• No results found

Bijlage C Interviewverslagen Scheikunde, Prof Dr R.J.M Konings 1 november

Gesmolten zouten en reactortypen Het type gesmolten zout dat gebruikt wordt hangt af van het type reactor. - Thermische reactor: LiF-BeF2 is het optimale zout want de elementen in dit zout vangen zo min mogelijk neutronen weg.

- Snelle reactor: type zout is hier minder van invloed want de hoeveelheid neutronen is groter. Er wordt zelfs onderzoek gedaan naar gesmoltenzoutreactoren met chloridezouten door het bedrijf TerraPower. De meningen verschillen over het optimale zout voor de snelle reactor. Het voordeel van een thermische reactor is dat er ongeveer tien keer minder thorium nodig is doordat de kans dat een neutron wordt ingevangen, veel groter is (vangstdoorsnede). Er wordt hierdoor wel minder uranium geproduceerd en de beperking van materialen is groter. Dit is niet van toepassing op de snelle reactor. Enkele vloeistof is goedkoper, eenvoudiger en kan eigenlijk alleen energie opwekken. Wanneer het systeem met twee vloeistoffen wordt gebruikt, kunnen er twee circuits opgezet worden; een waarin U-233 wordt verspleten en een waarin Th zit en U-233 wordt geproduceerd. Th en U-233 zijn eenvoudig te scheiden. Nadelen MSR Het nadeel dat voor elke reactor geldt is dat er radioactief nucleair afval geproduceerd wordt. In de huidige reactoren wordt U-235 gespleten en in de MSR wordt U-233 gespleten, er wordt dus evenveel afval geproduceerd. Alleen in de MSR wordt geen plutonium en andere zware elementen geproduceerd, wat dus een voordeel is ten opzichte van de huidige reactoren. Deze zwaardere elementen (zoals Pu, Np en Am), spelen echter geen rol in de gevolgen over tien/honderdduizend jaar volgens onderzoek.

Daarnaast wordt vaak aangegeven dat de thorium MSR veel minder proliferatiegevoelig is, dit is niet zo. Van U-233 kan een atoombom gemaakt worden, dit is moeilijker dan van Pt-239 (product van huidige generatie reactoren) maar het is een beter materiaal. Het proliferatie probleem is dus niet van de baan.

Het derde nadeel is dat de MSR een chemische reactor is in tegenstelling tot de huidige reactoren die vooral fysisch zijn. Doordat het een vloeibaar zout is kan het afgetapt en opgezuiverd worden. Wanneer er een reactor in het buitenland opgebouwd wordt, moeten deze zuiveringstechnieken gedeeld worden. Deze technieken kunnen ook gebruikt worden om bepaalde elementen te verkrijgen om zo een atoombom te kunnen produceren.

Andere brandstoffen mogelijk?

Er zijn een aantal landen die een overschot aan thorium hebben, thorium is bijvoorbeeld een bijproduct van de productie van zeldzame aardmetalen. Zo is de firma Rhodia in Frankrijk een grote producent van deze metalen en heeft dus tientallen tonnen thorium als bijproduct. Er zijn maar een paar isotopen die verspleten kunnen worden, dit zijn U-233, U-235 en Pu-239. U-235 en Pu-239 worden in de huidige generatie reactoren gebruikt en U-233 komt veel meer voor in de thoriumreactoren. De thorium brandstofcyclus moet altijd opgestart worden met een andere brandstof, hier wordt meestal U-235 voor gebruikt. Maar landen met een overschot aan Pu, zoals Groot-Brittannië dat jarenlang splijtstof heeft opgewerkt, kunnen ook plutonium gebruiken.

Opzuiveren en verwerking afval

Bij de splijting ontstaan elementen zoals xenon, krypton, jood, cesium en zeldzame aardmetalen. Bijvoorbeeld Xe is gasvormig en vangt neutronen in, het ontsnappen van het gas uit het vloeibare zout kan versneld worden door helium bubbling. De edelmetalen zoals Pd en Ru lossen niet op in het zout en gaan op de wand van het reactorvat zitten, vervallen en hierdoor wordt het reactorvat extra reactief waardoor onderhoud aan het vat extra moeilijk wordt. Deze metaaldeeltjes zijn met behulp van helium eruit te halen.

De zeldzame aardmetalen moeten elektrochemisch gescheiden worden van het zout, dit zijn biochemische processen. De zouten in de thermische reactoren moeten zeer veel gezuiverd worden, bij een snelle reactor is dit minder. Het afval is radioactief en moet dus gedurende duizend jaar of meer geïsoleerd worden, ondanks dat het geen actiniden bevat. De huidige oplossing, het in de grond stoppen en in glas verwerken, is volgens prof. Konings voldoende. Veiligheid en toekomst In de huidige reactoren wordt uraanoxide gebruikt als splijtstof, de meeste splijtingsproducten (zoals I, Cs, Kr en edelmetalen) lossen daar niet in op. Bij de branden en ontploffingen in Fukushima is veel cesium en jodium vrijgekomen en dit zijn ook voor de mens gevaarlijke isotopen. In de MSR kan dit niet gebeuren, Cs en I vormen gemakkelijk fluoridezouten en zijn dus chemisch gebonden en kunnen niet zomaar vrijkomen indien er iets mis gaat. De LWR’s staan onder druk, deze kracht draagt bij aan de verspreiding van radioactieve producten wanneer de reactor kapot gaat. De MSR staat slechts onder atmosferische druk en heeft dit risico dus niet. Passieve veiligheid.

De reactor kan nu nog niet gebouwd worden omdat er nog veel onderzoek gedaan moet worden naar de materialen en de beste samenstelling van het zout. De snelheid hiervan hangt af van het

geld dat beschikbaar gesteld wordt. Indien er genoeg geld beschikbaar is, kan de reactor binnen 20 jaar gebouwd worden, anders kan het nog 50 jaar of langer duren. In Nederland wordt door de TU Delft en de NRG in Petten in een reactor een circuit gebouwd om de materialen te kwalificeren en het functioneren te bekijken zonder echt een kritische reactor te bouwen. Maar, net zoals met andere energievormen, de snelheid waarmee de markt veroverd wordt, hangt af van de hoeveelheid geld die beschikbaar gesteld wordt. Sociologie, mw. Dr. Stéphanie M. Steinmetz - 1 november 2016 Opzet van de enquête - We moeten voorzichtig zijn met de volgorde van onze enquête. Wanneer de vragen over kernenergie voor en na de informatie precies hetzelfde zijn, kunnen mensen terug kijken naar wat ze eerst hebben beantwoord en hier hun volgende antwoord op afmeten. Dit moet je niet willen.

- Het is belangrijk om deels directe en deel indirecte vragen te stellen. Je kan een onderzoek niet goed analyseren wanneer er nergens duidelijk de vraag naar de mening over kernenergie wordt gesteld. Wel is het belangrijk om ook een paar indirecte vragen te stellen, zodat mensen niet alleen maar sociaal gewenste antwoorden geven. - Het is belangrijk om goed na te denken wat de intentie van onze enquête wordt. Als we hem door willen sturen en op die manier vrijwilligers willen vergaren is het van belang dat we alle meningen krijgen. Als mensen zien dat de enquête over kernenergie gaat kan het bijvoorbeeld tegenstanders afschrikken om mee te doen. Een goede oplossing om dit te verhelpen is de enquête een algemenere naam geven. Bijvoorbeeld een ‘nieuwe innovatie’ of een ‘enquête over duurzaamheid’. Hierdoor zullen mensen sneller geneigd zijn mee te doen.

- Dit zorgt er wel voor dat er ook algemenere vragen in de enquête moeten zitten. Hierdoor zorg je ervoor dat mensen niet ‘doorhebben’ dat het toch alleen over kernenergie gaat. Deze vragen stel je wel, maar hoef je later niet in je analyse te gaan gebruiken. Dit zijn loze vragen die ervoor zorgen dat mensen niet alleen maar sociaal gewenste antwoorden geven. Je leidt de mensen af van het essentiële onderwerp door de enquête breder te maken.

- Ze adviseerde om eerst een pilot te draaien. Deze mensen kunnen je helpen met de volgorde van de vragen en welke vragen er niet bij horen/ aangepast moeten worden. Hiermee kan je heel goed de opzet aanpassen naar een enquête die naar de juiste dingen vraagt.

- Daarnaast is het belangrijk om goed na te denken over de link tussen je theorie en je vragen. Ga op zoek naar overeenkomsten en naar wat je precies wilt weten. Als je dit aan

het begin doet, wordt het makkelijker om op het einde je antwoorden te analyseren. Denk na over je theorie maar ook over hoe je het wilt analyseren. Dit is een goed startpunt voor het design van je enquête.

Grootte van bereik

- Ze stelde dat het belangrijk is om een grote groep te hebben. Als je maar 100 mensen hebt kan je niks zeggen over je variabelen. Vooral als je wilt kijken naar verschillende disciplines heb je gewoon genoeg mensen nodig.

- Ze raadde een boek aan genaamd Doing Surveys online van Vera Toepoel. Dit boek gaat over het opstellen van enquêtes online. Hierin laat ze verschillende software zien en wat belangrijk is om naar te kijken bij het opzetten van een enquête. Hierin staan ook berekeningen over de grootte van je bereik. Steinmetz haalde hier een beetje uit dat je tussen de 200 en 500 mensen moet hebben. Ik heb het niet meer over Zweden gehad, omdat ik ervan uitging dat we dat niet meer gingen doen. Maar ik denk dat we zeker 200 uit Nederland en 200 uit Zweden moeten hebben. Het boek is €30,- op bol.com

Verkrijgen van vragen

- We moeten zoeken naar onderzoeken die hier al naar gekeken hebben. Hierin kunnen we de methoden van overnemen en vragen gebruiken die zij ook in hun enquête gebruiken. Door het verzamelen van vragen die gesteld worden over kernenergie kunnen wij de essentie van onze enquête vormgeven.

- DANS https://dans.knaw.nl/nl is een site waar allemaal onderzoeken verzameld worden en gesorteerd.

- LISS panel http://www.lisspanel.nl/website/ is een website waar allemaal publieke opinie gerichte onderzoeken verzameld zijn. - Vorm van de enquête - Ze was erg enthousiast over het filmpje. Daar had ze weinig opmerkingen over en was er van overtuigd dat dit goed zou helpen. - Als we het filmpje niet doen, stelt ze voor om maar een korte tekst te schrijven. Mensen houden er niet van om een lange tekst te lezen en zullen de enquête niet of slecht invullen. Haar idee was om dan een korte tekst met informatie neer te zetten en er onder twee lijstjes. In de eerste lijst zet je de voor/nadelen en in de andere de anderen. Denk goed na over welke lijst je als eerste neerzet want mensen zullen mogelijk de tweede lijst niet of niet serieus meer lezen. Voorbeeld is als hieronder:

Klein stukje informatieve tekst over de kerncentrales hoe ze nu zijn opgebouwd en hoe de nieuwe zijn. Hier praat je een paar zinnen over. Voordelen: nadelen: ● Voordeel 1 nadeel 1 ● Voordeel 2 nadeel 2 ● Voordeel 3 nadeel 3 - Voor ons onderzoek is het van belang om te kijken naar experimentele onderzoeken die er al zijn gedaan. Dit komt omdat we eerst de mening van mensen over kernenergie willen weten, dan een treatment doen (informatie geven) en vervolgens de nieuwe meningen willen meten. Deze opzet van onderzoeken zijn vaak te zien bij experimentele onderzoeken, dus kunnen we hiervoor het beste bij health studies kijken.

- Ze adviseerde om Gerben Moerman hier ook nog over te vragen. Mogelijk dat hij wat beter ideeën kan aandragen voor onze enquête.

Software voor enquête

- Surveymonkey. Dit is een fijne, maar boven de 100 ingevulde enquêtes moet je geld gaan betalen. Dit kan hoog oplopen dus daar moet je goed naar kijken. Sowieso is dat het probleem bij veel enquête softwares

- Qualtrics. Deze software wordt op de UvA gebruikt. Ook hiervoor moet je betalen, maar ze zei dat dat misschien niet hoeft als je het via de UvA doet aangezien die er veel gebruik van maken met gewone onderzoeken. Hier moeten we nog wel even achteraan, maar dat is denk ik wel een goeie.