• No results found

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

In document Referentiekader Caribisch Nederland (pagina 24-30)

Bonaire, Sint Eustatius en Saba liggen alle drie in het Caribisch gebied en hebben alle drie dezelfde positie en taken als openbaar lichaam. Voor het berekenen van referentiekosten voor de eilandelijke taken is een beeld van de verschillen en overeenkomsten tussen de eilanden van belang. In dit hoofdstuk geven we in de eerste paragraaf een grove schets van de eilanden. In de tweede paragraaf relateren we deze kenmerken aan de omrekeningsfactoren voor de vrije uitkering. In figuur 2 is een kaart opgenomen van het Caribisch gebied.

Figuur 2 Ligging Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het Caribisch gebied

4.1 De eilanden 4.1.1 Bonaire

Het eiland Bonaire is 40 km lang, 10 km breed en heeft een oppervlakte van 288 km2. Daarmee heeft Bonaire een groot oppervlakte ten opzichte van de andere twee eilanden. Ook ten opzichte van een Europees Nederlandse gemeente heeft Bonaire een groot oppervlak. Het eiland heeft een paar

belangrijke landnatuurgebieden, zoals de

Washington Slagbaai in het Noorden. Daarnaast is er ook een onderwaterpark. Bonaire ligt in de buurt van Curaçao en Aruba, maar op een afstand van 900 km van Sint Eustatius en Saba. Bonaire heeft een internationaal vliegveld en een zeehaven.

De mensen Bonaire heeft eind 2011 circa 16.000 inwoners. De meeste mensen wonen in Kralendijk of Rincon. Er zijn circa 2.950 leerlingen op het eiland. Deze kunnen naar het voortgezet onderwijs (ook VWO is aanwezig) en naar het MBO. Voor andere opleidingen moeten leerlingen naar een ander eiland. Toerisme, de haven en bouw bieden werkgelegenheid, evenals de lokale en

Rijksoverheid. Het toerisme is enerzijds gericht op toeristen die voor duiken en/of de

landnatuurgebieden komen. Anderzijds leggen er vaak cruiseboten aan. De inflatie op Bonaire is over 2010 1,4% en over 2011 5,9% (voorlopig cijfer CBS Statline, november 2011).

Organisatie Het openbaar lichaam Bonaire heeft een gezaghebber, drie gedeputeerden en negen eilandsraadsleden. Bonaire kent veel bestuurlijke wisselingen. De organisatie heeft momenteel ruim 400 medewerkers. Een aantal eilandelijke taken wordt verricht door overheids NV’s of stichtingen. Er zijn NV’s voor toerisme, de luchthaven, water & elektriciteit en enkele andere taken. Bij de stichtingen gaat het om de kinderopvang, arbeidsparticipatietrajecten,

natuurbescherming en de woningbouwstichting. Voor een aantal andere taken zijn plannen voor het op afstand zetten van taken in bijvoorbeeld stichtingen. Het gaat dan om de bibliotheek en sport.

Prioriteiten De beleidsonderwerpen in de begroting 2012 waar het hoogste budget in omgaat zijn beheer openbare ruimte (wegen, pleinen), afval, stimulering economische sectoren / toerisme en toezicht en handhaving. Met Europese Unie-middelen en andere incidentele middelen wordt een riolering aangelegd. Met USUNA/SEI middelen is vooral geïnvesteerd in infrastructuur (wegen, sport), arbeidsparticipatietrajecten en stimulering toerisme.

Aandachtspunten van Bonaire zijn de wegen, waaronder het verharden van wegen in

woonwijken, het milieu, arbeidsparticipatie, armoedebestrijding in brede zin en de preventieve gezondheidszorg (verslavingszorg).

4.1.2 Sint Eustatius

Het eiland Sint Eustatius is 8 bij 3 km en heeft een oppervlakte van 21 km2. Daarmee is Sint Eustatius aanmerkelijk kleiner dan Bonaire. Sint Eustatius heeft aan de zuidkant van het eiland de krater de Quill. Deze krater en zijn omgeving zijn een natuurpark. De noordkant van het eiland is

eveneens bergachtig. In het midden ligt Oranjestad, waar de meeste mensen wonen. In het

heuvelgebied aan de noordkant bevindt zich Nustar, een Amerikaans olieoverslag bedrijf. Ook het water rond Sint Eustatius is een natuurpark.

Sint Eustatius heeft een zeehaven en een luchthaven.

De mensen Sint Eustatius heeft eind 2011 circa 3.750 inwoners. Er zijn circa 700 leerlingen. Voor hoger onderwijs en sommige MBO-opleidingen, gaan leerlingen weg van Sint Eustatius. De grootste werkgevers op het eiland zijn het openbaar lichaam en Nustar. De haven en toerisme zijn bronnen van inkomsten voor het eiland. Toeristen komen voor duiken, het natuurpark en voor het historische stadje. Oranjestad is een oude vestingstad met vele historische huizen, gebouwen en begraafplaatsen.

Sint Eustatius probeert landbouw te stimuleren. Tot de jaren ’50 was landbouw een belangrijke

economische sector op het eiland. De inflatie op Sint Eustatius is momenteel zeer hoog: 11,2% najaar 2011 ten opzichte van najaar 2010. In 2010 was de inflatie 1,6%.

Organisatie Het openbaar lichaam Sint Eustatius heeft een gezaghebber, twee gedeputeerden en vijf eilandsraadsleden. Sint Eustatius kent veel bestuurlijke wisselingen. De organisatie heeft momenteel circa 200 medewerkers. Diverse eilandelijke taken worden verricht door stichtingen.

Het gaat bijvoorbeeld om de bibliotheek, woningbouwstichting, museum, archeologiestichting, monumentenzorg, natuurpark en kinderopvang. Veelal zorgen deze stichtingen voor het gebouw en programmageld en betaalt het openbaar lichaam de salarissen.

Prioriteiten De beleidsonderwerpen in de begroting 2012 waar het hoogste budget in omgaat zijn de luchthaven, de zeehaven, publieke gezondheidszorg en stimulering toerisme. Met EU-middelen is geïnvesteerd in een drinkwaterleiding. Circa 80% van de mensen heeft binnenkort beschikking over drinkwater via deze leiding. Met USUNA/SEI middelen is vooral geïnvesteerd in de historische binnenstad (zoals wegen in het centrum), de haven en een sportcomplex.

Aandachtspunten van het eiland zijn het onderhoud van de wegen, natuurbescherming en armoedebestrijding in de brede zin.

4.1.3 Saba

Het eiland Saba is 5 bij 4,5 km en heeft een oppervlakte van 13 km2. Daarmee is Saba het kleinste eiland. Saba is tevens het hoogste eiland;

de berg, Mount Scenary, is 877 meter hoog. Saba heeft vier dorpen die verspreid over de berg liggen en verbonden worden door de centrale weg. Mount Scenery, is een natuurgebied. Ook het water rond Saba is een natuurpark. Saba heeft een zeehaven en een luchthaven. Op de luchthaven kunnen alleen kleine vliegtuigen landen.

De mensen Saba heeft eind 2011 circa 1.950 inwoners. Daarvan zijn ongeveer 400 studenten

van de Medical School. De Medical School is een Amerikaanse opleiding. De studenten komen van buiten het eiland. Saba zelf heeft circa 300 leerlingen. Leerlingen die VWO, MBO of ander hoger onderwijs willen volgen kunnen dit alleen buiten Saba doen. MBO wordt wel opgericht op het eiland. De grootste werkgever op het eiland is het openbaar lichaam. De Medical School en toerisme zorgen voor inkomsten op het eiland. Visserij levert ook inkomsten op. Landbouw is alleen op beperkte schaal mogelijk. Toeristen komen voor het duiken of voor het natuurgebied. Veel toeristen blijven een beperkt aantal dagen. Saba probeert toeristen die op Sint Maarten verblijven voor een kortere periode naar Saba te trekken. De inflatie in 2011 bedraagt 6,6% en 1,9% over 2010.

Organisatie Het openbaar lichaam Saba heeft een gezaghebber, twee gedeputeerden en vijf eilandsraadsleden. Saba is bestuurlijk relatief stabiel. De organisatie heeft momenteel circa 180 medewerkers. Saba kent een beperkt aantal stichtingen. Het gaat dan om bijvoorbeeld de woningbouwstichting en de stichting voor de natuurparken.

Prioriteiten De beleidsonderwerpen in de begroting 2012 waar het hoogste budget in omgaat zijn onderhoud en beheer van wegen en gebouwen, de luchthaven, de zeehaven, afval en

leerlingenvervoer. Met EU-middelen is geïnvesteerd in sociale woningbouw. Met deze middelen wordt een weg aangelegd en funderingen gemaakt. Via andere incidentele middelen worden de woningen gebouwd. Met USONA/SEI middelen is vooral geïnvesteerd in de weg, de haven, afval, volkshuisvesting en stimulering toerisme. Aandachtspunten van het eiland zijn de haven (het orkaanbestendig maken), het afval en stimulering economische sectoren.

4.2 Kenmerken Caribisch Nederland en omrekeningsfactoren

De eilandelijke taken en de wet- en regelgeving voor deze taken is voor alle drie de eilanden gelijk. Een substantieel deel van deze taken komt overeen met taken van gemeenten. Om de kosten van gemeenten om te rekenen naar kosten voor de drie eilanden is het van belang met enkele factoren rekening te houden. Het gaat dan om de schaal van de taken, de beperkte bereikbaarheid van de eilanden en enkele andere factoren.

Schaal Bonaire heeft 16.000 inwoners, de beide andere eilanden hebben 3.750 respectievelijk 1.950 inwoners. Europees Nederlandse gemeenten zijn veelal groter. Er waren in 2011 418 gemeenten:

- 6 gemeenten kleiner dan 5.000

- 33 gemeenten tussen de 5.000 en 10.000 - 117 gemeenten tussen de 10.000 en 20.000 - 191 gemeenten tussen de 20.000 en 50.000 - 46 gemeenten tussen de 50.000 en 100.000 - 25 100.000+ gemeenten

Daar komt bij dat gemeenten bij veel taken samenwerken. Er is geen gemeente die niet aan een gemeenschappelijke regeling deelneemt. De meeste gemeenten werken op diverse taken samen met andere gemeenten. Dit is een vorm van schaalvergroting die bij de eilanden niet, of ten minste voorlopig niet, mogelijk is.

Bereikbaarheid De eilanden zijn alleen over water of via de lucht bereikbaar. Dit legt

beperkingen op voor de mogelijkheden voor forenzen. Ook betekent het dat levensmiddelen, bouwmaterialen en andere producten via het water worden aangevoerd. Dit maakt veel producten duur. Ook de keuze tussen partijen die taken kunnen uitvoeren is soms beperkt. Zo heeft Bonaire voor het wegenonderhoud eigenlijk alleen de keuze uit twee bedrijven. Beperkt aanbod drijft de prijzen op. De prijzen, evenals de huidige inflatie, zijn op alle drie de eilanden, maar vooral op Sint Eustatius en Saba hoog.

Klimaat Het klimaat op de eilanden is warm, maar tevens is er veel regen. Regenbuien zijn bovendien erg intensief. Bonaire heeft daarnaast een sterke zeewind die vanwege het zout invloed heeft op het onderhoud van gebouwen. Sint Eustatius en Saba hebben een iets minder warm klimaat en hebben regelmatig met orkanen te maken.

Omrekeningsfactoren Voor het omrekenen van kosten van Europees Nederland naar Caribisch Nederland gebruiken we een aantal standaard omrekeningsfactoren: de kleinschaligheidsfactor, de centrumfunctiefactor, de windwardfactor, de drempelfactor en de factor prijsverschil

salarissen.

Kleinschaligheid is een factor die we voor alle drie de eilanden gebruiken om het schaaleffect te verrekenen.

De factor centrumfunctie gebruiken we voor Bonaire. Deze factor corrigeert voor een relatief groot beroep dat wordt gedaan op bepaalde voorzieningen (bijvoorbeeld vanwege het relatief grote beroep dat toeristen doen op de voorzieningen van Bonaire), en bij taken die de eilanden hebben die gemeenten van die omvang in Europees Nederland niet zouden hebben. Gemeenten zouden deze taak samen doen of bij een grote gemeente beleggen. Het gaat dan ook om het gebrek aan mogelijkheden om taken samen te doen met andere overheden.

De hierboven genoemde factoren voor Bonaire kunnen ook bij Sint Eustatius en Saba spelen; dat corrigeren we met de windwardfactor. Deze factor corrigeert daarbij dat de twee bovenwindse (windward) eilanden kleiner zijn en geïsoleerder liggen dan Bonaire. Hierdoor zijn de kosten van veel materialen hoger.

De drempelfactor corrigeert voor vaste kosten die sommige taken met zich meebrengen. Met name bij Saba speelt het geringe inwoneraantal een rol; het berekenen van kosten via een gemiddelde van inwoners ondervangt soms deze kosten niet. De hoogte van deze factor is dusdanig bepaald dat Saba ongeveer dezelfde kosten heeft als Sint Eustatius. Indien vaste kosten zo hoog zijn dat ze voor zowel Saba en Sint Eustatius gelden wordt dit gecorrigeerd door de

combinatie van de windwardfactor voor beide eilanden en de drempelfactor voor Saba. Indien de vaste kosten ook voor Bonaire gelden kan dit worden gecorrigeerd door de factor

centrumfunctie te gebruiken.

De omrekeningsfactoren zijn algemeen in die zin dat ze diverse verschillen tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland corrigeren. De factoren zijn specifiek in de zin dat ze kunnen corrigeren voor één van de eilanden of voor meer eilanden. Het gebruik van de factoren is afgeleid van de taakomschrijving. Daarbij wordt afgewogen of schaal een rol speelt, er vaste kosten zijn of dat er andere omstandigheden zijn die invloed hebben op de kosten.

Naast de factoren die de eilandsspecifieke kenmerken verrekenen gebruiken we nog enkele andere omrekeningsfactoren. De omrekeningsfactor prijsverschil salarissen is om de gemiddeld hogere salarissen van Europees Nederland om te rekenen naar de salarissen op de eilanden.

Voor sommige taken gebruiken we omrekeningsfactoren die we maar één keer gebruiken, bijvoorbeeld voor het aantal MBO-leerlingen. Tot slot, rekenen we euro’s om naar dollars. De wisselkoers noemen we gemakshalve ook een omrekeningsfactor.

In bijlage 2 wordt de methode van berekenen van de referentiekosten uitgebreider beschreven.

In document Referentiekader Caribisch Nederland (pagina 24-30)