• No results found

In dit hoofdstuk zal antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag en de deelvragen van huidig onderzoek. Tevens zal in de discussie worden gereflecteerd op het verloop en de tekortkomingen van het onderzoek, waarbij aanbevelingen voor toekomstig onderzoek zullen worden gedaan.

5.1 Conclusie

Het doel van huidig onderzoek was het verkrijgen van inzichten in de rol van genderstereotypering in de media op de perceptie en creatie van gender bij late adolescenten, met als bijbehorende onderzoeksvraag:

Op welke manier speelt genderstereotypering in de media een rol bij de perceptie en creatie van gender bij late adolescenten?

Op basis van de analyse van de transcripten van veertien interviews kan de genderstereotypering die volgens de late adolescenten in de media naar voren komt, worden verdeeld in genderstereotypering gebaseerd op uiterlijk en rollen, waarbij die rollen tot stand komen door genderspecifieke weergaves van karakter, sociale rollen en beroepen. Wat betreft fysiek uiterlijk tonen de media in hun ogen onrealistische ideaalbeelden, met name in de vorm van hele slanke, mooie vrouwen en gespierde mannen. Daarnaast ervaren de late adolescenten de rollen van vrouwen en mannen in de media als beperkend, oneerlijk en ouderwets. Volgens dergelijke rollen zouden vrouwen emotioneel en empathisch moeten zijn, terwijl mannen zich stoer en zelfs deels arrogant moeten opstellen. Tevens zien ze de vrouw veelvuldig in de rol van lustobject, waarbij enkel de focus ligt op het uiterlijk en lichaam van de vrouw, met volgens hen enkel als doel om mannen aan te trekken. Daarnaast achten de late adolescenten de rollen van vrouwen en mannen die de media tonen met betrekking tot sociale en beroepsmatige hiërarchie en takenverdeling als oneerlijk. De late adolescenten linken daarbij de sociale en beroepsmatige rol aan elkaar, waarbij ze in de media gewaarworden dat de man werkt terwijl de vrouw de huishoudelijke taken en de verzorging van de kinderen op zich neemt. Dergelijke verdeling ervaren de late adolescenten als ouderwets, waarbij de media volgens hen niet de waarden van de huidige moderne samenleving reflecteren. Ook binnen de beroepen waarin vrouwen en mannen in de media worden gerepresenteerd, ervaren de late adolescenten een oneerlijke hiërarchie, doordat mannen meer

36

prestigieuze en machthebbende banen zouden uitoefenen dan vrouwen. De benoeming en verdeling van dergelijke genderstereotypering in de media door late adolescenten komt daarmee overeen met de vier componenten die Deaux en Lewis (1984) benoemen, namelijk karaktereigenschappen, fysieke karakteristieken, sociale rollen en beroepen. Net zoals Gill (2007) stelt over de rol van de media bij het creëren van gendercategorieën, ervaren de late adolescenten dat de media door het tonen van stereotypische genderrepresentaties een rol spelen bij het construeren van bepaalde verwachtingen bij vrouwen en mannen.

Herhaaldelijke blootstelling aan dergelijke genderstereotypering leidt volgens de Gender Schema Theory (Bem, 1981) en de Priming Theory (Jo & Berkowitz, 1994) tot intensivering en internalisering van stereotypische genderschema’s. Daarmee zou genderstereotypering in de media een rol spelen bij de perceptie van gender bij late adolescenten. Echter, uit de empirie blijkt dat de late adolescenten de genderstereotypering die zij in de media gewaarworden afwijzen. Aan de ene kant komt deze afwijzing voort uit hun beleving van genderrepresentaties als te ‘perfect’, waardoor dergelijke weergaves van vrouwen en mannen door hen als onrealistisch worden ervaren. Aan de andere kant beleven zij de genderrollen die de media nog veelal tonen als incongruent aan de moderne, Westerse samenleving, waarin zij zelf opgroeien en met de moderne waarden die zij zelf ook (willen) belichamen. Hun afwijzing van onrealistische en ouderwetse genderrepresentaties sluit aan bij de groeiende behoefte van adolescenten naar geloofwaardige media-inhoud, met factoren die waarheidsgetrouw zijn aan het echte leven (Valkenburg & Piotrowski, 2017).

Hoewel genderstereotypering in de media door de late adolescenten wordt afgewezen, blijkt desondanks dat de ideaalbeelden in de media van het fysieke uiterlijk van vrouwen en mannen wel degelijk een onderdeel spelen in de verwachtingen die zij hebben – met name van zichzelf. Ondanks dat de late adolescenten de genderidealen qua uiterlijk als onrealistisch ervaren, zijn ze zich desalniettemin bewust van de visuele aantrekkelijkheid en vergelijken ze zichzelf ermee. Deze contradictie kan worden verklaard door hun ontwikkelingspsychologie. In de adolescentiefase staat het uiterlijk namelijk enorm centraal, mede doordat hun eigen lichamen aan het veranderen zijn, waarbij het niet kunnen voldoen aan dergelijke ideaalbeelden zowel bij meiden als jongens kan zorgen voor onzekere gevoelens over hun verschijning (Valkenburg & Piotrowski, 2017).

Uit de empirie blijkt dat social media een belangrijke rol spelen bij het nastreven van ideaalbeelden door late adolescenten. Social media zijn platformen waar ze zowel anderen observeren als zichzelf presenteren, waarbij ze hun observaties van anderen tevens gebruiken als

37

inspiratie voor hun eigen presentatie. Daarmee zijn social media een hedendaagse gemedieerde vertolking van de Social Cognitive Theory (Bandura, 1986). De late adolescenten gebruiken social media daarbij om hun (gender)identiteit te creëren en ermee te experimenteren, met name door het plaatsen van foto’s. Dit gedrag is te verklaren vanuit het symbolisch interactionisme (Hijmans, 2004), waarbij de interactie met anderen op social media bijdraagt aan de (gender)identiteitsontwikkeling van late adolescenten. Huidig onderzoek bevestigt de gedachte dat social media een belangrijk middel zijn voor late adolescenten om hun self-concept en self-esteem – wie ze zijn en wie ze willen zijn – verder te ontwikkelen (Doornwaard, Moreno, Van den Eijnden, Vanwesenbeeck, & Ter Bogt, 2014; Valkenburg & Piotrowski, 2017; Van Oosten, Vandenbosch, & Peter, 2017).

Ondanks dat late adolescenten dus een progressieve perceptie van gender hebben, waarbij ze de gelijkheid van vrouwen en mannen zeer belangrijk achten, komt deze progressiviteit niet terug in hun creatie van gender op social media. Zowel meiden als jongens zijn zich bewust van uiterlijke ideaalbeelden die worden verspreid en gepropageerd door de media-inhouden die ze zelf consumeren, waarbij dergelijke ideaalbeelden een rol spelen bij het al dan niet tonen van bepaalde beelden van zichzelf. De verklaring voor deze contradictie tussen de perceptie en creatie van late adolescenten kan worden gevonden in het principe van impressiemanagement van Goffman (1959), waarmee hij doelt op de presentatie van de zelf in het dagelijks leven met de intentie om een bepaald beeld op anderen over te brengen. Dat deze presentatie, waarin ze uiterlijke ideaalbeelden nastreven, niet overeenkomt met hun progressieve perceptie zou volgens Goffman (1959) worden verklaard doordat mensen zich geen zorgen maken over de morele wereld en hun morele waarden wanneer zij bezig zijn met hun performance. Dus wanneer de late adolescenten media-inhoud creëren op social media, zijn zij meer bezig met het construeren van een overtuigende indruk op anderen dan het tonen van hun eigen waarden, oftewel hun perceptie dat zij genderstereotypering afwijzen. Zowel het uiten van dergelijke ideale aspecten van de zelf als het bezig zijn met sociale vergelijking en exploreren van de identiteit, komen in eerder onderzoek terug als indicatoren van hoe social media een rol spelen bij het creëren van genderidentiteit (Manago, Graham, Greenfield, & Salimkhan, 2008).

Concluderend heeft huidig onderzoek geleid tot een completer beeld betreft de rol van genderstereotypering in de media bij de perceptie van gender bij late adolescenten, onder andere door niet enkel te focussen op uiterlijk maar de late adolescenten genderstereotypering zelf te laten

38

definiëren. Genderstereotypering betreft de rollen van vrouwen en mannen worden daarbij afgewezen, doordat dergelijke verwachtingen niet congrueren met hun persoonlijke opvattingen die ze meer baseren op de waarden van de moderne samenleving. Hierbij kan worden gesteld dat hun gepercipieerde rol van genderstereotypering in de media op hun genderperceptie minimaal lijkt. Desalniettemin blijken de bekritiseerde en afgewezen genderstereotypering betreft uiterlijk de basis voor hun eigen constructie van gender op social media, wat indicatief is voor de internalisering van deze genderspecifieke ideaalbeelden door de late adolescenten.

5.2 Discussie

Bij het verloop van huidig onderzoek zijn enkele tekortkomingen aan te wijzen. Zo vormde de gelimiteerde onderzoekerstriangulatie tijdens de analysefase van huidig onderzoek enigszins een beperking. Onderzoekerstriangulatie houdt in dat meerdere onderzoekers meewerken aan zowel de dataverzameling als de analyse, zodat meerdere inzichten kunnen worden meegenomen in het analyseproces (Van Staa & Evers, 2010). In huidig onderzoek heeft de onderzoeker de interviews zelfstandig afgenomen en geanalyseerd. Om de validiteit van het onderzoek te vergroten, heeft het de voorkeur als de interviews waren afgenomen in het bijzijn van een collega-onderzoeker. Echter, om een juiste interpretatie van de antwoorden te waarborgen, heeft de onderzoeker tijdens de interviews gebruik gemaakt van member checks. Zoals genoemd zijn dergelijke member checks van belang om als onderzoeker er zeker van te zijn dat de juiste betekenissen zijn toegekend aan de interpretaties van de antwoorden van de respondenten. Daarnaast was een kritische collega- onderzoeker waardevol geweest bij het uitvoeren van de thematische analyse, het formuleren van de resultaten en bij het interpreteren van deze resultaten in de conclusie aan de hand van theorieën en eerdere bevindingen, waarbij een collega-onderzoeker tevens kan wijzen op tekortkomingen (Peters, 2006, p. 636). Om dergelijke beperking te reduceren, zijn de interpretaties en gevonden patronen besproken met docenten en andere studentonderzoekers. Dergelijke peer debriefing draagt bij aan de juiste interpretatie van de onderzoeksresultaten (Peters, 2006, p. 636).

Tevens leidt huidig onderzoek tot resultaten die uitnodigen voor vervolgonderzoek. Huidig onderzoek bevestigt de bevinding dat social media een centrale rol spelen bij de creatie van gender bij late adolescenten, waarbij uiterlijke ideaalbeelden door hen worden nagestreefd. Het is daarbij van belang om nog diepere inzichten te krijgen in hoe dergelijke genderstereotypering op social media tot stand komt, vooral social media waarbij het tonen van foto’s centraal staat, als Instagram

39

en Snapchat. Hierbij is het relevant om het Adolescents’ Media Practice Model (Steele & Brown, 1995), dat de actieve rol van adolescenten benadrukt, verder te koppelen aan de verwachtingen van late adolescenten op social media. Vervolgonderzoek zou dieper kunnen ingaan op het ‘gepaste’ gedrag dat tot stand zou kunnen komen door genderstereotypering, waarbij uit de interviews van huidig onderzoek bleek dat hoe late adolescenten op elkaars foto’s reageren onderdeel is van dergelijk ‘gepast’ gedrag en daarmee dus relevant kan zijn voor vervolgonderzoek. Daarbij is het ook interessant om onderzoek te doen naar verschillen tussen social media, zoals uit huidig onderzoek enigszins naar voren kwam tussen Instagram en Snapchat. Zorgen verschillende social media bijvoorbeeld voor andere verwachtingen die late adolescenten hebben van ‘gepast’ gedrag bij vrouwen en mannen?

Huidig onderzoek is tot stand gekomen met het doel om een completer beeld te vormen over de rol van genderstereotypering in de media op de perceptie en creatie van gender bij late adolescenten. Daarmee heeft dit onderzoek een bijdrage geleverd aan meer inzichten over de perceptie van late adolescenten betreft gender, wat nog onderbelicht was in onderzoek betreft het thema gender en adolescenten. Dit creëert de mogelijkheid om, waar Perry en Pauletti (2011, p. 70) voor pleiten, theorieën te ontwikkelen over hoe genderverschijnselen onderling kunnen worden verbonden in de drie ontwikkelingsperioden van kinderen, adolescenten en volwassenen.

Hoewel de late adolescenten te kennen gaven het enigszins lastig te vinden om te reflecteren op een voor hen niet alledaags onderwerp als genderstereotypering in de media, gaven ze allemaal aan het een leerzaam en interessant interview te vinden. Ze merkten op dat hoewel ze van zichzelf uitgingen dat ze een bepaalde mening hadden, ze toch constateerden dat het interview hen dieper over deze mening liet nadenken, waardoor ze een duidelijker beeld voor zichzelf kregen hoe ze nu over gender(stereotypering) nakijken. Het doet mij als onderzoeker deugd dat de interviews met de late adolescenten zo goed werden ontvangen en dat niet alleen ik maar ook de onderzoeksgroep van dit onderzoek hebben geleerd, zoals tevens blijkt uit de volgende quote.

I4: Vond het eigenlijk wel heel erg leuk om te doen. Vind het ook wel interessant want je krijgt ook een soort beeld van jezelf hoe je over dingen nadenkt. Want normaal sta je er eigenlijk helemaal niet zo heel erg bij stil maar als je er dan over nadenkt dan, dan wel. (vrouw, 17 jaar)

40

Verwijzingen

Aubrey, J. S., & Harrison, K. (2004). The Gender-Role Content of Children's Favorite Television Programs and Its Links to Their Gender-Related Perceptions. Media Psychology, 6, 111- 146. https://doi.org/10.1207/s1532785xmep0602_1

Bailey, J., Steeves, V., Burkell, J., & Regan, P. (2013). Negotiating With Gender Stereotypes on Social Networking Sites: From "Bicycle Face" to Facebook. Journal of Communication Inquiry, 37(2), 91-112. doi:10.1177/0196859912473777

Baker, K., & Raney, A. A. (2007). Equally Super?: Gender-Role Stereotyping of Superheroes in Children's Animated Programs. Mass Communication & Society, 10(1), 25-41.

https://doi.org/10.1080/15205430709337003

Bandura, A. (1986). Social foundations of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs: Prentince-Hall.

Barker, C. (1999). Television, globalization and cultural identities. Buckingham: Open University Press.

Beasley, B., & Collins Standley, T. (2002). Shirt vs. Skins: Clothing as an Indicator of Gender Role Stereotyping in Video Games. Mass Communication & Society, 5(3), 279-293. https://doi.org/10.1207/S15327825MCS0503_3

Beentjes, J. W., & Janssen, L. (2009). Dutch Children's Judgments of Gender Stereotypical Pictures in Advertisements. Journal of Children and Media, 3(1), 68-79.

https://doi.org/10.1080/17482790802576980

Behm-Morawitz, E., & Mastro, D. (2009). The Effects of the Sexualization of Female Video Game Characters on Gender Stereotyping and Female Self-Concept. Sex Roles, 61, 808- 823. doi:10.1007/s11199-009-9683-8

Bem, S. L. (1981). Gender Schema Theory: A Cognitive Account of Sex Typing. Psychological Review, 88(4), 354-364. http://dx.doi.org/10.1037/0033-295X.88.4.354

Bowen, G. A. (2008). Naturalistic inquiry and the saturation concept: A research note. Qualitative Research, 8(1), 137-153. doi:10.1177/1468794107085301

Braun, V., & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology. Qualitative Research in Psychology, 3(2), 77-101. http://dx.doi.org/10.1191/1478088706qp063oa

Braun, V., & Clarke, V. (2013). Successful Qualitative Research: a practical guide for beginners. Londen: SAGE Publications Ltd.

41

Bussey, K., & Bandura, A. (1999). Social Cognitive Theory of Gender Development and Differentiation. Psychological Review, 106(4), 676-713. doi:10.1037/0033- 295X.106.4.676

Carter, C. (2011). Sex/Gender and the Media. In K. Ross (Red.), The Handbook of Gender, Sex and Media (pp. 365-382). Oxford: Wiley-Blackwell.

Clay, D., Vignoles, V. L., & Dittmar, H. (2005). Body Image and Self-Esteem Among

Adolescent Girls: Testing the Influence of Sociocultural Factors. Journal of Research on Adolescence, 15(4), 451-477. https://doi.org/10.1111/j.1532-7795.2005.00107.x

Collins, R. L. (2011). Content Analysis of Gender Roles in Media: Where Are We Now and Where Should We Go? Sex Roles, 64, 290-298. doi:10.1007/s11199-010-9929-5 Connell, R. (2009). Gender: Second Edition. Cambridge: Polity Press.

Coyne, S. M., Linder, J. R., Rasmussen, E. E., Nelson, D. A., & Collier, K. M. (2014). It’s a Bird! It’s a Plane! It’s a Gender Stereotype!: Longitudinal Associations Between Superhero Viewing and Gender Stereotypes Play. Sex Roles, 70, 416-430. doi:10.1007/s11199-014-0374-8

Daalmans, S., & Ter Horst, C. (2017). Diversity reflected? Analyzing the representation of gender, age, ethnicity and sexual orientation on Dutch prime time television. Communications, 42(2), 253-268. doi:10.1515/commun-2017-0019

Deaux, K., & Lewis, L. L. (1984). Structure of gender stereotypes: Interrelationships among components and gender label. Journal of Personality and Social Psychology, 46, 991- 1004. doi:10.1177/0361684316634081

Doornwaard, S. M., Moreno, M. A., Van den Eijnden, R. J., Vanwesenbeeck, I., & Ter Bogt, T. F. (2014). Young Adolescents' Sexual and Romantic Reference Displays on Facebook. Journal of Adolescent Health, 55, 535-541.

http://dx.doi.org/10.1016/j.jadohealth.2014.04.002

Downs, E., & Smith, S. L. (2010). Keeping abreast of hypersexuality: A video game character content analysis. Sex Roles, 62, 721-733. doi:10.1007/s11199-009-9637-1

Eder, D., & Fingerson, L. (2011). Interviewing Children and Adolescents. In J. F. Gubrium, & J. A. Holstein (Red.), Handbook of Interview Research (pp. 181-201). Thousand Oaks: SAGE Publications Inc. http://dx.doi.org/10.4135/9781412973588

42

Ganahl, D. J., Prinsen, T. J., & Baker Netzley, S. (2003). Content Analysis of Prime Time Commercials: Contextual Framework of Gender Representation. Sex Roles, 49(9-10), 545-551. https://doi.org/10.1023/A:1025893025658

Gauntlett, D. (2002). Media, Gender and Identity: An introduction. Londen/New York: Routledge.

Gerbner, G. (1998). Cultivation Analysis: An Overview. Mass Communication & Society, 1(3/4), 175-194. https://doi.org/10.1080/15205436.1998.9677855

Gerding, A., & Signorielli, N. (2014). Gender Roles in Tween Television Programming: A Content Analysis of Two Genres. Sex Roles, 70, 43-57. doi:10.1007/s11199-013-0330-z Giaccardi, S., Ward, L. M., Seabrook, R. C., Manago, A., & Lippman, J. (2016). Media and

Modern Manhood: Testing Associations Between Media Consumption and Young Men's Acceptance of Traditional Gender Ideologies. Sex Roles, 75(3-4), 151-163.

https://doi.org/10.1007/s11199-016-0588-z

Gill, R. (2007). Gender and the Media. Cambridge: Polity Press.

Goffman, E. (1959). The Presentation of Self in Everyday Life. Londen: Penguin Books. Goffman, E. (1976). Gender advertisements. New York: Harper & Row.

Haines, E. L., Deaux, K., & Lofaro, N. (2016). The Times They Are a-Chainging... or Are They Not? A Comparison of Gender Stereotypes, 1983-2014. Psychology of Women Quarterly, 40(3), 353-363. https://doi.org/10.1177/0361684316634081

Halim, M. L., & Ruble, D. (2010). Gender Identity and Stereotyping in Early and Middle

Childhood. In J. C. Chrisler, & D. R. McCreary (Red.), Handbook of Gender Research in Psychology (pp. 495-525). doi:10.1007/978-1-4419-1465-1_24

Hijmans, E. (2004). Reading YES. Interpretive Repertoires and Identity Construction in Dutch Teenage Magazines. Particip@tions, 1(2). Geraadpleegd van

http://www.participations.org/volume%201/issue%202/1_02_hijmans_article.htm Hijmans, E., & Wester, F. (2006). De kwalitatieve interviewstudie. In F. Wester, K. Renckstorf,

& P. Scheepers (Red.), Onderzoekstypen in de communicatiewetenschap (pp. 507-532). Alphen aan de Rijn: Kluwen.

Hodkinson, P. (2011). Media, culture and society: An introduction. Londen: SAGE Publications Ltd.

43

Hust, S. J., & Brown, J. D. (2008). Gender, Media Use, and Effects. In S. L. Calvert, & B. J. Wilson (Red.), The Handbook of Children, Media, and Development. Oxford: Blackwell Publishing Ltd. doi:10.1002/9781444302752.ch5

Jo, E., & Berkowitz, L. (1994). A priming effect analysis on media influences: An update. In J. Bryant, & D. Zillman (Red.), Media Effects: Advances in theory and research (pp. 43-60). Hillsdale: Erbaum.

Kidd, D. (2014). Pop Culture Freaks: Identity, Mass Media, and Society. Boulder: Westview Press.

Kim, J. L., Sorsoli, C. L., Collins, K., Zylbergold, B. A., Schooler, D., & Tolman, D. L. (2007). From Sex to Sexuality: Exposing the Heterosexual Script on Primetime Network

Television. The Journal of Sex Research, 44(2), 145-157. https://doi.org/10.1080/00224490701263660

Kleemans, M., Daalmans, S., Carbaat, I., & Anschütz, D. (2018). Picture Perfect: The Direct Effect of Manipulated Instagram Photos on Body Image in Adolescent Girls. Media Psychology, 21(1), 93-110. https://doi.org/10.1080/15213269.2016.1257392

Lauzen, M. M., Dozier, D. M., & Horan, N. (2008). Constructing Gender Stereotypes Through Social Roles in Prime-Time Television. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 52(2), 200-214. doi:10.1080/08838150801991971

Manago, A. M., Graham, M. B., Greenfield, P. M., & Salimkhan, G. (2008). Self-presentation and gender on MySpace. Journal of Applied Developmental Psychology, 29(6), 446-458. https://doi.org/10.1016/j.appdev.2008.07.001

Mosher, D. L., & Sirkin, M. (1984). Measuring a macho personality constellation. Journal of Research in Personality, 18(2), 150-164. https://doi.org/10.1016/0092-6566(84)90026-6 Murnen, S. K., & Byrne, D. (1991). Hyperfeminity: Measurement and initial validation of the

construct. The Journal of Sex Research, 28(3), 479-489. https://doi.org/10.1080/00224499109551620

Nationale Postcode Loterij. (z.j.). WOMEN Inc. en de Postcode Loterij: samen kansen voor vrouwen vergroten. Geraadpleegd van https://www.postcodeloterij.nl/goede-

doelen/overzicht/women-inc

Perry, D. G., & Pauletti, R. E. (2011). Gender and Adolescent Development. Journal of Research on Adolescence, 21(1), 61-74. https://doi.org/10.1111/j.1532-7795.2010.00715.x

44

Peters, V. (2006). De case-studie. In F. Wester, K. Renckstorf, & P. Scheepers (Red.), Onderzoekstypen in de communicatiewetenschap (pp. 615-642). Alphen aan de Rijn: Kluwen.

Plochg, T. (2007). Handboek gezondheidszorgonderzoek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Polce-Lynch, M., Myers, B. J., Kliewer, W., & Kilmartin, C. (2001). Adolescent Self-Esteem and

Gender: Exploring Relations to Sexual Harassment, Body Image, Media Influence, and Emotional Expression. Journal of Youth and Adolescence, 30(2), 225-224.

https://doi.org/10.1023/A:1010397809136

Pritchard, M., & Cramblitt, B. (2014). Media Influence on Drive for Thinness and Drive for Muscularity. Sex Roles, 71, 208-218. doi:10.1007/s11199-014-0397-1

Ringrose, J. (2010). Sluts, whores, fat slags and Playboy bunnies: Teen girls’ negotiation of “sexy” on social networking sites and at school. In C. Jackson, C. Paechter, & E. Renold (Red.), Girls and education 3-16: Continuing concerns, new agendas (pp. 170-182). New York: McGraw Hill Open University Press.

Roberts Forde, K. (2014). Using sex in advertising is never a good idea. In C. J. Pardun (Red.), Advertising and Society: An Introduction (pp. 113-120). West Sussex: Wiley Blackwell. Rose, J., Mackey-Kallis, S., Shyles, L., Barry, K., Biagini, D., Hart, C., & Jack, L. (2012). Face

it: The Impact of Gender on Social Media Images. Communication Quarterly, 60`(5), 588-607. https://doi.org/10.1080/01463373.2012.725005

Signorielli, N. (1989). Television and Conceptions About Sex Roles: Maintaining Conventionality and the Status Quo. Sex Roles, 21(5-6), 341-360.

https://doi.org/10.1007/BF00289596

Signorielli, N. (2001). Television's gender role images and contribution to stereotyping: Past, present, future. In D. G. Singer, & J. L. Singer (Red.), Handbook of children and the media (pp. 341-358). Thousand Oaks: Sage.

Signorielli, N., & Bacue, A. (1999). Recognition and Respect: A Content Analysis of Prime-Time Television Characters Across Three Decades. Sex Roles, 40(7-8), 527-544.

doi:10.1007/BF00289596

Signorielli, N., & Kahlenberg, S. (2001). Television's World of Work in the Nineties. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 45(1), 4-22.

45

Siibak, A. (2009). Constructing the self through photo selection: Visual impression management on social networking websites. Cyberpsychology: Journal of Psychosocial Research on Cyberspace, 3(1). Geraadpleegd van https://cyberpsychology.eu/article/view/4218/3260 Steele, J. R. (1999). Teenage Sexuality and Media Practice: Factoring in the Influences of