• No results found

Hier is de ecologische verbindingszone naar het IJsselmeer gepland komst in Harich geweest over het gebiedsgerichte beleid van de WCL. Gaasterland maakte immers ook deel uit van het Waardevol Cultuurlandschap (WCL) Zuidwest Fryslân. Voorzitter op deze bijeenkomst was de gedeputeerde voor natuur. Een vertegenwoordiger van de FLTO informeerde op deze bijeenkomst de mensen over de begrenzing- plannen. Op dat moment was de verbindingszone in de Marderhoek nog niet ingevuld. De gedeputeerde gaf in

laat natuurlijk in het midden of de weerstand tegen de natuurplannen misschien toch wel naar boven was ge- komen in Gaasterland. De voorlichtingsbijeenkomst zette in ieder geval een proces in werking dat op dat moment niet meer te stoppen was.

Kader 1:

Cultuurverklaringen voor het verzet in Gaasterland Een aantal respondenten (van buiten het gebied) komt met verklaringen voor het verzet, die met de cultuur van Gaasterland te maken heeft. Zo wordt de cultuur onder de agrarische bevolking van Gaasterland aange- duid met ‘vrijgevochten en allergisch voor gezag’ en ook: ‘het is een beetje vergelijkbaar met de cultuur op de

eilanden’. Anderen leggen het verband met het ver-

leden waarin heel Gaasterland in bezit was van een grootgrondbezitter, die in feite alle macht had. Alle boeren moesten pachten van die ene grootgrondbe- zitter, die ook nog eens de middenstand domineerde en de lokale politiek. In de twintigste eeuw werden de boeren eindelijk vrij. Staatsbosbeheer, Natuurmonu- menten en Fryske Gea zou men zien als die nieuwe grootgrondbezitters die de boeren hun vrijheid weer wilden afnemen.

Overigens is de weerstand en de schrikreactie na dergelijke bijeenkomsten niet exclusief voor Gaasterland. Ook bij de introductie van andere grote natuurprojecten in Nederland zien we dit beeld (Goverde et al. 1997). Echter, nergens in Nederland lijken de natuurplannen van de overheid zo effec- tief bestreden te zijn door een actiegroep als in Gaasterland. Dat heeft vooral te maken met de voortvarendheid waarmee het verzet tegen de natuurplannen in Gaasterland na deze bijeenkomst werd georganiseerd en werd voortgezet.

Het verzet zet door...

Boze boeren en streekbewoners lieten het er na de bijeen- komst niet bij zitten. Ze richtten een week na deze bijeen-

komst de Initiatiefgroep Verontruste Gaasterlanders (IVG) op. Protestborden tegen de EHS, zoals ‘EHS = Even Hectares Stelen’, verrezen in de weilanden. Ook de media doken bovenop het conflict. Zowel regionale als landelijke televisie, radio en kranten besteedden er aandacht aan. ‘Lokale actievoerders werden nationale en zelfs internatio- nale tv-persoonlijkheden’, zo merkte een van de betrok- kenen op. Gaasterland stond in het middelpunt van de belangstelling.

Een van de eerste activiteiten van de actiegroep IVG was het organiseren van een referendum. Verschillende actie- voerders gingen alle meerderjarige inwoners van Gaasterland af. Uiteindelijk bereikte men 75% van de bevolking en 75% van de ‘stemmers’ verklaarde tegen de provinciale plannen te zijn. In een latere telefonische enquête van de Leeuwarder Courant bedroeg het percen- tage tegenstanders zelfs 90% (Haas 1999). Het protest in het gebied tegen de natuurplannen was dus massaal.

De gevolgen waren groot. De gedeputeerde van natuur merkte in 2001 over deze periode het volgende op: ‘Er ontstond een anti-natuur- en anti-overheidstemming. De overheid was arrogant en de antinatuurstemming werd vooral richting het Fryske Gea geuit’. De woede van de bevolking was zo groot dat de lokale beheerder van het Fryske Gea zelfs werd bedreigd. Daarbij tekenen de actie- voerders uit die tijd overigens aan dat de IVG-bestuurders hier niet bij betrokken zijn geweest. Ze distantiëren zich ook van deze acties. Maar het tekent in ieder geval de grimmige sfeer in deze periode. De woede richtte zich tegen de overheden, maar ook tegen de natuurorganisa- ties en in het bijzonder tegen de vertegenwoordigers van deze organisaties in het gebied.

Natuur in algemene zin was de boosdoener. De mensen maakten zich niet alleen zorgen om de twintig boerenbe- drijven die zouden verdwijnen maar ook om de werkgele- 36

genheid in het gebied en de leefbaarheid. Hoeveel banen zou dit gaan kosten? Misschien zou de school in Oudemirdum wel dicht moeten. Wat zou er gebeuren met de leefbaarheid in de dorpen? Bovendien bestonden de natuurplannen vooral uit wilde natuur en moeras. Dat levert alleen maar muggen en overlast op, zo vonden velen. Overigens was er in deze periode feitelijk nog niet veel bekend over de invulling van de ingekleurde hectares. Het woord moeras viel een keer in de pers en kreeg meteen een symbolische betekenis.

De eerste reactie van de provincie op het verzet in Gaasterland tegen de natuurplannen was een geschokte. Men trok de plannen voor de begrenzing voorlopig terug. Op de 550 ha in Gaasterland wilde de provincie echter niet terug komen. De provincie Fryslân had namelijk het gevoel dat ze al tot het uiterste was gegaan in de onder- handelingen met het Rijk over de begrenzingen. Voorbeelden daarvan waren de inperking van de begren- zing in Gaasterland van ruim 1.000 ha tot 550 ha en het experiment met de vliegende hectares. Nieuwe onder- handelingen met het Rijk hierover kon of wilde men liever niet aangaan. Overigens trok de gemeente zijn steun voor de aanvankelijke EHS-plannen snel in, nadat bleek dat de bevolking zich massaal tegen de plannen keerde. De land- bouwvertegenwoordigers van de FLTO en het landbouw- schap bleven aanvankelijk vasthouden aan de afspraken voor Gaasterland. Het was immers afgesproken met de provincie en anders zouden de discussies over begren- zingen elders in Fryslân weer oplaaien. Uiteindelijk trad het plaatselijke FLTO-bestuur af doordat de boeren in Gaasterland zich bleven verzetten tegen de begrenzingen en het lokale FLTO-bestuur juist min of meer bleef vast- houden aan de oorspronkelijke afspraken. Het bestuur werd vervangen door nieuwe bestuurders die wel het vertrouwen van de lokale boeren hadden.

De provincie ging in mei 1995 nog wel overleggen met de Initiatiefgroep Verontruste Gaasterlanders, maar dat

haalde weinig uit. De provincie wilde de begrenzing voor- lopig van tafel halen en ook over een andere begrenzing viel wel te praten, maar de 550 ha voor Gaasterland bleven overeind staan. Voor de IVG waren deze concessies echter volstrekt onvoldoende. Een woordvoerder van de IVG verwoordt hun eis destijds als volgt: ‘Als het aan de IVG ligt, wordt er geen grond verkocht’ (Vos 1995: 235). De provincie voerde in een overleg op 8 mei 1995 nog aan dat

37