• No results found

Kader 1. Voorbeeld Ja, mits principe

5 Verkoop van natuurgronden in het witte gebied

5.2 Casus Daarle

5.2.1

Verkoop

In verband met een financiële taakstelling van 100 mln euro had SBB in 2013 het voornemen om dit te realiseren via de verkoop van gronden die buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) liggen. De eerste pilot van verkoop van deze gronden heeft plaatsgevonden in het dorp Daarle, gemeente Hellendoorn, Overijssel. In Daarle ging het om 128 hectare, verdeeld over 76 objecten met een grootte van 0,5 ha tot 6 ha. De verkoop hiervan was gepland in vier fasen. Fase A is als eerste gestart met 16 objecten (meestal bestaande uit meerdere percelen) met een totaal grootte van 34 hectare. De startinzet was 7.500 euro/hectare.

De verkoop is gerealiseerd via een openbare internetveiling van Troostwijk Vastgoed veilingen te Amsterdam. Per object waren bij de verkoopinformatie diverse gegevens ontsloten, waaronder de bestemming van de percelen, de vraag of de Boswet van toepassing is, informatie over subsidie- mogelijkheden, het jachtrecht, erfdienstbaarheid etc. De verkoop vond plaats bij opbod en afslag. Bij afslag vond daarna nog gunning plaats door Staatsbosbeheer.

De totale opbrengst van de gronden in Fase A bedroeg 516.000 euro, wat neerkomt op gemiddeld 15.176 euro/hectare, meer dan 2 keer zo veel als de startinzet (Dijksma, 2013a). Alle 16 percelen zijn gegund aan de hoogste bieders. Aan de verkoop zijn ook kosten verbonden, in totaal € 236.400 (deze kosten zijn voor alle vier de fasen gemaakt) zodat na afloop van fase A uiteindelijk netto 8.324 euro/hectare naar de staatskas is gevloeid. Vanwege alle commotie rond deze verkoop zijn de fases B, C en D voor deze pilot verder afgeblazen. De verkoopkosten bestonden voor een belangrijk deel uit bodemonderzoek en opruimkosten, aangezien SBB de gronden ‘schoon’ wilde opleveren. Daarnaast zijn kosten gemaakt voor de makelaar en promotie en presentatie van de gronden.

De gronden zijn indertijd, in het kader van de ruilverkaveling verworven door Staatsbosbeheer van agrariërs met gronden in de ruilverkaveling. De exacte prijzen waren niet meer beschikbaar bij Dienst Landelijk Gebied (DLG); op basis van de langjarige grondmarktontwikkelingen is geschat dat voor deze percelen in 1989 en 1994 niet meer dan € 20.000 euro per ha is betaald (Dijksma, 2013b). De verkoop werd aangevochten door de Stichting Das & Boom. Das & Boom vreesde dat

veranderingen van beheerregime in de toekomst tot een aantasting van de aanwezige natuurwaarden zouden kunnen leiden en had juist een onderzoek voorafgaand aan de verkoop geëist om daaromtrent meer inzicht te krijgen. De rechtbank van Den Haag heeft in een vonnis van 22 mei 2013 uitspraak gedaan (Rechtbank Den Haag, 2013), waarin is uitgesproken dat de voorgenomen verkoop van grond door SBB en goedkeuring van de Staatssecretaris daartoe niet onrechtmatig zijn geweest. Volgens het vonnis blijkt uit niets dat de beschermde status die de terreinen nu hebben ook maar iets zullen veranderen door een eigendomsoverdracht.

Daarnaast hebben lokale partijen zich hebben verenigd in een landschapsbond Daarle (in oprichting, Broeze, 2013) en de staatsecretaris verzocht om een ‘kwaliteitsbod’ te mogen uitbrengen, maar in een reactie geeft de staatssecretaris in feite aan dat ze gewoon in het openbare proces mogen meebieden. Bij de selectie van de verkoopmethode was “gelijke kansen voor alle potentiële kopers” één van de overwegingen.

5.2.2

Nieuwe eigenaren

Ten tijde van de evaluatie waren de nieuwe eigenaren nog niet bekend, omdat de koopcontracten toen nog niet waren ingeschreven in de openbare registers. De evaluatie volstaat ermee een globaal inzicht te verschaffen in drie categorieën kopers. In totaal waren er 11 unieke kopers:

• kopers uit de omgeving van Daarle kochten 10 ha, • de Partij voor de Dieren eveneens ca. 10 ha,

• en 14 ha werd gekocht door overige kopers, niet afkomstig uit de omgeving van Daarle.

Staatsbosbeheer heeft geen privaatrechtelijke ‘beklemming’ opgenomen. Dat wil zeggen: er zijn aan de verkoop geen voorwaarden verbonden voor het gebruik van de te verkopen grond.

Staatsbosbeheer besteedde in afgelopen jaren geld aan beheer van de betreffende percelen; dat verliep via een uitbesteding aan Stichting Beheer Natuur en Landschap (SBNL) voor een bedrag van € 205 per ha per jaar, zijnde € 190 beheervergoeding van Staatsbosbeheer en ca € 15 opbrengsten. De bijkomende kosten voor Staatsbosbeheer zijn gesteld op 20% (overleg, toezicht, heffingen en

administratie). De totale beheerkosten bedroegen daarmee € 246 per hectare per jaar. De nieuwe eigenaren zullen het beheer zelf moeten gaan bekostigen.

Kopers zijn vrij naar eigen inzicht de gebieden in gebruik te nemen en mogen bijvoorbeeld vrijelijk een raster plaatsen tot de hoogte van 1 meter en met vergunning eventueel tot 2 meter. De

toegankelijkheid van de percelen kan daardoor verloren gaan. Wel zijn ze gebonden door de kaders van geldende wetgeving zoals:

• Bestemmingsplan, • Flora- en faunawet,

• Natuurbeschermingswet 1998, • Boswet.

Het laatste nieuwsbericht over de verkoop dateert van januari 2014. Herman Stevens van natuurvereniging KNNV geeft daarbij aan blij te zijn dat SBB gestopt is met de verkoop van

natuurgrond in Daarle. Hij houdt de verkochte gronden goed in de gaten. Tot dat moment was er nog niets mee gedaan; naar zijn idee hebben sommige percelen wel veel mogelijkheden. Hij is vooral bezorgd over het feit dat een deel van de gronden door mensen van buiten de regio zijn gekocht (RTV Oost, 2014). Sommige kopers wilden er zelf niet mee aan de slag: vrijwel direct na de overdracht werden twee percelen alweer via Marktplaats.nl te koop aangeboden (mondelinge mededeling, Hoekstra, Staatsbosbeheer).

Het kan voor boeren interessant zijn om dergelijke natuurgebieden aan te kopen en in te zetten als invulling van vergroeningseisen voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). In Daarle zijn nauwelijks gronden door landbouwers gekocht, waarschijnlijk vooral omdat op het moment van verkoop nog niet precies bekend was hoe dit zou gaan lopen. Maar er komt wel steeds meer belangstelling voor vanuit agrariërs (mondelinge mededeling, Hoekstra, Staatsbosbeheer, 2015).