• No results found

Deze regeling kan worden aangehaald als het instellingsbreed deel (Deel A) van de onderwijs- en examenregeling 2020-2021 van de bacheloropleidingen van Hogeschool Leiden en treedt in werking op 1 september 2020.

36 Deel A: Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleidingen 2021-2022

BIJLAGE: REGELS MET BETREKKING TOT HET HOREN DOOR DE EXAMENCOMMISSIE

Artikel 1

De examencommissie hoort studenten:

- in alle gevallen waarin het horen van studenten verplicht is gesteld, zoals ingeval van een fraudemelding of (het voornemen tot) het verlenen van een bindend negatief studieadvies;

- in alle andere gevallen waarin het horen naar het oordeel van de examencommissie noodzakelijk is voor een zorgvuldige besluitvorming.

Artikel 2

De student wordt schriftelijk uitgenodigd te verschijnen op een hoorzitting, te houden op een door de examencommissie te bepalen plaats en tijdstip.

Artikel 3

De student mag zich altijd door een derde laten bijstaan. Van deze mogelijkheid wordt de student in de in artikel 3 bedoelde uitnodiging op de hoogte gesteld.

Artikel 4

De student dient uiterlijk twee werkdagen voor de hoorzitting aan de examencommissie kenbaar te maken of hij zich tijdens de hoorzitting zal laten bijstaan, onder opgave van de naam van degene die hem bijstaat en de relatie waarin de student tot die persoon staat.

Artikel 5

Het horen van de student geschiedt door ten minste twee personen (nader te noemen:

de hoorcommissie) waarvan er ten minste één lid is van de examencommissie, die tijdens de hoorzitting de examencommissie vertegenwoordigt.

Artikel 6

Bij de opening van de hoorzitting wordt aan de student de aard en het doel van de

hoorzitting kenbaar gemaakt. Tevens wordt de student meegedeeld hoe na afloop van de hoorzitting de procedure verder verloopt.

Artikel 7

De hoorcommissie stelt zoveel vragen als zij noodzakelijk acht om tot een zo volledig mogelijke beoordeling van de kwestie te komen.

Artikel 8

Aan het einde van de hoorzitting stelt de hoorcommissie de student in de gelegenheid nog vragen te stellen.

Artikel 9

De hoorcommissie sluit vervolgens de zitting.

Artikel 10

De hoorcommissie rapporteert schriftelijk over de hoorzitting aan de examencommissie en aan de student.

Artikel 11

37 Deel A: Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleidingen 2021-2022

Indien een student bij de examencommissie een verzoek of een klacht indient waarbij een examinator betrokken is die lid is van de examencommissie, neemt de betrokken examinator geen deel aan de behandeling van het verzoek of de klacht.

38 Deel A: Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleidingen 2021-2022

39 Deel A: Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleidingen 2021-2022

Hogeschool Leiden

Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleidingen.

DEEL B: Opleidingsspecifiek deel van de bacheloropleiding Biologie en medisch laboratoriumonderzoek

CROHO nummer 34397

Graad: Bachelor of Science

Dit opleidingsspecifieke gedeelte (Deel B) van de OER van de bacheloropleiding Biologie en medisch laboratoriumonderzoek is na instemming van de opleidingscommissie op 7 juni 2021 door het college van bestuur vastgesteld.

34 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

Inhoud

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN ...36 Artikel 1.1 Begripsbepalingen ...36 Artikel 1.2 Reikwijdte van de regeling ...36 Artikel 1.3 Vaststelling en wijziging van de regeling ...36 HOOFDSTUK 2: VOOROPLEIDING, TOELATINGSEISEN EN VRIJSTELLINGEN ...37 Artikel 2.1 Vooropleidingseisen ...37 Artikel 2.2 Buitenlandse vooropleiding ...37 Artikel 2.3 Eisen werkkring deeltijdse opleiding ...38 Artikel 2.4 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring ...38 Artikel 2.5 Toelatingsonderzoek ...38 Artikel 2.6 Verplichte studiekeuzecheck ...38 HOOFDSTUK 3: ONDERWIJSPROGRAMMA ...39 Artikel 3.1 Doelstelling van de opleiding ...39 Artikel 3.2 Inrichting van de opleiding ...39 Artikel 3.3 Samenstelling van de propedeutische fase...39 Artikel 3.4 Samenstelling van de postpropedeutische fase (hoofdfase) ...39 Artikel 3.5 Minorenaanbod van de opleiding ...39 Artikel 3.6 Eisen voor deelname aan minor ...39 Artikel 3.7 Evaluatie opleiding ...40 HOOFDSTUK 4: EXAMENS EN GETUIGSCHRIFTEN ...41 Artikel 4.1 De examens van de opleiding ...41 Artikel 4.2 Toekenning graden ...41 HOOFDSTUK 5: TOETSEN, TENTAMENS EN BEOORDELING ...42 Artikel 5.1 Frequentie van toetsing, toetsrooster en toetsregels ...42 Artikel 5.2 Wijze van toetsing, gelijktijdige toetsing studenten ...42 Artikel 5.3 Volgorde van toetsen en onderwijseenheden, deelname aan praktische oefening ...42 Artikel 5.4 Vrijstelling van het afleggen van toetsen en tentamens ...43 Artikel 5.5 Beoordeling van toetsen, toekenning van studiepunten (EC) ...44 Artikel 5.6 Geldigheidsduur van beoordelingen ...44 Artikel 5.7 Registratie en bekendmaking van gekregen beoordelingen en behaalde studiepunten (EC) ...44 Artikel 5.8 Inzagerecht en bewaring ...44 HOOFDSTUK 6: STUDIELOOPBAANBEGELEIDING EN (BINDEND) STUDIEADVIES ...46 Artikel 6.1 Studieloopbaanbegeleiding ...46 Artikel 6.2 Studieadvies bij deeltijdse variant opleiding ...46 Artikel 6.3 (Bindend) studieadvies ...46 Artikel 6.4 Voorwaarden bindend studieadvies ...46 Artikel 6.5 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase ...46 Artikel 6.6 Verwijzing in de postpropedeutische fase ...46

35 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

Artikel 7 Samenstelling, verzoeken aan en besluiten van examencommissie en

examinator ...47 HOOFDSTUK 8: SLOT- EN INVOERINGSBEPALINGEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING DEEL B ...48 Artikel 8.1 Bekendmaking van de regeling ...48 Artikel 8.2 Citeertitel, inwerkingtreding ...48 BIJLAGE I COMPETENTIES VAN DE OPLEIDING ...49 1 Doel van de opleiding en structurering van het onderwijs ...49 2 Opleidingsprofiel in competenties ...50 BIJLAGE IIa ONDERWIJSPROGRAMMA PROPEDEUTISCHE FASE ...52 Onderwijsprogramma regulier propedeutische fase ...53 Onderwijsprogramma versneld traject propedeutische fase ...54 BIJLAGE IIb ONDERWIJSPROGRAMMA POSTPROPEDEUTISCHE FASE ...56 Postpropedeutisch onderwijsprogramma jaar 2 ...56 Postpropedeutisch onderwijsprogramma jaar 3 en 4 Biomedische research ...57 Postpropedeutisch onderwijsprogramma jaar 3 en 4 Dierexperimenteel onderzoek ....58 Bijlage IIb Postpropedeutisch onderwijsprogramma versneld traject ...58 BIJLAGE III AANBOD OPLEIDINGSMINOREN ...59 1.1 Aanbod opleidingsminoren binnen BM ...59 1.2 Aanbod minoren van andere opleidingen ...61 1.3 Alle overige minoren ...62 1.4 Aanvullende gegevens met betrekking tot minoren ...63

36 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

ARTIKEL 1.1 BEGRIPSBEPALINGEN

Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar de begripsbepalingen in art. 1.1 van de OER Deel A. Hieronder worden begrippen genoemd die gelden in aanvulling op de algemene begripsbepalingen genoemd in art. 1.1 van deel A:

- Versneld traject: De opleiding kent een versneld traject van drie jaar voor studenten met een MLO niveau 4 (afstudeerrichting Biomedisch) of VWO diploma met de profielen NG en/of NT, zoals bedoeld in de WHW artikel 7.9a. Dit traject kent een propedeutische fase van 60 EC en een post-propedeutische fase van 120 EC.

ARTIKEL 1.2 REIKWIJDTE VAN DE REGELING

1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de

bacheloropleiding Biologie en medisch laboratoriumonderzoek verder te noemen: de opleiding.

2. Niet van toepassing 3. Niet van toepassing

ARTIKEL 1.3 VASTSTELLING EN WIJZIGING VAN DE REGELING

Bij het tussentijds wijzigen van de OER dient zoveel mogelijk rekening gehouden te worden met de belangen van studenten. Een tussentijdse wijziging van de OER wordt vastgelegd in een erratum dat na vaststelling door het college van bestuur wordt gepubliceerd op de website van de hogeschool (www.hsleiden.nl).

37 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

HOOFDSTUK 2: VOOROPLEIDING, TOELATINGSEISEN EN VRIJSTELLINGEN

ARTIKEL 2.1 VOOROPLEIDINGSEISEN

1. De volgende diploma’s van middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) geven toegang tot de opleiding:

a. diploma mbo niveau 4;

b. diploma havo

- profielen:natuur en techniek; natuur en gezondheid;

c. diploma vwo

- profielen: natuur en techniek; natuur en gezondheid;

d. Niet van toepassing

2. Een aanstaande student die niet aan de nadere vooropleidingseisen voldoet (dat wil zeggen dat hij niet het juiste profiel heeft of dat hij binnen een profiel niet het juiste vak (bedoeld in het eerste lid) heeft gevolgd) kan worden toegelaten tot de opleiding wanneer in een onderzoek voor aanvang van de opleiding is vastgesteld dat hij aan inhoudelijk vergelijkbare eisen heeft voldaan. De eisen waaraan een student blijkens het onderzoek moet voldoen zijn: biologie, wiskunde A of B en het vak natuurkunde of scheikunde, allemaal minimaal op havo niveau afgerond.

a. Voordat de student ingeschreven kan worden, stelt de examencommissie, namens het college van bestuur, vast of aan de eisen is voldaan. De procedure van het onderzoek of aan de gestelde eis(en) is voldaan, ziet er als volgt uit: de

aankomend student overlegt een bewijs aan de examencommissie waaruit blijkt dat hij deze genoemde vakken op minimaal havo niveau heeft afgerond.

b. Op basis van het onderzoek beslist de examencommissie, namens het college van bestuur, of aan de eisen is voldaan. Indien aan de eisen is voldaan, kan de

student alsnog ingeschreven worden.

2a. Niet van toepassing 3. Niet van toepassing 4. Niet van toepassing

ARTIKEL 2.2 BUITENLANDSE VOOROPLEIDING

1. De procedure waarin de examencommissie vaststelt of de buitenlandse vooropleiding gelijkwaardig gesteld kan worden aan de vooropleiding bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van deze regeling, ziet er als volgt uit: De student schrijft zich via de gebruikelijke weg in op basis van een buitenlands diploma. Studentinschrijving laat het buitenlands

diploma waarderen door het Nuffic. Nuffic geeft hierop een waardering waarna Studentinschrijving de examencommissie informeert. De examencommissie neemt deze waardering over. Zie ook:

https://www.hsleiden.nl/opleiden/bacheloropleidingen/inschrijfinformatie/studenten-uit-het-buitenland.

2. Voor onderwijs gegeven in het Nederlands wordt voldoende beheersing van de taal aangetoond door het behalen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2), programma II, het certificaat voor Nederlands als vreemde taal (CNaVT) of de gevorderde versie van Certificaat Toelatingsexamen Universiteit Leiden (TUL-gevorderd), of een hieraan gelijkwaardig examen. Of er sprake is van een gelijkwaardig examen is ter beoordeling aan de examencommissie. Dat wordt aangetoond door middel van validatie van het diploma door EP Nuffic.

Meer informatie is te vinden via:

https://www.hsleiden.nl/opleiden/bacheloropleidingen/inschrijfinformatie/studenten-uit-het-buitenland.

3. Niet van toepassing

38 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

ARTIKEL 2.3 EISEN WERKKRING DEELTIJDSE OPLEIDING Niet van toepassing

ARTIKEL 2.4 TOELATING DUAAL ONDERWIJS, EISEN WERKKRING Niet van toepassing

ARTIKEL 2.5 TOELATINGSONDERZOEK

1. Een persoon van 21 jaar of ouder die niet voldoet aan de vooropleidingseisen bedoeld in artikel 2.1 en niet hiervan is vrijgesteld, kan in aanmerking komen voor het

afleggen van een toelatingsonderzoek (een zogenaamd colloquium doctum). Bij het toelatingsonderzoek moet de student voldoen aan de volgende eisen:

- Het capaciteitenonderzoek van Talent-Compaz wijst uit dat voor de student het niveau van hbo haalbaar is;

- indien bovengenoemd capaciteitenonderzoek niet als voldoende wordt beoordeeld, vindt er een intakegesprek met een vertegenwoordiging van de examencommissie plaats, waarvan de uitkomst alsnog door de examencommissie als voldoende dient te zijn beoordeeld.

2. De procedure van het onderzoek waarmee wordt aangetoond of al dan niet aan de gestelde eis(en) is voldaan, ziet er als volgt uit:

De procedure van het toelatingsonderzoek is door de examencommissie vastgelegd in een document toelatingsonderzoek 21+, dat ter beschikking wordt gesteld aan de betrokkene en te raadplegen is op de website van de opleiding via www.hsleiden.nl.

ARTIKEL 2.6 VERPLICHTE STUDIEKEUZECHECK

Aan de toelating tot de opleiding is een verplichte studiekeuzecheck verbonden. Meer informatie over de verplichte studiekeuzecheck is te vinden op de website van de opleiding (www.hsleiden.nl).

39 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

HOOFDSTUK 3: ONDERWIJSPROGRAMMA

ARTIKEL 3.1 DOELSTELLING VAN DE OPLEIDING

Met de opleiding wordt beoogd de student een samenhangende verzameling van kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Biologie en medisch

laboratoriumonderzoek, zodat de student na het afronden van de opleiding in staat is tot professionele uitvoering van taken die afgeleid zijn van het competentieprofiel

(eindkwalificaties, bijlage 1) van de opleiding en hij in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na afronden van de opleiding moet de student als beginnend beroepsbeoefenaar zelfstandig en met een kritische instelling op hbo-bachelorniveau kunnen werken.

ARTIKEL 3.2 INRICHTING VAN DE OPLEIDING 1. De opleiding is voltijds ingericht.

2. Niet van toepassing

ARTIKEL 3.3 SAMENSTELLING VAN DE PROPEDEUTISCHE FASE

De propedeutische fase van de opleiding omvat 60 EC en bestaat uit de

onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage IIa Onderwijsprogramma regulier propedeutische fase van deze OER.

Voor studenten in het versneld traject (MLO niveau 4 (afstudeerrichting Biomedisch) of VWO met de profielen NG en/of NT) omvat de propedeutische fase van de opleiding 60 EC en omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage IIa Onderwijsprogramma versneld traject propedeutische fase van deze OER.

ARTIKEL 3.4 SAMENSTELLING VAN DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE (HOOFDFASE) In bijlage IIb worden de onderwijseenheden beschreven behorende bij de

postpropedeutische fase van de opleiding. Indien aan de opleiding afstudeerrichtingen of een gezamenlijke afstudeerrichting zijn verbonden, zijn deze ook beschreven in bijlage IIb Onderwijsprogramma postpropedeutische fase.

De opleiding kent een versneld traject van drie jaar voor studenten met een MLO niveau 4 (afstudeerrichting Biomedisch) of VWO met de profielen NG en/of NT, zoals bedoeld in de WHW artikel 7.9a. De post-propedeutische fase bevat 120 EC en is beschreven in bijlage IIb Onderwijsprogramma postpropedeutische fase versneld traject.

ARTIKEL 3.5 MINORENAANBOD VAN DE OPLEIDING

In bijlage III worden de door de opleiding aangeboden minoren beschreven.

ARTIKEL 3.6 EISEN VOOR DEELNAME AAN MINOR

Voor wat betreft het moment waarop een student aan de minor begint, geldt het

volgende: om aan een minor deel te kunnen nemen dient een student zich hiervoor in te schrijven. Inschrijven is slechts mogelijk indien: I) het propedeutisch examen is behaald en II) tenminste 100 EC zijn behaald in de major. Voor een mlo- of vwo-instromer die het versneld traject volgt, geldt dat hij minimaal 50 EC uit de propedeuse van het versnelde traject heeft behaald. Naast bovenstaande kunnen er aanvullende eisen zijn om aan een minor deel te kunnen nemen. Zie hiervoor bijlage III van deze OER.

Informatie over de periode van inschrijven voor de minoren is te vinden op www.hsleiden.nl/minoren.

40 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

ARTIKEL 3.7 EVALUATIE OPLEIDING

Het onderwijs in de opleiding wordt op de volgende wijze geëvalueerd:

1. Elk thema, en de daarbij behorende onderwijseenheden worden na afsluiting geëvalueerd door betrokken docenten en themaleider(s).

2. Elke periode vindt er een student-panel plaats om het gegeven onderwijs te evalueren.

3. De themaleider(s) en onderwijsmanager bespreken bovengenoemde evaluaties en stellen acties op.

4. De coördinatoren, docenten, studenten en opleidingscommissie worden op de hoogte gesteld van de conclusies en bijbehorende acties voortkomend uit de evaluatie. De geanonimiseerde resultaten worden gepubliceerd via DWLO.

5. Ieder collegejaar wordt de Nationale Studenten Enquête afgenomen. De resultaten worden in het docententeam en opleidingscommissie besproken. De hieruit

voortvloeiende maatregelen worden vastgelegd.

41 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

HOOFDSTUK 4: EXAMENS EN GETUIGSCHRIFTEN

ARTIKEL 4.1 DE EXAMENS VAN DE OPLEIDING 1. Niet van toepassing

2.

a. Het propedeutisch examen van de opleiding wordt behaald met het predicaat “cum laude”:

• als de student in het eerste jaar van inschrijving elke onderwijseenheid van de propedeuse die in een cijfer wordt uitgedrukt, heeft afgesloten met een cijfer van ten minste 7,0; en

• de student meldt zich, binnen twee weken na bekendmaking laatste

postpropedeutisch tentamen, bij de examencommissie (conform artikel 7 van deze OER) en geeft aan in aanmerking te komen voor “cum laude” van het postpropedeutisch examen.

b. Het afsluitend examen van de opleiding wordt behaald met het predicaat “cum laude”, indien is voldaan is aan alle hierna genoemde voorwaarden:

• de student heeft elke onderwijseenheid van de postpropedeutische fase, die in een cijfer wordt uitgedrukt, afgesloten met een cijfer van ten minste 7,0; en

• het gewogen gemiddelde van de beoordeling van alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase, die in een cijfer worden uitgedrukt, is ten minste het cijfer 8,0; en

• voor studenten van het versnelde traject (180 EC) geldt dat elke module van de propedeutische en postpropedeutische fase, die in een cijfer wordt uitgedrukt, afgesloten wordt met een cijfer van ten minste 7,0 en het gewogen gemiddelde van de beoordeling van alle modules van de propedeutische en

postpropedeutische fase, die in een cijfer worden uitgedrukt, is ten minste het cijfer 8,0; en

• de student meldt zich, binnen twee weken na bekendmaking laatste

postpropedeutisch tentamen, bij de examencommissie (conform artikel 7 van deze OER) en geeft aan in aanmerking te komen voor “cum laude” van het postpropedeutisch examen.

ARTIKEL 4.2 TOEKENNING GRADEN

Het college van bestuur verleent de graad “Bachelor of Science” indien de

examencommissie heeft vastgesteld dat het examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd.

42 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

HOOFDSTUK 5: TOETSEN, TENTAMENS EN BEOORDELING

ARTIKEL 5.1 FREQUENTIE VAN TOETSING, TOETSROOSTER EN TOETSREGELS

1. Tot het afleggen van een toets wordt in beginsel tweemaal per studiejaar gelegenheid gegeven. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek van een student beslissen om afwijkingen met betrekking tot het aantal gelegenheden voor een toets toe te staan. Aan deelname aan een toets kan de voorwaarde voor inschrijving voor een toets worden verbonden.

2. Wanneer de student de propedeutische fase heeft afgerond kan deze niet nogmaals deelnemen aan de toetsen uit de propedeutische fase.

3. Het toetsrooster wordt onder verantwoordelijkheid van de onderwijsmanager

bekendgemaakt via de roosterpublicatietool en uiterlijk 10 werkdagen voor aanvang van de desbetreffende toets.

4. De informatie betreffende (gewijzigde) toetseisen is terug te vinden via DLWO van de betreffende module/thema.

ARTIKEL 5.2 WIJZE VAN TOETSING, GELIJKTIJDIGE TOETSING STUDENTEN

Studenten worden bij de volgende onderwijseenheden waarbinnen mondelinge toetsing plaatsvindt tegelijkertijd getoetst: B01EDI, B03GEE, B04OIB, B04PIF, B05MBE, B07CLD, B07PAT, B08CHA, B09ONC, B09PKT, B09VIR, B10PDO, B10PRO, M11EBS, M11FCH, M11KIM, M11IZO, M11LIT, M11MAF, M11PGI, M11PRO, M11RBT, M11TPH, M12RGP en M12SCP.

ARTIKEL 5.3 VOLGORDE VAN TOETSEN EN ONDERWIJSEENHEDEN, DEELNAME AAN PRAKTISCHE OEFENING

1. Voor de volgende toetsen binnen een onderwijseenheid en/of tentamens van zijn eisen gesteld aan de volgorde waarin aan de toetsen en/of tentamens wordt deelgenomen:

a. Aan het derde opleidingsjaar kan een student niet beginnen voordat: i) het propedeutisch examen is behaald en ii) tenminste 100 EC zijn behaald in de major. Zie de examenprogramma’s in bijlage IIa en IIb. Voor een student met het versnelde traject geldt dat hij mag deelnemen aan het derde opleidingsjaar als hij minimaal 50 EC in het eerste jaar van inschrijving heeft behaald.

b. Aan het afstudeerjaar (vierde opleidingsjaar) kan een student niet beginnen voordat: het propedeutisch examen is behaald en tenminste 140 EC zijn behaald in de major. Voor een student met het versnelde traject geldt dat hij mag

deelnemen aan het afstudeerjaar (vierde opleidingsjaar) als het propedeutisch examen is behaald en in totaal tenminste 80 EC zijn behaald in de major. Zie de examenprogramma’s in bijlage IIb.

c. Maximaal 40 studenten kunnen deelnemen aan de afstudeerrichting

‘Dierexperimenteel onderzoek’. Indien van toepassing vindt selectie plaats op basis van motivatie en de beoordelingen van de modules B07AFT en B07VAM of BV07AFT en BV07VAM (voor studenten die het versnelde traject volgen). Tijdens SLB3 zal uitleg gegeven worden over de eisen en de procedure.

43 Deel B: Onderwijs- en examenregeling 2021-2022 van de bacheloropleiding BM

d. Voor een student die deelneemt aan de afstudeerrichting ‘Dierexperimenteel onderzoek’ is deelname aan de module B10PKP slechts mogelijk indien de modules B09PDT en B09PKT met een voldoende zijn afgesloten.

e. Een student die deelneemt aan de afstudeerrichting ‘Dierexperimenteel onderzoek’ dient aanwezig te zijn bij alle wettelijk verplicht gestelde modules volgens Artikel 6 uit de dierproevenregeling: B09PDT, B09AEE, B09OBT, B09PKT, B10PKP en B10FAT. De modules B09PDT, B09AEE, B09PKT en B10PKP dienen elk met een voldoende te worden afgerond voordat aan de modules B13SBT en B16DEA, behorende bij het afstudeerjaar, kan worden begonnen.

2. Aan tentamens behorende bij de competenties “Onderzoeken 1”, “Onderzoeken 2”

“Experimenteren 1”, “Experimenteren 2”, “Onderzoeken, experimenteren en kennis 2” en “Onderzoeken, experimenteren en kennis 3” zoals beschreven in bijlage II kan alleen worden deelgenomen indien de student eerst heeft deelgenomen aan de bijbehorende praktische oefeningen.

3. Studenten mogen gedurende de gehele inschrijving uitsluitend activiteiten verrichten op de laboratoria indien ze aantonen veilig te werken conform de eisen getoetst in de onderwijseenheid B01LEV of BV05VEI. De directeur van de Faculteit Science &

Technology kan op advies van de onderwijsmanager en/of de chemisch en de

biologisch veiligheidsfunctionaris de student structureel de toegang tot de laboratoria ontzeggen indien de student onveilig werkt.

4. Docenten en medewerkers onderwijs kunnen studenten de toegang tot de (laboratorium)les ontzeggen indien de studenten aantoonbaar onvoldoende zijn voorbereid of onveilig werken.

ARTIKEL 5.4 VRIJSTELLING VAN HET AFLEGGEN VAN TOETSEN EN TENTAMENS 1. Niet van toepassing

2. Niet van toepassing

3. De student die in aanmerking meent te komen voor vrijstelling van het afleggen van een of meerdere toetsen (behorende bij een of meerdere onderwijseenheden) dient een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie. Bovendien gelden de volgende algemene voorwaarden bij het verzoek om een vrijstelling:

3. De student die in aanmerking meent te komen voor vrijstelling van het afleggen van een of meerdere toetsen (behorende bij een of meerdere onderwijseenheden) dient een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie. Bovendien gelden de volgende algemene voorwaarden bij het verzoek om een vrijstelling: