• No results found

8. CONCLUSIE

Het onderzoeksgebied kan rekenen op een rijk en belangrijk verleden. De onderzoeksvragen kunnen als volgt beantwoord worden.

- Wat zijn de gekende archeologische en historische gegevens?

Er zijn van de site geen archeologische gegevens bekend. In de buurt toonden archeologisch onderzoeken aan de Jezuïetenkerk en aan het Sionsplein aan dat er heel wat (post)middeleeuwse ophogingslagen in de ondergrond zitten. Ook (laat)middeleeuwse muren en vloeren werden aangetroffen. Daarnaast werden op het Sionsplein sporen van prehistorische aanwezigheid gevonden in de vorm van silex en handgevormd aardewerk.

De historische gegevens tonen aan dat er zich op de site volgende elementen bevonden (zie bijlage 3):

o Stadsomwalling;

o Stadgracht – Oude Grote Nete;

o Twee armen van de Kerkhofmolenloop (aftakkingen van de Oude Grote Nete); o Het Proefstraatje of Hondenstraatje;

o Sint-Elisabethsgasthuis met kloostergebouwen, kapel, kerkhof (niet geweten waar het zich op het domein bevond), ziekenzalen en kloostertuin met daarin allerlei bijgebouwen en waterput;

o Middeleeuwse bebouwing langs de Berlaarsestraat, het voormalige Proefstraatje en de Kluizestraat;

o Twee luxueuze 16de-eeuwse residenties aan de Berlaarsestraat: het Hof van Gistel en het Hof de Hoves des Estiennes;

o Dominicanenklooster aan de De Heyderstraat;

o Normaalschool van voor 1914, ingericht op de plaats van of in de 16de eeuwse bebouwing;

o Normaalschool vanaf 1926 met bijbouwen van de jaren 1950-1960.

Andere historische gegevens (o.a. Sint-Gummaruslegende) doen vermoeden dat er zich elementen van een prestedelijk Lier kunnen bevinden.

- Is er via archeologisch onderzoek of waarnemingen op aanpalende of nabijgelegen percelen reeds info beschikbaar over de dikte en de opbouw van het aanwezige bodemarchief?

De archeologische onderzoeken in de buurt van het onderzoeksgebied geven aan dat het aanwezige bodemarchief op nabijgelegen percelen bestaat uit (post)middeleeuwse bebouwing en ophogingslagen. De ophogingslagen varieerden in dikte en de onverstoorde bodem bevond zich tussen +4,75m TAW en +2,97m TAW (0,85m en 2,63m onder het maaiveld) op het Sionsplein en op +3,41mTAW (2,70m onder het maaiveld) aan de Jezuiëtenkerk in de Berlaarsestraat. Deze onderzoeken kunnen er op wijzen dat het archeologisch bodemarchief zich op de site bevindt tussen 1m en 3m onder het maaiveld en bestaat uit verschillende ophogingslagen. Een archeologische waarneming aan de Bril van houten palen en het vooronderzoek aan de Jezuïetenkerk wijzen erop dat het om nat gebied gaat waarin organisch materiaal goed bewaard bleef.

- Zijn er in het projectgebied kelders aanwezig? Zo ja: wat is de ruimtelijke afbakening (in drie dimensies) van deze kelders? Dient bijkomend bouwarcheologisch onderzoek te worden uitgevoerd voorafgaand aan de sloop van eventuele historische kelders?

Er zijn kelders aanwezig in het projectgebied. De ruimtelijke afbakening van deze kelders is aangegeven op de figuur in bijlage (zie bijlage 4). Het gaat om kruipruimtes met een geschatte verstoringsdiepte van 1m (kan ook minder zijn) en een lange, diepe kelder met een vermoedelijke verstoringsdiepte van 4m. Het zwembad, dat zich in één van de schoolvleugels bevond, was ook dieper uitgegraven, maar de exacte diepte hiervan is niet te achterhalen, aangezien het werd opgevuld in 1986.

Bouwarcheologisch onderzoek dient niet uitgevoerd te worden bij uitbraak van deze kelders, omdat het om kelders gaat die werden aangelegd bij de nieuwbouw van 1921 en 1961 en niet teruggaan op oudere kelders.

- Hoe was de oude perceelsindeling?

Voor een overzicht van de perceelsindeling doorheen de tijd zie bijlage 6 t.e.m. 9. Tegenwoordig is het projectgebied ingedeeld in 6 percelen (zie figuur 3):

o H100L: de voormalige Normaalschool;

o H146M : het voormalig Dominicanenklooster;

ARCHEOLOGISCHE BUREAUSTUDIE LIER NORMAALSCHOOLSITE 55 --- ---

o H214C: de voormalige Oefenschool;

o H431/2C en H431/3D: de ingang van de voormalige Oefenschool.

De perceelsindeling veranderde grondig na WOI. Op de Popp-kaart van 1842-1875 zijn veel meer percelen zichtbaar en deze percelen bleven grotendeels ongewijzigd tot aan WOI (zie bijlage 2 en 6).

Normaalschool H100L bestond toen uit verschillende percelen: o 95b: voormalig Hof de Hoves des Estiennes;

o 96c: tuinzone tussen de twee aftakkingen van de voormalige Kerkhofmolenloop; o 100a: Normaalschool; voormalig Hof van Gistel;

o 104: directeurswoning Normaalschool; voormalig Hof van Gistel;

o 109, 110 en deel van 111: delen van de kloostertuinzone (met waterput?); o 108: Kloostertuin;

o Deel van 105: gasthuis; o Gedempte Oude Grote Nete.

Oefenschool H214C is een samenvoeging van: o 19 percelen langsheen de Kluizestraat; o Een deel van 105: gasthuis;

o Gedempte Oude Grote Nete.

Dominicanenklooster H146M bestond in 1837 uit percelen: o 145 en 146 (2 gebouwen);

o 143c (tuin).

Deze tuin was veel groter dan nu en liep langsheen de De Heyderstraat. Perceel 150F (de kloostertuin) bleef ongewijzigd.

Schooltoegang H431/2C en H431/3D hebben nog steeds dezelfde perceelsindeling op plan, maar waren tot in de jaren 1960 bebouwd.

Op de historische kaarten is zichtbaar dat de perceelsindeling van de bewoning langs de Kluizestraat gelijkaardig aan die uit de 19de eeuw kan zijn. De perceelsindeling zichtbaar op de historische kaarten uit de 16de en 18de eeuw doet vermoeden dat het binnengebied van de Normaalschool uit veel verschillende kleine percelen bestond.

- Hoe groot waren de verschillende huizenblokken?

Het projectgebied kan onderverdeeld worden in bebouwing langs de Berlaarsestraat, de Kluizestraat, de De Heyderstraat en het voormalige Proefstraatje (Hondenstraatje). Op de synthesekaart in bijlage (zie bijlage 11) is een overzicht weergegeven van de historische bebouwing ten opzichte van de huidige bebouwing.

- Welke info is er nog te vinden over de huidige bebouwing, infrastructuur (binnenweg(en), vliet(en), stadsgracht) of voormalige constructies (Hof de Hoves des Estiennes, Hof van Gistel, Sint-Elisabethgasthuis, …) op het terrein? (zie bijlage 3)

De huidige bebouwing dateert uit 1926, 1958 en 1961 en hiervan zijn plannen terug te vinden. Ook de bebouwing van de Normaalschool van tussen 1875 en 1926 is vrij goed gedocumenteerd met plannen.

De infrastructuur bestond uit de stadsgracht (Oude Grote Nete), de stadsomwalling, twee aftakkingen van de Kerkhofmolenloop en het Proefstraatje of Hondenstraatje. De bedding van de Oude Grote Nete en de westelijke Kerkhofmolenloop zijn nog zichtbaar op de Poppkaart. Ook een deel van het Proefstraatje (Hondenstraatje) is nog zichtbaar op deze kaarten. Het Proefstraatje had ooit een andere loop, maar hoe dit precies liep is niet gedocumenteerd. De bedding van de oostelijke Kerkhofmolenloop staat op geen enkele kadasterkaart, maar is op basis van de kaarten uit de 16de eeuw en de perceelgrenzen op de 19de-eeuwse kadasterkaarten te situeren. De stadsomwalling bestond ter hoogte van het gasthuis en de kloostertuin uit een stadsmuur, meer naar het noordwesten uit een aarden wal.

De voormalige constructies waren de bebouwing langs de Berlaarsestraat, de Kluizestraat, de De Heyderstraat en het Proefstraatje.

De bebouwing langs de Berlaarsestraat bestond uit Hof de Hoves des Estiennes, Hof van Gistel en Sint-Elisabethsgasthuis. Van deze constructies zijn er foto’s en kadasterkaarten die een beeld geven van het uitzicht van deze gebouwen in de 19de eeuw. Van het gasthuis is er informatie over het uitzicht van het gasthuis van in de 17de eeuw door een tekening en karige informatie over de gebouwen die zich op het kloosterdomein bevonden door geschreven bronnen, maar de locatie van het kerkhof is niet geweten. Het gasthuis bevond zich op deze locatie vanaf 1236. Van het Hof van Gistel zijn er geschreven bronnen dat het gebouwd werd rond 1549 en teruggaat op een vijftal huizen

ARCHEOLOGISCHE BUREAUSTUDIE LIER NORMAALSCHOOLSITE 57 --- ---

aan de Berlaarsestraat en enkele huizen aan het Proefstraatje. Van het Hof de Hoves des Estiennes zijn er geschreven vermeldingen vanaf 1620.

De bebouwing langs de Kluizestraat bestond uit 16 huizen met tuinen en aanhorigheden in 1960. De bebouwing langs deze straat gaat terug tot in de 14de-15de eeuw, toen de Kluizewijk met Kluizestraat werd aangelegd. Op de 16de-eeuwse kaarten is zichtbaar dat het om gewone huizen met tuinen ging.

De voormalige constructies langs de De Heyderstraat bestonden uit woonhuizen die werden afgebroken om op deze plaats het Dominicanenklooster te zetten.

Voor de informatie over de constructies langs het voormalige Proefstraatje/ Hondenstraatje is men aangewezen op het kaartmateriaal uit de 16de eeuw: hierop is te zien dat er steeds bebouwing was aan de westkant van het straatje. Geschreven bronnen vermelden dat het straatje in de 13de zo smal was dat nieuwe huizen 20 voet achteruit gebouwd moesten worden en dat het tracé van het straatje gewijzigd werd in de 16de eeuw en afgesloten werd met poorten aan beide uiteinden. De poort aan de Berlaarsestraat is zichtbaar op 19de- en 20ste-eeuwse foto’s.

- In welke mate is het terrein reeds verstoord? Worden ‘recente’ verstoringen zoals kelders uitgebroken en zo ja, kunnen na de uitbraak ervan de achterliggende bodemprofielen als evaluatiemiddel voor het archeologisch bodemarchief worden gebruikt?

Het terrein is gedeeltelijk verstoord door de gebouwen van de Normaalschool en de nutsleidingen op de speelplaatsen. Het grootste deel van de gebouwen heeft geen kelder. De grootste verstoring is de lange, diepe kelder in één van de schoolvleugels uit 1926. Ook de plaats waar het zwembad was is vermoedelijk tot op zekere diepte verstoord. Andere gebouwen hebben enkel een kruipruimte of zijn niet onderkelderd. De diepte van deze funderingen is niet te achterhalen, maar aangezien deze gebouwen geen kelders hebben, zullen ze waarschijnlijk niet tot op de onverstoorde bodem gaan.

Verschillende nutsleidingen doorkruisen beide speelplaatsen. Een recent plan van al deze leidingen was niet voorhanden, wel werden de putdeksels ingemeten tijdens de terreinbezoeken. Sommige deksels waren gebroken waardoor in de putten kon gekeken worden en een voorzichtige inschatting van de verstoring kon gemaakt worden. Enkele putten zijn minstens 2m diep (zie bijlage 12).

Er zijn nog geen concrete nieuwbouwplannen voorhanden, maar de stedenbouwkundige krachtlijnen voorzien in de mogelijke afbraak van een groot deel van de gebouwen. Bij de afbraak kan het achterliggende bodemprofiel van de kelders als evaluatiemiddel voor de bovenste meter(s) van het archeologisch bodemarchief gebruikt worden. Waarschijnlijk gaan de funderingen en kruipruimtes niet tot op de onverstoorde bodem en kunnen zich hier nog bewoningssporen (muurresten of archeologische sporen) onder bevinden. Daarom gebeurt de uitbraak best onder archeologische begeleiding om de bewaringstoestand van het archeologisch bodemarchief onder de huidige bebouwing te kunnen evalueren.

Het archeologisch bodemarchief, zichtbaar in de achterliggende bodemprofielen en onder de huidige gebouwen, wordt best geëvalueerd met aandacht voor alle archeologisch perioden en specifieke onderzoeksdoelen per zone (zie bijlage 10). Deze achterliggende bodemprofielen kunnen een eerste evaluatiemiddel zijn, maar er wordt aangeraden om ze aan te vullen met proefsleuven- en proefputten.

o Zone 2: als het gebouw uit 1961 aan de Kluizestraat wordt afgebroken kunnen zich hier nog bewoningssporen onder bevinden die teruggaan tot in de 14de-15de eeuw.

o Zone 6: de afbraak van de bijgebouwen uit de jaren 1950-1960, in het westen van het plangebied, kan ook bodemprofielen van de bovenste meter(s) opleveren die als eerste evaluatiemiddel gebruikt kunnen worden. Afhankelijk van de funderingsdiepte van deze gebouwen kan bekeken worden of er nog sporen terug te vinden zijn (in profiel of onder de gebouwen) van de westelijke Kerkhofmolenloop.

o Zone 4: de schoolvleugel in het zuidwesten van het plangebied bevindt zich boven het voormalige Hof de Hoves des Estiennes en de vermoedelijke bedding van de oostelijke Kerkhofmolenloop.

o Zone 8 en Zone 9: de meer centraal gelegen schoolvleugels werden aangelegd bovenop de gedempte Oude Grote Nete, delen van de eerste stadsomwalling en delen van het gasthuis.

- In welke mate verstoren de geplande werken archeologisch erfgoed?

Door het rijke en belangrijke verleden van dit deel van de stad en de geringe huidige verstoring zullen quasi alle bodemingrepen op deze site het archeologisch erfgoed verstoren. De stedenbouwkundige krachtlijnen vermelden de afbraak van bestaande gebouwen, nieuwbouw en de bouw van ondergrondse parkings. Al deze werken hebben een grote impact op de ondergrond en verstoren het archeologisch erfgoed grondig. De

ARCHEOLOGISCHE BUREAUSTUDIE LIER NORMAALSCHOOLSITE 59 --- ---

afbraak van de bestaande gebouwen werd hoger al behandeld. De nieuwe gebouwen worden gelokaliseerd op de plaats van huidige gebouwen en daarbuiten. In beide gevallen verstoren deze archeologisch erfgoed. De afbraak van de bestaande gebouwen verstoort een deel van het archeologisch erfgoed. Nieuwbouw gaat steeds gepaard met een groot grondverzet voor het steken van funderingen, kelders, enz. en verstoort in grote mate het archeologisch erfgoed. De bouw van ondergrondse parkings verstoort het archeologisch erfgoed nog meer. De werken gebeuren op grote schaal in drie dimensies. Een ondergrondse parking met haar fundering doorsnijdt zonder twijfel alle archeologisch erfgoed dat zich op deze plek in de bodem bevindt.

- Welke onderzoeksvragen moeten bijkomend bij de prospectie met ingreep in de bodem beantwoord worden?

o Is de bedding van de voormalige waterlopen (Oude Grote Nete, twee vertakkingen van Kerkhofmolenloop) terug te vinden? Varieerde deze doorheen de tijd? Wanneer en hoe werden deze gedempt/overdekt?

o Zijn er sporen te vinden van de eerste stadsomwalling? Zo ja, gaat het om een stadsmuur en/of aarden wal?

o Is er nog iets terug te vinden van de middeleeuwse bebouwing langs de Kluizestraat?

o Zijn er resten te vinden van het voormalig Hof de Hoves des Estiennes en kunnen deze gedateerd worden?

o Zijn er sporen van het Proefstraatje/Hondenstraatje te vinden in de ondergrond? Is het tracé van het Proefstraatje te achterhalen en werd dit inderdaad verlegd in de 15de eeuw?

o Zijn er resten te vinden van het gasthuis en/of bijgebouwen in de kloostertuin en/of kerhof?

o Hoe ziet de ophoging van het terrein eruit? Wat kan deze vertellen over de evolutie van het landgebruik in dit deel van de stad van voor de middeleeuwen tot nu?

o Zijn er sporen van premiddeleeuwse aanwezigheid? o Zijn er sporen van prehistorische aanwezigheid?

- Wat is de te volgen strategie tijdens het prospectieonderzoek? Zie hoofdstuk 9.

ARCHEOLOGISCHE BUREAUSTUDIE LIER NORMAALSCHOOLSITE 61 --- ---