• No results found

Civiele rechtspraak

In document Terug naar de toekomst II (pagina 44-49)

3 Voorspelfouten per ketenfase

3.11 Civiele rechtspraak

Figuur 3.10 Voorspelfouten civiele maatregelen jeugdbescherming per jaar vooruit en mate van onder- of overschatting*

* Het gearceerde gedeelte geeft de afwezigheid van onder- of overschatting aan: hoe kleiner het gearceerde gedeelte, des te groter is de mate van onderschatting (negatieve MPE) of overschatting (positieve MPE).

3.11 Civiele rechtspraak

Bij civiele rechtspraak gaat het om de instroom van kanton- en civiele zaken bij de civiele afdelingen van de rechtbanken, gerechtshoven, en in cassatie bij de HR. Naast een bijna structurele onderschatting van circa 0,1% in het laatste realisatie-jaar is er gemiddeld ook sprake van enige onderschatting in de naijking (zie tabel 3.11). De ramingen van het aantal civiele zaken laten daarna snel toenemende voorspelfouten zien, van 12% in de voorspelfout voor drie jaar vooruit tot 22%

voor zeven jaar vooruit. De beleidseffecten zijn verantwoordelijk voor ongeveer 2 procentpunt van de totale voorspelfout. De overschatting neemt toe naarmate verder vooruit wordt gekeken (zie figuur 3.11). Paragraaf 5.1 en 5.2 geeft een nadere toelichting.

Tabel 3.11 Gemiddelde voorspelfouten voor civiele rechtspraak

Jaar vooruit 0 1 2 3 4 5 6 7

Naijking

Aantal waarnemingen 40 36

MAPE 0,1 2,0

Systematische opwaartse (-1) of neerwaartse (1) bijstelling achteraf

-0,91 -0,27

Prognoses in absolute aantallen Aantal waarnemingen 37 34 29 24 19 15 12 MAPE 2,9 7,0 11,6 16,9 19,5 22,6 22,3

w.o. bijdrage beleidseffecten 0,0 0,7 1,2 2,5 2,4 2,1 0,4 Systematische onderschatting (-1) of

overschatting (1)

-0,03 0,53 0,56 0,57 0,67 0,85 0,90

Figuur 3.11 Voorspelfouten civiele rechtspraak per jaar vooruit en mate van onder- of overschatting*

* Het gearceerde gedeelte geeft de afwezigheid van onder- of overschatting aan: hoe kleiner het gearceerde gedeelte, des te groter is de mate van onderschatting (negatieve MPE) of overschatting (positieve MPE).

3.12 Bestuursrechtspraak

De bestuursrechtspraak binnen PMJ is opgebouwd uit de onderdelen: instroom be-lastingzaken en instroom overige bestuurszaken in eerste aanleg, instroom belas-tingzaken bij het gerechtshof, instroom cassatie in bestuurszaken (belasting) bij de HR, en instroom Centrale Raad voor Beroep (CRvB). Met name de prognoses van belastingzaken hebben te lijden onder onverwachte piekinstroom, specifiek van zaken in het kader van de waardering onroerende zaken (WOZ). Bij bestuurszaken in eerste aanleg is sprake van veel verschillende zaakstypen met elk hun eigen

ontwikkeling. Ambtenarenzaken hebben in de periode onder beschouwing ook on-verwachte piekinstroom gehad ten gevolge van de politiereorganisatie. De voorspel-fouten op niveau van aparte zaakstypen zijn relatief groter dan voor hun geheel, waar ze enigszins tegen elkaar wegvallen/uitmiddelen.

Tabel 3.12 Gemiddelde voorspelfouten voor bestuursrechtspraak

Jaar vooruit 0 1 2 3 4 5 6 7

Naijking

Aantal waarnemingen 47 47

MAPE 0,0 3,5

Systematische opwaartse (-1) of neerwaartse (1) bijstelling achteraf

-1,00 0,32

Prognose in absolute aantallen Aantal waarnemingen voor MAPE en MAE 42 42 37 32 27 22 17 MAPE 3,9 11,2 18,6 25,0 27,6 27,2 29,1

w.o. bijdrage beleidseffecten 0,0 0,3 3,3 3,4 3,5 1,4 1,8 Systematische onderschatting (-1) of

overschatting (1)

0,32 0,31 0,32 0,38 0,40 0,56 0,64

In tabel 3.12 valt te lezen dat de laatste realisatiecijfer nauwelijks wordt bijgesteld, maar dat de voorlopige realisatiecijfer dat gebruikt wordt om na te ijken achteraf vaak fors wordt bijgesteld. Maar er is geen sprake van structurele op- of neer-waartse bijstelling. De voorspelfouten bedragen al 19% voor drie jaar vooruit en nemen daarna elk jaar verder toe tot 29% voor zeven jaar vooruit. Dat is zichtbaar bij alle onderdelen, zie ook paragrafen 5.3 en 5.4. Voorspelfouten in de beleidseffec-ten zijn met name op de middellange termijn verantwoordelijk voor ruim 3 procent-punt van de voorspelfout. Er is geen sprake van systematische overschatting.

Figuur 3.12 Voorspelfouten bestuursrechtspraak per jaar vooruit en mate van onder- of overschatting*

* Het gearceerde gedeelte geeft de afwezigheid van onder- of overschatting aan: hoe kleiner het gearceerde gedeelte, des te groter is de mate van onderschatting (negatieve MPE) of overschatting (positieve MPE).

3.13 Opsporing

Het PMJ maakt prognoses van geregistreerde misdrijven, ophelderingen en verdach-ten, maar hiervoor worden geen beleidseffecten ingeschat. Daarom tellen deze on-derdelen niet mee in de gemiddelde voorspelfout voor het hele model. Want ook al worden er geen beleidseffecten ingeschat, vermoedelijk zijn deze er wel. Om toch enige indruk te krijgen in de kwaliteit van de prognoses, is de beleidsneutrale raming met realisatiecijfers vergeleken met de kanttekening dat het verschil niets zegt over de kwaliteit van het model. De voorspelfout kan voortkomen uit fouten in het model, fouten of definitiewijzigingen in de data of het ontbreken van beleids-effecten.

Met name bij het onderdeel politie zijn de afgelopen jaren veel aanpassingen in de data geweest, hetgeen zijn weerslag heeft gehad op de prognoses. Over het alge-meen worden cijfers betrokken van het CBS. Allereerst ontbreken een aantal reali-satiecijfers van eerdere jaren (2008 en 2009) door problemen bij het CBS. Het gaat hier om misdrijven en ophelderingen (2008, voor begroting 2011), en verdachten (2009, voor begroting 2012). In die jaren zijn deze realisatiecijfers geschat op basis van de instroom bij het OM.

Daarnaast zijn de CBS-cijfers een aantal malen bijgesteld door een verandering in de gegevensaanlevering door de politie aan het CBS hetgeen geresulteerd heeft in trendbreuken waardoor oude prognoses niet meer afgezet konden worden tegen realisaties. Ook werden pas vanaf halverwege 2015 de misdrijven die gemeld zijn bij het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting meegeteld. Ten slotte is bij de ophel-deringen overgegaan op een andere manier van berekenen.

Tabel 3.13 geeft een overzicht van de voorspelfouten. De afwijking in de naijkcijfers is met 13% hoog te noemen, hoewel dit slechts gebaseerd is op twee waarnemin-gen. De bijstelling achteraf van het laatste realisatiecijfer is met 3% lager. De voor-spelfout is 10% voor drie jaar vooruit. Voor verder vooruit is lastig een uitspraak te doen vanwege het geringe aantal waarnemingen. Voor vier en vijf jaar vooruit zien we een oplopende voorspelfout van 16% en 18%, waarbij sprake is van een syste-matische overschatting (zie ook figuur 3.13). Paragraaf 4.15 en 4.16 nemen gere-gistreerde misdrijven respectievelijk verdachten nader onder de loep.

Tabel 3.13 Gemiddelde voorspelfouten voor opsporing

Jaar vooruit 0 1 2 3 4 5 6 7

Naijking

Aantal waarnemingen 25 2

MAPE 2,7 12,6

Systematische opwaartse (-1) of neerwaartse (1) bijstelling achteraf

-0,55 1,00

Prognoses in absolute aantallen Aantal waarnemingen voor MAPE en MPE 22 16 10 7 4 1 0 MAPE 4,5 4,9 10,3 16,0 18,4 17,4 Systematische onderschatting (-1) of

overschatting (1)

Figuur 3.13 Voorspelfouten opsporing per jaar vooruit en mate van onder- of overschatting*

* Het gearceerde gedeelte geeft de afwezigheid van onder- of overschatting aan: hoe kleiner het gearceerde gedeelte, des te groter is de mate van onderschatting (negatieve MPE) of overschatting (positieve MPE).

In document Terug naar de toekomst II (pagina 44-49)