• No results found

Bilaterale overeenkomsten voor administratieve samenwerking

Hoofdstuk 5 : Doelstellingen 2009

5.2. specifieke doelstellingen

5.2.2. Bilaterale overeenkomsten voor administratieve samenwerking

Ook in 2009 was Polen de lidstaat met wie de meeste informatie werd uitgewisseld.

De bereidwilligheid en efficiëntie aan Poolse zijde bestendigen de uitstekende samenwerking. De Poolse arbeidsinspectie is zich immers goed bewust van het feit dat de misbruiken die helaas vaak met detachering gepaard gaan zowel de Poolse werknemers (misbruiken inzake loon- en arbeidsvoorwaarden) als de Poolse overheid (fiscale en sociale fraude) benadelen. Reeds in oktober 2007 heeft deze goede samenwerking geleid tot het afsluiten van een overeenkomst tot administratieve samenwerking.

Aan Belgische zijde zijn naast TSW zijn ook de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk en de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zaken bij deze partnershipovereenkomst met de Poolse Arbeidsinspectiedienst Panstwowa Inspekcja Pracy (PIP) betrokken. De bevoegdheden van onze Poolse collega’s omvatten immers niet alleen de controle van de loon- en arbeidsvoorwaarden en de regelmatigheid van tewerkstelling, maar strekken zich ook uit tot de veiligheid en gezondheid der werkplaatsen en het recht op betaalde vakantie .

In het kader van dit akkoord zijn er jaarlijks ontmoetingen afwisselend in Warschau en in Brussel. Hierbij worden toelichtingen gegeven over wetgeving, documenten, werkmethodes en doelstellingen.

Deze uitwisseling met de Poolse collega’s leverde voor de Belgische inspecteurs zeer waardevolle informatie op. Een beter begrip van de wederzijdse reglementering en bijhorende administratieve voorschriften maakt een vlottere en inhoudelijk efficiëntere controle van de naar België detacherende Poolse ondernemingen mogelijk.

België - Luxemburg

Na onderhandelingen in 2007 werd op 7 juli 2008 een Luxemburgs- Belgisch samenwerkingsakkoord gesloten tussen TSW,TWW en deSociale inspectie en “l’Inspection du Travail et des Mines au Luxembourg”. Vooral de problematiek van de sociale en fiscale “ontvlagging” hopen we door dit akkoord beter te kunnen aanpakken.

Onze Luxemburgse collega’s zijn ook zeer geïnteresseerd in onze samenwerking met Polen. Daarom werd in 2009 een drielandenontmoeting georganiseerd te Brussel

België - Portugal

Op 9 augustus 2009 werd de goede samenwerking met Portugal ook met een akkoord bezegeld tussen TSW, TWW en de “ Inspecçao-Geral do Trabalho”. Wij hopen in 2010 ook met hen vruchtbare ontmoetingen te hebben om elkaars werkmethoden beter te leren kennen en zo onze samenwerking nog te optimaliseren.

België- Frankrijk

De Europese Richtlijn 96/71/CE van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten voorziet in zijn artikel 4 dat informatie wordt uitgewisseld tussen de bevoegde openbare diensten door middel van een verbindingskantoor dat wordt opgericht door elke lidstaat.

Om deze door de richtlijn opgelegde samenwerking te verbeteren werd op 9 mei 2003 een overeenkomst tot administratieve samenwerking gesloten tussen, voor België, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en voor Frankrijk de Ministeries voor Werkgelegenheid en Solidariteit, Landbouw, Visvangst en Landelijke Zaken en van Uitrusting, Vervoer, huisvesting, Toerisme en de Zee.

Deze overeenkomst laat een verhoogde samenwerking toe tussen de Franse arbeidsinspectiediensten en Toezicht op de sociale wetten door middel van administratieve informatieuitwisseling met betrekking tot zwartwerk in al zijn vormen, niet aangegeven arbeid door vreemdelingen zonder verblijfstitel, detachering van loontrekkenden bij transnationale tewerkstelling.

De samenwerkingsovereenkomst en de omzendbrieven terzaken voorzien in de aanstelling van « refertepersonen » die als contactpunt fungeren met de eigen diensten en de collega’s in het buitenland. Bij de ondertekening van het akkoord werden, op geografische basis, 4 Belgische en 4 Franse refertepersonen aangesteld. Inmiddels is dit aantal in Frankrijk uitgebreid tot 10 personen.

Een secretariaat op het centraal bestuur van Toezicht op de sociale wetten te Brussel, centraliseert de informatie-uitwisseling om de opvolging te waarborgen en een correcte evaluatie van het akkoord toe te laten. Het staat ook in voor het regelen van eventuele problemen in de samenwerking en waarborgt aldus de goede werking.

Er werden twee werkgroepen opgericht :

Een eerste betreft de grensoverschrijdende werkgroep, die tweemaal per jaar samenkomt afwisselend in België en Frankrijk. Deze werkgroep behandelt vooral algemene thema’s en laat toe standpunten uit te wisselen en eventuele problemen in de samenwerking op te lossen. Daarnaast zijn er de regionale werkgroepen waar concrete dossiers en de evolutie in de reglementering van beide landen worden opgevolgd. Hier kunnen ook gemeenschappelijke acties worden gepland. Deze regionale werkgroepen komen eveneens tweemaal per jaar samen.

Vanaf het sluiten van de overeenkomst wenst de werkgroep dat ook aan Franse kant een persoon wordt aangeduid om het permanent secretariaat waar te nemen en als aanspreekpunt te fungeren inzake de uitvoering van het akkoord.

Op de vergadering van 9 oktober 2009 werd overeengekomen dat de “refertepersoon” te Rijsel als verbindingspersoon zal optreden voor het permanent secretariaat.

Voor de uitwisseling van gegevens wordt gebruik gemaakt van een gezamnelijk uitgewerkte « verbindingsfiche » waarmee inlichtingen en informatie kunnen worden uitgewisseld.

Indien na twee maanden geen antwoord wordt ontvangen zorgt het permanent secretariaat voor een herinneringsnota aan de referent in kwestie.

Sinds 2004 gaat het aantal uitgewisselde fiches in stijgende lijn. In 2009 waren dat 101 fiches. Tweederde van deze fiches betreft vragen die door België worden gesteld. De responstijd wordt steeds korter.

Het merendeel van de fiches gaat over niet aangegeven tewerkstellingen of activiteiten, illegale terbeschikkngstelling, detacherings- of uitkeringsfraude .

In 2009 werden ook 3 gemeenschappelijke acties uitgevoerd in de grensstreek. Deze worden meestal zorgvuldig voorbereid en richten zich voornamelijk op werkgevers uit het buurland. De inspecteurs van het buurland zijn tijdens de acties aanwezig als observant. Hierdoor worden de diensten vertrouwd met de elkaars controlemethodiek en worden zij opmerkzamer voor onregelmatigheden, wat op zijn beurt weer tot preciezere uitwisseling van informatie tussen de diensten leidt.

Specifieke

Activiteiten

TWEEDE DEEL:

Specifieke activiteiten