• No results found

Binnen het beschermd stadsgezicht:

4. Specifieke criteria

4.6 Welstandscriteria voor woonboten en bijbehorende bouwwerken

4.6.1 Binnen het beschermd stadsgezicht:

Beleid:

• Het niveau van de welstandstoetsing is hoog.

• Het beleid is gericht op het behoud en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit op het water en het behoud en versterken van de cultuurhistorische waarde van het beschermd stadsgezicht.

• Het beleid is gericht op het behoud en versterking van de authenticiteit en de historische kenmerken van de schepen. De schepen hebben een vaarklaar uiterlijk en zijn voorzien van een bij het type vaartuig behorende vaaruitrusting. Zeilschepen met volledige vaaruitrusting zijn daarbij een aanwinst voor het beschermd stadsgezicht.

• Het betreffen uitsluitend historische schepen die herkenbaar zijn als bedrijfsvaartuig voor de binnenvaart.

Welstandscriteria:

Om aan het beleid te voldoen moeten de schepen zich voegen naar de bovenstaande beleids-uitgangspunten. Er zijn grote verschillen tussen de schepen met elk hun eigen geschiedenis.

Voor de toepassing van de criteria moet altijd het doel van deze beleidsuitgangspunten worden meegewogen. Om de criteria goed te kunnen beoordelen moeten bij de aanvraag een scheeps-biografie en historische foto’s worden bijgeleverd, voor zover beschikbaar.

Bij de welstandstoets van een schip binnen het beschermd stadsgezicht zijn de volgende crite-ria van belang:

Passend in de context van het beschermd stadsgezicht van Zwolle:

• Schepen die passen binnen het beeld van de bedrijfsvaartuigen voor de binnenvaart zoals die voor 1960 in de nabije omgeving van Zwolle kunnen hebben gevaren.

• Schepen die passend zijn binnen, en een positieve bijdrage leveren aan de cultuurhistorische waarde van het beschermd stadsgezicht.

• De schepen zijn gebouwd en bedoeld voor de binnenwateren of voor de binnen- en kustwateren. Ze zijn niet uitsluitend gebouwd en bedoeld voor zee (inclusief de Zuiderzee).

Oorspronkelijke staat:

• De vorm moet zo veel mogelijk aansluiten bij het oorspronkelijke karakter van het schip;

• De aanpassingen respecteren het historische beeld van het schip toen het in de beroepsvaart was.

• Voor- en achterdek en gangboorden moeten voldoende worden vrijgelaten;

• De roef en eventuele andere opbouwen (b.v. theehut, logies voor) moeten oorspronkelijk zijn of passen binnen wat oorspronkelijk gebruikelijk was.

• De stuurhut moet oorspronkelijk zijn of moet passen binnen wat oorspronkelijk gebruikelijk was. Met inachtneming hiervan mag de stuurhut in ieder geval niet langer zijn dan 20% van de lengte van het schip.

• De den mag slechts beperkt zijn verhoogd, afgestemd op de verhoudingen van het hele schip. De luikenkap mag in elk geval niet boven de roef uitsteken en in de regel ook niet boven de voorsteven.

• De luikenkap mag van een ander materiaal zijn (zoals staal) dan oorspronkelijk indien het passend is bij het karakter van het schip en het karakter van de oorspronkelijke vorm respecteert.

• Het gehele schip heeft evenwichtige verhoudingen die oorspronkelijk zijn of die passen binnen wat oorspronkelijk gebruikelijk was. Dit geldt ook als het schip is verlengd of ingekort. Er is symmetrie in de lengterichting.

• Opbouwen en andere onderdelen volgen de zeeg van het schip.

• De vaaruitrusting van het schip:

• Minimaal aanwezig zijn: een roer met helmhout of stuurwiel, bolders en anker/ankerlier.

Bij (voormalige) zeilschepen moeten, wanneer dit belangrijk is voor het karakter van het schip, de mast en zwaarden aanwezig zijn (behalve wanneer het schip voor 1960 als beroepsvaartuig is omgebouwd naar een motorschip). Deze vaaruitrusting moet in stand worden gehouden.

• Latere wijzigingen en toevoegingen aan een schip moeten terughoudend en passend zijn binnen het gehele uiterlijk van het schip.

• Replica’s zijn niet toegestaan.

Raamopeningen:

• In de roef, stuurhut, theehuis ramen of koekoek als oorspronkelijk of met vergelijkbare verhoudingen als oorspronkelijk.

• Kleine ramen in de den zijn beperkt toegestaan.

• Daklichten in de luikenkap (of vervangend dakvlak) zijn toegestaan zolang ze zorgvuldig zijn geïntegreerd.

• Kunststof lichtkoepels zijn niet toegestaan.

• Ramen volgen de zeeg van het schip.

• Ramen in de romp zijn in zeer beperkte mate toegestaan wanneer het onopvallend is uitgevoerd en het karakter van de romp van het schip niet wordt aangetast.

Materiaal en kleurgebruik:

• Diverse materialen en kleuren, gebruikelijk voor de voormalige bedrijfsvaartuigen voor de binnenvaart;

• Het kleurgebruik is terughoudend en passend bij het schip en de omgeving;

• Accent kleuren voor ondergeschikte delen zijn toegestaan.

Zonnepanelen:

• Zonnepanelen zijn zodanig geplaatst dat het oorspronkelijke karakter van het schip niet onevenredig wordt verstoord;

• Plaatsing op het dak van de stuurhut. Indien niet aanwezig dan plaatsing op het ruim. Bij zeilende schepen is plaatsing op de roef toegestaan.

• Plat liggend, voldoende afstand tot de randen.

• Bij plaatsing op het ruim in het ritme van de (oorspronkelijke) luikenkap, afgestemd op de daklichten, waarbij een richtlijn voor de maximale hoeveelheid een aaneengesloten vlak van 1/4 tot 1/3 van de luikenkap of dak op het ruim is;

• Het oppervlak zonnepanelen is beperkt, zodanig dat het ondergeschikt is in het beeld.

• Panelen en frame in een passende uni (zwarte) kleur.

Cultuur- en horecaschepen:

De ligplaatsen aangemerkt voor horeca en cultuur kunnen een afwijkende opbouw en vormgeving hebben. De romp is daarbij herkenbaar als (beroeps)vaartuig. In de opbouw bestaat samenhang tussen de verschillende onderdelen. Romp en opbouw zijn samenhangend en hebben goede verhoudingen.

De bovengenoemde criteria zijn daarbij richtinggevend, maar er bestaat ruimte om af te wijken, zolang het geheel samenhangend is en goede verhoudingen heeft.

luikenkap den zwaard

ankerlier helmhout roef

berghout

Oevervoorzieningen en toebehoren:

Conform bestemmingsplan geen oevervoorzieningen.

De loopplank (of een voorziening om aan boord te komen) is passend bij een varend schip.

Bijboten zijn in het beeld van ondergeschikt belang.

Afwijkingen op de criteria:

• Indien in uitzonderingssituaties de criteria onvoldoende toereikend zijn kan worden teruggevallen op algemene criteria.

• In bijzondere situaties waarin een schip in positieve zin afwijkt van de criteria kan een positief advies worden gegeven op basis van toetsing aan de algemene criteria.

In al deze gevallen zal de welstandsadviseur gemotiveerd moeten afwijken van de bestaande criteria.

Beoordeling historische schepen:

De beoordeling zal plaatsvinden, op basis van deze criteria, in de welstands- en monumentencommissie, waarbij tenminste één expert met nautische kennis aanwezig is. De beschikbare documentatie, een historische onderbouwing en zo mogelijk een cultuurhistorische beschrijving moet aan de aanvraag worden toegevoegd. In de historische onderbouwing moet staan wat bekend is van de bouw en vroegere aanpassingen aan het schip, ondersteund met foto’s en (vroegere) meetbrieven. In de cultuurhistorische beschrijving kan bijvoorbeeld staan wat het vaargebied was van het schip, welke vracht werd vervoerd, wie de eigenaren waren, etc.