• No results found

CO 2 : resultaten vergeleken met toetswaarden

4.2 Data-analyse

4.5.3 CO 2 : resultaten vergeleken met toetswaarden

De CO2-concentratie in een ruimte wordt beschouwd als een marker voor de mate van ventilatie

(luchtverversing). Bij een CO2-concentratie tussen de 800 en 1200 ppm wordt het binnenmilieu door de

aanwezigen in het algemeen niet als bedompt ervaren. De Gezondheidsraad (1984) adviseert voor woningen een minimale verse luchttoevoer van 25 m3 per uur per persoon. Dit komt overeen met circa

0 10 20 30 40 % tijd m et CO2-conc. > 1200ppm 0 10 20 30

Figuur 14: Frequentieverdelingen van het percentage van de tijd met CO2-concentraties boven de 1200 ppm in de

woonkamer (winterperiode)

In de zomer was de piekconcentratie (P98) CO2 in vier van de 25 woningen (16%) voor kortere of langere

tijd boven de 1200 ppm. In de winter was de 98-percentiel in bijna de helft van de woningen (29 van de 60 woningen) boven de 1200 ppm. Het percentage van de tijd dat de CO2-concentraties boven de 1200

ppm waren was in de winter ook beduidend hoger dan in de zomer (7% versus 4%). Deze percentages zijn berekend voor de totale duur van de meting en houden dus geen rekening met aanwezigheid van personen in de woonkamer. Omdat personen meestal de voornaamste bron van CO2 zijn in de

woonkamer, zal dit een onderschatting zijn van het percentage van de tijd dat de CO2-concentraties boven

de 1200 ppm waren tijdens de aanwezigheid van personen. In bijvoorbeeld een woonkamer waarin de CO2-concentratie boven de 1200 ppm is gedurende 7% van de week, is de CO2-concentratie te hoog

gedurende 3*7 = 21% van de verblijfsduur als er één derde van de week iemand in de woonkamer aanwezig is.

4.6

Koolmonoxide (CO)

Resultaten CO samengevat:

• De weekgemiddelde CO-concentratie (mediaan) in de woonkamers was 0 ppm in zowel de zomer als de winter.

• De mediane piekconcentratie CO was circa 1 ppm in de woonkamers in zowel de zomer als de winter.

• De hoogste piekconcentraties in de woonkamers werden gevonden in woningen met duidelijke bronnen van CO, zoals roken en (veel) koken op gas.

• De aanwezigheid van een afvoerloze geiser in de keuken leek geen invloed te hebben op de CO- concentraties in de woonkamer, niet in de zomer noch in de winter.

• De gezondheidkundige advieswaarde van 9 ppm CO werd niet overschreden.

4.6.1

CO: resultaten zomermetingen

De mediane weekgemiddelde CO-concentratie in de woonkamers in de zomer was 0 ppm (gemiddelde = 0,1 ppm), zie Tabel 10. De mediane maximum CO-concentratie was 1,2 ppm (gemiddelde = 1,8 ppm). Deze resultaten zijn inclusief de woonkamers van woningen met een afvoerloze geiser.

Wanneer apart gekeken wordt naar de woonkamers van de twee woningen met een afvoerloze geiser was de mediane weekgemiddelde CO-concentratie met 0 ppm dezelfde als in de hele groep en de mediane maximum CO-concentratie was met 0,1 ppm ietwat lager dan in de hele groep. De aanwezigheid van een afvoerloze geiser in deze groep woningen lijkt weinig invloed te hebben op de CO-concentraties in de woonkamer. Het aantal woningen met afvoerloze geisers was echter heel klein waardoor er geen harde conclusies hieruit getrokken kunnen worden.

Er was één uitschieter van 8,1 ppm betreffende de maximum CO-concentratie, zie Figuur 15. Deze werd gevonden in dezelfde woonkamer met een uitschietende waarde voor de weekgemiddelde NO2-

concentratie. In deze woning werd veel op gas gekookt. Zie paragraaf 4.3.1 voor verdere details.

Tabel 10: CO-concentraties in ppm en het percentage van de tijd dat 9 ppm COwerd overschreden in de woonkamer (zomerperiode)

N Gemiddelde SD Minimum Maximum P5 P50 P95

Weekgemiddelde CO-conc. 25 0,1 0,2 0 0,5 0 0 0,5 Maximum CO- conc. 25 1,8 2,0 0 8,1 0 1,2 7,2 Minimum CO- conc. 25 0 0 0 0 0 0 0 % tijd COconc. > 9 ppm 25 0 0 0 0 0 0 0 0 3 6 9 Maxim um CO-concentratie (ppm ) 2 4 6 8 10

Figuur 15: Frequentieverdelingen van de maximum CO-concentraties in de woonkamer (zomerperiode)

4.6.2

CO: resultaten wintermetingen

De resultaten van de CO-metingen worden per woning weergegeven in Bijlage 3, Tabel B3.10. De mediane weekgemiddelde CO-concentratie in de woonkamers in de winter was met 0 ppm

(gemiddelde = 0,1 ppm) dezelfde als in de zomer, zie Tabel 11. Er waren vier uitschieters betreffende de weekgemiddelde CO-concentratie. In deze woningen werden meer dan vijf sigaretten per dag gerookt tijdens de meetweek.

De mediane maximum CO-concentratie van 0,6 ppm was ietwat lager dan in de zomer maar de

gemiddelde maximum CO-concentraties waren vergelijkbaar. Er waren twee uitschieters betreffende de maximum CO-concentratie, zie Figuur 16. In de woonkamer met de hoogste maximum CO-concentratie (15 ppm) kan het feit dat de deur naar buiten open had gestaan terwijl de motor van de auto een tijd had gedraaid een verklaring voor deze concentratie zijn. De uitlaatgassen van de auto hebben

hoogstwaarschijnlijk de piek veroorzaakt. De andere uitschieter (11,5 ppm) werd gevonden in een woning waar 30 tot 40 sigaretten per dag gerookt werden tijdens de meetweek.

De hierboven genoemde resultaten zijn inclusief de woonkamers van woningen met een afvoerloze geiser. Wanneer apart gekeken wordt naar de woonkamers van de vier woningen met een afvoerloze geiser was de mediane weekgemiddelde CO-concentratie met 0 ppm dezelfde als in de hele groep en de mediane maximum CO-concentratie was met 0,2 ppm vergelijkbaar met de resultaten van de hele groep.

Net als in de zomer lijkt de aanwezigheid van een afvoerloze geiser in deze groep woningen geen invloed te hebben op de CO-concentraties in de woonkamer. Het aantal woningen met afvoerloze geisers was echter heel klein waardoor er geen harde conclusies hieruit getrokken kunnen worden.

Tabel 11: CO-concentraties in ppm en het percentage van de tijd dat 9 ppm COwerd overschreden in de woonkamer (winterperiode)

N Gemiddelde SD Minimum Maximum P5 P50 P95

Weekgemiddelde CO-conc. 60 0,1 0,4 0 2,5 0 0 0,5 Maximum CO- conc. 60 1,9 2,8 0 15,0 0 0,6 6,4 Minimum CO- conc. 60 0 0 0 0,1 0 0 0 % tijd CO-conc. > 9 ppm 60 0 0,1 0 1,0 0 0 0 0 5 10 15 Maxim um CO-conc. (ppm ) 0 10 20 30