• No results found

Combinatie kinderen met autisme en dieren

In document Van product naar partner (pagina 30-32)

Paarden en kinderen met autisme is het hoofdonderwerp van dit onderzoek. Daarom is het belangrijk om te weten hoe de relatie is tussen kinderen met ASS en dieren. Hoe reageren deze kinderen op dieren en dan met name op het paard? In deze paragraaf zullen verschillende onderzoeken met betrekking tot deze relatie en het effect van dieren op kinderen met autisme aangehaald worden.

2.1.3.1 Autisme en dieren

Horses don’t see a child with autism. They see a child. - Tim Hayes

Kinderen worden in hun leven omringd door dieren. Naast levende dieren zijn dit vooral heel veel fictieve dieren in bijvoorbeeld tekenfilms en knuffels. Knuffels dienen voornamelijk als steun en de dieren in tekenfilms weergeven vaak de band tussen mens en dier. De dieren prikkelen de fantasie van de kinderen en zij kunnen helpen bij het leren van belangrijke lessen over het leven, liefde en verlies. (LICG, 2015) De mate van hechting aan, en de toegankelijkheid van een dier wordt bepaald voor de voorkeur van een kind voor een ras of diersoort. Uit onderzoek van Ferwerda et al. (2008, aangehaald in Ferwerda et al., 2011) is naar voren gekomen dat de voorkeur voor een bepaald dier verschilt per kind. Het kind moet een klik hebben met het dier om een goede relatie te bevorderen. (Ferwerda et

al. 2011)

Kinderen met autisme hebben vaak moeite met het aangaan van sociale interacties. Echter geldt dit vaak niet voor de sociale interactie met dieren (Johnson 2003, aangehaald in O’Haire 2013). De reden hiervoor zou kunnen zijn dat dieren alles aanvoelen, net als mensen met autisme. Tevens

communiceren ze beiden op een bepaalde manier. Paarden geven de indruk dat ze je niet aankijken, wat voor iemand met autisme vaak prettig is. Daarnaast maakt het een dier niet uit of iemand autistisch is, wat de drempel voor interactie met het dier lager maakt. (Broersen, 2015)

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de effecten van paarden en andere dieren op kinderen met autisme. Zo is er uit meerdere onderzoeken naar voren gekomen dat na een Animal Assisted

Intervention (AAI) met een paard er een toename te zien is in de hoeveelheid communicatie en

taalgebruik van het kind. Tevens vindt er meer sociale interactie plaats en is er een afname van probleemgedrag, stress en de ernst van autisme te zien. (O’Haire, 2013)

Naast meer sociale interactie en communicatie laten kinderen in het bijzijn van dieren ook meer speelsheid en focus zien (Martin & Farnum, 2002, aangehaald in O’Haire, 2010). Ook de sociale en sensorische motivatie van het kind neemt toe en de onoplettendheid neemt af (Bass et al. 2009, aangehaald in O’Haire, 2010).

27 Zoals eerder genoemd verschilt de

hersenactiviteit van kinderen met dat van leeftijdsgenoten zonder autisme. In een

onderzoek van Chen, et al. is er gekeken naar de hersenactiviteit van kinderen met autisme en kinderen zonder autisme. Dit is gedaan door het maken van een EEG (elektro-encefalogram) tijdens AAI met paarden. In afbeelding 6 is te zien dat de hersenactiviteit in de linker hersenhelft van kinderen met autisme buiten de activiteit (zwart) al verschilt met dat van leeftijdsgenoten zonder autisme. Daarnaast is te zien dat tijdens het poetsen (grijs) van het paard de

hersenactiviteit van de kinderen met autisme geheel omkeert. Dit betekent dat er op dat

moment tijdens interactie met het paard meer hersenactiviteit in de rechter hersenhelft plaats vond. Deze verschuiving kan een indicatie zijn voor versterkt sociaal gedrag. (Chen, et al. 2014)

Deze onderzoeken laten zien dat interactie met paarden een positief effect heeft op kinderen met autisme. Daarnaast zijn er volgens Serpell (1999) ook nog andere specifieke effecten van

landbouwhuisdieren op kinderen met ASS: - dieren helpen om verhaal te vertellen - dieren helpen bij het maken van contact - dieren helpen angsten te overwinnen - dieren bieden troost en steun

- dieren bewerkstelligen gedragsveranderingen

Naast de onderzoeken naar de effecten van interactie tussen paard en kind zijn er ook onderzoeken gedaan naar de effecten van therapeutisch paardrijden. Uit onderzoek van Gabriels et al. (2012) is naar voren gekomen dat er een significante verbetering is van prikkelbaarheid, lusteloosheid, stereotiep gedrag, hyperactiviteit, expressieve taalvaardigheden, motoriek, en verbaal gebruik/ motorische planningsvaardigheden van kinderen met autisme. Dit is onderzocht door kinderen met autisme deel te laten nemen aan therapeutisch paardrijden gedurende tien weken. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van een controle groep, bestaande uit kinderen met autisme die niet deelnamen aan de therapeutische paardrijlessen.

Het positieve effect kan verklaard worden door verschillende factoren. Volgens Stoner (2007, aangehaald in Gabriels et al. 2012) geeft de warmte van het paard, wat geproduceerd wordt door de beweging van de spieren, een rustgevend en relaxed gevoel aan het kind. De beweging van het paard heeft volgens King (2007, aangehaald in Gabriels et al. 2012) ook een positief effect op de motorische vaardigheden van de kinderen. Doordat de kinderen zich continue moeten aanpassen aan de

beweging van het paard, neemt de kracht in hun spieren en gewrichten toe wat leidt tot een verbeterde balans en motoriek. (King, 2007, aangehaald in Gabriels et al. 2012)

Afbeelding 7: Verschil in hersenactiviteit tussen kinderen met autisme en leeftijdsgenoten zonder autisme, tijdens het poetsen van paarden. (Chen, et al. 2014)

28

Naast het positieve effect op de motoriek en kalmte van het kind is er uit het onderzoek naar voren gekomen dat de kinderen na de tien weken zich meer verbaal uitte. Deze toename in communicatie kan komen door de interactie tussen kind en paard. De begeleiders van het paard moedigde de kinderen aan om te praten tegen het paard. Door de directe reactie van het paard raakt het kind zich meer bewust van hun eigen sociale gedrag en de gevolgen daarvan. (Gabriels et al. 2012)

2.1.3.2 Overeenkomsten tussen kind en paard

Om randvoorwaarden te kunnen creëren voor een activiteit met paarden voor kinderen met autisme, kan het belangrijk zijn om te weten wat de overeenkomsten tussen (de communicatie van) kinderen met autisme en dieren zijn. Hierdoor kunnen er randvoorwaarden opgesteld worden die zowel voor de kinderen met ASS als de paarden van toepassing zijn. In deze paragraaf wordt dan ook beschreven welke overeenkomsten in communicatie en behoeften tussen kinderen met autisme en dieren, met name paarden, zijn gevonden in de literatuur.

Dieren hebben dezelfde basisemoties als mensen. Als het op de basisprincipes van het leven aankomt, zoals de angst om opgegeten te worden of het instinct om jongen te beschermen, hebben dieren dezelfde gevoelens als de mens. Het grootste verschil is dat dieren geen gemengde gevoelens hebben zoals mensen. Dieren zijn nooit ambivalent; ze hebben geen haat-liefdeverhoudingen met elkaar of met mensen. Als een dier van je houdt, doet hij dat onvoorwaardelijk. Het kan hem niet schelen hoe je eruit ziet of hoeveel geld je verdient. Mensen met autisme hebben ook voornamelijk simpele emoties, net als dieren. De gevoelens van een autistisch persoon zijn direct en oprecht, net zoals die van een dier. Autisten verbergen hun gevoelens niet en zijn niet ambivalent. Ze begrijpen daardoor dus geen dubbele boodschappen (De Bruin, 2008) net zoals paarden (Nelstein, 2009, aangehaald in Van Lagen & Fekkes, 2014).

Paarden en kinderen met autisme hebben veel met elkaar gemeen. (Ongebruikelijke) geluiden en vooral lawaai kunnen angstaanjagend voor beide zijn.(Roberts, 2001) De wereld is dan ook vaak voor kinderen met autisme erg onvoorspelbaar. Zij hebben dan ook behoefte aan voorspelbaarheid (Ernst, 2014, aangehaald in Van Lagen & Fekkes, 2014), net zoals paarden (Van Lagen & Fekkes, 2014). Tevens denken kinderen met autisme en dieren in beelden, niet in woorden. Ervaringen worden gelinkt aan voorwerpen, geuren, geluiden en lichamelijke sensaties. (Fine, 2010) De lichamelijke sensaties spelen een belangrijke rol. Kinderen met autisme willen ook weleens geknuffeld worden, echter raken ze daardoor vaak psychisch van streek en kunnen dit niet aan. Dit geldt deels voor paarden, want voor paarden is ook maar een bepaalde hoeveelheid aanrakingen aanvaardbaar. Ook benaderen kinderen met autisme anderen vaak van achteren, net zoals paarden.(Roberts, 2001)

In document Van product naar partner (pagina 30-32)