• No results found

1. OVERZICHT LOCATIE

1.5 C OACHING

Elke pedagogisch medewerker wordt individueel en in teamverband gecoacht door een pedagogisch coach. Per fulltime formatieplaats wordt minimaal 10 uur coaching per jaar berekend. Voor kindercentrum Het Louvre zal in 2020 70,3 uur worden geïnvesteerd.

Daarnaast houdt de pedagogisch beleidsmedewerker zich bezig met de ontwikkeling van het pedagogisch beleid.

Per LRK nummer wordt hier minimaal 50 uur per jaar berekend. Voor kindercentrum Het Louvre is dit 100 uur per jaar.

Op Pré-school Saron zal een HBO pedagogisch coach minimaal 4 uur aanwezig zijn per week op de groep om de pedagogisch medewerkers extra te begeleiden met het VE-aanbod. Op peutergroep de Steentjes staat minimaal 4 uur per week een HBO medewerker om het VE programma goed te implementeren op de groep en de medewerkers hierbij te ondersteunen.

Groep: Coaching Beleidswerk

Kinderdagverblijf 53,9 50 uur

BSO 16,4 50 uur

8 2. INFORMATIE KINDERDAGVERBLIJF

2.1 KINDGEGEVENS

2.1.1 MAP KINDGEGEVENS

In een afgesloten kast in het BSO lokaal ligt een map met kindgegevens. Daarin is per kind terug te vinden: Een intakeformulier met daarop vermeld de persoonlijke gegevens van de ouder(s)/verzorger(s) (naam, adres, werk, huisarts, gezinssamenstelling, religie, etc.) en bijzonderheden over het kind (naam, geboortedatum en medische bijzonderheden). Ook worden hierin de observaties of andere bijzonderheden van het kind bewaard. Wanneer een kind het kinderdagverblijf verlaat zullen deze gegevens meegegeven worden aan de ouders of met toestemming van de ouders overgedragen worden aan de basisschool. De mappen zijn niet toegankelijk voor andere ouders. Wanneer een ouder gegevens willen inzien van hun eigen kind zal dit aangevraagd worden bij de pedagogisch medewerker en zij zal de gegevens aanleveren.

2.1.2 OBSERVATIEFORMULIEREN

In de periode dat uw kind Het Louvre bezoekt, wordt eens per jaar een kind bespreking gehouden met de ouder(s)/verzorger(s). Aan de hand van een in te vullen observatieformulier door de pedagogisch medewerker wordt een “momentopname” gemaakt van de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van het kind. In alle rust komen alle aspecten van die ontwikkeling ter sprake en kunnen ervaringen worden uitgewisseld hoe het kind thuis en bij Het Louvre is. Op verzoek van ouder of pedagogisch medewerker kan een kind bespreking vaker gehouden worden. De gegevens worden door pedagogisch medewerkers verzameld en bijgehouden. De gegevens mogen ingezien worden door ouder(s)/verzorger(s) en alleen in overleg met hen aan derden worden getoond.

Naast het observatieformulier wordt ook de CITO-taaltoets afgenomen bij kinderen vanaf 3 jaar. De uitkomst van deze taaltoets zal naar ouders gecommuniceerd worden in het 10-minuten gesprek. Zie 3.5 voor verdere uitwerking hiervan.

2.1.3 OVERDRACHTSCHRIFT

In het overdrachtschrift worden per dag de bijzonderheden van de aanwezige kinderen opgeschreven en de bijzonderheden die op de groep gebeuren of zijn gebeurd. Dit overdracht schrift is alleen bestemd voor de pedagogisch medewerkers en stagiaires.

2.1.4 OUDERPORTAAL

Er wordt gewerkt met een ouderportaal (iPad), waarin ouders gedurende de dag op de hoogte worden gehouden van het welzijn van hun kind(eren). Via dit ouderportaal worden eet- en slaapritmes gecommuniceerd en kunnen er ook (foto)verslagen van de dag worden doorgegeven. Daarnaast wordt er uiteraard bij het halen en brengen ook een mondelinge overdracht gegeven.

2.1.5 PORTFOLIO

Op peutergroep de Steentjes werken wij met het gezinsportfolio. Het gezinsportfolio is een verzamelmap van werkjes, informatie en foto’s. De inhoud wordt zowel op de peutergroep als thuis verzameld. Het gezinsportfolio is een middel om betekenisvolle gesprekken met de peuters te voeren. Spelenderwijs wordt zo de woordenschat uitgebreid waarbij de peuters een groot deel van de onderwerpen zelf aandragen d.m.v. het gezinsportfolio. Dit zijn gebeurtenissen uit de belevingswereld van de peuters. De map wordt per thema mee naar huis gegeven zodat de ouders nauw betrokken blijven bij het portfolio. In deze map worden de individuele maandelijkse hulpplannen toegevoegd, zodat de ouders op de hoogte zijn van onze de door ons gestelde doelen.

In de map bevindt zich ook de woordkaart en een themaplanner, met als doel om ouders de kans te geven om ook thuis actief met het kind te oefenen en zo een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling.

9 2.2 GEWENNINGSPROCEDURE

Wanneer kinderen opgevangen worden zal er een gewenningsperiode vooraf plaatsvinden. Dit geldt zowel voor het kind als de ouder. De hechting van kinderen aan de pedagogisch medewerkers is essentieel voor de basis van een prettig verblijf. De gewenningsprocedure voor het kinderdagverblijf is te vinden in bijlage 4.

In deze bijlage wordt ook beschreven hoe de kinderen doorstromen van de verticale groep naar de peutergroep, van de peutergroep naar de basisschool, van het kinderdagverblijf naar de buitenschoolse opvang.

2.3 OBSERVATIEMETHODE EN DOORLOPENDE LEERLIJN

Om een goed inzicht te krijgen van de taalontwikkeling van de peuters nemen we minimaal 3x per jaar de cito taaltoets af. Dit met een leeftijd van 3 jaar en leeftijd van 3 jaar en 5 maanden en een leeftijd van 3 jaar en 10 maanden. Alle peuters van kindercentrum Het Louvre worden door ons getoetst. De scores worden bijgehouden op een scoreoverzicht en in een grafiek ingevuld om zo de vorderingen van het kind zichtbaar te maken.

De doorlopende leerlijn van het kinderdagverblijf naar het basisonderwijs wordt d.m.v. de volgende punten gewaarborgd:

• KDV groepen werken met een observatiesysteem die meerdere malen wordt ingevuld. Deze observatie dient als:

1. Instrument om belangrijke informatie over de ontwikkeling van de peuter door te geven aan de basisschool

2. Als leidraad voor een gesprek met ouders over de ontwikkeling van hun kind.

3. Hulpmiddel om op systematische wijze de eigen kijk op een kind in kaart te brengen.

4. De doorgemaakte ontwikkeling wordt zichtbaar omdat het observatiesysteem meerdere malen wordt ingevuld

5. Middel om collegiaal overleg tussen pedagogisch medewerkers en leerkrachten te vergemakkelijken

• De observatiegegevens worden met 3.9 jaar afgerond en in overleg met en na toestemming van ouders naar de basisschool verstuurd.

• Alle kinderen worden middels een warme overdracht aan de basisschool overgedragen. Een warme overdracht is het doorgeven en bespreken van informatie over een kind. De mentor van het betreffende kind is hiervoor verantwoordelijk.

• Er wordt gewerkt met het gecertificeerde VE-programma ‘Peuterplein’. Dit programma brengt de vier belangrijkste domeinen; taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele ontwikkeling aanbod. Dit gecertificeerde programma wordt aan alle kinderen van peutergroep de Steentjes aangeboden. Er is bewust gekozen voor deze methode zodat dit aansluit op de methode ‘Kleuterplein’ die door de Sjalomschool wordt gebruikt en ingezet in de kleuterklassen.

• Elke 6 weken is er overleg tussen de pedagogisch medewerkers en de kleuterspecialist van de Sjalomschool.

• Er wordt nauw overleg gepleegd met de intern begeleider van de basisschool, dit altijd in overleg met ouders.

• Om de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen te waarborgen is er een samenwerking tussen verschillende (educatieve) partners zoals; bibliotheek, welzijn Capelle, CJG, kinderlab, basisonderwijs.

We gebruiken elkaars krachten in het netwerk en daarmee vergroten we de ontwikkelingskansen van kinderen.

2.4 RUIMTE EN DAGINDELING

Zie voor een overzicht van een voorbeeld dagindeling Bijlage 1.

10 2.5 HALEN EN BRENGEN

- De basisopeningstijden van Kindercentrum Het Louvre zijn van 7.30 – 18.00 uur. Echter indien gewenst kan dit in het contract worden uitgebreid naar 7.00 – 19.00 uur opvang

- Brengen kan tussen 7.00 uur en 09.00 uur. Informatieoverdracht van ouder(s)/verzorger(s) naar de pedagogisch medewerker. Als een kind op de opvang dag na 9.30 uur nog niet gebracht is wordt door Kindercentrum het Louvre zelf contact opgenomen.

- Indien het kind voor 16.00 uur gehaald wordt, verzoeken we ouder(s)/verzorger(s) dit bij het brengen te vermelden of even te bellen.

- Voor de kinderen worden gehaald heeft de pedagogisch medewerker de schriftjes en evt. de flesjes in de desbetreffende mandjes gestopt.

- Voor het halen controleert de pedagogisch medewerker nog een keer of de gezichtjes en de neusjes schoon zijn en of er volle luiers zijn.

- Als een kind 3 keer te laat wordt gehaald dient een dagdeel extra te worden betaald. De keren dat ouder(s)/verzorger(s) te laat komen wordt bijgehouden op de presentielijsten met de handtekening van de ouders erbij.

- Wanneer een kind niet wordt opgehaald door ouders, moet dit vooraf aan de pedagogisch medewerkers gemeld zijn. Is dit niet het geval bellen wij de ouders eerst op voordat we het kind meegeven aan de persoon die hem op komt halen.

- Bij het halen en brengen zorgen de pedagogisch medewerkers voor een goede en warme overdracht.

Om dat te kunnen realiseren vragen wij de ouders om uiterlijk 17.50 uur aanwezig te zijn. Wanneer dat niet mogelijk kan zijn zal de overdracht aan de ouders gedaan kunnen worden door een pedagogisch medewerker die deze dag niet op de groep aanwezig was.

Het Louvre is gesloten op bijzondere feestdagen zoals1ste en 2de kerstdag, nieuwjaarsdag, Hemelvaartsdag, 2e paasdag, 2e pinksterdag en koningsdag.

2.6 BUITENSPELEN

Bij het buitenspelen is er altijd een pedagogisch medewerker aanwezig. De kinderen van het kinderdagverblijf en pré-school Saron spelen op een afgesloten plein. De kinderen van de BSO spelen op het grote plein van de Sjalomschool. Bij het buitenspelen zijn te allen tijde de hekken gesloten. Er wordt naar gestreefd om elke dag met de kinderen naar buiten te gaan. Buiten worden er verschillende activiteiten aangeboden maar is er vooral ook ruimte voor vrij spel.

2.7 MAXIMAAL DRIE UUR PER DAG AFWIJKEN VAN HET BKR

Binnen de kinderopvang zijn wettelijke regels voor het aantal kinderen wat per pedagogisch medewerker aanwezig mag zijn. Dit verschilt per leeftijdsgroep, bijvoorbeeld; één pedagogisch medewerker mag zorgdragen voor 3 kinderen van 0-1 jaar of bijvoorbeeld voor 8 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar.

Bij een aaneengesloten openstelling van 10 uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste Beroepskracht-Kind-Ratio (BKR). Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In onderstaand schema is inzichtelijk hoe de dagindeling eruitziet:

07.00 uur – 13.00 uur Niet afwijken

13.00 uur - 15.00 uur Afwijken tijdens pauzes 2 uur

14.30 uur - 17.00 uur Niet afwijken

11

17.00 uur - 18.00 uur Afwijken 1 uur

18.00 uur - 19.00 uur Niet afwijken

2.8 BIJ WELKE (SPEL)ACTIVITEITEN KINDEREN HUN STAMGROEP VERLATEN EN HOE DAT IS GEORGANISEERD

De kinderen verlaten in de volgende gevallen hun stamgroep:

• Wanneer zij gaan buitenspelen

• De kinderen verlaten incidenteel de stamgroep tussen 13.00 en 14.30 uur. Op sommige dagen zijn er minder kinderen op de groep, waardoor er één pedagogisch medewerker op de groep wordt ingedeeld.

Wanneer er op de andere groep ook maar één pedagogisch medewerker wordt ingedeeld zullen deze twee groepen samenvoegen tijdens de periode dat er een medewerker pauze neemt.

• Soms maken wij een uitstapje, wij lopen een rondje door de natuur (het Schollebos) en stoppen even bij een speeltuin. Kinderen krijgen dan altijd een polsbandje met hun naam erop en het telefoonnummer van het kindercentrum. Ook gaan er minimaal twee pedagogisch medewerkers mee. Ook maken wij gebruik van het speellokaal van de Sjalomschool. Wij gaan hierheen d.m.v. het evacuatiekoord en er gaan minimaal 2 pedagogisch medewerkers mee. Een uitstapje vindt alleen plaats tussen de basisactiviteiten om 10.15 uur-11.30 uur en 15.15 uur-16.30 uur.

• Op dinsdagochtend maken wij incidenteel gebruik van de dansruimte in het aangrenzende Kinderlab. De kinderen lopen door de school aan een evacuatiekoord naar de ruimte. Deze activiteit duurt van 10.00 tot 10.30 uur

2.9 VIEROGENPRINCIPE

Elke kinderopvangorganisatie moet voldoen aan het zogenoemde vierogenprincipe. Dit betekent dat de houder van een kindercentrum de dagopvang op zodanige wijze organiseert, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

Het doel en de betekenis van het vierogenprincipe is het creëren van een open aanspreekcultuur binnen de kinderopvangorganisatie tussen houder, medewerkers en ouders. Het beleid met betrekking tot het vierogenprincipe staat in het Beleid Veiligheid en Gezondheid.

2.10 HUISREGELS

Op het kinderdagverblijf gelden een aantal basisregels. Deze regels zijn als volgt;

1. We zijn lief voor elkaar.

2. We respecteren elkaar.

3. Als de juf of een ander kind praat, zijn wij stil en luisteren we goed.

4. We ruimen het speelgoed op, voordat we iets anders kiezen.

5. Op de gang proberen we stil te zijn.

6. Je speelt met het speelgoed zoals het hoort.

Voor de locatie specifieke regels zie; Beleid Veiligheid en Gezondheid.

12 3. INFORMATIE PRÉ-SCHOOL SARON

3.1 KINDGEGEVENS 3.1.1 MAP KINDGEGEVENS

In een afgesloten kast in het BSO lokaal ligt een map met kindgegevens. Daarin is per kind terug te vinden: Een intakeformulier met daarop vermeld de persoonlijke gegevens van de ouder(s)/verzorger(s) (naam, adres, werk, huisarts, gezinssamenstelling, religie, etc.) en bijzonderheden over het kind (naam, geboortedatum en medische bijzonderheden). Ook worden hierin de observaties of andere bijzonderheden van het kind bewaard. Wanneer een kind het kinderdagverblijf verlaat zullen deze gegevens meegegeven worden aan de ouders of met toestemming van de ouders overgedragen worden aan de basisschool. De mappen zijn niet toegankelijk voor andere ouders. Wanneer een ouder gegevens willen inzien van hun eigen kind zal dit aangevraagd worden bij de pedagogisch medewerker en zij zal de gegevens aanleveren.

3.1.2 OBSERVATIEFORMULIEREN

In de periode dat uw kind Het Louvre bezoekt, wordt eens per jaar een kind bespreking gehouden met de ouder(s)/verzorger(s). Aan de hand van een in te vullen observatieformulier door de pedagogisch medewerker wordt een “momentopname” gemaakt van de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van het kind. In alle rust komen alle aspecten van die ontwikkeling ter sprake en kunnen ervaringen worden uitgewisseld hoe het kind thuis en bij Het Louvre is. Op verzoek van ouder of pedagogisch medewerker kan een kind bespreking vaker gehouden worden. De gegevens worden door pedagogisch medewerkers verzameld en bijgehouden. De gegevens mogen ingezien worden door ouder(s)/verzorger(s) en alleen in overleg met hen aan derden worden getoond.

Naast het observatieformulier wordt ook de CITO-taaltoets afgenomen bij kinderen vanaf 3 jaar. De uitkomst van deze taaltoets zal naar ouders gecommuniceerd worden in het 10-minuten gesprek. Zie 3.5 voor verdere uitwerking hiervan.

3.1.3 OVERDRACHTSCHRIFT

In het overdrachtschrift worden per dag de bijzonderheden van de aanwezige kinderen opgeschreven en de bijzonderheden die op de groep gebeuren of zijn gebeurd. Dit overdracht schrift is alleen bestemd voor de pedagogisch medewerkers en stagiaires.

3.1.4 PORTFOLIO

Op Pré-school Saron werken wij met het gezinsportfolio. Het gezinsportfolio is een verzamelmap van werkjes, informatie en foto’s. De inhoud wordt zowel op de peutergroep als thuis verzameld. Het gezinsportfolio is een middel om betekenisvolle gesprekken met de peuters te voeren. Spelenderwijs wordt zo de woordenschat uitgebreid waarbij de peuters een groot deel van de onderwerpen zelf aandragen d.m.v. het gezinsportfolio. Dit zijn gebeurtenissen uit de belevingswereld van de peuters.

De map wordt per thema mee naar huis gegeven zodat de ouders nauw betrokken blijven bij het portfolio. In deze map worden de individuele maandelijkse hulpplannen toegevoegd, zodat de ouders op de hoogte zijn van onze de door ons gestelde doelen.

In de map bevindt zich ook de woordkaart en een themaplanner, met als doel om ouders de kans te geven om ook thuis actief met het kind te oefenen en zo een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling.

3.2 GEWENNINGSPROCEDURE

Wanneer kinderen opgevangen worden zal er een gewenningsperiode vooraf plaatsvinden. Dit geldt zowel voor het kind als de ouder. De hechting van kinderen aan de pedagogisch medewerkers is essentieel voor de basis van een prettig verblijf. De gewenningsprocedure voor de pré-school is te vinden in bijlage 4.

In deze bijlage wordt ook beschreven hoe de kinderen doorstromen van de pré-school naar de basisschool.

13 3.3 RUIMTE EN DAGINDELING

Zie voor een overzicht van een voorbeeld dagindeling Bijlage 1.

3.4 VE PROGRAMMA PRÉ-SCHOOL SARON

Om de taal- en ontwikkelingsachterstand bij de doelgroep van het onderwijsachterstandbeleid te voorkomen, bieden wij een VE programma aan. Er wordt nauw samengewerkt met het Centrum Jeugd en Gezin, die de doelgroep kinderen verwijst, en met de Sjalomschool. Kindercentrum Het Louvre werkt met de VE-methode

‘Peuterplein’. Dit sluit aan bij de methode die de Sjalomschool gebruikt, namelijk ‘Kleuterplein’.

Peuterplein is een thematisch speelleerprogramma, gericht op kinderen van 0-4 jaar en sluit aan op het programma Kleuterplein voor de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. Peuterplein is een compleet programma met gevarieerde activiteiten waarin alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd kunnen worden die voor kinderen van 0-4 jaar van belang zijn: zoals taal, voorbereidend rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, motoriek en expressie.

• Taal en woordenschat: Jonge kinderen zijn nog volop bezig met het onder de knie krijgen van de moedertaal. Ze leren brabbelen, gaan voorwerpen, mensen en acties benoemen en maken steeds ingewikkeldere zinnen. Voor de peuters zijn er in elk thema activiteiten waarin gericht gewerkt wordt aan praten en luisteren, zich uitdrukken en meedoen aan een gesprek. De mondelinge taalvaardigheid is een belangrijk middel om de taalontwikkeling te stimuleren.

• Voorbereidend rekenen: In de peuterperiode is het van belang om ook aandacht te besteden aan voorbereidend rekenen. Voorbereidend rekenen wordt ook wel ‘ontluikende gecijferdheid’ genoemd. In de leeftijd van 0-4 jaar zijn kinderen druk bezig met het leren labelen, groeperen en categoriseren van voorwerpen. De kinderen ontdekken vormen en ruimte. Tellen en getalbegrip beginnen zich bij peuters te ontwikkelen. In peuterplein besteden we aandacht aan activiteiten voor tellen en getalbegrip, meten en ruimte en vormen. Deze zijn in de activiteiten verwerkt.

• Motoriek: Onder motoriek vallen zintuiglijke waarneming, beweging en fijne motoriek. Bij peuters is de motoriek nog erg gericht op het ontwikkelen van spierkracht en het maken van grote bewegingen met armen en benen en het bewegen in de ruimte. Bewegen op muziek is voor peuters heel stimulerend. In de bewegingsactiviteiten van peuterplein werken we aan plezier hebben in bewegen, sterker worden, balans, springen, lopen, spelen met de bal en bewegen op muziek.

Voor de ontwikkeling van de fijne motoriek is het belangrijk om peuters regelmatig activiteiten aan te bieden met materialen zoals; klei, tekenmaterialen, verf en kwasten. Elk thema bevat één activiteit voor de fijne motoriek die vrij is van opzet en echt gericht op het oefenen met de handen en de vingers of het verkennen van de materialen en de zintuiglijke waarneming. Vooral voor de jonge peuters is het belangrijk dat zij veel ruimte krijgen om te experimenteren, verkennen en oefenen.

• Wereldoriëntatie: Het verkennen van de wereld gebeurt bij jonge kinderen volledig vanuit het ‘ik’. Het kind zelf staat centraal. De thema’s van peuterplein zijn daarom bewust ‘klein’. Dat wil zeggen dat ze zijn opgezet vanuit de ervaringen van het kind, gericht op de directe wereld om hem heen. Het benoemen van alle mensen en voorwerpen om hem heen en gebeurtenissen die het kind meemaakt, spelen een belangrijke rol bij het zicht krijgen op de wereld. Alle activiteiten van peuterplein staan inhoudelijk in het teken van het wereld oriënterende thema.

• Sociaal-emotionele ontwikkeling: In peuterplein werken we aan vier competenties; zelfkennis, zelfvertrouwen, rekening houden met anderen, samen spelen/werken.

Het is belangrijk dat kinderen deze competenties leren te ontwikkelen. In de activiteiten wordt daar veel aandacht aan besteed. Kinderen leren troost en hulpen zoeken als zij dat nodig hebben en we besteden aandacht aan trots zijn op de eigen prestaties.