• No results found

Het doel van deze studie was om te bekijken hoe mensen verbeelden dat technologieën hun

welbevinden bevorderen in een toekomst waarin de samenleving verregaand geautomatiseerd

is. Deze hoofdvraag en de bijhorende deelvragen worden aansluitend bediscussieerd.

4.1. Deelvraag 1a

Wat betreft de eerste deelvraag ‘Welke technologieën worden in de toekomstverbeeldingen

genoemd?’ kan geconcludeerd worden dat er vier verschillende soorten technologieën door

de deelnemers genoemd werden. Dit zijn ‘gezondheid & voeding’, ‘smarthome’, ‘milieu’ en

‘muziek’.

deel van iedereens leven uitmaken. In de verbeeldingen van de omgevingen van de

deelnemers werden smarthometechnologieën beschreven. Verder werden technologieën met

betrekking tot het domein ‘gezondheid en voeding’ vooral door de deelnemer die in de

gezondheidszorg werkt, genoemd. Bovendien heeft een deelnemer beschreven dat mensen in

de toekomst heel oud worden. Om dit mogelijk te maken moeten technologieën ontwikkeld

worden. In de focusgroepsdiscussie kwamen technologieën met betrekking tot het domein

'milieu' ter sprake. Het milieu is een thema wat iedereen betreft. Alle deelnemers, zelfs de

deelnemer die tijdens de bijeenkomst geen brief kon schrijven, was actief bij de discussie

betrokken. Het was niet verwacht dat de soort ‘muziek’ verbeeld werd. Deze werd slechts

door een deelnemer, die in de muziekindustrie werkt, genoemd en kan daarom niet

gegeneraliseerd worden. Verrassend was dat de automatisering van arbeid door de

deelnemers noch in de brieven noch in de focusgroepsdiscussie genoemd werd.

Een mogelijke verklaring voor het tekort aan literatuur over verbeelde technologieën

is dat brieven vanuit de toekomst een nieuwe onderzoeksmethode zijn. Het project ‘Brieven

vanuit de toekomst’ begon 2011 op de Universiteit Twente in het life-story-lab (A. Sools &

Mooren, 2012). Om technologieën in toekomstverbeeldingen te kunnen onderzoeken is

verder onderzoek op dit gebied nodig. Door mensen te vragen hoe zij zich een toekomst met

technologieën voorstellen kan worden gekeken of er nog andere technologieën verbeeld

worden die andere consequenties voor mensen hebben en met andere componenten van

welbevinden samenhangen.

4.2. Deelvraag 1b

Voor de tweede deelvraag ‘Welke directe en indirecte consequenties hebben deze

technologieën en welke daarvan zijn welbevinden-gerelateerd?’ kan geconcludeerd worden

dat er geen direct aan welbevinden gerelateerde consequenties van technologieën gevonden

zijn . Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat directe welbevinden-gerelateerde consequenties

moeilijk te verbeelden zijn. Er werd gevraagd om zich in een florerende toekomst met

technologieën te verplaatsen en niet naar hoe technologieën het welbevinden direct kunnen

beïnvloeden. Door deze open vraagstelling hebben de deelnemers hun omgevingen en

levenssituaties in de toekomst verbeeld, waarin de indirecte consequenties van technologieën

beschreven werden. Dit sluit het niet uit om directe consequenties te verbeelden maar het

bleek dat technologieën vooral indirecte consequenties hebben. Verder was het merendeel

van de brieven objectief en beschrijvend geschreven. Dit zou een verdere verklaring kunnen

zijn voor het feit dat er geen directe welbevinden-gerelateerde consequenties gevonden

werden.

De geanticipeerde indirecte consequenties die welbevinden-gerelateerd zijn, zijn

‘maakt het leven makkelijk’, ‘tijd sparen’, ‘idee genereren’, ‘lage prijzen’, ‘vervoer’, ‘mens

niet vervangen’, ‘minder communicatie’ en ‘problemen met technologie’. De consequentie

‘mens moet zich aanpassen’ was niet welbevinden-gerelateerd.

De consequenties ‘tijd sparen’, ‘maakt het leven makkelijk’, ‘vervoer’, ‘mens niet

vervangen’, ‘minder communicatie’, ‘problemen met technologie’ en ‘mens moet zich

aanpassen’ zijn consequenties die technologieën met zich meebrengen. De positieve

consequenties dat tijd wordt bespaard door bijvoorbeeld schoonmaakrobots, dat het leven van

mensen makkelijker wordt als technologieën bepaalde opgaven zoals boodschappen doen

overnemen en dat het vervoer door technologieën verandert zoals dat het openbaar vervoer

systeem verbeterd wordt, zijn verwachte consequenties van technologieën. Verder zijn

bekende negatieve consequenties dat mensen bang zijn dat taken die door mensen worden

verricht door technologieën worden overgenomen. Voorbeelden zijn dat machines taken in de

gezondheidszorg overnemen of dat mensen door technologieën minder met elkaar

communiceren. Verder brengen technologieën ook problemen zoals technische storingen met

zich mee. De consequentie ‘mens moet zich aanpassen’ was ook een verwachte consequentie.

Als technologieën een toenemende rol in het alledaagse leven van mensen spelen, moet de

levensstijl aangepast worden.

De positieve consequenties ‘idee genereren’ en ‘lage prijzen’ werden minder verwacht. Er

werd geen wetenschappelijke literatuur gevonden over dat technologieën ideeën kunnen

genereren en dat prijzen, bijvoorbeeld voor openbaar vervoer, door technologieën lager

worden.

Volgens wetenschappelijke literatuur en de uitkomsten van deze studie bestaan er

positieve en negatieve consequenties van technologieën voor mensen (Autor & Dorn, 2013;

Danaher, 2017; Feldmann, 2013; McKinsey Global Institute, 2013; Rotman, 2013). In

vergelijking met literatuur over consequenties van technologieën voor de economie bestaat er

nog weinig literatuur over de consequenties voor de mens. In de brieven en in de

focusgroepsdiscussie werd weinig ingegaan op de gevolgen van werkloosheid, dus kunnen op

basis van de data geen uitspraken worden gedaan of de deelnemers dit als positief of negatief

ervaren. Verder werden technologieën in de medische sector als negatief ervaren omdat de

deelnemers bang waren dat technologieën mensen zouden kunnen vervangen. Dit komt

overeen met wetenschappelijke literatuur, die zegt dat mensen kritisch zijn tegenover

technologieën die medicatie automatisch bestellen (Nassar et al., 2016). Verder worden

smarthome technologieën als aantrekkelijk gezien (de Oliveira Valentim & Munaro, 2014).

De deelnemers hebben beschreven dat deze soort technologie tijd kan besparen en het leven

makkelijker maakt. Het probleem dat smarthome technologieën nog duur zijn, wat de

acceptatie volgens de Oliveira Valentim en Munaro (2014) verlaagd, werd door de

deelnemers niet genoemd.

Een mogelijke verklaring voor het feit dat er veel literatuur over economische

gevolgen zijn is dat technologieën in de economie al langer gebruikt worden dan in

dat sinds een lange tijd bestaat en veel onderzocht is. Het zou kunnen zijn dat de deelnemers

in deze studie zich niet bedreigd voelen om door de ontwikkeling van technologieën

werkloos te raken. Een andere reden zou kunnen zijn dat de onderzoeksmethode brieven

vanuit de toekomst schrijven ertoe geleid heeft dat mensen persoonlijke verhalen schrijven en

werk daarom in deze verhalen minder aandacht heeft gekregen dan bijvoorbeeld smarthome

technologieën.

Om de waargenomen consequenties van technologieën beter te kunnen onderzoeken

zal in vervolgonderzoek expliciet naar consequenties op verschillende levensgebieden

gevraagd kunnen worden. Hierbij zou bijvoorbeeld naar consequenties voor het werk, of

consequenties voor het familieleven gevraagd kunnen worden. Verder zou naar persoonlijke

consequenties voor gevoelens, emoties of relaties gevraagd kunnen worden om te

onderzoeken of er toch welbevinden-gerelateerde consequenties zijn.

4.3. Deelvraag 1c

Verder kan voor de derde deelvraag ‘Welke aspecten van floreren (optimaal welbevinden)

worden in de toekomstverbeeldingen genoemd en zijn die technologie-gerelateerd?’

geconcludeerd worden dat alle componenten van welbevinden volgens Seligman (2012) door

de deelnemers genoemd werden. Dit zijn ‘positieve emotie’, ‘prestatie’, ‘relatie’, ‘betekenis’

en ‘betrokkenheid’. Verder bleek dat ‘gezondheid’ volgens de verbeeldingen van de

deelnemers een bijdrage levert aan welbevinden. Bovendien zijn deze aspecten van floreren

niet technologie-gerelateerd.

Deze uitkomsten passen deels bij de aspecten van welbevinden volgens Seligman

(2012). Dat er nog een aspect, ‘gezondheid’, gevonden werd past niet bij de definitie volgens

Seligman (2012). Verder bestaat er literatuur die zegt dat gezondheid en welbevinden

het gevonden resultaat, dat de deelnemers ‘gezondheid’ als deel van welbevinden hebben

gezien, kunnen zijn.

Om te onderzoeken of er nog andere aspecten van welbevinden zijn en of er

technologie-gerelateerde aspecten zijn, zou door middel van doelgerichte vraagstellingen

kunnen worden onderzocht. Het zou bijvoorbeeld direct aan de deelnemers gevraagd kunnen

worden wat voor hen belangrijk is om te kunnen floreren en welke rol technologieën hierbij

spelen.

4.4. Hoofdonderzoeksvraag

Wat betreft de hoofdonderzoeksvraag ‘Hoe verbeelden mensen dat technologieën hun

welbevinden bevorderen in een toekomst waarin de samenleving verregaand geautomatiseerd

is?’ kan geconcludeerd worden dat mensen zowel positieve alsook negatieve consequenties

van technologieën verbeelden. De geanticipeerde consequenties ‘maakt het leven

makkelijker’, ‘tijd sparen’, ‘idee genereren’, ‘lage prijzen’ en ‘vervoer’ hangen samen met de

componenten ‘prestatie’, ‘gezondheid’, ‘relaties’ en ‘positieve emotie’ van welbevinden.

Verder werd gevonden dat de geanticipeerde consequenties ‘mens niet vervangen’, ‘minder

communicatie’ en ‘problemen met technologie’ als negatieve consequenties van

technologieën verbeeld werden. Uit de toekomstverbeeldingen bleek dat deze consequenties

samen hangen met lagere waarden van de aspecten ‘positieve emotie’ en ‘relaties’ van

welbevinden. Er zijn dingen die door de deelnemers ongewenst zijn om door technologieën

vervangen te worden. Als mensen niet meer direct met elkaar communiceren maar door

middel van technologieën zou dit negatief op de aspecten ‘relaties’ en ‘positieve emotie’ van

welbevinden kunnen uitwerken. Verder verlagen ‘problemen met technologie’ ‘positieve

emoties’.

Uit onderzoek bleek dat smarthome technologieën motivatie bevorderen. Dit kan

helpen om doelen te bereiken en te floreren (Brotman, 2014). In deze studie werd motivatie

niet als welbevinden-gerelateerde consequentie van technologieën gevonden. Verder bleek

dat smarthome technologieën in de verbeeldingen als positief ervaren werden en deze

indirect, door tijd te besparen en het leven makkelijk te maken, ‘positieve emotie’ en

‘prestatie’ bevorderen.

De deelnemers waren bang dat mensen door technologieën minder met elkaar communiceren

en dat dit in samenhang staat met minder persoonlijke relaties. Volgens de wetenschappelijke

literatuur bestaat er geen overeenstemming over of de invloed van technologieën op

persoonlijke relaties positief of negatief is. Technologieën die verbale en non-verbale

signalen bevatten, hebben een positieve invloed op levensvoldoening en relaties. Alleen

verbale berichten zoals tekst berichten hebben een negatieve invloed op de levensvoldoening

en relaties (Goodman-Deane, Mieczakowski, Johnson, Goldhaber, & Clarkson, 2016). Verder

bleek dat er verbale technologieën bestaan die communicatie door middel van ‘emoticons’

persoonlijk en intiem maakt (Janssen, IJsselsteijn, & Westerink, 2014).

De relaties tussen technologieën en welbevinden met consequenties als

intermediërende variabele moeten verder worden onderzocht om de samenhangen beter te

kunnen begrijpen.

4.5. Sterke en Zwakke Punten van de Studie

Een sterk punt van kwalitatieve studies is dat de deelnemers in hun antwoorden niet beperkt

worden door bepaalde vraagstellingen en antwoordmogelijkheden maar al hun gedachten die

zij met een florerende toekomst met technologieën verbinden mochten opschrijven. Dit was

terug te zien in de variatie van verschillende onderwerpen en technologieën die in de

toekomstbrieven beschreven werden. Deze vrijheid brengt ook zwakke punten met zich mee.

Voor een deelnemer was het te moeilijk zich in een geautomatiseerde toekomst te

verplaatsen. Hierdoor is de studie alleen geschikt voor mensen die in staat zijn om zich in

bepaalde toekomsten te verplaatsen. Verder werden in twee van de eerste brieven zonder

nadruk op technologieën al verschillende technologieën beschreven. Een reden hiervoor zou

kunnen zijn dat technologieën voor deze deelnemers een vast deel van de toekomst uitmaken.

Een andere reden zou kunnen zijn dat de deelnemers voor de workshop al wisten dat het om

technologieën zou gaan. Omdat alle deelnemers bekenden of familieleden van de

onderzoekers waren zouden zij van tevoren gehoord kunnen hebben wat het thema van de

studie is. Het resultaat dat er meer codes waren in de brieven zonder nadruk op technologieën

zou door verschillende factoren beïnvloed kunnen zijn. Ten eerste was er een brief minder

met technologieën dan zonder omdat een deelnemer geen tweede brief heeft geschreven. Ten

tweede zou de instructie de deelnemers beïnvloed kunnen hebben. In de eerste brief werd de

nadruk alleen op een florerende toekomst gelegd, in de tweede brief werd dit aangevuld met

technologieën. Hierdoor zouden de deelnemers het floreren niet meer zo centraal in hun

hoofd kunnen hebben. Ten derde hadden de deelnemers thuis meer tijd om de brieven op hun

gemak te schrijven en naar hun gevoelens te luisteren. Dit zou in een omgeving met

onbekenden moeilijker kunnen zijn. Ook het voorlezen van de brieven zou met zich mee

kunnen brengen dat de deelnemers niet durven om bepaalde dingen op te schrijven omdat zij

het te privé vinden.

4.6. Aanbevelingen voor Vervolgonderzoek

Om de betrouwbaarheid en validiteit van de studie te verhogen zouden de volgende

aanbevelingen kunnen worden geraadpleegd. Ten eerste zouden de deelnemers anders

benaderd kunnen worden. Als het bekenden of familieleden van de onderzoekers zijn, zouden

zij dingen te horen kunnen krijgen die een bias veroorzaken. Ten tweede zouden de

deelnemers voor beide brieven dezelfde tijd moeten krijgen. Zo zouden verschillen qua lengte

en wat betreft diepgang verminderd kunnen worden. Ten derde zouden de deelnemers die het

moeilijk vinden zich in een toekomst te verplaatsen en dit in de vorm van een brief op te

schrijven tijdens de workshop geholpen kunnen worden om een brief te schrijven. Hiervoor

zou de vraagstelling herhaald kunnen worden. Als te veel sturing nodig is, kan de data niet

meer gebruikt worden omdat de kans op bias dan te groot is. Verder zouden specifiekere

instructies voor de toekomstbrieven kunnen worden gegeven. Het zou bijvoorbeeld expliciet

aan de deelnemers gevraagd kunnen worden om consequenties van technologieën te

bedenken en erover na te denken hoe deze consequenties het welbevinden beïnvloeden. Een

andere mogelijkheid zou zijn om de instructie te geven zich op bepaalde soorten

technologieën zoals smarthome technologieën te beperken om de invloeden per technologie

te kunnen onderzoeken en te kunnen bekijken of de meningen over dezelfde soort

technologie verschillen. Bovendien zou de nadruk op gevoelens gelegd kunnen worden om te

verminderen dat de deelnemers de brief te beschrijvend en objectief schrijven. Op deze

manier zou bereikt kunnen worden dat de deelnemers zich intensiever in hun toekomsten

verplaatsen.

Als deze aanbevelingen opgevolgd worden zouden de samenhangen tussen

verschillende soorten technologieën en het welbevinden in kwantitatieve studies kunnen

worden onderzocht. De directe consequenties zouden hierbij als intermediërende variabele

kunnen worden gebruikt. Hierbij zou kunnen worden gekeken welke consequenties door

welke soorten technologieën worden beïnvloed en welke invloed deze consequenties op het

welbevinden van mensen hebben. Verder zou de nadruk in kwalitatieve studies op de

aspecten ‘betrokkenheid’ en ‘betekenis’ van welbevinden kunnen worden gelegd om inzicht

in alle aspecten van welbevinden te verkrijgen. Het zou bijvoorbeeld gevraagd aan mensen

kunnen worden om zich een toekomst met technologieën te verbeelden en wat dit voor

‘betrokkenheid’ en ‘betekenis’ zal beduiden.

4.7. Overstijgende Conclusie

Concluderend kan gezegd worden dat deze studie een aanvullende waarde voor de bestaande

literatuur biedt. Door middel van narratieve toekomstverbeeldingen werd gevonden dat

verschillende soorten technologieën positieve en negatieve indirecte consequenties voor het

welbevinden van mensen hebben. Verder onderzoek is nodig om deze samenhang goed te

kunnen begrijpen.

Het is belangrijk om te kijken of de positieve consequenties overwicht hebben en hoe de

negatieve consequenties verminderd kunnen worden om het welbevinden van mensen te

bevorderen. Als de samenhang tussen technologieën en welbevinden toereikend onderzocht

zijn, zouden technologieën op een manier ontwikkeld kunnen worden die het welbevinden

maximaal bevordert. De ontwikkeling van nieuwe technologieën versnelt en in de toekomst

worden steeds meer taken door machines overgenomen. Wat mensen kunnen doen is de

samenwerking tussen mens en machine optimaliseren. Hierbij moet aandacht worden besteed

aan alle componenten van welbevinden.

Referentielijst

Adler, J. M., & Olin, F. W. (2012). Living Into the Story: Agency and Coherence in a

Longitudinal Study of Narrative Identity Development and Mental Health Over the

Course of Psychotherapy. Mental Health Over the Course of Psychotherapy. Retrieved

from http://digitalcommons.olin.edu/facpub_2012

Autor, D., & Dorn, D. (2013). How technology wrecks the middle class. The New York

Times. New York. Retrieved from

https://scholar.google.com/scholar?q=Autor+%26+Dorn%2C+2013&btnG=&hl=de&as

_sdt=0%2C5

Boeije, H. (2014). Analyseren in kwalitatief onderzoek: denken en doen. Den Haag: Boom

Lemma.

Brotman, R. (2014). The motivational home: Designing smart home service provisions for

human flourishing. Humanities and Social Sciences, 74(8–A).

Catalino, L. I., & Fredrickson, B. L. (2011). A Tuesday in the life of a flourisher: The role of

positive emotional reactivity in optimal mental health. Emotion, 11(4), 938–950.

https://doi.org/10.1037/a0024889

Danaher, J. (2017). Will Life Be Worth Living in a World Without Work? Technological

Unemployment and the Meaning of Life. Science and Engineering Ethics, 23(1), 41–64.

https://doi.org/10.1007/s11948-016-9770-5

de Oliveira Valentim, F., & Munaro, C. J. (2014). Integrating technologies for building a

wireless home automation system: A practical implementation. In 2014 11th IEEE/IAS

International Conference on Industry Applications (pp. 1–7). IEEE.

https://doi.org/10.1109/INDUSCON.2014.7059445

Feldmann, H. (2013). Technological unemployment in industrial countries. Journal of

Goodman-Deane, J., Mieczakowski, A., Johnson, D., Goldhaber, T., & Clarkson, P. J. (2016).

The impact of communication technologies on life and relationship satisfaction.

Computers in Human Behavior, 57, 219–229. https://doi.org/10.1016/j.chb.2015.11.053

Goos, M., Manning, A., & Salomons, A. (2009). Job Polarization in Europe. The American

Economic Review, 99(2), 58–63. Retrieved from http://www.jstor.org/stable/25592375

Hardgrove, A., Rootham, E., & McDowell, L. (2015). Possible selves in a precarious labour

market: Youth, imagined futures, and transitions to work in the UK. Geoforum, 60, 163–

171. https://doi.org/10.1016/j.geoforum.2015.01.014

Huppert, F. A., & So, T. T. C. (2013). Flourishing Across Europe: Application of a New

Conceptual Framework for Defining Well-Being. Social Indicators Research, 110(3),

837–861. https://doi.org/10.1007/s11205-011-9966-7

Janssen, J. H., IJsselsteijn, W. A., & Westerink, J. H. D. M. (2014). How affective

technologies can influence intimate interactions and improve social connectedness.

International Journal of Human-Computer Studies, 72(1), 33–43.

https://doi.org/10.1016/j.ijhcs.2013.09.007

McKinsey Global Institute. (2013). Disruptive technologies: Advances that will transform

life, business, and the global economy. McKinsey Global Insitute. Retrieved from

http://www.mckinsey.com/insights/business_technology/disruptive_technologies%5Cnh

ttp://www.chrysalixevc.com/pdfs/mckinsey_may2013.pdf

Nassar, B. A. Y. Al, Rababah, K. A., Sana’, N. A., & Nsour, a N. Al. (2016). Impact of

computerised physician order entry in Jordanian hospitals by using technology

acceptance model. International Journal of Information Systems and Change

Management, 8(3), 191. https://doi.org/10.1504/IJISCM.2016.080823

Rotman, D. (2013). How Technology Is Destroying Jobs - MIT Technology Review.

Retrieved March 18, 2017, from

https://www.technologyreview.com/s/515926/how-technology-is-destroying-jobs/

Scanlan, J. N., Bundy, A. C., & Matthews, L. R. (2011). Promoting wellbeing in young

unemployed adults: the importance of identifying meaningful patterns of time use.

Australian Occupational Therapy Journal, 58(2), 111–9.

https://doi.org/10.1111/j.1440-1630.2010.00879.x

Seligman, M. E. P. (2012). Flourish: A Visionary New Understanding of Happiness and

Well-being - Martin E. P. Seligman - Google Books. Retrieved from

https://books.google.nl/books?hl=de&lr=&id=YVAQVa0dAE8C&oi=fnd&pg=PA1&dq

=flourishing+seligman+definition&ots=dcbMIeA_0P&sig=e3-h4DR_2eJFfFSQ6QQMPj_iA9Q&redir_esc=y#v=onepage&q=flourishing seligman

definition&f=false

Sools, A. M., Tromp, T., & Mooren, J. H. (2015). Mapping letters from the future: Exploring

narrative processes of imagining the future. Journal of Health Psychology, 20(3), 350–

364. https://doi.org/10.1177/1359105314566607

Sools, A., & Mooren, J. H. (2012). Towards Narrative Futuring in Psychology: Becoming

Resilient by Imagining the Future. Graduate Journal of Social Science, 9(2). Retrieved

from

http://www.gjss.org/sites/default/files/issues/chapters/papers/Journal-09-02--10-Sools-Mooren.pdf

Sools, A., Triliva, S., Fragkiadaki, E., & Tzanakis, E. (2017). Persoonlijke

toekomstverbeelding als prospectief reflectie-instrument. Tijdschrift Positieve

Psychologie, 27–31.

Steptoe, A., Deaton, A., & Stone, A. A. (2015). Subjective wellbeing, health, and ageing. The

Lancet, 385(9968), 640–648. https://doi.org/10.1016/S0140-6736(13)61489-0

VO Robotics. (2013). A roadmap for us robotics: From internet to robotics. Retrieved from

http://scholar.google.com/scholar?hl=en&btnG=Search&q=intitle:A+Roadmap+for+U.S

.+Robotics:+From+Internet+to+Robotics#0

Whitby, B. (2015). Automating Medicine the Ethical Way (pp. 223–232). Springer

International Publishing. https://doi.org/10.1007/978-3-319-08108-3_14

Appendix

Appendix 1: Uitnodigingspakketje

Appendix 1.1: Officiële uitnodiging.

Beste …,

Graag willen we u uitnodigen om deel te nemen aan ons onderzoek over toekomstbrieven.

Het onderzoek zal plaatsvinden op donderdag, 6 april om 15 uur en ongeveer anderhalf uur

GERELATEERDE DOCUMENTEN