen elkaars krachten bij kunnen gebruiken en richting welke resultaten zij samen toe kunnen werken. Mede hierdoor worden er gezamenlijk weinig resultaten geboekt.

5.3 Aanbevelingen

Uit de resultaten en conclusie is gebleken dat bij de wijkcoaches nog onduidelijkheid bestaat over de eigen rol, onder andere met betrekking tot generalistisch werken. Ons lijkt de eerste stap om hier meer duidelijkheid over te creëren. De theorie zegt hier namelijk iets anders over dan hoe de wijkcoaches het in de praktijk ervaren of graag zouden willen zien. Het antwoord op deze vraag zouden zij volgens ons uit meer uit kunnen dragen, zodat het voor zowel de samenwerkingspartners als voor cliënten duidelijk wordt met welke vragen zij bij de wijkcoaches terecht kunnen.

Daarnaast is het volgens ons belangrijk dat alle jongerenwerkers en wijkcoaches zich bewust worden van de meerwaarde en het doel van de samenwerking. Hierbij is het belangrijk dat men verwachtingen naar elkaar uitspreekt en samenwerkingsafspraken maakt. Op deze manier bestaat er hoogstwaarschijnlijk meer bewustwording van het nut om elkaars expertise en kennis te gebruiken.

Omdat de samenwerking nog weinig wordt opgezocht is er sprake van veel gescheiden trajecten. Hier kan volgens ons juist aansluiting plaatsvinden. De jongerenwerkers kunnen het voortraject doen, waarbij de jongeren nog niet hulpbehoevend worden geschat. Mochten hier bij de jongerenwerkers twijfels over bestaan, dan kunnen deze personen contact opnemen met een wijkcoach en hier zonder naam- en toenaam de casus bij uitleggen. Samen kan dan beslist worden of het nodig is om hier verdere hulp van een wijkcoach bij in te schakelen. Belangrijk is hierbij dat de wijkcoaches en jongerenwerkers elkaar fysiek treffen, omdat dit de kans vergroot op het ontwikkelen van een goede samenwerkingsrelatie.

Eén van onze belangrijkste aanbevelingen is dat er een duidelijk convenant wordt opgesteld met betrekking tot het privacy-regelement. Het meest nuttig zou zijn als het convenant betrekking heeft op de samenwerkingsverbanden, zoals de samenwerking met alle partijen tijdens de weegtafel en de onderlinge samenwerking tussen de wijkcoaches en de jongerenwerkers. Het lijkt ons raadzaam als het convenant op een dusdanige wijze wordt opgesteld zodat het meer ruimte biedt om informatie te delen, vooral in de samenwerking tussen de wijkcoaches en jongerenwerkers. Daarbij lijkt het ons belangrijk dat duidelijk beschreven is wat de partij die informatie ontvangt van de ‘deler’ vervolgens met de informatie mag doen. Dit zou naar ons idee veel knelpunten wegnemen.

Tot slot is naar ons idee toch wel het allerbelangrijkste dat de jongerenwerkers en wijkcoaches meer met elkaar gaan communiceren over de rollen, knelpunten die zij beleven, onduidelijkheden,

51

verwachtingen, expertises et cetera. Dit kan men erg breed trekken, maar deze genoemde punten vormen toch wel de belangrijkste speerpunten.

In document Samen sta je sterker (pagina 49-51)