• No results found

BIJ ZAAKNUMMER: 2017025018

Recreatie, jaarschijf 2018

BIJ ZAAKNUMMER: 2017025018

Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering

van:

Agenda-nummer:

p.h.:

Wijziging bouwverordening gemeente Asten -1- 31 oktober

2017 17.10.05 JH

de raad

van de gemeente Asten

Samenvatting

De Model Bouwverordening is op een paar kleine punten aangepast. Het gaat hierbij onder meer om de verwerking van nieuwe NEN-normen. Verder zijn enkele verwijzingen naar de Regeling omgevingsrecht aangepast.

Beslispunten

Wij stellen u voor om:

1. De volgende wijziging van de bouwverordening gemeente Asten vast te stellen.

Inleiding

De Model Bouwverordening is op een paar kleine punten aangepast. De artikelen over het

bodemonderzoek in de Bouwverordening gemeente Asten, waaronder artikel 2.1.5, hebben tot doel te bevorderen dat niet wordt gebouwd op verontreinigde grond. De NEN-normen waar in artikel 2.1.5 naar verwezen werd zijn inmiddels grotendeels vervangen door nieuwe NEN-normen. De verwijzingen zijn dienovereenkomstig aangepast. Verder is het artikel redactioneel verbeterd en zijn enkele verwijzingen naar de Regeling omgevingsrecht geactualiseerd.

Hieronder worden de wijzigingen weergegeven. In de bestaande tekst zijn de woorden en leestekens waaraan iets verandert, cursief gezet. In de nieuwe tekst zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt.

Artikel I

Artikel 2.1.5 van de Bouwverordening gemeente Asten wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek

1. Het onderzoek betreffende de

bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat uit:

a. de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740, uitgave

Nieuwe tekst

Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek

1. Het onderzoek betreffende de

bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat in ieder geval uit de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN

2/4 2009, in overeenstemming met het

onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1.

b. (vervallen).

c. Indien op basis van het vooronderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707, uitgave 2003.

2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling

omgevingsrecht geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een

bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II.

3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport bedoeld in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.

4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte

instandhoudingtermijn, als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht, indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde

vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig

veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009 niet rechtvaardigen.

5740:2009+A1:2016 nl, in overeenstemming met het

onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1.

Als op basis van het onderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707:2015 nl.

2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, geldt niet als het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en

omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in de artikelen 2 of 3 van bijlage II van het Besluit

omgevingsrecht. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toe als voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente

onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.

4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn als bedoeld in artikel 2.23 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit

omgevingsrecht als uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en de bodemgesteldheid blijkt dat de locatie onverdacht is of dat de gerezen

verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl niet rechtvaardigen.

3/4 5. Indien het bouwen pas kan

plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.

5. Als het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.

Artikel II

Artikel 2.1.5 van de Bouwverordening gemeente Asten, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op:

a. een omgevingsvergunning voor het bouwen als de aanvraag is gedaan voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, en

b. een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen die is ingediend voor inwerkingtreding van dit besluit waar nog niet op is beslist.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 10 november 2017.

Wat willen we bereiken

Dat de bouwverordening gemeente Asten gewijzigd wordt vastgesteld, zodat deze weer up to date is.

Wat gaan we daarvoor doen

De bouwverordening gemeente Asten gewijzigd vaststellen en op de gebruikelijke wijze publiceren zodat deze in werking kan treden.

Mogelijke alternatieven n.v.t.

Risico’s

De gemeentelijke bouwverordening is een ‘algemeen verbindend voorschrift’ in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en staat als zodanig niet open voor de mogelijkheid van bezwaar en beroep. Bekendmaking vindt op gebruikelijke wijze plaats.

Communicatie

Bij vaststelling door uw raad op 31 oktober 2017 vindt publicatie plaats op 9 november 2017. De verordening treedt in werking op 10 november 2017. Bekendmaking vindt op gebruikelijke wijze plaats.

Wat mag het kosten n.v.t.

Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)

- concept raadsbesluit gewijzigd vaststellen bouwverordening gemeente Asten

m.rooijakkers@asten.nl

RAADSBESLUIT

Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:

Wijziging bouwverordening gemeente Asten 31 oktober 2017 17.10.05

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017 met zaaknummer 2017025018;

gelet op artikel 8, eerste lid, van de Woningwet;

gehoord het advies van de commissie Ruimte van 10 oktober 2017;

besluit:

vast te stellen de volgende wijziging van de Bouwverordening gemeente Asten.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 31 oktober 2017.

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos

2017029009*

RAADSVOORSTEL