• No results found

CONCLUSIE EN DISCUSSIE

4.1 Terugblik

In deze literatuurstudie is geanalyseerd hoe studiekeuze (op hoofdlijnen) tot stand komt, welke rol externe beïnvloeders zoals ouders en vrienden hierin spelen, en welke rol arbeidsmarktinformatie inneemt in het studiekeuzeproces. In deze paragraaf komen we terug op de onderzoeksvragen en trekken we de belangrijkste conclusies uit de bestudeerde literatuur. Allereerst richten we ons op het beantwoorden van de onder-zoeksvragen:

1. Welke factoren spelen een rol bij studiekeuze en welke wetenschappelijke studiekeuzemodellen bestaan er?

De literatuur laat zien dat het nagenoeg onmogelijk is om een uitputtend overzicht te geven van relevante studiekeuzefactoren. Vrijwel ieder onderzoek naar studiekeuze neemt weer andere, nieuwe factoren mee die van invloed kunnen zijn op de beslissing.

Bovendien verschilt de denkrichting over deze factoren sterk naar wetenschappelijke discipline en traditie. Zo kunnen we ruwweg drie ‘typen’ studiekeuzemodellen onder-scheiden, ieder met een andere nadruk. Ten eerste zijn er de economische modellen, deze modellen veronderstellen date studiekiezers rationele actoren zijn die kosten (bijvoor-beeld studiekosten of de gevraagde inspanning) en baten (studieplezier, toekomstig loon et cetera) tegen elkaar afwegen. Ten tweede zijn er de statusverwervingsmodellen, deze modellen gaan niet zozeer uit van een rationele beslissing op een cruciaal keuze-moment (eind van de middelbare schoolperiode), maar van een langetermijninvloed van sociale herkomst. Afkomst (sociaal-economische status) bepaalt volgens deze modellen voor een belangrijk deel welke mogelijkheden en (studie)keuzes jongeren hebben. Het derde type betreffen combinatiemodellen, deze modellen combineren inzichten uit beide tradities. Ze veronderstellen dat studiekeuze zowel een economisch-rationeel component (kosten-baten) als een sociologisch component bevat.

In het combinatiemodel van Vrontis et al. (2007), worden inzichten uit verschillende modellen geïntegreerd en worden een viertal clusters van studiekeuzefactoren onder-scheiden. Op hoofdlijnen kunnen we stellen dat studiekeuze (in ieder geval) door de volgende clusters van factoren beïnvloed kan worden: individuele determinanten

(achter-04

ROA-F-2011/3

grondkenmerken, psychologische kenmerken etc.), contextuele determinanten (o.a.

economische omstandigheden, overheidsbeleid, externe beïnvloeders zoals familie en vrienden), karakteristieken van de middelbare school (zoals compositie en curriculum) en eigenschappen van de onderwijsinstelling zelf (zoals locatie, opleidingsaanbod en toela-tingsbeleid)

2. Zijn er relaties waarneembaar tussen (subjectieve dan wel feitelijke) omstandigheden op de arbeidsmarkt en studiekeuze?

Ja, er zijn zeker aanwijzingen voor samenhang tussen arbeidsmarktomstandigheden en studiekeuze. De twee meest voor de hand liggende ‘omstandigheden’ die uit de lite-ratuur naar voren komen, betreffen baankansen en inkomensperspectieven. Er is echter geen eenduidige uitspraak te doen over ‘de’ samenhang tussen het één en het ander.

Enerzijds stellen sommige studies dat er niet of nauwelijks een relatie is tussen de baankansen voor een opleiding en de aanmeldingen voor die opleidingen (Borghans

& Coenen, 2007). Anderzijds laten andere studies juist wel zien dat naarmate de baan-kansen voor een opleiding op de lange termijn (vo-lerarenopleiding, aldus Zarkin, 1985) of korte termijn (bijvoorbeeld IT-opleidingen, aldus Bardhan et al., 2013) gunstiger zijn studenten vaker voor deze studies kiezen.

Ten aanzien van inkomensperspectieven zien we in verschillende studies aanwijzingen voor het ‘meebewegen’ van studiekeuzegedrag met feitelijke inkomensontwikkelingen van afgestudeerden. Gunstigere loonperspectieven lijken niet alleen de kans om te gaan studeren te vergroten, ze lijken ook specifieke opleidingsrichtingen populairder te maken. De sterkte van deze verbanden lijkt afhankelijk van de sociale herkomst van de jongere. Ook is de sterkte van het verband wellicht kleiner dan deze zou kunnen zijn. Zo vinden Long et al. (2014) het niet verrassend dat er slechts een beperkt ‘inkomenseffect’

is, omdat er een ernstig gebrek aan informatie beschikbaar is om onderbouwde keuzes te kunnen maken. Een sterke informatie-infrastructuur kan volgens hen helpen bij het maken van goede studiekeuzes.

3. Wie kan het studiekeuzeproces beïnvloeden?

Uit de literatuur volgt dat de sociale context (‘externe beïnvloeders’) een belangrijke rol kan spelen bij studiekeuze. De mensen om ons heen ‘vormen’ ons en kunnen dit al een levenlang hebben gedaan (bijvoorbeeld ouders en vrienden). Naast ‘vorming’ op lange termijn kunnen personen uit het sociaal netwerk ook invloed hebben op de keuzes die hier-en-nu worden gemaakt. In deze literatuuranalyse hebben we drie significante personen in het studiekeuzeproces uitgelicht, namelijk ouders, vrienden en loopbaanbe-geleiders. Deze personen kunnen allemaal op hun eigen manier het studiekeuzeproces beïnvloeden. Zo hebben we in de literatuur bijvoorbeeld gezien dat ouders een actieve, aanmoedigende rol kunnen spelen bij de keuze om te gaan studeren, dat vrienden vaak geneigd zijn om gezamenlijk ergens (of iets) te gaan studeren, en dat loopbaanbegelei-ders zinvolle onloopbaanbegelei-dersteuning kunnen bieden bij de zoektocht naar een studie. Hoewel in

CONCLUSIE EN DISCUSSIE 31

de literatuur niet altijd duidelijk is hoe deze belangrijke personen het studiekeuzeproces precies beïnvloeden – zo verkleint het zien van een loopbaanbegeleider weliswaar de kans op ‘spijt’ bij de latere studie, maar is niet bekend waarom dit zo is – kunnen we wel stellen dat het sociaal netwerk een grote factor is bij deze beslissingen. Hoewel we hier drie belangrijke groepen uitlichten (ouders, vrienden, loopbaanbegeleiders), kan nog aan vele andere invloedrijke personen gedacht worden, zoals grootouders, broers of zussen of leraren. Ook kunnen hele andere ‘externe beïnvloeders’ een rol spelen, zoals berichtgeving in de media.

4. Zijn er vanuit de wetenschappelijke literatuur aanwijzingen dat arbeidsmarktinfor- matie het studiekeuzeproces beïnvloedt?

Er zijn diverse wetenschappelijke experimenten uitgevoerd waarin de effecten van arbeidsmarktinformatie op studiekeuze bestudeerd zijn. De effectiviteit van de informa-tieverschaffing is echter niet eenduidig, soms worden er zeer sterke effecten gevonden, soms zwakke. Een mogelijke verklaring hiervoor ligt in de grote diversiteit in de studies.

De experimentele studies zijn uiteenlopend op diverse facetten, zo zijn er geografische verschillen in de onderzoekssetting; verschillende operationaliseringen van het concept

‘studiekeuze’ (bijvoorbeeld ‘studie-intenties’ of daadwerkelijke ‘opleidingsinschrij-vingen’); verschillen in het type informatie dat verschaft wordt (alleen arbeidsmarktin-formatie of ook andere inarbeidsmarktin-formatie); en verschillen in de wijze waarop de inarbeidsmarktin-formatie is overgebracht (bijvoorbeeld via persoonlijke voorlichting of via de computer).

Ondanks deze verschillen zijn er ook duidelijke overeenkomsten. Hoewel de effectiviteit van de informatieverschaffing verschilt van studie tot studie, worden in de meeste expe-rimenten wel degelijk (in meer of mindere mate) effecten gevonden. Uit de literatuur experimenten volgen voorbeelden dat jongeren na informatieverschaffing:

y hogere verwachtingen hebben over de opbrengsten van onderwijs;

y een sterkere intentie om in het onderwijs te blijven;

y vaker voor vervolgonderwijs kiezen;

y specifieke opleidingen kiezen met goede perspectieven.

Er zijn dus wel degelijk goede indicaties dat jongeren ‘reageren’ op informatie, waarbij deze vatbaarheid vaak verschilt naar sociale herkomst. Wel blijft het moeilijk om te zeggen op welk type informatie jongeren het sterkst reageren, op welk moment tijdens of rond het studiekeuzeproces, en waaróm zij er precies op reageren. Ook is het moei-lijk om te zeggen welke methode van informatieoverdracht het succesvolst is (via een leraar, via de computer et cetera). Deze vraagstukken, in combinatie met het feit dat er weinig Nederlandse (effect)studies voorradig zijn, maakt vervolgonderzoek nood-zakelijk: bijvoorbeeld in een experimentele setting. Ondanks de bestaande hiaten in de kennis, kunnen we stellen dat er op basis van voorliggende literatuurstudie goede aanwijzingen zijn dat het informeren en ondersteunen van jongeren bij hun studie-keuze (onder meer) aan de hand van arbeidsmarktinformatie zeer waardevol kan zijn.

Studiekeuze is immers één van de belangrijkste beslissingen die jongeren tot op dat punt in hun leven moeten maken.

4.2 Discussie

Recente cijfers uit de Monitor Beleidsmaatregelen 2015 (Van den Broek et al., 2016) tonen dat studiekiezers de afgelopen jaren steeds vaker informatiebronnen hebben benut. Zo is meer gebruik gemaakt van Studie in Cijfers en Studiekeuze123, zijn er meer open dagen bezocht, en is meer ingezet op voorlichting vanuit het voortgezet onderwijs. Hoewel deze informatiebronnen veel bredere gegevens leveren dan alleen arbeidsmarktinfor-matie, lijken er dus goede aanwijzingen te bestaan dat studiekiezers steeds meer kennis zoeken/krijgen over arbeidsmarktperspectieven en hier mogelijk ook bewuster mee omgaan.26 In de wetenschappelijke literatuur hebben we immers gezien dat jongeren (in meer of mindere mate) wel degelijk vatbaar kunnen zijn voor dergelijke informatie-prikkels. Toch is er nog wel winst te behalen, zo volgt uit de Monitor Beleidsmaatregelen 2015 dat slechts zes op de tien eerstejaars hbo- en wo-studenten (zeer) tevreden zijn over de studiekeuzeinformatie die zij ontvingen van hogescholen en universiteiten. Vier op de tien van de studenten waren (zeer) tevreden over de voorlichting vanuit het voort-gezet onderwijs of het mbo. Een kwart was positief over informatie vanuit de overheid en DUO (Van den Broek et al., 2016).

Overigens verschilt het gebruik van verschillende typen informatie sterk tussen groepen studiekiezers. Zo volgt uit verschillende internationale studies (Hastings et al., 2016;

Huntington-Klein, 2016) dat jongeren met een lage sociaal-economische status hun studiekeuze relatief vaker baseren op informatie vanuit de publiciteit en op adverten-ties van instellingen, en minder op voorlichting op school (zoals informatiemarkten) en overheidswebsites. Uit Nederlands onderzoek onder wo-instromers (Leest, 2014) volgt dat scholieren tijdens hun studieoriëntatie vooral universiteitswebsites en -brochures raadplegen en oriënterende activiteiten op universiteiten bijwonen zoals open dagen en meeloopdagen. Zij geven daarbij aan dat de oriëntatiemogelijkheden die universi-teiten bieden weliswaar veelal in hun behoeften voorzien, maar deze niet altijd even informatief of realistisch worden geacht.

Ook in het type informatie (c.q. de methode van informatie voorziening) dat gebruikt wordt, lijkt derhalve winst behaald te worden. We kunnen er immers van uitgaan dat informatie vanuit de marketinghoek van instellingen gekleurd en/of onvolledig kan zijn.

Aanwijzingen voor deze onvolledigheid vinden we in de Nederlandse studie van Van den Brink (2013) waarin brochures van opleidingen in het hoger onderwijs geanalyseerd zijn. De auteur concludeert dat slechts 40 procent van de brochures een indicatie van de kans op werk geeft, en slechts 9 procent van de folders een indicatie van het startsalaris vermeldt. Ook in het middelbaar beroepsonderwijs lijkt ruimte voor verbetering in de

26 Hoewel cijfers uit de WO-Instroommonitor (Leest, 2014) laten zien dat slechts 50% van de studenten voor een bepaalde studie kiezen, omdat deze meer baanmogelijkheden biedt dan andere opleidingen.

CONCLUSIE EN DISCUSSIE 33

communicatie: zo volgt uit onderzoek van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (2016) dat de meerderheid van de populairste mbo-opleidingen geen informatie verstrekken over de arbeidsmarktkansen.

Betere voorziening en benutting van (realistische en betrouwbare) arbeidsmarktinfor-matie bij het studiekeuzeproces – maar overigens ook zeker tijdens de studie27 alsmede bij het uiteindelijke zoekproces naar werk28 – kan op den duur leiden tot een betere match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (mits de regionale allocatie goed verloopt) (Arcidiacono et al., 2015, Wiswall & Zafar, 2015). Omdat de onderwijsinstellingen zelf geen prikkel hebben om objectieve en volledige informatie te geven verdient het de aanbeveling om deze informatie op een toegankelijke manier weer te geven voor het algemeen belang, samengesteld en verspreid door een onafhankelijke instelling.

Wanneer individuen in grotere mate kiezen voor (in arbeidsmarkttermen) ‘kansrijkere’

opleidingen – dat wil zeggen opleidingen waar vanuit de arbeidsmarkt (veel) vraag naar is – neemt het aanbod van afgestudeerden in deze veelgevraagde richtingen toe en zullen de fricties op de arbeidsmarkt afnemen. Of andersom geredeneerd: wanneer indi-viduen in kleinere mate kiezen voor ‘minder kansrijke’ opleidingen, neemt het aanbod van afgestudeerden in deze minder gevraagde richtingen af en kunnen personele over-schotten (werkloosheid) afnemen. Wiswall & Zafar (2015) concluderen dan ook dat er positieve welvaartseffecten voortkomen uit een betere arbeidsmarktinformatievoorzie-ning.

Wel moeten we een brede blik blijven houden en niet alléén naar baankansen kijken.

Hoewel volop gediscussieerd kan worden over wat ‘het doel van het onderwijs’ is, zal enkel ‘het leveren van arbeidskrachten’ doorgaans als te nauwe doelstelling beschouwd worden. De ideale studiekeuze bestaat, zoals we in Hoofdstuk 1 suggereerden, uit een optimale combinatie van competenties, preferenties en perspectieven. Vanuit deze gedachte zijn arbeidsmarktperspectieven dus niet de enige relevante factor, maar zijn ze één van de relevante factoren bij studiekeuze. Het is dan ook een uitdaging om jongeren zowel te ondersteunen bij het vinden van een opleiding die past bij hun wensen en vaar-digheden, als bij het vinden van een opleiding die hen goede kansen biedt.

27 Zo draagt loopbaanbegeleiding (in brede zin) in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs volgens de literatuurstudie van Hooley (2014) bij aan “een goede besluitvorming bij loopbaankeuzes en zorgt voor een effec-tievere overgang naar de arbeidsmarkt doordat beter gewaarborgd wordt dat de kennis en vaardigheden van afgestudeerden goed worden gebruikt.” (p.6).

28 Uit Belot, Kircher & Muller (2016) volgt dat werkzoekenden breder zoekgedrag vertonen en vaker uitgeno-digd worden voor sollicitatiegesprekken, wanneer zij geattendeerd worden op beroepen die vergelijkbare vaardigheden vereisen als de beroepen waarop zij tot dat moment voor solliciteerden.

35

LITERATUUR

Altonji, J., Arcidiacono, P. & Maurel, A. (2015), The analysis of field choice in college and graduate school: the determinants and wage effects, National Bureau of Economic Research, Working Paper 21655.

Arcidiacono, P., Hotz, V. J., & Kang, S. (2012), Modeling college major choices using elicited measures of expectations and counterfactuals, Journal of Econometrics, 166(1), 3-16.

Bardhan, A., Hicks, D. & Jaffee, D. (2013), How responsive is higher education? The linkages between higher education and the labour market, Applied Economics, 45(10), 1239-1256.

Belot, M., Kircher, P. & Muller, P. (2016), Providing advice to job seekers at low cost: An expe-rimental study on on-line advice, Bonn, IZA DP No. 10068.

Berger, M. (1988), Predicted future earnings and choice of college major, Industrial and Labor Relations Review, 41(3), 418-429.

Berings, D. (1997), Aspecten van studiekeuze bij abituriënten en hun ouders, Gepresenteerd paper op de Onderwijs Research Dagen, Brussel.

Betts, J. (1996), What do students know about wages? Evidence from a survey of under-graduates, The Journal of Human Resources, 31(1), 27-56.

Bijlard, A. & Oomen, A. (2014), Rapportage LOB-kosten en –opbrengsten in balans?, APS, Utrecht.

Blau, P. & Duncan, D. (1967). The American occupational structure, Wiley, New York.

Bleemer, Z. & Zafar, B. (2015). Intended college attendance: evidence from an experiment on college returns and costs, FRB of New York Staff Report, 739.

Bonilla, L., Bottan, N. & Ham, A. (2016). Information policies and higher education choices:

Experimental evidence from Colombia. Geraadpleegd op: http://papers.ssrn.com/sol3/

papers.cfm?abstract_id=2546835 ROA-F-2011/3

Borghans, L. & Coenen, J. (2007), Arbeidsmarkt en studiekeuze van jongeren, In: De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Universiteit Maastricht.

Borghans, L., Golsteyn, B. & Stenberg, A. (2015), Does Expert Advice Improve Educational Choice? PloS one, 10(12), e0145378.

Brink, T. van den (2013), Studiekeuzevoorlichting: Vier keer vergeleken, Landelijke Studenten Vakbond, Utrecht.

Broek, A. van den, Wartenbergh, F., Bendig-Jacobs, J., Braam, C. & Nooij, J. (2016), Monitor Beleidsmaatregelen 2015, ResearchNed, Nijmegen.

Broekemier, G. & Seshradi, S. (2000), Differences in college choice criteria between deci-ding students and their parents, Journal of Marketing for Higher Education, 9(3), 1-13.

Brooks, R. (2003), Young people’s higher education choices: The role of family and friends, British Journal of Sociology of Education, 24(3), 283-297.

Chapman, D. (1981), A model of student college choice, The Journal of Higher Education, 52(5), 490-505.

CPB (2013), Deelname-effecten van de invoering van het social leenstelsel in de bachelor- en masterfase, Centraal Planbureau, Den Haag.

Diamond, A., Vorley, T., Roberts, J. & Jones, S. (2012), Behavioral approaches to understan-ding student Choice, Higher Education Academy en National Union of Students, York en London.

Elfering, S., Kuijk, J. van & Mommers, A, (2014), Kansen voor allochtone BBL’ers, ITS, Radboud Universiteit Nijmegen.

EP-Nuffic (2015), Onderwijssysteem Verenigde Staten, EP-Nuffic, Den Haag.

Fouarge, D. (2015), Project Onderwijs-Arbeidsmarkt: Gebruik van arbeidsmarktinformatie en impact, Maastricht: ROA-TR-2015/4.

Fouarge, D., Kriechel, B. & Dohmen, T. (2014), Occupational sorting of school graduates:

The role of economic preferences, Journal of Economic Behavior & Organization, 106, 335-351.

Fouarge, D. & Meng, C. (2014), Schipperen tussen vraag en aanbod, THEMA Hoger Onderwijs, 2014(3), 6-12.

LITERATUUR 37

Fuller, W., Manski, C. & Wise, D. (1982), New evidence on the economic determinants of postsecondary schooling choices, Journal of Human Resources, 17(4), 477-498.

Gillie, & Gillie Isenhour, M. (2003), The educational, social and economic value of informed and considered career decisions, America’s Careers Resource Network Association, Alexandria VA.

Hanson, K. & Litten, L. (1982), Mapping the road to academe: Women, men, and the college selection process, In P. Perun (ed), The Undergraduate Woman: Issues in Educational Equity, Lexington Books, Lexington MA.

Hastings, J., Neilson, C. & Zimmerman, S. (2015), The effects of earnings disclosure on college enrollment decisions, National Bureau of Economic Research, Working Paper 21300.

Hastings, J., Neilson, C., Ramirez, A. & Zimmerman, S. (2016), (Un)informed college and major choice: Evidence from linked survey and administrative data, Economics of Education Review, 51, 136-151.

Hooley, T. (2014), De wetenschappelijke onderbouwing van levenslange begeleiding. Een gids met belangrijke onderzoeksresultaten voor effectieve beleidsmaatregelen en praktijken:

Uitgebreide samenvatting, ELGPN, Jyväskylä.

Huntington-Klein, N. (2016), “(Un)informed college and major choice”: Verification in an alternate setting, Economics of Education Review, 53, 159-163.

Inspectie van het Onderwijs (2016), De Staat van het Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Utrecht.

Jackson, G. (1982), Public efficiency and private choice in higher education, Educational Evaluation and Policy Analysis, 4(2), 237-247.

Jensen, R. (2010), The (perceived) returns to education and the demand for schooling, The Quarterly Journal of Economics, 125(2), 515-548.

Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (2016), Studiebijsluiter wordt te weinig gebruikt, Gevonden op: http://www.jobmbo.nl/mbo-instellingen-slordig-met-voorlichten/

Kauffman, K. (2008), Understanding the income gradient in college attendance in Mexico:

The role of heterogeneity in expected returns to college, SIEPR Discussion Paper No. 07-40.

Kerr, S., Pekkarinen, T., Sarvimäki, M. & Uusitalo, R. (2014), Educational choice and informa-tion on labor market prospects: A randomized field experiment, Working Paper.

Kirkebøen, L., Leuven, E., & Mogstad, M. (2014), Field of study, earnings, and self-selection (No. w20816), National Bureau of Economic Research.

Lacante, M. & Schodts, L. (1997), Studiekeuze en arbeidsmarktoriëntering van universiteits-studenten, Gepresenteerd paper op de Onderwijs Research Dagen, Brussel.

Leest, B. (2014), Monitoring study choices of Dutch university students, Gepresenteerd paper op het EAIR Forum, Essen.

Long, M., Goldhaber, D. & Huntington-Klein, N. (2014), Do students’ college major choices respond to changes in wages?, CALDER Working Paper 107.

Maniu, I. & Maniu, C. (2014), A model of students’ university decision-making behavior, SEA – Practical Application of Science, 3(5), 431-436.

Maringe, F. (2006), University and course choice, International Journal of Educational Management, 20(6), 466-479.

McGuigan, M., McNally, S. & Wyness, G. (2012), Student awareness of costs and benefits of educational decisions: Effects of an information campaign, CEE Discussion Paper 139.

Nordin, M., Persson, I. & Rooth, D. (2010), Education-occupation mismatch: Is there an income penalty, Economic of Education Review, 29, 1047-1059.

Onderwijsraad (2001), Onderwijs in de markt, Onderwijsraad, Den Haag.

Oomen, C., Jongeneel, M. & Klein, T. (2012), Rapportage eindmeting LOB, Oberon, Utrecht.

Oreopoulos, P. & Dunn, R. (2013), Information and college access: Evidence from a rando-mized field experiment, The Scandinavian Journal of Economics, 115(1), 3-26.

Perna, L. & Titus, M. (2005), The relationship between parental involvement as social capital and college enrollment, The Journal of Higher Education, 76(5), 485-518.

Punj, G. & Staelin, R. (1978), The choice process for graduate business schools, Journal of Marketing Research, 15(4), 588-598.

ROA (2015), De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020, Maastricht: ROA-R-2015/6.

ROA (2016), Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2015, Maastricht: ROA-R-2016/2.

Ruder, A., & Van Noy, M. (2014), The influence of labor market outcomes data on major choice: Evidence from a survey experiment. Working Paper, Heldrich Center for Workforce Development.

LITERATUUR 39

Saniter, N. & Siedler, T. (2014), The effects of occupational knowledge: Job information centers, educational choices, and labor market outcomes, IZA Discussion Paper 8100.

Schwartz, J. (1985), Student financial aid and the college enrollment decision: The effects of public and private grants and interest subsidies, Economics of Education Review, 4(2), 129-144.

Schweri, J., & Hartog, J. (2015), Do wage expectations influence the decision to enroll in nursing college? Mimeo.

Sewell, W. & Shah, V. (1968), Social class, parental encouragement, and educational aspi-rations, American Journal of Sociology, 73(5), 559-572.

Somers, M. & Fouarge, D. (2016), The role of unanticipated labour market conditions in graduate’s regret of study choice, TIER/ROA, Conference paper.

Sondermeijer, O. (2013), Trendwatch Nederlandse economie en arbeidsmarkt, ECABO, Amersfoort.

Swetnam, L. (1992), Media distortion of the teacher image, The Clearing House, 66(1), 30-32.

Traag, T. & Sierman, C. (2011), Zo vader zo zoon, zo moeder zo dochter? Een onderzoek naar de intergenerationele overdracht van onderwijsniveau en -richting, Sociaaleconomische trends, 4, 26-29.

Vrontis, D., Thrassou, A. & Melanthiou, Y. (2007), A contemporary higher education student-choice model for developed countries, Journal of Business Research, 60, 979-989.

Werff, S. van der & Berkhout, E. (2015), Studie & Werk 2015, SEO Economisch Onderzoek, Amsterdam.

Wiswall, M. & Zafar, B. (2015), Determinants of college major choice: Identification using an information experiment, Review of Economic Studies, 82, 791-824.

Woods, F. & O’Leary, C. (2006), Conceptual framework for an optimal labour market infor-mation system: Final report, Upjohn Institute for Employment Research, Kalamazoo MI.

Woods, F. & O’Leary, C. (2006), Conceptual framework for an optimal labour market infor-mation system: Final report, Upjohn Institute for Employment Research, Kalamazoo MI.