• No results found

8.c Onderzoek naar heupbeschermers 8.c.1 Onderzoeksopzet

In document Signaleringsrapport hulpmiddelen 2006 (pagina 49-52)

Het onderzoek is uitgevoerd door het EMGO/VU. Op vijf spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen zijn het aantal heupfracturen, de plaats, tijdstip van de val en

risicofactoren/patiëntkenmerken geregistreerd. Op basis van onderzoeksresultaten en literatuur is een kosten-batenanalyse uitgevoerd. Hierbij is het maximale preventieve effect van heupbeschermers bij ouderen die thuis wonen of in het verzorgingshuis geschat.

Daarnaast zijn mogelijke interventies om de therapietrouw in de thuissituatie en verzorgingshuis te verhogen beschreven. Er is een update gemaakt van de beschikbare heupbeschermers op de markt, de bijbehorende kosten en de overige belangrijke ontwikkelingen op dit gebied.

8.c.2. Registratie heupfracturen en spoedeisende hulpafdelingen

Representatieve steekproef

Gedurende één jaar zijn op spoedeisende hulpafdelingen van vijf ziekenhuizen alle heupfractuurpatiënten van 70 jaar en ouder geregistreerd. De ziekenhuizen bevonden zich in drie regio’s en vormden een representatieve steekproef. Patiënten uit een verpleeghuis of bij wie de heupfractuur veroorzaakt was door een verkeersongeval of botmetastasen werden uitgesloten. Indien een patiënt van zijn fiets gevallen was zonder te botsen tegen een ander voertuig, werd dit niet als verkeersongeval beschouwd. Om het maximale preventieve effect te schatten bij thuiswonende ouderen of ouderen woonachtig in een verzorgingshuis is beraamd hoeveel heupbeschermers zouden zijn toegewezen aan de geregistreerde heupfractuurpatiënten op basis van twee bestaande risicoprofielen.

1. Het eerste profiel (Tweede Herziene Richtlijn voor Osteoporose) is ontwikkeld voor het voorspellen van osteoporose en fracturen;

2. Het tweede profiel is ontwikkeld voor het voorspellen van herhaaldelijk vallen.

Valincidenten

Totaal gaven 330 (246 vrouwen en 84 mannen) van de 379 personen, die aan de in- en exclusie criteria voldeden, toestemming voor het interview. De meeste heupfracturen traden op in de middag (37,3%). In totaal vielen 231 personen (70%) binnen en 97 personen (29%) buiten. Meer

onderzoeksresultaten zijn opgenomen in bijlage 6 bij dit rapport.

8.c.3. Preventief effect heupbeschermer

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat als heupbeschermers gegeven worden aan vrouwen met een hoog risico op fracturen, of aan vrouwen en mannen met een hoog risico op herhaaldelijk vallen, respectievelijk maximaal 48,2% en 51,7% van alle heupfracturen voorkomen kan worden.

Factoren

De volgende factoren zijn gedurende het onderzoek

geïdentificeerd en kunnen het maximale preventieve effect van heupbeschermers beïnvloeden:

1. heupfractuur is niet gevolg van een val;

2. heupfractuur is opgetreden tijdens omstandigheden die het gebruik van heupbeschermers uitsluiten (bijvoorbeeld toilet en douche);

3. heupfractuur is opgetreden tijdens de nacht;

4. heupfractuur is opgetreden bij een persoon met een laag risico (en had geen indicatie voor een heupbeschermer). Verder hangt het maximale preventieve effect af van de effectiviteit van heupbeschermer zelf en de therapietrouw met de heupbeschermer. Recent onderzoek van Van Schoor et al. (2006) laat zien dat de biomechanische eigenschappen van heupbeschermers verschillen en niet alle heupbeschermers even goed in staat zijn de kracht op de heup te reduceren.

8.c.4. Kosteneffectiviteit

Relatief risico

De vraag is hoe effectief heupbeschermers moeten zijn om het gebruik ervan kostendekkend te maken.

De onderzoekers hebben hiervoor een berekening opgesteld. Deze berekening staat beschreven in bijlage 5.

Toepassing binnen instellingen

Op grond van de gebruikte Cochrane van Parker et al. (2005) zijn de onderzoekers van mening dat heupbeschermers doelmatig lijken, indien gebruikt ter preventie van

heupfracturen bij mensen in een verzorgings- of verpleeghuis. De maximale kostenbesparing wordt geschat op € 744,- per 70-jarige in de komende 20 jaar. Dit kan gezien het grote en nog steeds toenemende aantal 70-jarigen in Nederland een besparing opleveren voor de maatschappij.

Toepassing bij thuiswonenden

Tot dusver pleiten de gegevens niet voor een interventie bij thuiswonenden die één of meerdere risicofactoren voor een heupfractuur hebben. Het toepassen van heupbeschermers bij deze groep is niet effectief en dus ook niet kosteneffectief en doelmatig. De lage therapietrouw, die vooral binnen deze groep een rol speelt, is een denkbare verklaring hiervoor.

8.c.5. Therapietrouw

De gemiddelde therapietrouw in het verzorgingshuis is 48,0% en bij thuiswonende 46,1%. De lange termijn therapietrouw is respectievelijk 43,6% en 40,0%. Waarschijnlijk draagt de aanwezigheid van verzorging bij aan een hogere therapietrouw. Een deel van de bewoners van een

verzorgingshuis wordt door de verzorging aangekleed in de ochtend. In dit geval kan de verzorging ervoor zorgen dat deze personen de heupbeschermer aantrekken.

Interventies niet effectief

Er bleken vijf studies te zijn met therapietrouw verhogende interventies. De interventies lijken niet voor een verhoogde therapietrouw te zorgen.

Op basis van interviews, enquêtes en literatuuronderzoek zijn drie algemene conclusies te trekken over het gebruik van heupbeschermers in Nederland:

• Het gebruik van heupbeschermers varieert per

zorgomgeving. In verpleeghuizen zijn heupbeschermers bekend en regelmatig aanwezig. Zelfstandig wonende ouderen of ouderen in een verzorgingshuis die heupbeschermers gebruiken zijn nauwelijks bekend. • De kennis over heupbeschermers bij hulpverleners binnen

verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties is matig tot slecht.

• Hulpverleners en ouderen spreken over verschillende barrières om heupbeschermers te (blijven) gebruiken: de onkosten, de beeldvorming, het gebrek aan (informatie over) effectiviteit en therapietrouw en de meerwaarde (positieve bekrachtiging) voor ouderen. Daarnaast zijn barrières aanwezig zoals het draagcomfort en

organisatorische aspecten en procedures.

8.c.6. Kosten heupbeschermers

De prijs voor heupbeschermers varieert tussen de € 20,54 en € 205,37. De meeste heupbeschermers bestaan uit een paar broeken en één paar beschermers. Uit biomechanisch onderzoek blijkt dat harde heupbeschermers beter beschermen tegen heupfracturen dan zachte

heupbeschermers. Er zijn echter ook aanwijzingen dat de therapietrouw bij zachte heupbeschermers hoger is vanwege het draagcomfort.

8.c.7. Algemene conclusie onderzoekers

Geen risicoreductie in thuissituatie

Heupbeschermers lijken met name effectief in het verpleeg- en verzorgingshuis. In de thuissituatie werd geen risicoreductie gevonden. Het is zeer waarschijnlijk dat de effectiviteit van de heupbeschermer verhoogd kan worden door verbetering van de therapietrouw. Er is echter nog zeer weinig bekend over de effectiviteit van interventies ter verhoging van de

therapietrouw. Heupbeschermers worden nauwelijks gebruikt in Nederlandse verzorgingshuizen en zijn relatief onbekend in thuiszorgorganisaties. Gezien de gegevens over de effectiviteit en kosteneffectiviteit van heupbeschermers in het

verzorgingshuis adviseren de onderzoekers een actieve implementatie in deze setting. Het vergroten van de kennis over de heupbeschermers lijkt hierbij een belangrijke eerste stap.

In document Signaleringsrapport hulpmiddelen 2006 (pagina 49-52)