• No results found

Bodemvervuiling: op sporing verzocht

In document NW00-69 (pagina 67-69)

Het inwerking treden van de Wet Bodembescherming per 1 januari 1987 had onder meer tot gevolg, dat de Provinciale overheden moes- ten overgaan tot het inventariseren van mogelijk vervuilde percelen in hun werkgebied. De provincies hebben de uitvoering van de inven-

tarisatie op verschillende manieren aangepakt. Tijdens de Net Werk bijeenkomst van 2 juni zullen Gino Huiskes en Jurgen Nieuwkoop ver- slag doen van het onderzoek dat zij in dat kader verrrichten in Drenthe en Noord-Brabant.

De Provincie Drenthe besloot in eerste instantie te laten uitzoeken welk historisch bronnenmateriaal dienst zou kunnen doen bij het vervaardigen van een lijst van ne- gentiende- en twintigste eeuwse potentiële bodemvervuilers. De opdracht voor het vervaardigen van de bronnenlijst, op basis waarvan de defi nitieve inventarisatie van mogelijk vervuilde terreinen zal geschieden, werd verleend aan His- torisch Onderzoekburo Histodata in Groningen. Dit bureau is een samenwerkingsverband van de his- torici Gino Huiskes, Erwin Karel en Reinhilde van der Kroef. Tijdens de Net Werk bijeenkomst zal Gino Huiskes op een aantal aspecten van het door Histodata verrichtte bron- nenonderzoek ingaan: de moge- lijkheden en onmogelijkheden van het gebruik van negentiende-eeuws statistisch materiaal; het ontbreken van specifi ek op vervuiling gerichte data-verzamelingen, als gevolg van het feit dat het begrip ‘vervuiling’ van toen niet de hedendaagse in- vulling had; de vraag hoe bepaalde produktieprocessen in de negen- tiende en het begin van de twin-

15

2

tigste eeuw verliepen, enzovoort. Tevens zal worden ingegaan op de vraag, welke bijdrage historici kun- nen leveren aan het oplossen van vraagstukken voor bodemvervuiling en bodemsanering.

Jurgen Nieuwkoop is verbonden aan de Faculteit der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is betrokken bij het onderzoek dat het Bureau Bodemsanering van de Provincie Noord-Brabant opdroeg aan de Technische Univer- siteit Eindhoven. Om potentieel bodemverontreinigende bedrijfs- groepen in het verleden in Noord- Brabant op het spoor te komen werd ook daar een historisch onder- zoek opgezet. Na bestudering van de potentieel bodemverontreigende bedrijfsgroepen zullen de priori- teiten voor het verdere onderzoek worden vastgesteld en zal worden getracht de potentieel verontreinig- de terreinen te lokaliseren. Jurgen Nieuwkoop zal in zijn toelichting voor Net Werk met name het eerste onderdeel aansnijden. De selectie van de bedrijfsgroepen, de methode van onderzoek, de bronnen en de resultaten staan daarbij centraal.

Boeken

C. Chant, ed., Science, technology

and everyday life 1870-1950.

(London: Routledge, 1989, 391 blz. , ISBN 0-415-03557-0) 65,50

N. Coley, From sanitary reform

to social welfare In C Chant,

Science, technology and everyday life 1870-1950. p. 271 - 293 De Engelse Open Universiteit heeft als één van haar cursus thema’s de technologie en haar invloed op de maatschappij. Het boek dat onder de redactie van Colin Chant is uit- gegeven over de verandering van het alledaagse leven in verband met technologische en wetenschappelij- ke innovatie, bevat een bijdrage van Noel Coley over openbare hygiëne en volksgezondheid. In tegenstel- ling tot de meeste bijdragen aan het boek, gaat Coley wel enigszins in op de ontwikkelingen op ‘the con- tinent’. Eerst geeft hij een overzicht van de hygiënistische benadering van Edwin Chadwick en de zijnen, met een korte blik richting Duits- land, Frankrijk en de Verenigde Staten. Het volgende onderwerp is de watervoorziening in Engeland. Ook bij de korte inleidingen over rioleringssystemen, stadsreiniging en woningbouw komt slechts Enge- land aan de beurt. In het hoofdstuk over de keuringsdiensten gaat hij wel in op Amerika. Het overzicht

2/3 2 3

134-

contactblad van de

stichting net werk voor de

geschiedenis van hygiëne en milieu -135 geschiedenis van hygiëne en milieu redactie: myriam d a r u

webversie: jan van den n

o

o

r t

wordt afgesloten met een hoofdstuk over volksgezondheid, met verwij- zing naar de Verenigde Staten en Duitsland. Het essay is aangevuld met een beknopte literatuurlijst. In hetzelfde boek is ook een stuk opgenomen over electrifi catie, met een hoofdstuk over de verkoopar- gumentatie, die aansluit op de ge- schiedenis van de hygiëne. Ook het stuk over voedsel is relevant, in het bijzonder het gedeelte over melk.

U 205 Course Team, Studying he-

alth and disease. (Milton Keynes:

Th e Open University Press, 1985, 104 blz. , ISBN 0-335-15050-0) ƒ 41.-

U 205 Course Team, Th e Health

of Nations. (Milton Keynes: Th e

Open University Press, 1985, 152 blz. , ISBN 0-335-15052-7) ƒ 41.-

U 205 Course Team, Caring for

Health. History and diversity

(Milton Keynes: Th e Open Uni- versity Press, 1985, 149 blz. , ISBN 0-335-15056-X) ƒ 41.- De Engelse Open Universiteit heeft een cursusmoduul over gezond- heidswetenschappen . In drie van de cursusboeken is inleidend mate- riaal opgenomen dat zeer relevant is voor de geschiedenis van hygiëne. De meest relevante hoofdstukken van boek 1 van de reeks, “Studying

health and disease” zijn waarschijn- lijk hoofdtuk 3 “Biological ap- proaches to Health and disease” en hoofdstuk 5 over ‘Some basic ideas of demography and epidemiology’, maar de rest van het boek geeft aan- vullende informatie die zijdelings eveneens meespeelt.

Boek III “Th e health of nations’ heeft ook weer een aantal hoofd- stukken met uitstekend inleidend materiaal. “Th e world transformed: the rise of industrial society”heeft als achtergrond de vergelijking van agrarische met industriële maat- schappijen, en geeft daartoe vooral europees historisch materiaal, maar ook een uittreksel van “Stone Age Economics” can Marshall Sahlins, een inmiddels klassieke tekst. “Po- pulation, food and development” is opgebouwd rond de hongers- nood theorieën van Sen, in het bijzonder zijn begrip ‘entitlement’, waarmee hij probeert te laten zien hoe de toegang tot voedsel geregeld wordt, waardoor gegevens over het aanbod van voedsel onvoldoende zijn om de ziekteprocessen tijdens hongersnoden te verklaren. Het thema van ongelijkheid is daarna verder behandeld in verband met de spreiding van chronische ziektes in hoofdstuk 8, waarin patronen van geboorte, ziekte en sterfte aan bod komen. Hoofdstuk 12, tenslotte, presenteert een case study: scheur- buik in de achttiende eeuw en het

15

3

ontstaan van het moderne voedsel- consumptiepatroon in Engeland. “Caring for Health; History and diversity” heet boek VII, dat de lezer terugleidt naar de historische bronnen van de gezondheidszorg, te beginnen bij de oudheid. Grie- kenland, Rome en de Europese Middeleeuwen passeren vrij snel de revue, de Islam komt nog even aan bod.Het boek concentreert zich vervolgens op Engeland vanaf de negentiende eeuw, om tenslotte de lezer een historische en comparatie- ve zienswijze te presenteren, waarin ontwikkelingen zowel op langere termijn als op kortere termijn in de huidige wereld bekeken worden. Zoals gewoonlijk met de boeken van Th e Open University Press, is veel aandacht besteed aan de didac- tische opzet, met contrôle vragen en literatuur lijsten voor ‘further reading’. Het hier behandelde sluit overigens zeer goed aan bij onder- werpen die eveneens in de studie Maatschappijgeschiedenis behan- deld worden.

Milieubeweging VS

S.P. Hays, B.D. Hays, Beauty,

Health and Permanence. Envi- ronmental Politics in the United States, 1955-1985 (Cambridge:

Cambridge University Press, 1987, ISBN 0-521-32428-9) ƒ 134,25

Samuel P. Hays is de auteur van ‘Conservation and the Gospel of Effi ciency: the Progressive Con- servation Movement, 1820-1920, een in 1958 verschenen boek. In het huidige boek schrijft hij een vrij lineaire geschiedenis van de milieubeweging in de Verenigde Staten. Het boek stelt teleur omdat de analyse betrekkelijk oppervlakkig blijft. Het vertelt wel wat, wanneer gebeurde en grofweg wie daaraan deelnam. Belangenconfl icten ko- men aan bod, maar op vrij simplis- tische manier weergegeven. Zelfs het laatste hoofdstuk, waarvan de titel (Environmental Society and Environmental Politics) een diep- gaandere analyse belooft, gebruikt weinig verhelderende generalisaties zoals” A focus on environmental values and action as mainstream phenomena in American life is underlined by their persistence. Despite resistance to them, they have continued to work their infl u- ence in public life with regularity and strength.” Er is sprake van “managerial authorities” and van “the public”. Dergelijke termen zijn zo weinig gediff erencieerd, dat het onmogelijk wordt zich een scherp omlijnd beeld te vormen van te- genstrijdige belangen en de wijze waarop om het milieu is gevochten. Het is verbazingwekkend dat het redactioneel commissie met mensen als Donald Worster, Emmanuel Le Roy Ladurie en Carolyn Merchant,

3/4 3 4

136-

contactblad van de

stichting net werk voor de

geschiedenis van hygiëne en milieu -137 geschiedenis van hygiëne en milieu redactie: myriam d a r u

webversie: jan van den n

o

o

r t

die het gelukt is boeken te schrijven met heel wat scherpere analyses en uitspraken, niet heeft weten in te grijpen om hiervan een beter boek te maken. Was het misschien uit respekt voor de prestatie uit 1958 ?

Milieubeweging NL

In nummer 16 van Net Werk zal aandacht besteed worden aan een nieuw verschenen boek over de Ne- derlandse milieubeweging.

J. Cramer, De Groene Golf. Ge-

schiedenis en toekomst van de milieubeweging (Utrecht: Jan

van Arkel, 1989, 144 blz. , ISBN 90-6224-138-7) ƒ 20.-

In voorbereiding is: A.Jamison, J. Laessøe,R. Eyerman, ed., Th e making of the new environmen- tal consciousness. A compara- tive study of the environmental movements in Sweden, Denmark and the Netherlands.

Openbare hygiëne en

In document NW00-69 (pagina 67-69)