8) BRP: centralisering inschrijving vergunninghouders 4,731 4,731 4,731 4,731 4,731
9) Beter Benutten 2,314
10) vrouwenopvang 1,425 1,425 4,130 4,130 4,130 4,130 11) Basisregistratie Grootschalige Topografie 0,633 0,422 0,211
12) erfgoed en ruimte 0,369
13) projectstimuleringsregeling Interreg V 0,261 14) Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing 0,175
15) Kracht on Tour 0,137
16) knelpunten verdeelproblematiek 0,085
17) vsv-programmagelden RMC-regio's G4 0,065
18) Green Deal 0,055
19) pilot weerbaar opvoeden 0,054
20) gegevensuitwisseling nazorg (ex) gedetineerden 0,041 21) Jaarconferentie Techniekpact 0,040
22) Vierkant voor Werk 0,038
23) groeiopgave Almere -0,076 -0,038 -0,038 -0,038 -0,038 -0,038
24) bevolkingsdaling -11,245
stand deze circulaire 2.340,159 2.171,424 1.980,755 1.989,858 2.009,938 2.011,567
* zie paragraaf 4.2 van de decembercirculaire 2015 voor de mutaties die betrekking hebben op uitkeringsjaar 2015
Toelichting
1. Verhoogde asielinstroom
In het Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom is afgesproken om zowel het partieel effect op het gemeentefonds door de extra rijksuitgaven aan eerstejaarsopvang als de extra middelen voor integratie en participatie van vergunninghouders aan gemeenten beschikbaar te stellen volgens het uitgangspunt ‘geld volgt vergunninghouder’. Gemeenten ontvangen een bedrag per een in die gemeente geplaatste vergunninghouder.
In totaal is voor de jaren 2016 en 2017 een bedrag van € 381 miljoen beschikbaar. Tabel 4.2-1 toont de opbouw van het bedrag en de verdeling over de jaren. Om te bereiken dat per jaar een gelijk bedrag beschikbaar is wordt het partieel effect op het gemeentefonds in een gewijzigd kasritme aan de decentralisatie-uitkering toegevoegd. Voor 2016 en 2017 wordt op dit moment namelijk uitgegaan van een gelijk aantal te plaatsen vergunninghouders.
Tabel 4.2.2 Decentralisatie-en integratie-uitkeringen 2016-2021 (in miljoenen euro's)
Uitkeringsjaar 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Vindplaats
- Wmo 1.161,395 1.239,427 1.239,427 1.239,427 1.249,763 1.300,457 mei 2016, § 4.2-2
- maatschappelijke opvang 385,057 385,057 385,057 385,057 385,057 385,057 mei 2016, § 4.2
- vrouwenopvang 118,276 118,276 120,981 120,981 120,981 120,981 mei 2016, § 4.2-10
- huishoudelijke hulp toelage 141,223 december 2015, § 4.2-9
- brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches 57,997 december 2015, § 4.2-1
- vergunningverlening, toezicht en handhaving 40,758 40,758 46,700 46,700 46,700 46,700 december 2013, § 4.3.1 - versterking peuterspeelzaalwerk 35,000 35,000 35,000 35,000 35,000 35,000 september 2009, § 8.3
- jeugd 21,700 21,700 21,700 21,700 21,700 21,700 juni 2012, § 6.9
- bodemsanering 51,743 50,080 48,800 48,033 47,905 mei 2016, § 4.2-6
- beeldende kunst en vormgeving 13,500 13,500 13,500 13,500 13,500 13,500 september 2015, § 4.2-1
- nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK) 4,750 september 2015, § 4.2-5
- Gezond in de Stad 19,846 19,846 5,000 5,000 5,000 5,000 mei 2016, § 4.2
- veiligheidshuizen 7,699 7,699 7,699 7,699 7,699 7,699 juni 2012, § 6.11
- vsv-programmagelden RMC-regio's G4 6,765 mei 2016, § 4.2-17
- knelpunten verdeelproblematiek 3,374 3,451 3,531 3,612 3,695 3,780 mei 2016, § 4.2-16
- WUW-middelen 2,361 1,599 Stb. 2001, 415
- erfgoed en ruimte 0,369 mei 2016, § 4.2-12
- herstructurering bedrijventerreinen (Topper) 0,522 september 2012, § 7.10
- LHBT-emancipatiebeleid 1,260 0,960 september 2015, § 4.2-14
- WE CAN Young 0,205 mei 2015, § 4.2-7
- eigen kracht 0,698 mei 2015, § 4.2-6
- sterke regio's 1,100 september 2011, § 7.13
- groeiopgave Almere 6,924 6,962 6,962 6,962 6,962 6,962 mei 2016, § 4.2-23
- ondersteuning raadsman Loppersum 0,449 september 2015, § 4.2-11
- implementatie Participatiewet 14,000 december 2014, § 4.2.3
- verankering programma verbetering GGZ 0,125 mei 2015, § 4.2-9
- RSP Zuiderzeelijn 6,418 mei 2016, § 4.2-5
- bevolkingsdaling 11,245 11,245 11,245 11,245 11,245 september 2015, § 4.2-2
- faciliteitenbesluit opvangcentra 5,491 mei 2016, § 4.2-7
- jeugdwerkloosheid 3,500 september 2015, § 4.2-8
- versterking gemeentelijke aanpak jihadisme 4,882 december 2015, § 4.2-4
- Link2Work 0,075 december 2015, § 4.2-13
- voorschoolse voorziening peuters 10,000 20,000 30,000 40,000 50,000 60,000 mei 2016, § 4.2-3
- Actieplan Luchtkwaliteit 7,837 mei 2016, § 4.2-4
- BRP: centralisering inschrijving vergunninghouders 4,731 4,731 4,731 4,731 4,731 mei 2016, § 4.2-8
- Beter Benutten 2,314 mei 2016, § 4.2-9
- Basisregistratie Grootschalige Topografie 0,633 0,422 0,211 mei 2016, § 4.2-11
- projectstimuleringsregeling Interreg V 0,261 mei 2016, § 4.2-13
- Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing 0,175 mei 2016, § 4.2-14
- Kracht on Tour 0,137 mei 2016, § 4.2-15
- Green Deal 0,055 mei 2016, § 4.2-18
- pilot weerbaar opvoeden 0,054 mei 2016, § 4.2-19
- gegevensuitwisseling nazorg (ex) gedetineerden 0,041 mei 2016, § 4.2-20
- Jaarconferentie Techniekpact 0,040 mei 2016, § 4.2-21
- Vierkant voor Werk 0,038 mei 2016, § 4.2-22
- verhoogde asielinstroom 190,500 190,500 mei 2016, § 4.2-1
Totaal 2.340,159 2.171,424 1.980,755 1.989,858 2.009,938 2.011,567
Tabel 4.2-1: Opbouw bedrag verhoogde asielinstroom (bedragen x € 1 miljoen)
2015 2016 2017 Totaal
Partieel effect GF MN 2015 –MN 2016 108,0 10,0 38,0 156,0
Partieel effect GF sinds MN 2016 150,01 47,0 197,0
Extra middelen integratie en participatie 140,0 0,0 140,0
Subtotaal 108,02 300,0 85,0 385,02
1 Het effect van de mutatie van de Najaarsnota 2015 voor het jaar 2015 (€ 70 miljoen) is in 2016 bij de Voorjaarsnota verrekend.
2 Dit bedrag is onderdeel van het accres 2015 en reeds uitgekeerd aan gemeenten en wordt om die reden niet meegenomen in de decentralisatie-uitkering.
Toekenning van de middelen zal plaatsvinden op basis van de realisatiecijfers van de
huisvestingstaakstelling per gemeente. Over de nadere uitwerking zijn Rijk en VNG in gesprek.
Meer informatie volgt in de septembercirculaire 2016.
2. Wmo
Tabel 4.2-2 toont de wijzigingen in de omvang van de integratie-uitkering Wmo sinds de septembercirculaire 2015.
De toelichting op de mutaties is als volgt:
de loon- en prijsbijstelling tranche 2016 is toegekend;
zoals aangekondigd in paragraaf 4.2-9 van de decembercirculaire 2015 wordt het in het Regeerakkoord afgesproken budget voor de verbetering van de arbeidsmarktpositie van specifieke groepen medewerkers vanaf 2017 structureel toegevoegd aan de integratie-uitkering Wmo. Gemeenten hebben hierdoor meer financiële slagkracht bij het realiseren van de beoogde vernieuwing van maatschappelijke ondersteuning, zoals thuisondersteu-ning. De middelen zijn onderdeel van het afsprakenpakket van 4 december 2015 tussen de VNG, de FNV, het CNV en het ministerie van VWS;
in het bestuurlijk overleg van 8 september 2015 tussen de VNG en het ministerie van VWS is afgesproken later in een bestuurlijk overleg terug te komen op de eigen bijdragen voor Tabel 4.2-2 Mutaties integratie-uitkering Wmo (bedragen in miljoenen euro's)
2016 2017 2018 2019 2020 2021
stand septembercirculaire 2015 1.138,154 1.178,830 1.178,830 1.178,830 1.178,830 1.178,830 mutaties deze circulaire
loon- en prijsbijstelling 2016 18,214 18,865 18,865 18,865 18,865 18,865 vernieuwing maatschappelijke ondersteuning 41,732 41,732 41,732 52,068 102,762 compensatie eigen bijdrage Wmo 5,027
stand deze circulaire 1.161,395 1.239,427 1.239,427 1.239,427 1.249,763 1.300,457
cliënten met een Wlz-indicatie. Deze eigen bijdragen kunnen gemeenten niet innen doordat sprake is van een anticumulatiebepaling met de Wlz (de eigen bijdrage voor de Wmo wordt dan € 0). In het bestuurlijk overleg tussen de VNG en VWS van 25 april 2016 is ingestemd met de voorgestelde compensatie, te weten een aanvullend bedrag van € 5,1 miljoen in 2016. Aangezien de overheveling van hulpmiddelen en woningaanpassingen met nog één jaar is uitgesteld, is voor 2017 afgesproken om uit te gaan van een ‘PM’. De invulling van deze ‘PM’ zal volgend jaar worden geagendeerd voor een nieuw bestuurlijk overleg en kan dan worden ingevuld aan de hand van actuelere gegevens op dat moment.
De bedragen van de integratie-uitkering Wmo per gemeente zijn behalve door deze mutaties ook gewijzigd ten opzichte van de septembercirculaire 2015 door het gebruik van actuelere
basisgegevens voor de maatstaven. Voor de uitkering in 2014 zijn er geen wijzigingen opgetreden ten opzichte van de stand decembercirculaire 2015, waarmee de uitkering over 2014 definitief is geworden. De trimfactor stellen wij definitief vast op 0,99787. De trimfactor zorgt er voor dat het totaal beschikbare bedrag exact wordt uitgekeerd.
De verdeling is opgenomen in bijlage 4.2-2.
3. Voorschoolse voorziening peuters
Rijk en gemeenten hebben bestuurlijke afspraken gemaakt over een aanbod voor alle peuters (zie
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/04/26/kamerbrief-over-bestuurlijke-afspraken-een-aanbod-voor-alle-peuters). Er gaan circa 40.000 peuters nu niet naar de kinderopvang of peuterspeelzaal. Met deze afspraken wordt alle peuters de mogelijkheid gegeven om naar een voorschoolse voorziening te gaan. Via de afspraken zetten gemeenten zich actief in om een aanbod te realiseren voor de groep peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag die nu niet naar een voorschoolse voorziening gaat.
In de bestuurlijke afspraken is opgenomen dat de verdeelsleutel zoveel mogelijk recht doet aan het doel van deze middelen. Daarbij wordt ook gekeken naar de problematiek in grote en kleine gemeenten. Voor 2016 en 2017 vindt verdeling plaats via de maatstaven jongeren (65%),
bijstandsontvangers (driejarig gemiddelde; 25%) en kernen (10%). Het streven is om vanaf 2018 over te gaan op een nieuwe verdeelsleutel die zo goed mogelijk aansluit op het doel door te kijken naar het aantal peuters per gemeente dat binnen de doelgroep van deze decentralisatie-uitkering valt. Tot die tijd worden de bedragen voor 2018 en verder voorlopig verdeeld overeenkomstig bovengenoemde verdeelsleutel.
De bedragen per gemeente zijn opgenomen in bijlage 4.2-3.
4. Actieplan Luchtkwaliteit
De gemeente Rotterdam ontvangt in 2016 een eenmalige bijdrage van € 7,837 miljoen in het kader
van het Actieplan Luchtkwaliteit.
5. RegioSpecifiek Pakket Zuiderzeelijn
De gemeente Assen ontvangt in 2016 een bedrag van € 6,418 miljoen in verband met het RegioSpecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn, project FlorijnAs (zie ook paragraaf 4.2-13 van de meicirculaire 2015).
6. Bodemsanering
De gemeenten Amsterdam, Arnhem, Helmond, Rotterdam en Zaanstad ontvangen over de periode 2016 tot en met 2020 aanvullende middelen als onderdeel van het convenant “Bodem en
Ondergrond 2016-2020” van 17 maart 2015. Het betreft de eerste tranche van het extra budget van het convenant.
De bedragen per gemeente zijn opgenomen in bijlage 4.2-6.