• No results found

Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij, Louis Bolk Instituut Bunnik 14/5/

Aanwezigen: Lianne van Leijsden (RABO), Jeen Nijboer (RABO), Dick Melman (WUR), Jan Willem Erisman (LBI), Nick van Eekeren (LBI), Anne de Valenca (WNF), Jacomijn Pluimers (WNF), Willem Rienks (Land van Waarde), Hans de Haan (Land v Waarde), Guus van laarhoven (RFC), Akke Kok (WLR), Anne van Doorn.

9.00 Welkom, doel vd bijeenkomst en voorstelrondje (Anne)

Toelichting: Waarom drempel- en streefwaarden in de Biodiversiteitsmonitor (Jeen/Jacomijn)

JN: er is een gevaar dat kpi’s met elkaar gaan concurreren, slechte score op een KPI compenseren met goede score op een andere. Daarom zo objectief mogelijk aantonen dat vanaf een bepaalde waarde de biodiversiteit wordt bevorderd (drempelwaarde). Streefwaarde is de optimale situatie.

9.15 Stavaza project Methode voor stellen DSW (Anne) Belang van integraliteit (Jan Willem)

Presentie Anne (pdf DSWprojectBDmonitor Agenda_methode):

De methode om drempel- en streefwaarden vast te stellen is geredeneerd vanuit doelen die we willen bereiken en dan terug te redeneren naar wat die betekenen voor drempel en streefwaarde van KPI’s. Presentatie Jan Willem (pdf 20190514 integraliteit KPI's) :

De essentie van de biodiversiteitsmonitor is dat de KPI’s integraal moeten worden gebruikt -> hoe kun je dit doen in meetbare waardes? Daarnaast is biodiversiteitsmonitor ook een instrument voor

kennismanagement. Er is gestreefd naar een minimale set van kpi’s, die gekoppeld zijn -> de minimale set moet er voor zorgen dat je integraal werkt. Integraliteit bevorderen door een bepaalde waarde te nemen als drempelwaarde. Punten systeem werkt niet integraal, want dan kun je nog bij de ene KPI alle punten verdienen terwijl je bij de andere KPI alle punten laat liggen. Tenzij voor elke KPI een goede drempelwaarde wordt gehanteerd. Een andere manier is door een volgorde van kpi’s aan te houden, bv: Start met kpi eiwit van eigen land, werk toe naar drempelwaarde en kijk hoe dat uitpakt voor de andere KPI’s. Dit zal resulteren in minder meetmelk per koe, hoe wordt dit opgevangen in de bedrijfsvoering? Starten bij een andere KPI is ook mogelijk -> zie de twee casussen van Nick en Dick.

10.00 Toelichting uitgewerkte casussen (Nick & Dick)

Zie ppt Presentatie Casus Eiwit van eigen land en ppt KPI-6 en KPI-7 mei 2019_(2) 10.15 Discussie

Bedrijven gaan streven om drempelwaarden te halen, als je dit goed kiest dan gaat de biodiversiteit omhoog, is het idee, maar de streefwaarde moet ook goed gekozen worden

GvL: goed nadenken over de grens van het systeem kiezen, zeker ivm afwentelingseffecten

Erisman, streefwaarde is makkelijker vast te stellen dan drempelwaarden, weliswaar afhankelijk van grondsoort, maar vanuit ecologische doelen geredeneerd kom je op een heel erg extensief bedrijf. GvL: Is het streefbeeld van een bedrijf dynamisch of statisch? en ook elk bedrijf heeft weer andere optimalisatie mogelijkheden, is dat mogelijk met dit systeem van drempel- en streefwaarden. Er zal altijd sprake van compensatie tussen kpi, maar in hoeverre laten we dat toe? Is dat een opties, of is het vast en de statisch?

-> in de groep ontstaat weer verwarring over de streefwaarde.

Conclusie: verschillende streefbeelden mogelijk, er zullen verschillen tussen regio’s en bedrijven op welke KPI’s geoptimaliseerd wordt. Wel moet altijd het belang van integraliteit en weging irt doelen die je wil realiseren voorop staan. Ook is ruimtelijke samenhang, tussen bedrijven die maatregelen nemen cruciaal

RABObank laat tool zien om biodiversiteitsscore van bedrijven te berekenen (ontwikkeld door WECR Joan Reijs). De 25% best scorende bedrijven worden beloond. Opvallend is dat Subsidie natuurbeheer veel weegt in de tool van rabo-biodiversiteit monitor om de 25% belonen. Dick merkt op dat ANLb nog geen meetbaar positief effect heeft op biodiversiteit. Dus waarom weegt het dan zoveel in de tool van RABO? Sowieso van belang om scores van beste bedrijven te vergelijken met de waarden uit het DSWproject.

Ook Friesland Campina hanteert een methode voor het berekenen van score(voor mvh bedrijf). Guus geeft hier een korte presentatie over. Uitwisselen van ervaringen en kennis tussen verschillende trajecten is belangrijk bij verdere ontwikkeling van biodiversiteitsmonitor.

Akke: dat maar 2 tot 6 procent van de bedrijven voldoet aan drempel waarde.

Hans: Ruimtelijke samenhang/gebiedssamenhang, die moet in het kpi systeem. Hoe ga je om met de hele fanatieken boeren het instrument moet wel motiverend blijven voor boeren.

Willem: weinig gevoel bij ‘milieu’KPI’s, benieuwd gegevens van 25% best scorende bedrijven, hoe zien de bedrijven van die 2 / 6 procent er uit, en daarvan leren

Jacomijn: vind kennisdeling nuttig. Kennis zit verspreid, bevestiging dat opgaven voor de natuur voorop moeten staan bij drempelwaarden.

Anne de V: methodiek is goed te volgen, nu de drempel- en streefwaarden goed krijgen zodat minimum voor alle kpi’s gaat gelden waaraan het bedrijf moet voldoen.

Nick: wat is in combinatie de drempelwaarde? Voorkom dat je kpi’ s gaat optellen.

Dick : belangrijk om helder doelen te stellen, bv duidelijk voor weidevogels. Je moet kiezen voor iets, anders blijf je onrust houden. Kiezen per gebied voor doelstellingen.

Jeen: drempelwaarde zijn wel echt nodig, nieuw: volgordelijkheid is voor boeren heel mooi en behulpzaam voor de implementatie fase.

Lianne: redelijk nieuw in de materie Biodiversiteitsmonitor, de discussie over intensiteit en extensief. Handelingsperspectief van een boer is belangrijk.

Anne v D: Geïnteresseerd in het project van haar WUR-collega’s, plus de tabel met scores van Friesland Campina, wil graag de huidige drempel- en streefwaarden er naast leggen. Gaat verder in opdracht, en wil de bevindingen in de groep delen.

Wageningen Environmental Research Postbus 47

6700 AA Wageningen T 0317 48 07 00

www.wur.nl/environmental-research Wageningen Environmental Research Rapport 2968

ISSN 1566-7197

De missie van Wageningen University & Research is ‘To explore the potential of nature to improve the quality of life’. Binnen Wageningen University & Research bundelen Wageningen University en gespecialiseerde

onderzoeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 5.000 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen University & Research wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

De missie van Wageningen University & Research is ‘To explore the potential of nature to improve the quality of life’. Binnen Wageningen University & Research bundelen Wageningen University en gespecialiseerde onderzoeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 5.000 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen University & Research wereldwijd tot de aansprekende kennis- instellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

Wageningen Environmental Research Postbus 47 6700 AB Wageningen T 317 48 07 00 www.wur.nl/environmental-research Rapport 2967 ISSN 1566-7197 ISBN 978-94-6395-188-3

Drempel- en streefwaarden voor de KPI’s van