• No results found

5.c Verhuiskosten bij thuisdialyse 5.c.1 Samenvatting

Standpunt: Het CVZ stelt zich op het standpunt dat als er minder dan 7 jaar geleden een woningaanpassing heeft plaatsgevonden ten behoeve thuisdialyse, de verzekerde redelijkerwijs niet is aangewezen op vergoeding van de kosten van verhuizing verband houdende met de thuisdialyse, tenzij er belangrijke redenen zijn voor de verhuizing.

5.c.2. Onderwerp

Komen bij verhuizing de verhuiskosten die verbandhouden met thuisdialyse voor vergoeding in aanmerking?

Het gaat om de volgende kosten:

 de oude woning herstellen in de oorspronkelijke staat;  de nieuwe woning aanpassen zodat thuisdialyse mogelijk

wordt;

 het vervoer en plaatsen van de apparatuur naar/in de nieuwe woning.

5.c.3. Wet- en regelgeving

Zvw

De volgende op de Zvw gebaseerde regelgeving is hierbij van belang.

o Artikel 2.1, derde lid, Bzv

Onderverminderd hetgeen is bepaald in de artikelen 2.4 tot en met 2.15, heeft de verzekerde op een vorm van zorg of een dienst slechts recht voor zover hij daarop naar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen.

o Artikel 2.9 Bzv

Hulpmiddelenzorg omvat bij ministeriële regeling aangewezen functionerende hulpmiddelen ……

o Artikel 2.7. tweede lid, Rzv

Indien een hulpmiddel in bruikleen wordt gegeven, omvat het hulpmiddel tevens vergoeding van kosten van vervoer van het hulpmiddel naar en van de woning van de verzekerde, van het regelmatig onderhoud ervan alsmede van de voor het gebruik, ontsmetting en reiniging van de apparatuur benodigde chemicaliën.

o Artikel 2.36 Rzv: Thuisdialyse-apparatuur

1. Hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6, onderdeel hh, omvatten thuisdialyse-apparatuur met toebehoren alsmede: a. de regelmatige controle en het onderhoud ervan de

chemicaliën en vloeistoffen die nodig zijn voor het verrichten van dialyse;

b. vergoeding van de kosten voor de redelijkerwijs te verrichten aanpassingen in en aan de woning en voor het herstel in de oorspronkelijke staat, voor zover andere wettelijke regelingen daarin niet voorzien;

c. vergoeding van overige redelijk te achten kosten die rechtstreeks met de thuisdialyse samenhangen, voor zover andere wettelijke regelingen daarin niet voorzien.

d. de overige gebruiksartikelen die redelijkerwijs nodig zijn bij de thuisdialyse

2. De onderdelen a tot en met d van het eerste lid zijn zowel van toepassing op hemodialyse als op de verschillende vormen van peritoneaal dialyse.

Wmo

Prestatievelden

De Wmo voorziet in het algemeen niet in een

woningaanpassing voor het mogelijk maken van thuisdialyse. In de Wmo kent negen prestatievelden. Beleid en

voorzieningen voor mensen met beperkingen vinden hun basis in de prestatievelden 5 en 6 van de Wmo.

Prestatievelden 5 en 6:

5) Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem.

6) Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer.

Compensatie- beginsel

Een belangrijk element in de Wmo – met name ten aanzien van de prestatievelden 5 en 6 – vormt de compensatieplicht. Het compensatiebeginsel biedt een kader voor de gemeente om de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van burgers (met beperkingen) te bevorderen.

Het compensatiebeginsel, neergelegd in artikel 4 van de Wmo, houdt in dat de gemeente de plicht heeft om oplossingen te bieden aan burgers met beperkingen via het treffen van voorzieningen die hem in staat stellen:

o een huishouden te voeren;

o zich te verplaatsen in en om de woning; o zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel;

o medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan

De gemeente heeft beleidsruimte in de wijze waarop zij invulling geeft aan deze verplichting. Hierbij kan zij bijvoorbeeld een afweging maken tussen individuele

voorzieningen en collectieve voorzieningen, of tussen diensten en materiële voorzieningen.

Gezien het voorgaande zal een woningaanpassing in het kader van de Wmo – gelijk aan de voormalige Wvg – gericht zijn op het opheffen of verminderen van ergonomische beperkingen in en om de woning. Een woningaanpassing voor het

bouwen/inrichten van een thuisdialysekamer valt daar niet onder.

5.c.4. Beoordeling

Uit een oude circulaire over dit onderwerp (ZFW) komt naar voren dat er bij de kosten van herstel in de oorspronkelijke staat gedacht is aan de situatie dat sprake is van beëindiging van de thuisdialyse. Nergens blijkt dat dit ook zou gelden bij verhuizing. Wettelijk gezien is dit echter niet uitgesloten. Afwijzing daarvan kan dan ook alleen op grond van de

argumentatie dat verzekerde redelijkerwijs niet is aangewezen op vergoeding van deze kosten.

Logischerwijs vloeit daaruit de vraag voort of verzekerde redelijkerwijs is aangewezen op een tweede woningaanpassing in verband met verhuizing en in het verlengde daarvan op vergoeding van kosten van vervoer en plaatsing van de apparatuur in de nieuwe woning.

Voorbeelden

Ondanks een goed aangepaste woning wil iemand verhuizen omdat hij/zij:

o graag een grotere/mooiere woning wenst te betrekken; o het ouderlijk huis verlaat;

o gaat samenwonen; o van baan verandert; o anders.

Is het redelijk de kosten van verhuizing verband houdende met de thuisdialyse altijd te vergoeden ongeacht de

omstandigheden, of zouden de omstandigheden/noodzaak waarom iemand verhuist een rol moeten spelen bij de vraag of een verzekerde redelijkerwijs is aangewezen op vergoeding van deze kosten? Het lijkt redelijk hiervoor een parallel te trekken met woningaanpassingen in het kader van de Wmo. Uit onderzoek blijkt dat gemeenten in het algemeen een verhuistermijn hanteren van 7 jaar, maar dat daar om plausibele redenen van kan worden afgeweken.

Het komt er in het algemeen op neer dat een woonvoorziening wordt geweigerd;

o als betrokkene is verhuisd zonder dat daarvoor gezien zijn beperkingen aanleiding toe bestond;

o zonder dat er een andere belangrijke reden voor aanwezig was (denk aan het verhuizen vanwege een huwelijk, samenwoning of het aanvaarden van een baan elders), o tenzij de laatste verhuizing meer dan 7 jaar geleden is. 5.c.5. Standpunt CVZ

De crux zit hem in het woord ‘redelijkerwijs’ als bedoeld in artikel 2.1, derde lid van het Bzv. Wanneer is een verzekerde redelijkerwijs op een vorm van zorg of een dienst – in dit geval de zorg als bedoeld in artikel 2.36, onder b, van de Rzv - naar aard inhoud en omvang aangewezen?

Het CVZ is van mening dat het niet onredelijk is op dit punt een parallel te trekken met de Wmo. Indien er minder dan 7 jaar geleden een woningaanpassing ten behoeve thuisdialyse heeft plaatsgevonden, dan is verzekerde niet redelijkerwijs aangewezen op vergoeding van de kosten van verhuizing verband houdende met de thuisdialyse, tenzij er belangrijke redenen zijn voor de verhuizing.

5.d. Persoonlijke alarmeringsapparatuur en