• No results found

Het praktijkonderzoek

Hoofdstuk 7 – Conclusie en aanbevelingen

7.1 Conclusie hoeveelheid aandacht

Hoeveel aandacht krijgen Israël en de Palestijnse gebieden in de dagbladpers en is hierin verschil te ontdekken tussen christelijke en ‘neutrale’ dagbladen?

Zo luidde de onderzoeksvraag van het eerste deel van het praktijkonderzoek. Op het eerste deel van de vraag luidt het antwoord: veel. In een maand tijd zijn de Israëlische en Palestijnse gebieden goed voor 279 berichten in zes dagbladen. Gemiddeld 47 berichten per krant. Uitgaande van 27 publicatiedagen (januari telt 31 dagen min vier zondagen) komt dit neer op 1,7 bericht per dag.

Niet elke krant komt echter aan het gemiddelde van 47 berichten. De Telegraaf zit er met 17 artikelen ver onder, terwijl het RD met 75 artikelen ruim erboven zit. Kenmerkend voor de verhouding tussen christelijke en niet-christelijke pers, wat aandacht betreft? Niet bepaald. De andere christelijke dagbladen het Nederlands Dagblad en Trouw zitten met respectievelijk 47 en 43 precies op of zelfs iets onder het gemiddelde. De reguliere dagbladen De Volkskrant en het

NRC Handelsblad schommelen met respectievelijk 46 en 51 berichten rond het gemiddelde.

Correspondentschappen

Uit de analyse blijkt dat religieneutrale dagbladen meer gebruik maken van correspondenten, al is het verschil met de christelijke dagbladen klein. Toch brengen de religieneutrale dagbladen dus authentieker nieuws. De Telegraaf, De Volkskrant en het NRC Handelsblad publiceren gedrieën 42 artikelen afkomstig van correspondenten. Het aandeel van De Telegraaf is hierin met één artikel heel klein. Het Reformatorisch Dagblad, het Nederlands Dagblad en Trouw publiceren samen 40 artikelen, waarvan de helft afkomstig is van Trouw. De negen artikelen van het Reformatorisch Dagblad lijken erg weinig ten opzichte van het totaal van 75 RD- artikelen.

Het valt op dat de correspondenten van het RD en ND alleen reportages/ artikelen vanuit Israël schrijven, met uitzondering van de reportage die beide kranten hebben, die is geschreven vanuit Beit Hanoun, een Israëlische nederzetting in oorspronkelijk Palestijns gebied. De Israëlische standplaats leidt ertoe dat de onderwerpen die correspondenten kiezen, in de meeste gevallen Israël-gerelateerd zijn. In beide kranten schrijft de correspondent slechts één keer over de situatie in de Gazastrook en dan nog vanuit zijn Israëlische standplaats. Trouw

verschilt hierin van het RD en het ND. Hoewel de zestien artikelen van correspondent Inez Polak ook vanuit Israël geschreven zijn, handelen daarvan wel vijf over de situatie in de Gazastrook. Daarnaast publiceert Trouw tweemaal een reportage vanuit het Palestijnse Gazastad en tweemaal vanuit het Egyptisch-Palestijnse grensstadje Rafah.

De religieneutrale dagbladen schrijven zowel vanuit Palestijns als Israëlisch gebied. Dit doen ze door gebruik te maken van meerdere correspondenten (NRC) of door een correspondent die rondreist (Alex Burghoorn van de Volkskrant)

Qua correspondentschappen zou je dus kunnen zeggen dat er verschil is tussen christelijke en religieneutrale dagbladen, omdat correspondenten van religieneutrale media ook berichten vanuit de Palestijnse wereld. Deze conclusie wordt echter ondermijnd door dagblad Trouw, die als enige christelijke krant wél (viermaal) vanuit Palestijns gebied bericht.

Lengte berichtgeving

Wat lengte van de artikelen betreft, zijn er tussen christelijke en religieneutrale media weinig verschillen te ontdekken. De Telegraaf buiten beschouwing gelaten1, maken lange artikelen (>500 woorden) 26% (NRC) tot 37% (Volkskrant) uit van het totaal aan berichtgeving van de religieneutrale media. Dit scheelt weinig met het percentage van christelijke media, dat schommelt tussen de 20% (RD) en 36% (ND).

Middelgrote artikelen variëren bij christelijke media van 31% tot 40% en bij religieneutrale media van 39% tot 47%. Het aandeel middelgrote artikelen ligt dus bij religieneutrale media hoger, hoewel het ook hier weer De Telegraaf is die uitschiet met 47%.

Korte artikelen maken bij christelijke dagbladen tussen de 30% (Trouw) en de 49% (RD) uit van de berichtgeving. Dit aandeel schommelt bij religieneutrale media tussen de 20%

(Volkskrant) en de 47% (De Telegraaf). Hier valt geen opvallend verschil te ontdekken tussen christelijke en religieneutrale dagbladen. Wel valt het op dat De Volkskrant opvallend weinig korte berichten heeft en het RD opvallend veel.

Op het gebied van lengte van de berichtgeving trek ik de conclusie dat er geen duidelijk onderscheid te maken is tussen christelijke en religieneutrale dagbladen.

De plaats in de krant

Krijgt Israëlisch-Palestijns nieuws in christelijke dagbladen een prominentere plaats? Als je alleen het RD zou vergelijken met de rest, zou je deze vraag kunnen bevestigen, aangezien

deze krant nieuws uit deze gebieden 21 keer op de voorpagina plaatst. Het ND en Trouw voorkomen met respectievelijk zeven en twee voorpaginaberichten tegenover tien Volkskrant- voorpaginaberichten en twaalf NRC-voorpaginaberichten dat deze conclusie kan worden getrokken. Ook procentueel gezien kunnen we hier geen sluitende conclusie trekken. Religieneutrale media plaatsen 12% (De Telegraaf) tot 24% (NRC Handelsblad) van de

Israëlisch-Palestijnse berichtgeving op de voorpagina. Christelijke dagbladen doen dat met 5% (Trouw) tot 28% (RD) van hun Israëlisch-Palestijns nieuws. Trouw zit met 5% nog duidelijk onder de 12% van De Telegraaf, maar dit is te verklaren met het feit dat Trouw op

tabloidformaat verschijnt. Hierdoor heeft Trouw duidelijk minder voorpaginaruimte dan de andere dagbladen en is de kans dus kleiner dat Israëlisch of Palestijns nieuws de voorpagina haalt.

Genre

Het gemiddelde percentage achtergrondartikelen bij christelijke media wijkt met 10,7%1 weinig af van het percentage achtergrondartikelen van niet-christelijke media, dat op 12,7%2 ligt. Dit geldt ook voor het aantal nieuwsartikelen. Het percentage nieuwsartikelen van

religieneutrale media bedraagt 73,3%3. Dit verschilt weinig van het percentage nieuwsartikelen van christelijke media, dat ligt op 72%4.

Het percentage commentaren/opiniërende stukken ligt met 8,7%5 onder christelijke dagbladen iets hoger dan bij niet-christelijke dagbladen, waar het percentage 6,3%6 bedraagt. Veel verschilt het echter niet.

Interviews komen te weinig voor om iets over te zeggen, net zoals columns, waar alleen NRC

Handelsblad en De Volkskrant aan doen binnen deze onderwerpselectie.

Christelijke media doen met 5,7%7 bijna drie keer zoveel aan reportages dan religieneutrale media met 2%8, maar deze procenten zijn op zulke kleine aantallen gestoeld, dat het niet terecht zou zijn hier een overtuigende conclusie uit te trekken. Qua genre zijn er dan ook geen noemenswaardige verschillen te ontdekken tussen christelijke en religieneutrale dagbladen.

4.5.4 Onderwerpkeuze

De berichtgeving van De Telegraaf, De Volkskrant en het NRC Handelsblad in de maand januari omtrent Israël en de PA, handelt voor 63%9 over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Bij de christelijk tegenhangers betreft dit een gemiddeld percentage van 69%10. Een verschil van 6%.

1) 7%+14%+11%=32/3 6) 6%+6%+7%=19/3 2) 6%+12%+20%=38/3 7) 4%+9%+4%=17/3 3) 82%+75%+63%=220/3 8) 0%+2%+4%=6/3 4) 79%+63%+74%=216/3 9) 53%+59%+73%=189/3 5) 8%+7%+11%=26/3 10) 65%+66%+77%=208/3

We zouden dus de conclusie kunnen trekken dat christelijke dagbladen iets meer over het conflict berichten dan reguliere media.