• No results found

Bezwijkmechanisme als mogelijke verklaring

Uit bovenstaande analyse blijkt dat het niet eenvoudig is om op basis van de metingen in de Deltagoot Hdrempel en NH>drempel voor de drempelwaardemethode te bepalen. Hierdoor groeit de twijfel of de methode wel aansluit op de fysische werkelijkheid. In deze paragraaf zal getracht worden een verklaring hiervoor te vinden vanuit de beschrijving van het bezwijkmechanisme.

Bij het beschouwen van het bezwijkmechanisme van de steenzettingen moet onderscheid gemaakt worden tussen geklemde niet geklemde steenzettingen. Het bezwijkmechanisme verloopt naar verwachting doorgaans volgens de volgende stappen:

1 Geklemde steenzettingen op een filterlaag (basalt, betonzuilen):

– Bij kleine en grote golven spoelt er geleidelijk aan inwasmateriaal uit de spleten.

– Bij sommige zuilen ontstaat er aan één of meer zijden een verminderde interactie met naburige zuilen.

– De stijghoogteverschillen zijn bij sommige golven zo groot dat de steenzetting enkele millimeters of een paar centimeter als een kattenrug opbolt.

– Daaropvolgende golven veroorzaken:

dat de opbolling weer verdwijnt

dat het filtermateriaal gaat migreren en de opbolling definitief wordt

– De steeds meer cumulerende opbolling zorgt ervoor dat er steeds minder interactie is tussen naburige zuilen.

– één of meer zuilen spoelen uit het taludoppervlak, waarna de steenzetting als bezweken wordt beschouwd

2 Niet geklemde steenzettingen op een filterlaag (rechthoekige blokken):

– Sommige blokken zitten reeds bij aanvang van de hydraulische belasting los in de steenzetting (orde 0,1 à 10%).

– Golfklappen op de steenzetting geven trillingen, die zouden kunnen bijdragen aan het los gaan zitten van een toenemend aantal blokken.

– Bij grote golven is het stijghoogteverschil zodanig groot dat sommige blokken iets omhoog bewegen.

– Daaropvolgende golven veroorzaken:

dat de steen weer naar beneden zakt

dat het filtermateriaal gaat migreren en de verplaatsing definitief wordt

– De steeds meer cumulerende verplaatsing leidt na een tiental of vele honderden golven tot het uitspoelen van een steen, waarna de steenzetting als bezweken wordt beschouwd.

Uit bovenstaande beschrijving van het bezwijkmechanisme voor geklemde steenzettingen blijkt dat het uitspoelen van inwasmateriaal, dat bijdraagt aan de degeneratie, ook al plaatsvindt bij relatief kleine golven. Daarnaast is er een voldoende groot aantal grote golven nodig om de steenzetting uiteindelijk te laten bezwijken. Het tweede aspect zou kunnen aansluiten bij de drempelwaardemethode, maar het eerste aspect sluit daar veel minder op aan.

Voor niet geklemde steenzettingen geldt dat het stijghoogteverschil voldoende moet zijn om een blok in beweging te brengen. Dat sluit in principe goed aan op de drempelwaarde-methode. Toch zullen hele grote golven naar verwachting echter meer bijdragen aan de schade dan de matig grote golven, terwijl volgens de drempelwaardemethode alle golven boven de drempel evenveel bijdragen.

Geconcludeerd kan worden dat voor zowel geklemde als niet geklemde steenzettingen er wel aanwijzingen zijn vanuit het bezwijkmechanisme dat de drempelwaardemethode niet goed zou kunnen aansluiten bij de werkelijkheid.

4 Conclusies

De stabiliteit van een steenzetting wordt beïnvloed door de belastingduur. In Steentoets is deze invloed verdisconteerd op basis van de analyse uit Klein Breteler (2005). Van Hijum e.a.

(2009) heeft echter beargumenteerd dat er een betere methode is, waarmee ook de invloed van de variërende golfhoogte in de belastingperiode kan worden meegeteld.

Voor het meewegen van een variërende golfhoogte gedurende de belastingperiode kunnen verschillende methoden gebruikt worden. In Klein Breteler (2012) zijn twee methodes vergeleken: de energiemethode en de drempelwaardemethode (Van Hijum e.a., 2009). Op basis van ervaring met steenzettingen is in Klein Breteler (2012) geconcludeerd dat de voorkeur uitgaat naar de drempelwaardemethode.

De drempelwaardemethode betreft een vertaling op basis van een specifiek gekozen drempelwaarde van de golfhoogte (Hdrempel). In elk deel van de storm worden alleen de afzonderlijke golven beschouwd die groter zijn dan Hdrempel (NH>drempel). Uitgangspunt voor de drempelwaardemethode is dat er schade ontstaat als er NH>drempel golven boven de drempelwaarde zijn geweest. Als de golfhoogte klein is (aan het begin en einde van de storm), dan zijn dit slechts weinig golven, terwijl tijdens de top van de storm het percentage golven groter dan Hdrempel veel groter is. Hierbij moet gebruikgemaakt worden van een goed gekozen golfhoogteverdeling (zoals Rayleigh of Weibull).

Voor het gebruik van de drempelwaardemethode is het voldoende om simpelweg het aantal golven boven een specifiek gekozen drempelwaarde van de golfhoogte te tellen, want volgens de hypothese dragen alleen die bij aan het instabiel worden van de steenzetting. Om de drempelwaarde vast te stellen, is in de onderhavige rapportage een heranalyse uitgevoerd van de proeven met een langeduurbelasting (Klein Breteler e.a., 2005). Uit de analyse volgden de volgende waarden voor Hdrempel en NH>drempel:

Geklemde steenzettingen: Hdrempel = 0,83·Hs,bezwijk

NH>drempel = 250 Niet-geklemde steenzettingen: Hdrempel = 0,90·Hs,bezwijk

NH>drempel = 200

Daarin is Hs,bezwijk de bezwijkgolfhoogte, die Steentoets uitrekent voor een belastingduur van 1000 golven.

In paragraaf 3.5 is de drempelwaardemethode vergeleken met de huidige methode van Steentoets2010 om langeduurbelasting te schematiseren:

• Bij een belastingduur van 1000 golven leveren beide methoden per definitie dezelfde stabiliteit op.

• Bij meer dan 1000 golven laat de vergelijking zien dat de drempelwaardemethode bij geklemde bekledingen een wat lagere stabiliteit oplevert dan Steentoets2010. Volgens de drempelwaardemethode zal een steenzetting bij een lange duur dus sneller bezwijken dan volgens Steentoets2010. Voor langeduurbelastingen is de drempelwaardemethode dus veiliger/conservatiever dan Steentoets2010. Bij niet-geklemde bekledingen geven beide methoden vrijwel dezelfde resultaten.

• Bij minder dan 1000 golven worden geen grote verschillen verwacht tussen beide methoden, als gevolg van de begrenzing van de stabiliteit in Steentoets.

Daarnaast is de drempelwaardemethode vergeleken met meetdata van Deltagootproeven.

Hoewel het aantal meetpunten beperkt is, zijn die niet strijdig met de drempelwaarde-methode. Gezien het feit dat de drempelwaardemethode een lagere stabiliteit geeft dan Steentoets is dat logisch.

De drempelwaardemethode is derhalve wat aan de conservatieve kant en kent daarnaast diverse bezwaarpunten:

• De snijpunten tussen de golfhoogteoverschrijdingskrommen, die nodig zijn voor het bepalen van Hdrempel en NH>drempel, waren in veel gevallen niet eenduidig zichtbaar. De aanwezige lijnen sneden elkaar zelden in hetzelfde punt en soms was er zelfs in het geheel geen snijpunt aanwezig. Dat geeft onzekerheid omtrent de nauwkeurigheid en bruikbaarheid van de methode.

• Eén van de eigenschappen van een drempelwaardemethode is de aanwezigheid van een grote discontinuïteit: alle golven groter dan Hdrempel tellen volledig mee, terwijl alle golven kleiner dan Hdrempel in het geheel niet meetellen. Doorgaans is de werkelijkheid niet zo zwart-wit, maar is er een overgangsgebied waarbij golven een beetje meetellen in de degeneratie. Met de drempelwaardemethode leidt deze onnatuurlijk scherpe grens tot resultaten die onnatuurlijk aandoen: Stel dat de drempelgolfhoogte van een geklemde steenzetting 1,50 m is. In dat geval leveren 251 golven van 1,51 m volgens deze methode wèl schade op, terwijl 249 golven van bijvoorbeeld 3,0 m geen schade opleveren. Hoewel deze grote discontinuïteit in werkelijkheid niet zal optreden vanwege de altijd aanwezige golfverdeling (zoals Rayleigh), geeft dit toch te denken.

• Een nadeel is dat Hdrempel gekoppeld is aan de bezwijkgolfhoogte Hs,bezwijk. Hoewel dat fysisch logisch is, brengt dat met zich mee dat na implementatie in Steentoets een extra iteratieslag in de berekeningen nodig is. De rekentijd van Steentoets neemt daardoor flink toe.

• Het verloop van de stabiliteit als functie van de belastingduur vloeit één op één voort uit de methodiek. Helaas blijkt dit verloop voor geklemde steenzettingen wat minder goed op de beschikbare metingen aan te sluiten.

Op basis van deze analyse wordt geconcludeerd dat de drempelwaardemethode vooralsnog te veel nadelen bevat. Nadere discussie is nodig om richting te geven aan het vervolg van deze studie.

5 Referenties

Burger, A.M. (1985), Sterkte Oosterscheldedijken onder geconcentreerde golfaanval, Verslag grootschalig modelonderzoek, WL | delft hydraulics, rapport M2036, maart 1985

Hijum, E. van, en Wouters, J. (2009), Mathematische benadering langeduursterkte van steenzettingen, Infram, (concept)rapport 07i128/01, 5 januari 2009

Klein Breteler, M., en Eysink, W.D. (2005), Langeduursterkte van steenzettingen,

Onderzoeksprogramma Kennisleemtes Steenbekledingen, Verslag Deltagootonderzoek, WL | delft hydraulics, rapport H4475, versie 2, november 2005

Klein Breteler, M. (2006c), Het optellen van belastingperioden met verschillende golfhoogte, Deltares, memo, februari 2006

Klein Breteler, M. (2012a), Effectieve duur van langeduurbelasting met variërende golfhoogte, Stabiliteit van steenzettingen, Onderzoeksprogramma ‘Advisering steenbekledingen Zeeland’, Deltares, rapport 1204727-013-HYE-0004, versie 2, februari 2012

Klein Breteler, M. (2012b), Documentatie Steentoets2008 en Steentoets2010, Deltares, rapport 1204727-009-HYE-0001, februari 2012

Klein Breteler, M., en Mourik, G.C. (2012c), Validatie van Steentoets2010, Stabiliteit van Steenzettingen, Onderzoeksprogramma ‘Advisering steenbekledingen Zeeland’, Deltares, rapport 1204727-009-HYE-0009, versie 2.1, mei 2012

Steeg, P. van (2012), Stabiliteit van taludbekledingen met Hillblocks bij golfaanval, Grootschalig modelonderzoek in de Deltagoot, Deltares, rapport 1202901-000-HYE-0014, versie 3, januari 2012

Werf, I. van der, en Klein Breteler, M. (2007), Stabiliteit van C-Star taludbekleding onder golfaanval, Grootschalig modelonderzoek Deltagoot, WL | delft hydraulics, rapport H4885, versie 1, augustus 2007

Wolters, G. (2010), Rona®Ton+ proeven in de Deltagoot, Deltares, rapport 1201537, versie 1.3, juni 2010

Wolters, G., en Klein Breteler, M. (2011), Reststerkte van een dijk met steenzetting op een kleilaag, Meetverslag Deltagootproeven SBW-Reststerkte, Deltares, rapport

1202122.002, versie 3.0, november 2011

A Tabellen

Geometrie modelopstellingen STEENTOETS2010 versie 1.06, Deltares, juli 2010 (2008.121)niveauniveauhelling IJsselmeeronder-boven-toplaagonderlagenDBLopengaten insoortelijkeinge- grensgrens(filter, geotex-stootv.langsv.oppervlaksteen?massawassen Naam van dijkvak[m NAP][m NAP]tanatiel, klei, etc)[m][m][m][mm][mm][%]ja/nee[kg/m3] ja/nee Basalton (proeven '03 en '04 + langeduurproeven),260.285727.1st ge kl0.2132827j Basalton (reststerkteproeven)2.354.70.285727.1st ge kl0.1513n2388j Basalt (langeduurproeven)260.285726.1st ge kl0.2132955j Blokken op hun kant (langeduurproeven)260.285711.4st ge kl0.20.10.20.50.52317n Hydroblocks D = 15 cm (langeduurproeven)260.285727.3st ge kl0.150.250.25132426j Hydroblocks D = 20 cm (langeduurproeven)260.285727.3st ge kl0.20.250.25132359j RonaTon+ (RonaTon+-proeven)1.925.40.333327.4st ge kl0.1612n2460j C-Star (C-Star-proeven)1.95.50.333327.5st ge kl0.180.120.18142338j Haringmanblokken; niet ingewassen (Haringmanblokproeven)3.58.50.285711.1st my0.20.50.5222290n Geometrie modelopstellingen (vervolg) STEENTOETS2010 versie 1.06, Deltares, juli 2010 (2008.121)type bovenste IJsselmeerbD15D50poro-2e filterbD15D50poro-dijk-bkleiovergang siteitlaag?siteitopbouw(-sconstructie) Naam van dijkvak[m][mm][mm][-]ja/nee[m][mm][mm][-]gk/kl/kk/zs[m]a0 …. c1 Basalton (proeven '03 en '04 + langeduurproeven),0.1222290.4nkl1b0 Basalton (reststerkteproeven)0.0715240.4nkl1b0 Basalt (langeduurproeven)0.1222290.4nkl1b0 Blokken op hun kant (langeduurproeven)0.056.590.4nkl1b0 Hydroblocks D = 15 cm (langeduurproeven)0.06922290.4nkl1b0 Hydroblocks D = 20 cm (langeduurproeven)0.09722290.4nkl1b0 RonaTon+ (RonaTon+-proeven)0.0712210.4nkl1b0 C-Star (C-Star-proeven)0.0710130.4nkl1b0 Haringmanblokken; niet ingewassen (Haringmanblokproeven)0.049140.413180.2b0

1206424-015 Tabel A.1

BOVENSTE FILTERLAAGTWEEDE FILTERLAAGKLEI

Deltares

Geometrie modelopstellingen

typeTOPLAAG spleetbreedte

Proevenprogramma: Basa lton

Langeduurproeven serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) inwassen en trillen nov '0338306.77>1.24.6-5.1 dec '0310191.331.454.501.530.0350.2857 juli '048081.001.404.391.480.0370.2857 1P42016491.001.244.202.580.0120.2857 1P42026731.001.344.202.480.0130.2857 1P42036591.001.264.202.480.0130.2857 1P420415662.501.334.202.480.0130.2857 2P44019251.501.384.422.610.0120.2857 2P440212942.001.364.412.470.0130.2857 3P460144897.001.394.632.390.0140.2857 4P480118903.001.404.822.380.0140.2857 4P480225354.001.384.832.420.0140.2857 4P480344677.001.384.812.390.0140.2857 5aP500112051.901.465.022.420.0140.2857 5aP50023450.551.365.022.480.0130.2857 5bP480440806.501.394.832.460.0140.2857 5bP480518843.001.384.812.470.0130.2857 Reststerkteproeven serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) P019981.001.004.401.520.0350.2857 inwassen P0210731.131.214.501.550.0340.2857 inwassen P0310511.171.394.601.540.0350.2857 P042600.341.604.701.480.0370.2857 Tabel A.2

Proev enprogr amma: Basalt

Langeduurproeven serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) inwassen ingolvenP401018182.000.924.041.790.0250.2857 ingolvenP421013891.771.264.221.930.0220.2857 ingolvenP421113491.731.234.201.960.0210.2857 ingolvenP44108471.101.284.401.940.0220.2857 inwassen 1P441127213.501.304.411.850.0240.2857 1P461047026.001.274.631.910.0220.2857 1P48103910.421.174.822.090.0190.2857 1P481169548.831.274.841.880.0230.2857 1P481236614.751.254.831.900.0230.2857 inwassen 2P421527383.501.464.221.950.0220.2857 2P441526703.501.434.421.980.0210.2857 2P461543125.751.424.631.940.0220.2857 2P46169401.251.414.612.020.0200.2857 inwassen 3P441824813.501.594.421.940.0220.2857 3P461827803.831.534.601.910.0220.2857 reststerkteP46197091.001.554.601.920.0220.2857 Tabel A.3

Proevenprogramma: Blokk en op hun kant

Langeduurproeven serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) 1P41209571.000.834.101.690.0290.2857 1P41219511.000.834.101.720.0270.2857 1P412215581.620.824.111.730.0270.2857 schade hersteld ingolvenP493011411.000.494.911.780.0260.2857 2P493110321.000.644.901.730.0270.2857 2P493226062.500.664.901.710.0280.2857 2P49338020.780.684.901.680.0290.2857 2P493421302.090.684.901.670.0290.2857 schade hersteld ingolvenP404012101.000.454.001.670.0290.2857 3P414011481.000.524.101.720.0280.2857 3P414128402.500.544.111.690.0290.2857 3P424039693.500.534.211.700.0280.2857 3P434028552.500.534.311.700.0280.2857 3P434151454.500.534.311.700.0280.2857 3P444074226.500.524.411.710.0280.2857 3P444185477.500.534.411.690.0290.2857 3P454028082.500.534.511.690.0290.2857 3P4541108149.500.534.521.680.0290.2857 reststerkteP454235773.500.724.501.670.0290.2857 Tabel A.4

Proevenprogramma: Hyd roblocks

Langeduurproeven (D = 15 cm) serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) inwassen, trillen, inwassen 1P505011021.230.835.001.890.0230.2857 1P525010601.270.955.201.890.0230.2857 1P525110931.371.085.201.980.0210.2857 1P525290.021.965.201.640.0300.2857 inwassen ingolvenP41509131.000.774.101.980.0210.2857 2P425012201.501.024.202.110.0180.2857 2P42516810.850.994.201.990.0210.2857 inwassen ingolvenP41519691.000.704.111.920.0220.2857 3P42528941.070.894.202.160.0170.2857 inwassen, trillen, inwassen, trillen ingolvenP41529661.000.704.112.010.0200.2857 ingolvenP48509581.000.694.812.050.0190.2857 4P425315251.630.754.212.130.0180.2857 inwassen, trillen, inwassen, trillen ingolvenP425410281.000.564.212.000.0200.2857 inwassen, trillen 5P425519732.000.634.222.090.0190.2857 5P425614631.500.644.212.070.0190.2857 5P44576190.630.654.412.030.0200.2857 Langeduurproeven (D = 20 cm) serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) inwassen, trillen, inwassen ingolvenP41608901.000.854.091.990.0210.2857 inwassen, trillen, inwassen 6P426023993.021.154.211.980.0210.2857 6P42614070.501.104.201.910.0220.2857 6P44603180.401.104.422.170.0170.2857 6P446124293.101.114.422.020.0200.2857 6P466055737.001.094.622.070.0190.2857 6P486045435.731.104.792.060.0190.2857 Tabel A.5

Proevenprog ramma: RonaTon+

RonaTon+-proeven serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) inwassen 1T110921.220.834.502.210.0230.3333 inwassen 1T410851.691.394.502.380.0200.3333 inwassen 1T510361.661.514.502.350.0200.3333 inwassen 2T610160.960.954.501.740.0370.3333 inwassen 2T79710.981.184.501.670.0400.3333 inwassen 2T810681.191.364.501.730.0370.3333 inwassen 2T910391.271.524.501.790.0350.3333 3T108411.031.514.501.800.0340.3333 3T5A3410.521.534.502.220.0230.3333 3T10A20922.591.524.501.810.0340.3333 3T1151726.351.524.501.790.0350.3333 3T11A4920.641.534.501.900.0310.3333 3T11B3450.451.544.501.870.0320.3333 Tabel A.6

Proev enprogr amma: C-Star bl okken

C-Star-proeven serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) inwassen 1T1112601.550.844.502.300.0210.3333 inwassen 1T1211901.651.004.502.350.0200.3333 inwassen 1T1312771.951.204.502.350.0200.3333 inwassen 1T1412472.061.364.502.390.0190.3333 inwassen 1T1511011.921.534.502.380.0190.3333 inwassen 2T2210861.231.144.501.660.0390.3333 inwassen 2T2310461.301.354.501.730.0360.3333 inwassen 2T2417062.351.544.701.800.0340.3333 3T3234864.801.564.701.740.0360.3333 3T3369689.601.564.701.770.0350.3333 3T341051314.481.564.701.780.0350.3333 Tabel A.7

Proevenprogramma: Hari ngmanblokken

Haringmanblokproeven serieproefN (-)tproef (uur)Hs (m)h (m+gootb)op (-)sop (-)tan (-) ingolven4.000.60-0.80 T15710.500.905.001.210.0560.2857 T24860.501.205.001.290.0490.2857 T34340.501.505.001.610.0310.2857 T45710.500.965.001.210.0560.2857 T54860.501.255.001.290.0490.2857 T6A4340.501.435.001.340.0450.2857 T74750.500.895.001.610.0310.2857 T83710.501.105.001.700.0280.2857 T6B1474717.001.435.001.340.0450.2857 herstellen ingolven1.000.60-0.80 T93100.500.855.002.200.0170.2857 T102697729.001.335.001.250.0520.2857 destructieproef2.581.50 herstellen (blokken zijn bewust extra los gezet en inwassen met duinzand) ingolven1.000.50-0.75 T1111581.000.945.001.220.0550.2857 T1210401.001.055.001.270.0510.2857 T139631.001.235.001.300.0480.2857 T148891.001.375.001.230.0540.2857 T158081.001.505.001.300.0480.2857 Tabel A.8

B Figuren

Golfhoogteoverschrijdingskrommen tot moment van schade Basalton

Deltares 1206424-015 Fig. B.1

0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

0 0.5 1 1.5 2 2.5

H [m]

Ngolven>H [-]

Proeven uit '03 en '04 + langeduurpr. P4201-P4805 (schade a, equivalente lijn) Reststerkteproeven P03-P04 (schade d)

Basalt

1206424-015 Fig. B.2

Golfhoogteoverschrijdingskrommen tot moment van schade

Deltares 0

500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

0 0.5 1 1.5 2 2.5

H [m]

Ngolven>H [-]

Langeduurproeven P4411-P4812 (serie 1, schade d) Langeduurproeven P4215-P4616 (serie 2, schade a) Langeduurproeven P4418-P4618 (serie 3, schade d)

Deltares 1206424-015 Fig. B.3 Golfhoogteoverschrijdingskrommen tot moment van schade

Blokken op hun kant 0

500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

0 0.5 1

H [m]

Ngolven>H [-]

Langeduurproeven P4930-P4934 (serie 2, schade d) Langeduurproeven P4040-P4542 (serie 3, schade c)

Golfhoogteoverschrijdingskrommen tot moment van schade Hydroblocks

Deltares 1206424-015 Fig. B.4

0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

0 0.5 1 1.5

H [m]

Ngolven>H [-]

Langeduurproeven P4150-P4251 (D=0,15m, serie 2, schade d) Langeduurproeven P4151-P4252 (D=0,15m, serie 3, schade d) Langeduurproeven P4152 en P4253 (D=0,15m, serie 4, schade d) Langeduurproeven P4255-P4457 (D=0,15m, serie 5, schade d) Langeduurproeven P4260-P4860 (D=0,20m, serie 6, schade d)

Langeduurproeven P4260-P4860 (D=0,20m, serie 6, schade d, equivalente lijn)

RonaTon+

1206424-015 Fig. B.5

Golfhoogteoverschrijdingskrommen tot moment van schade

Deltares 0

500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

0 0.5 1 1.5 2 2.5

H [m]

Ngolven>H [-]

RonaTon+-proeven T9-T11B (serie 3, schade d)

C-Star

Deltares 1206424-015 Fig. B.6

Golfhoogteoverschrijdingskrommen tot moment van schade 0

500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

0 0.5 1 1.5 2 2.5

H [m]

Ngolven>H [-]

C-Star-proeven T24-T34 (serie 3, schade c)

Deltares 1206424-015 Fig. B.7 Golfhoogteoverschrijdingskrommen tot moment van schade

Haringmanblokken 0

500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

0 0.5 1 1.5 2 2.5

H [m]

Ngolven>H [-]

Haringmanblokproeven, T9 - T10 (schade a) Haringmanblokproeven, T11 - T15 (schade c)

voor alle modelopstellingen volgens Steentoets2010 (N = 1000 golven)

Deltares 1206424-015 Fig. B.8

Bezwijkgolfhoogte Hs,bezwijk [m] als functie van brekerparameter op [m]

0.00 0.50 1.00 1.50 2.00

0.00 0.50 1.00 1.50 2.00 2.50 3.00 3.50

op [-]

Hs,bezwijk [m]

Basalton (proeven '03 en '04 + langeduurproeven) Basalton (reststerkteproeven)

Basalt (langeduurproeven)

Blokken op hun kant (langeduurproeven) Hydroblocks D = 15 cm (langeduurproeven) Hydroblocks D = 20 cm (langeduurproeven) RonaTon+ (RonaTon+-proeven)

C-Star (C-star-proeven)

Haringmanblokken; niet ingewassen (Haringmanblokproeven)

Vergelijking drempelwaardemethode met meetresultaten

Deltagootproeven en rekenresultaten Steentoets2010 Basalton en Basalt

Deltares 1206424-015 Fig. B.9

Proeven uit '03 en '04 + langeduurpr. P4201-P4805 (schade a) Drempelwaardemethode (reststerkteproeven)

Langeduurproeven P4010-P4410 (ingolven, schade d) Langeduurproeven P4411-P4812 (serie 1, schade d) Langeduurproeven P4215-P4616 (serie 2, schade a) Langeduurproeven P4418-P4618 (serie 3, schade d)

Deltagootproeven en rekenresultaten Steentoets2010 Hydroblocks en RonaTon+

Drempelwaardemethode (langeduurproeven; D = 15 cm) Steentoets2010 (langeduurproeven; D = 15 cm)

Langeduurproeven P5050-P5252 (D=0,15m, serie 1, schade d) Langeduurproeven P4150-P4251 (D=0,15m, serie 2, schade d) Langeduurproeven P4151-P4252 (D=0,15m, serie 3, schade d) Langeduurproeven P4152 en P4253 (D=0,15m, serie 4, schade d) Langeduurproeven P4255-P4457 (D=0,15m, serie 5, schade d) Drempelwaardemethode (langeduurproeven; D = 20 cm) Steentoets2010 (langeduurproeven; D = 20 cm)

Langeduurproeven P4260-P4860 (D=0,20m, serie 6, schade d)

RonaTon+

RonaTon+-proeven T9 (serie 2, schade b) RonaTon+-proeven T9-T11B (serie 3, schade d)

Deltagootproeven en rekenresultaten Steentoets2010 C-Star

Deltares 1206424-015 Fig. B.11

Vergelijking drempelwaardemethode met meetresultaten 0

1 2 3 4 5

100 1000 10000 100000

N [-]

Hs/D [-]

Drempelwaardemethode (C-Star-proeven) Steentoets2010 (C-Star-proeven)

C-Star-proeven T24 (serie 2, schade a) C-Star-proeven T24-T34 (serie 3, schade c)

Deltares 1206424-015 Fig. B.12 Vergelijking drempelwaardemethode met meetresultaten

Deltagootproeven en rekenresultaten Steentoets2010 Blokken o.h. kant en Haringmanbl.

0

Langeduurproeven P4120-4122 (serie 1, schade d) Langeduurproeven P4930-P4934 (serie 2, schade d) Langeduurproeven P4040-P4542 (serie 3, schade c)

Haringmanblokken

Haringmanblokproeven, T1 - T6 (schade d) Haringmanblokproeven, T9 - T10 (schade a) Haringmanblokproeven, T11 - T15 (schade c)