• No results found

Burgeroorlog tussen Septimius Severus en Pescennius Niger (193-194)

Hoewel het onlogisch lijkt de burgeroorlog tussen Septimius Severus en Pescennius Niger bij de Nervisch-Antonijnse dynastie te plaatsen vormde deze wel het einde van deze dynastie, waarna de Severische dynastie een frisse start maakte.

198 Cassius Dio, Ῥωµαϊκὴ ἱστορία 79.7.3 en Wheeler, ‘Legio XV Apollinaris’ 301 en 302 199

Tijdens de burgeroorlog om het keizerschap was Pescennius Niger in Syria in 193 een van de troonpretendenten; Septimius Severus was zijn belangrijkste rivaal. Niger stuurde berichten naar gouverneurs om alle toegangspunten en havens te bewaken. Hij verzamelde soldaten uit de kampen in het oosten en er werden nieuwe soldaten geworven. De passen in het Taurusgebergte werden gebarricadeerd met sterke muren en andere versterkingen om zo de oostelijke wegen te beschermen. Uit de moeite die Septimius Severus later had bij het overwinnen van de versterkingen wordt duidelijk hoe vaardig de Romeinen waren in het construeren van goede verdedigingswerken. Niger vroeg om bondgenootschappen met de Parthen, Armenië en Hatra; Armenië bleef, mogelijk vanwege de neutrale of Septimius Severus gezinde houding van het aangrenzende Cappadocia, neutraal terwijl hij van de Parthen en Hatra bondgenotentroepen kreeg. Pescennius Niger probeerde dus goede relaties aan te gaan met belangrijke volken in het oosten. Een goede relatie met de Parthen was belangrijk als hij tegen Septimius Severus zou strijden, aangezien die van de burgeroorlog konden profiteren door het Romeinse rijk aan te vallen, en het was ook belangrijk dat Armenië, dat immers aan het Romeinse rijk grensde, hem niet slecht gezind zou zijn. Het lijkt er echter wel op dat Armenië wegens de keuzevrijheid die het land bezat geen vazalkoninkrijk meer was maar eerder een bondgenoot. Hoewel Hatra onafhankelijk was lag deze stad verder weg; mogelijk was het verkrijgen van bondgenotentroepen voor Niger de belangrijkste reden voor een bondgenootschap met deze stad.200

In 194 vonden in Asia Minor verschillende veldslagen plaats tussen de troepen van Pescennius Niger en Septimius Severus. Cassius Dio geeft een kleine beschrijving van een van die gevechten, waarbij sommige soldaten met elkaar vochten, andere vanaf hoogten stenen en werpsperen wierpen en weer andere vanuit boten op een meer schoten. Nigers leger verloor echter telkens.201 Vervolgens vochten hun troepen bij Issus, waaruit de Romeinse strijdwijze op te maken is. Pescennius Niger had vooraan zijn zwaarbewapende troepen geplaatst, daarachter zijn speerwerpers en λιθοβόλοι (steenwerpers) en daarachter zijn boogschutters. Achter de troepen plaatste hij de bagagedragers (σκευοφόρα) zodat zijn soldaten nergens heen konden indien ze de neiging kregen om te vluchten. Septimius Severus’ leger had eenzelfde soort opstelling, met die uitzonderingen dat hij zijn cavalerie beval om Pescennius Nigers flank aan te vallen en zijn zwaarbewapende soldaten in een testudo de

200 Cassius Dio, Ῥωµαϊκὴ ἱστορία 73.14.3 en 4, Hērōdianos, Ἱστορίαι 3.1.1-4, 3.1, 2 en 6-7 en Wheeler, ‘Legio

XV Apollinaris’ 269

201

vijand liet naderen.202 Deze oppervlakkige beschrijvingen lijken op eerdere beschrijvingen van het Romeinse leger in actie; de infanterie vormde de kern van de legers en werd ondersteund door lichtbewapenden. Pescennius Niger verloor en nadat Antiochië door Septimius Severus’ troepen was ingenomen probeerde hij naar de Eufraat, richting de Parthen, te vluchten; hij werd onderweg echter vermoord en zijn aanhangers werden vervolgens door Septimius Severus gestraft. Veel van Nigers soldaten wilden de Tigris oversteken en overlopen naar de Parthen om zo aan Septimius Severus te ontkomen; daarom verleende deze hen amnestie. Velen waren echter al overgestoken; volgens Hērōdianos leerden de Parthen zo bepaalde (Romeinse) wapens te maken en ermee te vechten.203 Mogelijk, indien deze vluchtelingen werkelijk zulke grote veranderingen teweeg brachten, werd het voor de Romeinen moeilijker om tegen de Parthen te vechten, vanwege de verhoogde diversiteit en daarmee inzetbaarheid van de Parthische troepen. De vraag is echter wat de invloed van deze vluchtelingen werkelijk was.

Men kan dus concluderen dat de oostgrens door de burgeroorlog verzwakt was maar door de gesloten bondgenootschappen ook beschermd werd. Mogelijk, doch dat is onzeker, had deze burgeroorlog echter gevolgen waardoor het Parthische leger sterker werd.

De Nervisch-Antonijnse dynastie (96-192)

De Nervisch-Antonijnse dynastie begon met het ietwat revolutionaire beleid van Trajanus; naast de creatie van Arabia Petraea, waardoor een relatief rechte grens van de Eufraat naar de Rode Zee liep, werden de provincies Armenia en Mesopotamia met daaromheen nieuwe vazalkoninkrijken gecreëerd. Deze Parthische oorlog was mogelijk uitgelokt doordat de Parthen onrechtmatig een koning op de Armeense troon hadden geplaatst, maar het resultaat was hoogstwaarschijnlijk niet enkel een reactie daarop. Het lijkt erop dat Trajanus van de Parthische binnenlandse conflicten gebruik probeerde te maken om de Romeinse oostgrens deels naar de Tigris te verschuiven, waardoor de Parthische positie verzwakt maar de Romeinse oostgrens verlengd werd, en een Romeins gezinde vorst op de Parthische troon te krijgen. Rond zijn dood bleek dat laatste echter te mislukken en Hadrianus herstelde, ook vanwege andere factoren, grotendeels de oude situatie, waarbij de Romeinse grens grotendeels langs de Eufraat liep, en sloot vrede met de Parthen. Daardoor was de Romeinse oostgrens goed beveiligd. Antoninus Pius liet de oostgrens zoals die was en behield de

202 Wat betreft de λιθοβόλοι kan het hier, aangezien het simpelweg om ‘steenwerpers’ gaat, personen die stenen

gooiden of apparaten die stenen wierpen of afschoten betreffen. Cassius Dio, Ῥωµαϊκὴ ἱστορία 74.7.2-5

203

vredige situatie in het oosten. Mogelijk werd Armenië weer een Romeins vazalkoninkrijk. Marcus Aurelius reageerde op een Parthische inval door duidelijk te maken dat dat niet werd geaccepteerd; de Romeinen overwonnen de Parthen en de rollen werden omgedraaid. Hij behield echter de oude grens maar voegde wel Osroëne en Nisibis (en waarschijnlijk dus ook een deel van Mesopotamië) aan de Romeinse invloedssfeer toe, waarmee Nisibis mogelijk een soort bolwerk tegen de Parthen werd. Ook werd Armenië weer een Romeins vazalkoninkrijk. Tijdens de Nervisch-Antonijnse dynastie werd de Romeins-Parthische grens dus zo ongeveer gehouden zoals die was; Arabia Petraea werd echter aan het Romeinse rijk toegevoegd, waardoor er een redelijk rechte grens tussen de Eufraat en de Rode Zee ontstond, en er werd in Mesopotamië een soort Romeins bolwerk gecreëerd, wat Trajanus mogelijk al probeerde maar ten tijde van Marcus Aurelius ongeveer lukte.

Wat betreft het Romeinse leger is te zien dat het eigenlijk net zo functioneerde als in de tijd van Josephus; de hulp- en bondgenotentroepen ondersteunden de Romeinse infanterie en maakten het Romeinse leger meer divers en bruikbaarder, terwijl het aanpassingsvermogen ervan mogelijkheden bood tegen verschillende vijanden. Mogelijk waren de troepen wel iets meer divers geworden, zoals men kan zien als men de onderverdeling bij de ‘Romeinse cavalerie’ vergelijkt met de legionaire cavalerie uit Josephus’ tijd.