• No results found

bewegingen promoten beelden van een trotse natie die een

In document Hoop als politieke deugd (pagina 82-85)

heilzame toekomst tegemoet

gaat

bas van stokkom

De prachtige symfonie van broederschap: sociale hoop in bange dagen

81

hen.’8 Hij betuigt zijn liefde voor het vaderland en de Nederlandse kern-waarde van vrijheid: ‘Wij Nederlanders zeggen wat ons op het hart ligt. En juist dát maakt ons land zo groot.’ Opmerkelijk is dat Wilders zich pre-senteert als patriot en verzetsheld die de belangen van het Nederlandse volk wil veiligstellen. ‘Onze voorouders hebben gestreden voor vrijheid en democratie. Ze hebben geleden, velen hebben hun leven gegeven. Aan deze helden danken we onze vrijheden en rechtsstaat. Maar de allerbelangrijk-ste vrijheid, de hoekallerbelangrijk-steen van onze democratie, is de vrijheid van menings-uiting. De vrijheid om te denken wat men wil en om te zeggen wat men denkt. Als we die vrijheid verliezen, verliezen we alles. Dan houdt Neder-land op te bestaan, dan is de inzet van allen die voor ons leden en streden zinloos. Van onze strijders voor onze onafhankelijkheid in de Gouden Eeuw tot de verzetshelden in de Tweede Wereldoorlog. Ik vraag u: sta in hun traditie. Sta voor de vrijheid van meningsuiting.’ Aan het slot van zijn speech zegt hij dat er wereldwijd een beweging op gang is gekomen die ‘de politiek-correcte doctrines van de elites’ op de korrel neemt. ‘Het is een heuse democratische revolte. Overal waait de wind van verandering en vernieuwing.’ Hij eindigt de speech met: ‘Spreek óns vrij!’

Misschien maakt deze speech deel uit van een opportunistische, op Trump afgestemde mediastrategie. Ook de vele verwijzingen naar hoop en optimisme in het partijprogramma doen een strategische benadering ver-moeden die aan Amerikaanse kookboeken over electorale verleidingskunst zijn ontleend.

De deugd van patriottisme en beelden van een strijdbare en trotse natie vormen wellicht een nieuwe episode in Wilders’ politiek. Dat eerbetoon aan het vaderland staat echter op gespannen voet met de schreeuwerige taal en toon die zijn optreden in de Kamer kenmerken. Daar presenteert hij zichzelf als vechtmachine zonder openheid van geest die tegenstanders louter belachelijk wil maken. Critici worden bij voorbaat in diskrediet ge-bracht als ‘linkse lakeien’ die de waarheid verhullen. Er is geen spoor van twijfel te bekennen, noch is er ruimte voor ‘begrip’ of ‘begrijpen’, zeker niet als het gaat om zijn anti-islam- en anti-immigratiestandpunten. De film Fitna, waarin de islam als essentieel kwaad wordt opgevoerd, en slogans als ‘De islam infiltreert Nederland, nee het hele Westen’ hebben eerder een propagandistische functie.

Wilders en andere rechts-populistische leiders hebben niettemin goed begrepen dat hoop en optimisme ertoe doen om het volk emotioneel mee te nemen. Wilders’ pvv poogt zich nadrukkelijk te manifesteren als verjon-gingsbeweging die onverzettelijkheid en vitaliteit uitstraalt.

Belangrijker dan na te gaan welke strategieën Wilders, Trump en Le Pen benutten, is de vraag waarom veel burgers zich kunnen vinden in ‘Eigen

wederopleving van hoop

82

volk eerst’-slogans. Ondanks de grootspraak, wilde plannen en beledigin-gen blijken veel mensen ontvankelijk te zijn voor hun boodschap. Vooral de zogenoemde ‘verliezers van de modernisering’, mensen die zich voor-bijgelopen en miskend voelen, worden aangesproken door het beeld van een grootse trotse natie. Het gemeenschappelijke gevoel dat niemand on-gestraft inbreuk mag maken op vrijheid – ‘Don’t tread on me’ – geeft soli-dariteit een nieuwe betekenis, een die paradoxaal genoeg rechts-populisti-sche bewegingen waar ook ter wereld met elkaar delen. Tegelijk geeft de onophoudelijke aanval op het establishment de achterban het vertrouwen dat er schoon schip zal worden gemaakt.

Een toekomst die verbroedert

Verzetsbewegingen vestigen dikwijls de hoop op afscheiding en een on-afhankelijke toekomst, verlost van onderdrukkers en uitbuiters. Rechts-populisten hebben dan ook niet het patent op de promotie van vijand-beelden. Ook socialistische voormannen maakten gebruik van een geëmotioneerde en haatdragende retoriek. Velen meenden dat de bour-geoisie geen bestaansrecht had in de toekomstige heilstaat. In het strijd-lied De internationale werden de opponenten niet gespaard: ‘De staat ver-drukt, de wet is logen. De rijkaard leeft zelfzuchtig voort.’

Opstandige bewegingen hebben lang niet altijd oog voor de belangen en rechten van andersdenkenden. Maar er zijn uitzonderingen. Nelson Mandela wist een burgeroorlog te voorkomen door de leidinggevende groepen van het voormalige apartheidsregime niet te laten vervolgen. In het naschrift van de Zuid-Afrikaanse grondwet van 1993 wordt expliciet gerefereerd aan verzoening en amnestie voor politieke daders. Daarmee wordt – zo zegt het naschrift – een ‘nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van ons land’ geopend. De symboliek van ‘een nieuw begin’ en ‘een gedeel-de toekomst’ treffen we vooral aan in gedeel-de regedeel-devoeringen van bisschop Tutu. Een uitweg zien te vinden uit het belaste verleden en het vizier richten op een positieve toekomst, vrij van haat, angst en slachtofferschap.

Bij hervormers als Mandela en Tutu komt een ‘grootmoedige boosheid’ tot uitdrukking. Die boosheid veronderstelt dat wandaden eerder voort-komen uit onvermogen dan uit kwaadwilligheid. Mede daarom zijn deze formidabele hervormers in staat om zich te ontworstelen aan de pijnlijke last van het verleden en om de taal van vijandigheid te mijden.

Die genereuze houding vinden we ook bij Martin Luther King. Illustra-tief is zijn legendarische rede ‘I have a dream’, waarmee hij op 28 augustus 1963 de ‘March on Washington for Jobs and Freedom’ afsloot. King begon zijn rede met een gedeelte dat hij samen met zijn vrienden de vorige nacht

bas van stokkom

De prachtige symfonie van broederschap: sociale hoop in bange dagen

83

in elkaar had gezet. Het ging onder andere over de ongedekte wissel die Amerika de zwarte bevolking had gegeven. Maar toen de menigte van 250.000 mensen op het veld voor het Lincoln Memorial enthousiaster werd, week hij af van de geprepareerde tekst en ging hij over op een preek zoals in baptistengemeenten gewoon is. Enkele passages:9

‘Ik heb een droom dat eens op de rode heuvelen van Georgia de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders in staat zullen zijn samen aan te schuiven aan de tafel van broederschap.’ ‘Ik heb een droom dat eens zelfs de staat Mississippi, een zinderende staat smorend in de hitte van onrecht en onderdrukking, zal worden herschapen in een oase van vrijheid en rechtvaardigheid.’

‘Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen eens zullen leven in een land waar zij niet beoordeeld zullen worden naar de kleur van hun huid, maar naar de inhoud van hun karakter. Ik heb een droom vandaag.’ ‘Dat is onze hoop. Dit is het geloof waarmee ik terugkeer naar het Zui-den. Met dit geloof zullen wij in staat zijn uit de berg van wanhoop een steen van hoop te houwen. Met dit geloof zullen wij in staat zijn de on-zuivere tweedracht van ons volk te herscheppen in een prachtige sym-fonie van broederschap. Met dit geloof zullen wij in staat zijn samen te werken, samen te bidden, samen te strijden, samen naar de gevangenis te gaan, samen op te komen voor vrijheid, wetende dat wij eens vrij zul-len zijn.’

‘Eens’ zal gerechtigheid geschieden. Maar die gerechtigheid zal niet van-zelf komen; er zijn voortdurend inspanningen voor nodig. Zoals King in een brief vanuit de gevangenis in Birmingham schreef: menselijke vooruitgang komt nooit aanrijden ‘op de wielen van de onvermijdelijk-heid’. Vooruitgang komt alleen tot stand door de onvermoeibare inzet van mensen ‘die medewerkers van God willen zijn’. De kracht van zijn toespraak schuilt in de geëvoceerde beelden van broederschap en collectieve bestemming. De toehoorders kunnen zelf betekenis geven aan die beelden en die laten aansluiten op hun eigen ervaringen, gevoelens, zorgen en verwachtingen.

Menselijke vooruitgang komt

In document Hoop als politieke deugd (pagina 82-85)