• No results found

De analyse voor van fijn stof voor de periode 1993-2005 is uitgevoerd op basis van metingen en berekeningen met het OPS-model. Voor de berekeningen zijn emissiegegevens gebruikt van verschillende stoffen: primair fijn stof, en zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3), de precursors van secundair anorganisch fijn stof. Van deze vier stoffen zijn antropogene emissiecijfers gescheiden in gegevens voor Nederland en gegevens voor Europa. Hieronder worden deze emissiegegevens in een vijftal tabellen samengevat. De bijdrage van punt- en oppervlaktebronnen zijn hierbij niet onderscheiden maar in de berekeningen worden deze wel apart behandeld.

De emissiegegevens zijn afkomstig van de Emissieregistratie voor Nederland en van EMEP (expert emissions; WebDab, 2005) voor het buitenland. De ER is in Nederland

verantwoordelijk voor het verzamelen, bewerken, beheren, registreren en rapporteren van emissiedata waarmee de betrokken ministeries aan de nationale en internationale

verplichtingen op het gebied van emissierapportages kunnen voldoen. De EMEP emissiedata zijn de officiële emissies gerapporteerd aan de UNECE door alle landen in Europa in het kader van de ‘Convention on Long range Transboundary Air pollution’. Bij de berekeningen wordt zijn voor elk jaar de meest recente gegevens gebruikt. In de praktijk betekent dit dat er een verschil is van 1 à 2 jaar tussen het jaar van berekening en het jaar waarvan de

emissiegegevens worden gebruikt.

Primair fijn stof Nederland

De emissies van primair fijn stof in Nederland zijn op basis van de ER (Milieubalans, 2005). De emissiegegevens zijn samengevat in zes hoofdsectoren: Industrie, Energie en

Raffinaderijen (IER), Verkeer, Consumenten, Handel Diensten Overheid (HDO) en Bouw, Landbouw en Zeescheepvaart (zsv.). De sector zeescheepvaart omvat de emissies als gevolg van internationale zeescheepvaart op het Nederlands continentaal plat (NCP), zeegaand, naar en in havens. Zeescheepvaart emissies tellen niet mee voor de internationale verplichtingen.

Tabel A.1 Emissies primair fijn stof Nederland (kton/jaar), bijdrage per sector voor de periode 1990-2003. 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 20031) IER 37 34 31 28 25 23 21 19 16 15 13 13 12 12 Verkeer 23 23 22 21 20 20 19 18 18 18 17 16 16 16 Consumenten 5 5 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 HDO en Bouw 4 4 4 4 4 3 4 4 4 4 4 4 4 3 Landbouw 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 9 9 8 Totaal (excl. zsv) 78.1 74.2 70.5 65.9 62.7 59.0 57.4 54.6 52.1 50.5 48.5 45.8 45.3 42.4 Zeescheepvaart (zsv) 7 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 Totaal (incl. zsv) 85.4 81.7 78.2 73.8 70.7 67.2 65.9 63.5 61.1 59.7 58.0 55.6 55.4 52.8

De geregistreerde emissies van primair fijn stof zijn vanaf 1990 tot en met 2003 met circa 32 kton zijn gedaald van ongeveer 85 kton in 1990 tot ongeveer 53 kton in 2003. De grootste daling (25 kton) komt door reducties bij de Industrie, Energie en Raffinaderijen.

Verkeersemissies zijn, ondanks volumegroei, gedaald (8 kton) door de steeds scherper geworden Europese regelgeving. Emissies binnen de sectoren Landbouw, Consumenten en HDO en Bouw zijn licht gedaald of ongeveer gelijk gebleven. De sector (internationale) zeescheepvaart laat als enige een emissie toename zien tussen 1990 en 2004 met ongeveer 3 kton.

Primair fijn stof Europa

Voor GCN-kaarten worden EMEP emissiegegevens gebruikt (WebDab, 2005). Additionele gegevens als bronlocatie, bronafmeting en deeltjesgrootteverdeling zijn op basis van de CEPMEIP-inventarisatie (CEPMEIP, 2001) voor het jaar 1995. Tussen 1995 en 2000 zijn de CEPMEIP gegevens voor 1995 en die van EMEP voor 2000 lineair geïnterpoleerd. Vanaf 2000 zijn EMEP gegevens gebruikt. De emissiegegevens voor het buitenland zijn gegeven in tien internationale hoofdsectoren (SNAP 1 codes): Energy industries, Fugitive Emissions, Industry (energy), Industry processes, Other (energy), Other (non-energy), Road Transport, Other Transport, Waste, Agriculture. Tabel A.2 geeft een overzicht van de emissies gebruikt in deze studie voor de jaren 1995 tot 2003. De primair-fijnstofemissies in heel Europa zijn volgens deze cijfers met ruim 10% gedaald over de periode 1995-2003.

Tabel A.2 Emissies primair fijn stof Europa (kton/jaar), bijdrage per sector tussen 1995 en 2003. 19951) 1996 1997 1998 1999 2000 2001 20022) 20033) 1: Energy industries 1477 1324 1170 1017 863 710 706 702 635 2: Fugitive Emissions 874 999 1125 1250 1375 1500 1509 1495 1498 3: Industry (energy) 852 779 706 634 561 488 491 488 463 4: Industry processes 995 996 996 996 997 997 1001 995 1005 5: Other (energy) 90 98 105 113 120 128 130 129 130 6: Other (non-energy) 142 117 92 66 41 16 16 16 2 7: Road Transport 415 430 444 458 472 487 487 477 486 8: Other Transport 528 481 434 388 341 294 294 291 277 9: Waste 34 62 89 117 145 172 172 168 140 10: Agriculture 410 409 407 406 405 404 406 402 445 Total 5818 5694 5569 5445 5320 5196 5212 5163 5082

1) emissiegegevens ook gebruikt voor 1993 en 1994

2) emissiegegevens ook gebruikt voor 2003 en 2004

3) emissiegegevens gebruikt voor 2005

Precursors van secundair fijn stof Nederland

Emissiegegevens voor de jaren 1990 t/m 2001 voor zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak zijn op basis van een eerdere trendstudie uitgevoerd binnen het thema verzuring (De Ruijter et al., 2006). Emissiegegevens voor de overige jaren zijn conform de emissie registratie (Milieubalans, 2005). Tabel A.3 geeft de totaalcijfers van de Nederlandse emissies

van SO2, NOx en NH3 zoals gebruikt bij deze studie. Emissies van SO2 en NOx door de internationale zeescheepvaart op het NCP staan apart in Tabel A.4.

Tabel A.3 Emissie totalen voor SO2, NOx en NH3 (kton/jaar) voor Nederland zoals gebruikt

voor de analyse 1990 t/m 2005 (exclusief emissies door zeescheepvaart).

1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 20031)

SO2 190 160 158 150 132 129 120 105 94 90 77 75 67 65

NOx 566 547 535 519 491 482 470 453 422 424 405 403 393 393

NH3 235 263 233 233 213 192 191 189 173 167 152 148 136 130

1) emissiegegevens ook gebruikt voor 2004 en 2005

Precursors secundair fijn stof Europa

Emissiegegevens van landen buiten Nederland voor zwaveldioxide, stikstofoxiden en

ammoniak zijn afkomstig van EMEP (WebDab, 2005). Deze database bevat emissiegegevens voor de EU-25 en de toetredingslanden voor nog een aantal landen dat van belang is voor de luchtkwaliteit in Europa zoals Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland. Tabel A.4 geeft het totaal van de buitenlandse emissies van SO2, NOx en NH3 zoals gebruikt in deze studie.

Zeescheepvaart is hierbij niet opgenomen.

Tabel A.4 Emissie totalen voor SO2, NOx en NH3 (kton/jaar) voor heel Europa voor 1990-

2003 (exclusief emissies door zeescheepvaart).

1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 20021) 20032)

SO2 38500 34200 30500 28400 25800 23900 21700 19800 18300 16400 156003) 15700 16800 16400

NOx 23200 22300 20900 19900 18800 18300 17900 17200 16800 16300 157004) 15700 16500 16300

NH3 8100 7800 7500 7100 6900 7000 6900 6800 6800 6700 6600 6600 6000 5700

1) emissiegegevens 2002 gebruikt voor 2003 en 2004 2) emissiegegevens 2003 gebruikt voor 2005

3) herziene emissiegegevens van 2000 (SO2 = 15700 ipv 15600 kton ) gebruikt voor 2001 en 2002 4) herziene emissiegegevens 2000 (NOx = 16100 in plaats van 15700 kton) gebruikt voor 2002

Zeescheepvaart emissies

Van de Europese zeescheepvaartemissies worden alleen de emissies die plaatsvinden op de Noordzee meegenomen in de OPS-modelberekeningen. Tabel A.5 geeft de

zeescheepvaartemissies van SO2, NOx en PM10 voor de Noordzee en als deel daarvan het Nederlands continentaal plat (NCP). Voor het NCP zijn de cijfers afkomstig van de Milieubalans (2005) en voor de rest van de Noordzee van het Marin en EMEP (WebDab, 2005) en de Milieubalans (2005). De Nederlandse bijdrage (op NCP) aan het totaal van de Noordzee-emissies van ligt voor NOx, PM10 en SO2 in de orde van 15%.

Tabel A.5 Zeescheepvaart emissies van SO2, NOx en PM10 (kton/jaar) op de Noordzee en het

Nederlands continentaal plat, NCP, (1990-2003).

1990 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 SO2 Noordzee 454 454 454 454 454 454 454 454 477 454 NCP 51 54 57 60 62 64 67 69 71 73 NOx Noordzee 648 648 648 648 648 648 648 648 681 648 NCP 89 102 102 102 102 102 116 120 123 127 PM10 Noordzee1) 54 55 55 56 56 56 56 57 57 57 NCP 7 8 8 9 9 9 9 10 10 10

Bijlage B

Trendbreuk regionale achtergrondstations