• No results found

Case Nijmegen – Oud West

In document Sociale Interventies (pagina 48-53)

Hoofdstuk 4 Casestudy’s

4.2 Onderzoeksresultaten naar wijk

4.2.2 Case Nijmegen – Oud West

Nijmegen - Oud West is een grote wijk, eerder een stadsdeel en bestaat uit de subwijken het Willemskwartier, het Waterkwartier en de Wolfskuil. Er wonen bijna 18.000 mensen. De wijk heeft ten opzichte van geheel Nijmegen een hoog percentage huurwoningen, 74% en meer mensen met een laag inkomen of een uitkering, respectievelijk 53% en 10,3% (gemeente Nijmegen, 2006). Het is een typische arbeiderswijk van kort voor de Tweede Wereldoorlog, waar geleidelijk aan steeds meer mensen zijn komen wonen met een allochtone achtergrond,

in 2006 was dit 23%. In de wijk is sprake van vergrijzing en verkleurende verjonging. De wijk heeft een relatief hoog percentage inwoners met een zwakke sociaal-economische positie, er zijn veel problemen ‘achter de voordeur’ en er is vaker sprake van burenoverlast en overlast gezinnen. Hoewel men wel verbonden is met de wijk, is er weinig binding tussen de verschillende bevolkingsgroepen en weinig bereidheid om elkaar aan te spreken op gedrag (gemeente Nijmegen, 2006).

Het plan wil de problematiek in de wijk in kaart brengen en ‘transparant maken’, de samenwerking tussen de verschillende (zorg)organisaties verbeteren, de samenwerking en het vertrouwen van de bewoners versterken en investeren in de reïntegratie van bewoners in wijk. Er werd gefocust op vier thema’s, te weten: individuele aanpak achter de voordeur, werk, zorg en inkomen, toezicht, handhaving en veiligheid. en ontmoeting en ontwikkeling. Als werkmethode werd gekozen voor de zoet-zuur-zorg methode, waarbij zoet stond voor opbouw van de buurt, zuur voor optreden tegen overlast, criminaliteit en intimidatie en zorg voor passende zorg voor multiprobleemhuishoudens.

Interventies

Om de problematiek in de wijk aan te pakken zijn dertien interventies uitgevoerd. De interventies worden in deze deelparagraaf beschreven en geclassificeerd (zie tabel 5, blz. 52). Onder de noemer van het eerste thema ‘individuele aanpak achter de voordeur’ zijn twee interventies uitgevoerd: ‘Aanpak Multiprobleemgezinnen’ en ‘Buurtbewoners voor buurtbewoners'. Binnen de ‘Aanpak Multiprobleemgezinnen’ zijn de probleemgezinnen uit de wijk in kaart gebracht en betrokken zorginstellingen samengebracht, zodat uiteindelijk een organisatiestructuur ontstaat dat in staat is om maatwerk in de zorg te leveren voor een gezin. Omdat deze interventie meer op de organisatie van de diverse hulpinstanties gericht is in plaats van op wijkbewoners, wordt hij in het classificatieschema buiten beschouwing gelaten. De interventie ‘Buurtbewoners voor buurtbewoners’ was gericht op het ‘matchen’ van buurtbewoners, zodat er vrijwillige burenhulp in de wijk kwam. Bewoners leren elkaar kennen, worden betrokken op elkaar en leren van elkaar. Een interventie die zelf relatiegericht en dus sociaal, is maar zowel op sociaal vlak als op cultureel vlak resultaat heeft.

Voor het thema ‘Werk, Zorg en Inkomen’ is als fysiek-sociale interventie een Actiecentrum Oud-West naar werk ingericht. In dit Actiecentrum worden wijkbewoners begeleid naar het vinden van werk en het volgen van cursussen, oriëntatie- en/of re-integratietrainingen. Zo is er een wijkgerichte informatiemarkt georganiseerd over werk, inkomen en het starten van een

eigen bedrijf. Het sociale gedeelte van deze interventie is daarmee cultureel, maar het resultaat ligt uiteindelijk ook op economisch vlak (het vinden van werk en het genereren van eigen inkomen). De andere interventies van dit thema vinden plaats vanuit of in samenwerking met dit Actiecentrum. Het gaat om de volgende interventies:

- Oriëntatie, re-integratie en werk: werkzoekenden met een WWB-uitkering worden door middel van oriëntatie- en re-integratietrajecten begeleid naar het vinden van regulier of gesubsidieerd werk. Bij het onterecht weigeren om mee te werken aan een dergelijk traject kan de uitkering gestopt worden. Een culturele interventie met een cultureel maar vooral economisch resultaat.

- Impuls integratie en inburgering: vergelijkbaar met de voorgaande interventie, speciaal gericht op de zogenaamde oudkomers die oriëntatie- of empowermentprogramma’s aangeboden krijgen om zo hun eigen kennis, vaardigheden en ambities helder te krijgen; - Van uitkering naar eigen onderneming: in samenwerking met de Kamer van Koophandel en de afdeling Economische Zaken van de gemeente worden potentiële ondernemers met een uitkering opgespoord en begeleid naar het starten van een eigen onderneming. Een interventie gericht op het culturele kapitaal met een economisch resultaat; - Terugdringen niet-gebruik: middels algemene voorlichting in de wijk en het afleggen van huis-aan-huisbezoeken, spoort men mensen aan om gebruik te maken van inkomensondersteunende regelingen waar men recht op heeft, zoals de bijzondere bijstand of geld-terugregelingen. Een interventie waarvan het resultaat economisch is, maar waarvan de aard van de interventie zelf niet duidelijk economisch, cultureel of sociaal is. Daarom is in het schema enkel het resultaat weergegeven;

- Schuldhulpverlening: met deze interventie werd de wachtlijst voor Schuldhulpverlening in Oud-West weggewerkt en kregen meer mensen budgetbegeleiding en/ of kwamen in een schuldsaneringtraject. Een interventie die cultureel van aard is (gedrag en vaardigheden), maar op termijn ook een economisch resultaat heeft (vermindering schulden). Onder het thema ‘Toezicht, Handhaving en Veiligheid’ zijn meerdere projecten uitgevoerd. Een aantal van deze projecten betrof coördinatie en opzet van samenwerkende diensten die toezicht houden op de wijk. Het gaat hierbij om de projecten ‘Handhaving en fraudebestrijding’ en ‘Wijkveiligheidsplannen’. Dit valt buiten de definitie van sociale interventies en wordt daarom niet geclassificeerd in tabel 5. Wel moet gezegd worden dat bij het opstellen van de wijkveiligheidsplannen een representatieve vertegenwoordiging van

wijkbewoners betrokken was. Het andere project dat onder dit thema is uitgevoerd is

Actiecentrum en het ROC, buurtconciërges en buurtpreventiemedewerkers opgeleid die gaan functioneren als ‘oren en ogen’ van de wijk. Dit moet de overlast en vernielingen in de wijk tegengaan en biedt voor de betrokken mensen een opleiding en een stap in de richting van een reguliere baan. Daarmee is de interventie gericht op het culturele kapitaal van de betrokken mensen en is het resultaat zowel cultureel als economisch.

Bij het laatste thema ‘Ontmoeting en ontwikkeling’ zijn twee interventies uitgevoerd: de Open Wijk Scholen en de Bewonersinitiatieven. Omdat de activiteiten die onder bewonersinitiatieven vallen variëren van een website, een buurtrestaurant naar een fysieke ingreep wordt ook deze interventie niet geclassificeerd in tabel 5. Onder de interventie Open Wijk Scholen vallen tal van projecten op het gebied van ontmoeting, talenten en opvoeding. Zo zijn er projecten met kunst, theater en kinderen uitgevoerd, maar er zijn ook bijeenkomsten gehouden voor ouders op het gebied van pedagogiek en er is een nieuwjaarsbijeenkomst geweest. De scholen speelden een centrale rol in organisatie en uitvoering van deze projecten. De projecten waren erop gericht om meer betrokkenheid te creëren tussen ouders, wijkbewoners, kinderen en de wijk. Hiermee is het zowel een culturele als een relatiegerichte interventie.

Niveau Individugericht Relatiegericht

Interventie Vorm Economisch Cultureel Sociaal

Aanpak

Multiprobleemgezinnen n.v.t n.v.t n.v.t.

Buurtbewoners voor buurtbewoners

xxx xxx xxx

Actiecentrum Oud West naar werk Xxx xxx xxx Oriëntatie, re-integratie en werk Xxx xxx xxx Impuls integratie en inburgering xxx xxx Van uitkering naar eigen

onderneming Xxx xxx xxx Terugdringen niet-gebruik xxx Schuldhulpverlening xxx xxx xxx Handhaving en fraudebestrijding n.v.t. n.v.t. n.v.t. Wijkveiligheidsplannen n.v.t. n.v.t. n.v.t. Buurtconciërges en wijktoezicht Xxx xxx xxx

Open Wijk Scholen xxx xxx xxx xxx

Bewonersinitiatieven n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Tabel 5: Classificatie interventies Nijmegen – Oud West

Interventie zelf Resultaat interventie

Organisatie gestuurd versus maatschappelijk gedreven

De interventies die uitgevoerd zijn binnen de Sociale Herovering in Nijmegen Oud-West waren niet allemaal direct gericht op de bewoners van de wijk. Zo waren de Aanpak Multiprobleemgezinnen en Handhaving en Fraudebestrijding projecten waarbij voornamelijk ingezet werd op betere afstemming tussen afzonderlijke diensten en/of organisaties. Daarmee hoorde deze interventie thuis in het organisatieveld (zie figuur 1, § 2.2.2). Het geeft echter ook aan dat de gemeente een strakke sturing wenselijk vindt en zelf de regie in handen neemt. Dat bleek ook uit het interview met de projectleider.

De ideeën voor de uitgevoerde interventies kwamen ook uit de koker van de professionals, al waren dit wel mensen van organisaties die al langer betrokken waren bij de wijk. Bewoners werden voornamelijk op het moment van de uitvoering betrokken bij de interventies; daar waar sprake was van bewonersparticipatie is gebruik gemaakt van bestaande overlegorganen, zoals bij het opstellen van de Wijkveiligheidsplannen. Bij bewonersinitiatieven werden uiteraard wel ideeën van buurtbewoners uitgevoerd, maar daar was weinig animo voor volgens de projectleider. Er kan dan ook gezegd worden dat er top-down gewerkt werd.

Er was wel sprake van maatwerk bij de interventies die plaatsgevonden hebben rondom het thema ‘Werk, zorg en inkomen’. Mensen werden persoonlijk begeleid. Aan een aantal van deze interventies zat een verplicht karakter, bijvoorbeeld mensen die een uitkering hadden moesten verplicht meewerken, omdat anders de kans bestond de uitkering te verliezen.

Op basis hiervan kan dan ook gezegd worden dat de interventies die plaatsvonden binnen de Sociale Herovering in Nijmegen voornamelijk organisatie gestuurd waren met maatschappelijk gedreven trekjes. Terugkijkend op het project vond de projectleider dat de regienemende manier van werken in Nijmegen tot resultaat heeft geleid omdat volgens hem ‘wijkbewoners, ondanks de bottom-up tendens in het wijkgericht werken, niet altijd hun eigen behoeften onder ogen zien’. Een regienemende overheid kan en mag hierin, volgens hem, wel het initiatief nemen.

4.2.3 Case Utrecht - Overvecht

In document Sociale Interventies (pagina 48-53)