• No results found

Capaciteit opvangplaatsen voor acute crisissituaties niet toereikend

Hoofdvraag: Is de capaciteit aan opvangplaatsen voor acute crisissituaties binnen de vrouwenopvangin-stellingen in Nederland toereikend in die zin dat alle cliënten die voor plaatsing in aanmerking komen ook daadwerkelijk conform het geldende landelijke beleidskader geplaatst kunnen worden?

24 Op basis van de gegevens uit dit onderzoek kunnen we spreken van een ontoereikende capaciteit aan opvangplaatsen voor acute crisissituaties. Het gegeven dat een groot deel van de centrumgemeenten te maken heeft met alternatieve plaatsingen maakt dat we kunnen stellen dat de capaciteit aan opvang-plaatsen voor acute crisissituaties binnen de vrouwenopvanginstellingen in Nederland niet afdoende is in die zin dat niet alle cliënten die voor plaatsing in aanmerking komen ook daadwerkelijk conform het geldende landelijke beleidskader geplaatst kunnen worden.

Slotbeschouwing

26 Het primaire doel van dit onderzoek was om zicht te krijgen op de huidige (landelijke en regionale) ca-paciteit aan opvangplaatsen voor cliënten die zich in een acute crisissituatie bevinden, eventuele (regio-nale) tekorten aan capaciteit van deze opvangplaatsen voor acute crisissituaties, mogelijke oorzaken daarvan en oplossingen die in de praktijk worden toegepast om cliënten toch een veilige opvangplaats te geven. Onze bevindingen hebben we gespiegeld aan het landelijk beleidskader.

We hebben geconstateerd dat er een feitelijk tekort aan acute crisisplaatsen is en het in zowel 2018 als 2019 is voorgekomen dat cliënten niet geplaatst konden worden. Maar we hebben ook geconstateerd dat de vo-instellingen samen met de centrumgemeenten vaak alles op alles zetten om cliënten toch een veilige opvangplaats te bieden als zij dat nodig hebben en daarvoor afspraken hebben gemaakt met bijvoorbeeld hotels en vakantieparken. Bezien vanuit de intentie waarmee het landelijk beleidskader is opgezet, is dit echter een onwenselijke situatie en zou opnieuw gekeken moeten worden naar de lande-lijke capaciteit van opvangplaatsen voor acute crisissituaties en wellicht overwogen moeten worden om die capaciteit op te hogen.

Maar daar ligt niet de ultieme of enige oplossing. De opvangplaatsen voor acute crisissituaties zijn één schakel in de hele opvangketen. Het capaciteitstekort wordt mede veroorzaakt door trage in- en uit-stroom in de opvangketen als geheel en dat heeft deels weer te maken met autonome ontwikkelingen die buiten de sector liggen, zoals het tekort aan beschikbare woningen en geschikte en beschikbare hulpverlening. Ook aan de voorkant van de keten, bij de instroom, hebben we knelpunten geconsta-teerd die van invloed zijn op de beschikbaarheid van plaatsen voor acute crisissituaties. In toenemende mate is er sprake van cliënten met complexe(re) problematiek die een grote beslag leggen op de be-schikbare hulpverleningscapaciteit.

Het tekort aan capaciteit is dus niet simpelweg op te lossen door landelijk meer plaatsen voor acute crisissituaties beschikbaar te stellen. Wellicht dat dat een oplossing voor de korte termijn kan beteke-nen, maar daarmee worden de structurele oorzaken niet aangepakt en zal dat op langere termijn onvol-doende soelaas bieden.

Oplossingsrichtingen

Het oplossen van het capaciteitsprobleem vereist dat op meerdere borden, zowel landelijk als regionaal, geschaakt moet worden en oplossingen gevonden moeten worden in de sfeer van huisvesting (meer betaalbare en sneller beschikbare woningen in de sociale huursector) en hulpverlening (snellere toegang en meer capaciteit voor cliënten met complexe multi-problematiek). Maar ook vanuit het landelijke beleidskader geredeneerd moet en kan er gewerkt worden aan oplossingen. Met name de volgende twee oplossingsrichtingen zouden op korte termijn opgepakt moeten worden:

1. We hebben geconstateerd dat er sprake is van verschillende interpretaties als het gaat om de defini-ering van het begrip’ plaats voor acute crisissituaties’; er wordt niet altijd één en dezelfde taal gesp-roken. Die begripsverwarring maakt het niet goed mogelijk een landelijk overzicht te creëren van de capaciteit aan plaatsen voor acute crisissituaties en de benutting daarvan. Een dergelijk overzicht is wel van belang om de beschikbare capaciteit optimaal te benutten en een scherpe analyse te maken van waar, wanneer, welke tekorten optreden en wat daar aan gedaan kan worden.

2. Ook zouden er meer heldere afspraken gemaakt moeten en kunnen worden tussen centrumge-meenten, opvanginstellingen en Veilig Thuis organisaties over wie wanneer verantwoordelijk is voor de veiligheid van cliënten en hoe de veiligheid het beste kan worden gemonitord. Daarvoor is het noodzakelijk dat de partijen in de opvangketen een gedeelde visie op de veiligheid van cliënten ontwikkelen.

Tot slot

In het onderzoek hebben meerdere centrumgemeenten en vo-instellingen zelf geconstateerd dat zij en/of anderen een terugtrekkende beweging maken ten opzichte van de landelijke samenwerking. Zij zien dit in drie verschillende vormen:

- De tragere uitstroom van cliënten naar een andere centrumgemeenten dan de centrumgemeente van opvang.

4 Slotbeschouwing

27 - Enkele vo-instellingen geven aan dat in de afstemming met de centrumgemeenten is afgesproken

dat zij een bepaald percentage van de opvangcapaciteit enkel in mogen zetten voor cliënten uit de eigen regio.

- Enkele centrumgemeenten geven aan dat er in de gemeenten de vraag gesteld wordt hoe lang zij de tekorten aan capaciteit aan opvangplaatsen voor acute crisissituaties van andere centrumgemeen-ten (financieel) blijven opvangen.

Het verbeteren van de onderlinge afstemming en samenwerking tussen centrumgemeenten en vo-instellingen, tussen centrumgemeenten onderling en tussen vo-instellingen onderling zou er aan moe-ten bijdragen dat het landelijk systeem van vrouwenopvang ook in de toekomst houdbaar blijft.

Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam T +31(0)20 531 53 15 www.regioplan.nl