Tabel 2 vat een en ander samen door de internationale factoren van succes gepresenteerd door Ochel (2005) aan te geven samen met de andere sturingsin-strumenten en randvoorwaarden en deze te verbinden met hoe ze inwerken op kunnen of op willen van de deelnemers en van de organisatie.
Tabel 2 Mogelijk bepalende succesfactoren en hun invloed op deelnemers
Factoren van succes Invloed op:
geneigdheid tot werken kun-nen en /of van niet-willen naar willen
+
Reële werk omgeving Van niet-kunnen naar kun-nen en/of van niet-willen naar willen
+
Focus op werk en aanbod-versterking
Van niet-kunnen naar kunnen
+
Verloningsmodel Van niet-willen naar willen +
Sancties Van niet-willen naar willen +
SD als hoofdaannemer Van fragmentering naar regie met korte lijnen
+
Nieuwe instroom en jonge-ren als doelgroep
+
Randvoorwaarden Ongunstige Arbeidsmarkt(situatie)
-Grote omvang bijstandspo-pulatie
-Tekortgemeente Financiële
prik-kel tot effi ciënter organisatie
+
OPZET BENCHMARK
Met behulp van de indicatoren verzameld in de vragenlijst, kunnen 22 kencijfers berekend worden die als basis dienen voor de vergelijking van de prestaties van de projecten. De hoofdcategorieën zijn dus gebaseerd op de beleidsketenen verdeeld in de volgende hoofdcategorieën:
1. doelgroep, 2. resultaten, 3. effectiviteit, 4. ingezette middelen, 5. uitvoering.
In tabel 3 staat een overzichtstabel van de kencijfers met de categorie waartoe ze behoren, het nummer en hun definitie.2 De indicatoren over de randvoorwaarden zijn niet inbegrepen bij de kencijfers, maar worden behandeld in hoofdstuk 4 van deze publicatie over de onderliggende verbanden tussen de beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare.
Tabel 3 Kencijfers benchmark work first en hun definities
Categorie No. Naam kengetal Defi nitie Doelgroep 01 Aandeel nieuwe
instroom
Hoeveel procent van de deelnemers in het work fi rst-project bestaat uit nieuwe instroom?
Resultaten 02 Preventieve uitstroom Deelnemers die zich wel melden bij CWI en in aanmer-king komen voor een work fi rst-project maar uiteindelijk niet deelnemen aan het work fi rst-project
03 Uitstroom naar werk Uitstroom naar reguliere baan en uitzendbaan als percentage van het totaal aantal deelnemers, verminderd met degenen die op het moment van de meting nog in traject zijn
04 Uitstroom naar opleiding
Uitstroom naar dagopleiding als percentage van het totaal aantal deelnemers, verminderd met degenen die op het moment van de meting nog in traject zijn 05 Blijvend in uitkering Doorstroom naar WWB-uitkering, zonder traject of in een
ander reïntegratietraject, als percentage van het totaal aantal deelnemers, verminderd met degenen die op het moment van de meting nog in traject zijn
06 Uitstroom UWV Uitstroom naar WW-uitkering (UWV) van het totaal aantal deelnemers, verminderd met degenen die op het moment van de meting nog in traject zijn
Effectiviteit 07 Effectiviteit preventie Van de gemeenten die aangeven preventie instroom als hoofddoel te hebben, benchmark van de preventieve uitstroom
08 Effectiviteit reïntegratie:
Van de gemeenten die aangeven uitstroom naar werk als hoofddoel te hebben, benchmark van het uitstroom-naar-werk percentage
09 Effectiviteit schadelast beperking
Van de gemeenten die aangeven schadelastbeper king als hoofddoel te hebben: overschot I-deel van 2006 als percentage van overschot I-deel van 2005
Middelen 10 WF-deel totaal budget Totaal work fi rst-budget als percentage van het totale WWB-budget
11 Ratio W-deel W-deel work fi rst als percentage van het totale work fi rst-budget.
12 Ratio co-fi nanciering Andere fi nancieringsbronnen (zoals ESF, IPW) work fi rst als percentage van totale work fi rst-budget
Uitvoering 13 Dekkingsgraad WF Aantal deelnemers in het work fi rst-project als percen-tage van het totale WWB bestand
14 Omvang werkcom ponent
Aantal uren dat gewerkt wordt als percentage van het totaal aantal uren van het work fi rst-project.
15 Omvang employability Aantal uren sollicitatieactiviteiten en training/cursus als percentage van totaal aantal uren van het work fi rst-project
16 Doorlooptijd Doorlooptijd project in weken (excl. verlenging) 17 Nazorg Omvang van het contact met niet-deelnemers (contact
na uitval, contact na uitstroom en nazorg). Schaal van 0 t/m 3, waarbij 0 is geen nazorg en 3 is contact op alle 3 momenten
18 Tijdstip start WF Termijn van start work fi rst-activiteiten na aanmelding / uitnodiging, in werkdagen.
19 Verloningsmodel Type beloning: werk met behoud van uitkering of regulier loon
20 Hoofdaannemerschap Reïntegratiebedrijf (rib), sociale werkplaats (SW-bedrijf), of sociale dienst als hoofdaannemer.
21 Maatwerk Aandeel maatwerk in werkcomponent en in aanbodver-sterkende component.
22 Sancties Type sancties
De benchmark is dus een vergelijking van 22 kencijfers van 49 work first-projec-ten over heel Nederland. Elk project kan zichzelf spiegelen of de afzonderlijke kencijfers vergelijken met de gemiddelde prestatie van de 49 projecten van de benchmark. Deze vergelijking kan op twee verschillende manieren: de vergelij-king met de selectie, en de vergelijvergelij-king met de hoogste-scores.
Bij vergelijking met de selectie krijgt elk project haar eigen kencijfer te zien en de gemiddelde kencijfers van alle 49 projecten. Zo kan een gemeente van een project zien of haar prestaties hoger of lager zijn dan de gemiddelde prestaties in de benchmark. Deze vergelijking wordt zowel in een tabelvorm als in grafiekvorm gepresenteerd op de webapplicatie. Ook kan een gemeente diverse eigen work first-projecten onderling vergelijken.
DE WEBAPPLICATIE WWW.WORKFIRSTBENCHMARK.NL
Het grootste deel van dit onderzoeksproject bestond uit het creëren van de webapplicatie voor het benchmarken van gemeentelijke work first-projecten.
Op basis van de SPSS database die gekoppeld werd aan de applicatie, zijn de analyses in dit rapport gemaakt.
Gemeenten die deelnemen aan de benchmark krijgen een loginnaam en een wachtwoord zodat ze op ieder moment de website kunnen raadplegen. Bijvoor-beeld bij een vraag van de gemeenteraad naar de kwaliteit van het eigen project of meerdere eigen work first-projecten volstaat een druk op de knop voor een print met een kernachtig overzicht van het eigen work first-project ten opzichte van vergelijkbare andere projecten.
Gemeenten die (nog) geen deelnemer aan de benchmark zijn, beschikken dus niet over een loginnaam en wachtwoord. Wel kunnen zij toegang krijgen tot de gegevens van een fictieve testgemeente via www.workfirstbenchmark.nl met behulp van de login naam ‘test’ en het wachtwoord ‘1234’.
De hoogste-score vergelijking laat voor elk project niet alleen de gemiddelde prestatie zien, maar ook het project met de laagste en de hoogste prestatie in de benchmark. Hier kan elk project dus niet alleen zichzelf vergelijken met de gemiddelde score, maar kan ook zien hoe ver de eigen score verwijderd staat van de hoogste of laagste scores in de benchmark. Een liggend staafdiagram wordt gebruikt in de applicatie om deze vergelijking weer te geven. Kortom, de projec-ten kunnen door deze vergelijkingsmogelijkheden zien waar ze goed presteren ten opzichte van de andere 48 projecten, en waar ruimte is voor verbetering, de zogenaamde performance gap.
De benchmark work first is zo opgezet dat deelnemende gemeenten alle gele-genheid krijgen tot experimenteren en van elkaar te leren. Kennis- en informa-tieuitwisseling staat centraal. Door onderlinge vergelijking in de benchmark kunnen gemeenten sneller komen tot een meer eenduidige definiëring van gegevens en daarmee tot een kwaliteitsverbetering van work first als methodiek.
De benchmark heeft niet tot doel gemeenten rekenschap af te laten leggen over bijvoorbeeld het gehanteerde reïntegratiebeleid. Door het instellen van zogenaamde vergelijkingskringen kunnen gemeenten hun work first-aanpak met referentiegemeenten (qua inwoneraantal, WWB-aantal, work first-aanpak, uitvoering) vergelijken en bediscussiëren.