• No results found

Con​clu​sie

In document M EDISCHE M ICROBIOLOGIE (pagina 36-39)

Meningokokkenziekte is een zeldzame maar ernstige infectieziekte. Ondanks effectieve vaccinatieprogram-ma’s komt meningokokkenziekte nog steeds voor en is alertheid van artsen op de symptomen hiervan gebo-den voor tijdige herkenning (zie de bovengenoemde alarmsignalen). Het verloop van de incidentie van me-ningokokkenziekte is onvoorspelbaar. Specifieke stam-men kunnen opeens opkostam-men, zoals werd gezien bij meningokokken C in 2001 en bij meningokokken W in 2015, wat ook gepaard kan gaan met verschuivingen in de leeftijdsverdeling of klinische presentatie. Tegelij-kertijd kan de incidentie dalen zonder duidelijke oor-zaak, zoals bij meningokokken B sinds eind jaren 90. Een goed surveillancesysteem waarin microbiologi-sche, klinische en epidemiologische data gecombi-neerd worden is van essentieel belang om een toena-me in ziektegevallen en verschuivingen in karakteris-tieken tijdig te detecteren. Vroege signalering van een toename in meningokokkenziekte vindt plaats door we-kelijkse signalering vanuit het RIVM. Daarnaast is con-tinue monitoring van de ziektelast nodig als input voor vaccinatiebeleid tegen meningokokkenziekte om zo het RVP te op​ti​ma​li​se​ren.

Referenties

Gezondheidsraad. Vaccinatie tegen meningokokken. Den Haag; 2018. Re​port No.: 2018/18.

Christensen H, May M, Bowen L, Hickman M, Trotter CL. Me-ningococcal carriage by age: a systematic review and meta-analysis. Lan​cet In​fect Dis. 2010;10:853-​61.

van Ravenhorst MB, Bijlsma MW, van Houten MA, et al. Me-ningococcal carriage in Dutch adolescents and young adults; a cross-sectional and longitudinal cohort study. Clin Microbiol In​fect. 2017;23:573.e1-​573.e7.

LCI Richtlijn - Meningokokken-meningitis en -sepsis (me-ningokokkenziekte of meningokokkose). Bilthoven: RIVM; Ok-to​ber 2013.

Stoof SP, Rodenburg GD, Knol MJ, et al. Disease Burden of Invasive Meningococcal Disease in the Netherlands Between June 1999 and June 2011: A Subjective Role for Serogroup and Clo​nal Com​plex. Clin In​fect Dis. 2015;61:1281-​92. Krone M, Gray S, Abad R, et al. Increase of invasive meningo-coccal serogroup W disease in Europe, 2013 to 2017. Euro Sur​veill. 2019;24(14).

7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

Bijlsma MW, Bekker V, Brouwer MC, Spanjaard L, van de Beek D, van der Ende A. Epidemiology of invasive meningo-coccal disease in the Netherlands, 1960-2012: an analysis of na​ti​o​nal sur​veil​lan​ce data. Lan​cet In​fect Dis. 2014;14:805-​12. Ladhani SN, Beebeejaun K, Lucidarme J, et al. Increase in endemic Neisseria meningitidis capsular group W sequence type 11 complex associated with severe invasive disease in En​g​land and Wales. Clin In​fect Dis. 2015;60:578-​85.

Knol MJ, Hahne SJM, Lucidarme J, et al. Temporal associati-ons between national outbreaks of meningococcal serogroup W and C disease in the Netherlands and England: an obser-vational cohort study. Lancet Public Health. 2017;2:e473-e482.

Bijlsma MW, Brouwer MC, Spanjaard L, van de Beek D, van der Ende A. A decade of herd protection after introduction of me​ningo​coc​cal se​rogroup C con​ju​ga​te vac​ci​na​ti​on. Clin In​fect Dis. 2014;59:1216-​21.

Maiden MC, Stuart JM. Carriage of serogroup C meningococ-ci 1 year after meningococcal C conjugate polysaccharide vac​ci​na​ti​on. Lan​cet. 2002;359:1829-​31.

De Greeff SC, Van Vliet JA, De Melker HE. De huidige vacci-natiecampagne tegen Meningokokken C. Infectieziekten Bulle-tin. 2002;13:219-​23.

de Greeff SC, de Melker HE, Spanjaard L, van den Hof S, Dankert J. [The first effect of the national vaccination cam-paign against meningococcal-C disease: a rapid and sharp decrease in the number of patients]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:1132-​5.

de Voer RM, Mollema L, Schepp RM, et al. Immunity against Neisseria meningitidis serogroup C in the Dutch population before and after introduction of the meningococcal c conjuga-te vac​ci​ne. PLoS One. 2010;5(8):e12144.

van Ravenhorst MB, Marinovic AB, van der Klis FR, et al. Long-term persistence of protective antibodies in Dutch ado-lescents following a meningococcal serogroup C tetanus boos​ter vac​ci​na​ti​on. Vac​ci​ne. 2016;34:6309-​15.

Meningococcal vaccines: W HO position paper, November 2011. Wkly Epi​de​mi​ol Rec. 2011;86:521-​39.

Pellegrino P, Perrone V, Radice S, Capuano A, Clementi E. Immunogenicity of meningococcal quadrivalent (serogroup A, C, W 135 and Y) tetanus toxoid conjugate vaccine: systematic re​view and meta-​analysis. Phar​ma​col Res. 2015;92:31-9. van Ravenhorst MB, van der Klis FRM, van Rooijen DM, San-ders EAM, Berbers GAM. Adolescent meningococcal se-rogroup A, W and Y immune responses following immunizati-on with quadrivalent meningococcal A, C, W and Y cimmunizati-onjugate vaccine: Optimal age for vaccination. Vaccine. 2017;35:4753-60.

Campbell H, Saliba V, Borrow R, Ramsay M, Ladhani SN. Targeted vaccination of teenagers following continued rapid endemic expansion of a single meningococcal group W clone (sequence type 11 clonal complex), United Kingdom 2015. Euro Sur​veill. 2015;20(28).

Campbell H, Edelstein M, Andrews N, Borrow R, Ramsay M, Ladhani S. Emergency Meningococcal ACW Y Vaccination Program for Teenagers to Control Group W Meningococcal Di​sea​se, En​g​land, 2015-​2016. Emerg In​fect Dis. 2017;23(7).

21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.

Knol MJ, Ruijs W L, Antonise-Kamp L, de Melker HE, van der Ende A. Implementation of MenACW Y vaccination because of ongoing increase in serogroup W invasive meningococcal di-sea​se, the Ne​ther​lands, 2018. Euro Sur​veill. 2018;23(16). Vogel U, Taha MK, Vazquez JA, et al. Predicted strain covera-ge of a meningococcal multicomponent vaccine (4CMenB) in Europe: a qualitative and quantitative assessment. Lancet In-fect Dis. 2013;13:416-​25.

McNeil LK, Donald RGK, Gribenko A, et al. Predicting the Susceptibility of Meningococcal Serogroup B Isolates to Bac-tericidal Antibodies Elicited by Bivalent rLP2086, a Novel Prop​hylac​tic Vac​ci​ne. MBio. 2018;9(2).

Parikh SR, Andrews NJ, Beebeejaun K, et al. Effectiveness and impact of a reduced infant schedule of 4CMenB vaccine against group B meningococcal disease in England: a natio-nal ob​ser​va​ti​o​natio-nal co​hort study. Lan​cet. 2016;388:2775-​82. Mi​nu​tes of the JCVI mee​ting in Oc​to​ber 2018.

Read RC, Dull P, Bai X, et al. A phase III observer-blind ran-domized, controlled study to evaluate the immune response and the correlation with nasopharyngeal carriage after immu-nization of university students with a quadrivalent meningo-coccal ACW Y glycoconjugate or serogroup B meningomeningo-coccal vac​ci​ne. Vac​ci​ne. 2017;35:427-​34.

Soeters HM, W haley M, Alexander-Scott N, et al. Meningococ-cal Carriage Evaluation in Response to a Serogroup B Me-ningococcal Disease Outbreak and Mass Vaccination Cam-paign at a College-Rhode Island, 2015-2016. Clin Infect Dis. 2017;64:1115-​22.

Flac​co ME, Man​zo​li L, Rosso A, et al. Im​mu​no​ge​ni​ci​ty and sa​-fety of the multicomponent meningococcal B vaccine (4C-MenB) in children and adolescents: a systematic review and meta-​analysis. Lan​cet In​fect Dis. 2018;18:461-​72.

Shirley M, Taha MK. MenB-FHbp Meningococcal Group B Vaccine (Trumenba((R))): A Review in Active Immunization in In​di​vi​du​als Aged >/= 10 Years. Drugs. 2018;78(2):257-​268. Prymula R, Esposito S, Zuccotti GV, et al. A phase 2 rando-mized controlled trial of a multicomponent meningococcal se-rogroup B vaccine (I). Hum Vaccin Immunother. 2014;10:1993-​2004.

Harcourt S, Morbey RA, Bates C, et al. Estimating primary care attendance rates for fever in infants after meningococcal B vaccination in England using national syndromic surveillan-ce data. Vac​ci​ne. 2018;36:565-​71.

Murdoch H, Wallace L, Bishop J, Robertson C, Claire Came-ron J. Risk of hospitalisation with fever following MenB vacci-nation: self-controlled case series analysis. Arch Dis Child. 2017;102:894-8.

Bruijning-Verhagen P. Advies Gezondheidsraad over me-ningo​kok​ken​vac​ci​na​tie. Ned Tijd​schr Ge​nees​kd 2019;163.

Sa​men​vat​ting

Invasieve Haemophilus influenzae type b (Hib) kan zich manifesteren als meningitis, epiglottitis en pneu-monie, wat kan leiden tot levenslange restverschijnse-len of overlijden. Hib-vaccinatie wordt sinds 1993 ge-geven binnen het Rijksvaccinatieprogramma en is zeer effectief gebleken. De incidentie van invasieve Hib-ziekte is met meer dan 90 procent gedaald na invoe-ring van vaccinatie. Toch zijn er elk jaar nog enkele tientallen, meest ongevaccineerde, ziektegevallen, en zijn er af en toe lichte toenames in de incidentie. Met de invoering van maternale kinkhoestvaccinatie eind 2019 zal het Hib-vaccinatieschema veranderen van een 2-3-4-11-maandenschema naar een 3-5-11-maandenschema indien de moeder tijdens de zwan-gerschap tijdig gevaccineerd is. Ook andere typen Hi kunnen invasieve ziekte veroorzaken. Van die andere typen komt niet-typeerbare Hi (ntHi) momenteel het meeste voor, met name bij prematuren, immuungecom-promitteerden en ouderen. De incidentie van invasieve ntHi-ziekte is in de afgelopen 10 jaar verdubbeld zon-der duidelijk aanwijsbare oorzaak. Deze recente ont-wikkelingen laten zien dat continue monitoring van in-vasieve Hi-ziekte belangrijk blijft, om veranderingen in incidentie tijdig te identificeren en de effecten van het vac​ci​na​tie​pro​gram​ma te eva​lu​e​ren.

Ab​stract

Invasive Haemophilus influenzae type b (Hib) disease can present as meningitis, epiglottitis and pneumonia, which can lead to lifelong sequelae or death. Hib-vaccination has been part of the Dutch National Immu-nization Program since 1993 and has shown to be very effective. The incidence of invasive Hib disease has decreased with more than 90 per cent after introducti-on of vaccinatiintroducti-on. Still, every year there are a few dozen Hib cases, mostly unvaccinated, and there have been pe​ri​ods with slight in​crea​ses in in​ci​den​ce. With

introduction of maternal pertussis vaccination at the end of 2019, the Hib-vaccination schedule will change from a 2-3-4-11 month schedule to a 3-5-11 month schedule for children whose mother has been vaccina-ted on time during pregnancy. Also other types of Hi can cause in​va​si​ve di​sea​se. Of these other types, non-​ typable Hi (ntHi) currently causes most disease, espe-cially among premature children, immunocompromised patients and elderly. The incidence of invasive ntHi di-sease has doubled in the last 10 years, without kno-wing what causes this increase. These recent devel-opments show the importance of continuous monito-ring of invasive Hi disease to timely identify changing epidemiology, and to evaluate the effects of the vacci-na​ti​on pro​gram.

In​lei​ding

De gramnegatieve bacterie Haemophilus influenzae

(Hi) kan ernstige invasieve infecties veroorzaken zoals meningitis, epiglottitis en sepsis, maar veel vaker ver-oorzaakt Hi (niet-invasieve) luchtweginfecties zoals oti-tis media, sinusioti-tis en pneumonie. Op basis van het kapselpolysacharide worden zes serotypen onder-scheiden: a tot en met f. Ook ongekapselde Hi, zoge-noemde niet-typeerbare Hi (ntHi) kunnen (invasieve) ziekte veroorzaken. Sinds de jaren 90 is een vaccin tegen één Hi-type, type b (Hib), beschikbaar. Destijds was Hib een van de be​lang​rijk​ste

Mirjam Knol, Hester de Melker, Helma Ruijs, Guy Berbers, Wieke Freudenburg, Lieke Sanders, Arie van der Ende

THEMA: VACCINATIES (2)

Ruim 25 jaar Hib-​vaccinatie in Nederland

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Cen-trum Infectieziektenbestrijding (CIb), Bilthoven. M.J. Knol, epidemioloog, dr. H.E. de Melker, epidemioloog, dr. W.L.M. Ruijs, arts infectieziektenbestrijding, dr. G.A.M. Berbers, bio-chemicus, prof. dr. E.A. Sanders, kinderarts-infectioloog. Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningi-tis (NRLBM), Amsterdam UMC, Amsterdam, dr. W. Freu-denburg, arts-microbioloog, dr. A. van der Ende, moleculair bioloog. Correspondentieadres: M.J. Knol (Mir-jam.knol@rivm.nl).

ver​oor​za​kers van bac​te​riële me​nin​gi​tis.

In Nederland is Hib-vaccinatie in 1993 ingevoerd in het Rijksvaccinatieprogramma voor zuigelingen, ter pre-ventie van ernstige Hib-infecties als meningitis en epi-glottitis. Sindsdien is het aantal mensen met invasieve Hib-ziekte sterk afgenomen, van 500 tot 800 per jaar naar circa 40 per jaar, waarvan ongeveer 10 gevacci-neerde kinderen per jaar.[1] Daarnaast zijn er nog ruim 150 patiënten met invasieve Hi veroorzaakt door een ander type dan Hib.

In dit artikel beschrijven we het ziektebeeld en de epi-demiologie van invasieve Hib-ziekte. Ook het huidige vaccinatiebeleid en recente ontwikkelingen op het ge-bied van Hib worden besproken. Naast Hib besteden we ook aan​dacht aan an​de​re Hi-​typen.

In​va​sie​ve Hib-​ziekte: trans​mis​sie,

ziek​-te​beeld en dia​gnos​tiek

Hib is een commensaal van de bovenste luchtwegen en wordt verspreid door niezen, hoesten en nauw con-tact. De bacterie kan ernstige invasieve ziekte veroor-zaken. De belangrijkste klinische manifestaties van in-vasieve Hib-infecties zijn meningitis, epiglottitis, pneu-monie en septische artritis.[2] Symptomen van menin-gitis bij kinderen zijn hoofdpijn, nekstijfheid, braken, koorts en sufheid, terwijl bij zuigelingen het klinisch beeld min​der spe​ci​fiek is. Epi​glot​ti​tis, een acute ont​ste​-king met zwelling van het strottenhoofdklepje, wordt gekenmerkt door een acuut begin van een infectie met hoge koorts, keelpijn en ernstige slikklachten. Er ont-staat een progressieve benauwdheid bij inademen. Epiglottitis is levensgevaarlijk door acuut verstikkings-gevaar. Hib is tevens een belangrijke verwekker van pneumonie waarbij vaak pleuravocht aanwezig is en symptomen als tachypneu, hoesten, benauwdheid en koorts. Ook kan Hib septische artritis veroorzaken. Be-wegingsbeperking, pijn en zwelling van een gewricht en koorts zijn belangrijke symptomen. Andere invasie-ve ziektebeelden die door Hib invasie-veroorzaakt kunnen worden, zijn osteomyelitis, pericarditis, cellulitis en sepsis of bacteriëmie zonder focus. De mortaliteit van invasieve Hib-ziekte is 2 tot 7 procent en restverschijn-selen als gehoorverlies, hydrocephalus en epilepsie treden op bij 8 tot 15 procent van de patiënten.[1,3] Mensen met asplenie hebben een hoger risico op Hib-ziekte en een ern​sti​ger ver​loop van Hib-​Hib-ziekte. Bij deze

patiënten wordt (extra) Hib-vaccinatie geadviseerd (zie

LCI-​richtlijn As​ple​nie).

Op basis van het klinische beeld kan meningitis of pneumonie door Hib niet worden onderscheiden van andere bacteriële verwekkers. Een Hi-infectie kan wor-den vastgesteld door middel van kweek of PCR in ma-teriaal afkomstig uit een normaal steriele plaats. Het bepalen van het Hi-type wordt gedaan door het Neder-lands Referentie Laboratorium voor Bacteriële Menin-gi​tis (NRLBM) in het Am​ster​dam UMC.

In document M EDISCHE M ICROBIOLOGIE (pagina 36-39)