• No results found

Concessies voor meer woonruimte

1. Inleiding

7.2 Concessies voor meer woonruimte

7.2.1 Naar type stedelijk woonmilieu

In de meer stedelijke woonmilieus is de hoeveelheid woonruimte vaker niet conform de wens vergeleken met de matig stedelijke woonmilieus. Huishoudens in de meer stedelijke woonmilieus wensen vaker meer woonruimte, omdat zij relatief weinig woonruimte hebben. In de zeer sterk stedelijke woonmilieus zouden bewoners ook eerder bereid zijn concessies te doen voor meer woonruimte (figuur 7.1). Van de huishoudens in de zeer sterk stedelijke woonmilieus die meer woonruimte wensen zou het merendeel hiervoor iets van zijn huidige woonsituatie willen opgeven, dit komt neer op 36% van de huishoudens in de zeer sterk stedelijke woonmilieus. Dit aandeel is groter dan in de sterk stedelijke woonmilieus (29%) en in de matig stedelijke woonmilieus (22%). Dus naarmate het woonmilieu meer stedelijk wordt, neemt de ontevredenheid met de hoeveelheid woonruimte toe én stellen ook meer huishoudens graag iets van de huidige woonsituatie in te willen ruilen voor meer woonruimte.

Als het aandeel huishoudens dat tevreden is met de huidige hoeveelheid woonruimte wordt opgeteld bij het aandeel huishoudens dat (eigenlijk) meer woonruimte wenst maar hiervoor geen concessies zou willen doen, dan zijn zes tot zeven op de tien huishoudens tevreden met de hoeveelheid woonruimte in relatie tot de overige benutting van de ruimte in het woonmilieu.

Figuur 7.1 Wenselijkheid meer woonruimte en de bereidheid daarvoor concessies te doen naar type stedelijk woonmilieu, regio Amsterdam, 2010.

Bron: Enquête Bouwfonds, stedelijke woonmilieus, 2010. Eigen bewerking.

Als specifiek wordt gekeken naar welke concessies huishoudens zouden willen doen voor meer woonruimte dan blijkt dat huishoudens eerder genoegen willen nemen met een kleinere buitenruimte, dan deze buitenruimte te delen met omwonenden of openbaar te stellen (tabel 7.2). De groep die buitenruimte voor woonruimte wil inleveren is in de zeer sterk stedelijke woonmilieus het grootst. 8% Van de huishoudens in de zeer sterk stedelijke woonmilieus zou een deel van zijn balkon of terras willen inruilen om meer woonruimte te krijgen, tegen 5% van de huishoudens in de sterk stedelijke woonmilieus en 2% van de huishoudens in de matig stedelijke woonmilieus.

Accepteren dat de horecagelegenheden niet meer op loopafstand zullen zijn is veruit de meest genoemde concessie voor meer woonruimte. Dit is (alleen) gevraagd aan de huishoudens die van deze horecagelegenheden gebruik maken en deze voorziening nu op loopafstand van de woning hebben. Deze concessie wordt in de matig stedelijke woonmilieus minder vaak genoemd (door ongeveer één op de tien) dan in de meer stedelijke woonmilieus (door ongeveer één op de zes). Winkelvoorzieningen voor dagelijkse boodschappen is de op een na meest genoemde concessie voor meer woonruimte. Opvallend is dat de volgorde waarin concessies worden genoemd niet duidelijk verschilt tussen de typen woonmilieus, terwijl het aanbod wel duidelijk verschilt.

Tabel 7.2 Concessies voor meer woonruimte naar type stedelijk woonmilieu, regio Amsterdam, 2010. Concessies voor meer woonruimte*

Zeer sterk stedelijke woonmilieus Sterk stedelijke woonmilieus Matig stedelijke woonmilieus

Ten koste van buitenruimte**

Een kleinere tuin 2% 3% 3%

Een kleiner terras of balkon 8% 5% 2%

Geen eigen tuin meer, maar een gezamenlijke (binnen)tuin met

omwonenden 1% 1% 1%

Geen eigen terras meer, maar een gezamenlijk (dak)terras met

4% 1% 0% 23% 13% 12% 36% 29% 22% 0% 20% 40%

Zeer sterk stedelijke woonmilieus

Sterk stedelijke woonmilieus

Matig stedelijke woonmilieus Wenst meer woonruimte, maar zou hiervoor geen concessies doen Wenst meer woonruimte en zou hiervoor concessies willen doen

7.2.2 Naar onderscheiden profielen

De bereidheid concessies te doen verschilt niet alleen naar de mate van stedelijkheid van het woonmilieu, er zijn ook verschillen tussen de onderscheiden profielen (figuur 7.2). Van de (weinige) 65-plussers die wel meer woonruimte (grotere kamers of een extra kamer) wensen, zou tweederde hiervoor geen concessie willen doen. Een opvallend groot deel van de 65-plussers vindt de huidige hoeveelheid woonruimte dus acceptabel binnen de huidige woonsituatie. De huishoudens met kinderen en huishoudens met een hoger inkomen zouden van de onderscheiden profielen relatief het vaakst een concessie willen doen voor meer woonruimte.

Figuur 7.2 Wenselijkheid meer woonruimte en de bereidheid daarvoor concessies te doen naar onderscheiden profielen, regio Amsterdam, 2010.

Bron: Enquête Bouwfonds, stedelijke woonmilieus, 2010. Eigen bewerking.

Het opofferen van een deel van het balkon of terras wordt door de onderscheiden profielen het vaakst genoemd als concessie voor meer woonruimte ten koste van buitenruimte. Van de alleenstaanden noemt zelfs één op de tien liever meer woonruimte te hebben in plaats van de huidige hoeveelheid terras of balkon (tabel 7.3). Verder worden door de onderscheiden profielen weinig concessies gedaan voor meer woonruimte ten koste van buitenruimte. Van de 65-plussers zou zelfs niemand buitenruimte opofferen voor meer woonruimte.

Als huishoudens concessies zouden doen voor meer woonruimte dan zal dat eerder ten koste gaan van de nabijheid van voorzieningen dan van buitenruimte. Huishoudens met kinderen en huishoudens met een inkomen van meer dan twee keer modaal geven opvallend vaak (twee op de tien huishoudens) aan de horecagelegenheden in de nabijheid in te willen ruilen voor meer woonruimte. Dit zijn ook de twee groepen die relatief het vaakst aangeven concessies te willen doen voor meer woonruimte. Accepteren dat de horecagelegenheden niet meer op loopafstand zullen zijn is de meest genoemde concessie voor meer woonruimte, ongeacht het profiel.

20% 17% 15% 12% 18% 14% 30% 24% 35% 6% 33% 25% 0% 10% 20% 30% 40% Alleenstaanden Huishoudens zonder kinderen Huishoudens met kinderen

65-plussers Huishoudens met een hoger

inkomen

Geboren stedelingen

Wenst meer woonruimte, maar zou hiervoor geen concessies doen Wenst meer woonruimte en zou hiervoor concessies doen

Tabel 7.3 Concessies voor meer woonruimte naar onderscheiden profielen, regio Amsterdam, 2010.

Concessies voor meer woonruimte* Alleen- staanden Huishoudens zonder kinderen Huishoudens met kinderen 65-plussers Huishoudens met een hoger inkomen Geboren stedelingen

Ten koste van buitenruimte**

Een kleinere tuin 0% 2% 4% 0% 2% 3%

Een kleiner terras of balkon 10% 2% 6% 0% 5% 2%

Geen eigen tuin meer, maar een gez.

(binnen)tuin met omwonenden 2% 1% 2% 0% 0% 2%

Geen eigen terras meer, maar een gez.

(dak)terras met omwonenden 3% 0% 3% 0% 3% 1%

Geen eigen tuin meer, maar een openbare

parkachtige tuin 0% 1% 1% 0% 1% 1%

Ten koste van openbare ruimte***

Accepteren dat er op loopafstand geen groen-, water-, en/of wandelvoorzieningen meer zijn

4% 6% 3% 1% 4% 2%

Accepteren dat er op loopafstand geen

speelmogelijkheid meer zijn 0% 3% 2% 1% 2% 2%

Accepteren dat er op loopafstand geen

horecagelegenheden zijn 13% 9% 19% 4% 20% 11%

Accepteren dat er op loopafstand geen

winkelvz voor dag. boodschappen meer zijn 6% 7% 10% 2% 12% 9%

*) In percentages van het totaal aan respondenten per onderscheiden profiel; meerdere antwoorden mogelijk ** Alleen als het huishouden over dit type buitenruime beschikt

*** Alleen als van deze voorz. al gebruik wordt gemaakt en binnen 15 minuten lopen/10 minuten fietsen is te bereiken.