• No results found

Beweegredenen die horen bij de groeidimensie

Hoofdstuk 4: Beweegredenen voor collectief leren via samenwerking met externe professionals

4.4 Beweegredenen die horen bij de groeidimensie

Tot slot kunnen ook een aantal beweegredenen met focus op verandercapaciteit en professionele- en persoonlijke groei de keuze voor collectief leren mee beïnvloeden. Partnerschappen met externe (onderwijs)professionals worden dan als middel gehanteerd om als schoolorganisatie in beweging te blijven, te reflecteren, te blijven leren en ontwikkelen.

De keuze voor het samenwerken met externe (onderwijs)professionals wordt soms a priori ingegeven vanuit de vooraanname te zullen winnen in efficiëntie, zowel financieel als op vlak van personeel, infrastructuur, expertise. Vaak hebben partnerschappen die geïnitieerd zijn van overheidswege te maken met bestuurlijke optimalisatie of schaalvergroting (Verbiest 2002;

Leenheer, 2003; Ugurlu, 2016; Van den Beemt et al., 2015; Hatcher, 2014; Whitty & Wisby, 2016;

Bullough & Baugh, 2008; Glasswell, Singh & McNaughton, 2016; Opstaele, Naert & Bonne, 2015).

Kelchtermans, Janssen en Vandenberge (2003) clusteren schaalvergroting onder drie soorten die elk processen van onderwijsvernieuwing aanmoedigen: fusies, herstructureringen en samenwerkingsovereenkomsten. Schelfhout (2018) wijst ons op het proces dat in Vlaanderen gaande is om bestaande pedagogische begeleidingsstructuren te stretchen of doorbreken. Hierbij aansluitend geven de Vlaamse Regering (2014) en Ballet (2007) aan dat samenwerken met onderwijsactoren buiten het schoolteam een antwoord kan bieden op de grote uitdagingen waar leraren en scholen voor staan, namelijk het uitbouwen van een gedifferentieerd professioneel continuüm. In het kader van armoedebestrijding bevelen Opstaele, Van der Sypt en Vanassche (2018) aan dat een succesvolle lokale regierol vereist dat lokale actoren zich laten inspireren door de lokale omgevingsanalyse om hun doelen en acties te bepalen, dat ze participeren aan samenwerkingsverbanden en hun krachten bundelen. In het kader van inclusie-inspanningen denken we aan de ondersteuningsnetwerken met o.a. paramedici als externe professionals aan zet in schoolteams.

Diverse auteurs ondersteunen een gezamenlijk proces waarin netwerkpartners elkaar leren kennen, de school als lerende organisatie (Varga-Atkins et al., 2010) leren kennen en de dynamiek in stand houden waarmee ze, vanuit individueel en teameigenaarschap, doelen van de school vooropstellen en ze realiseren. Vele publicaties gaan in op de rol van innovator van het brede

47

onderwijsgebeuren en zoomen in op het nut en voordeel om als lid van een schoolteam via samenwerking met externe partners:

bij te dragen aan activiteiten van schooloverstijgende initiatieven om zo de professionele ontwikkeling van leraren te ondersteunen tijdens het lerarenberoep binnen een cultuur van collectief leren en kritische reflectie (Ugurlu, 2016; Hargreaves, 2010; Grau et al., 2017; Griffin &

Hallet, 2017; Vlaamse Regering, 2014);

deel te nemen aan buitenschoolse initiatieven die uitnodigen tot beleidsondersteuning op basis van multiperspectiviteit (Laferrière et al., 2012; Alfrey, O’Connor & Jeanes, 2017; Ellison et al., 2018; Heineke, Ryan & Tocci, 2015; Brown, 2010; Roberts-Holmes & Bradbury, 2017;

Blankestijn, 2015);

permanent contact te houden met collega’s uit het brede werkveld om meer observatiehorizonten te verkennen (Ermeling & Yarbo, 2016) en om in te spelen op nieuwe maatschappelijke behoeften (Opstaele, Naert & Bonne, 2015);

onderwijs- en curriculumvernieuwing te verduurzamen door knowhow te verbinden (März et al., 2017; Beveridge, Gore & Mockler, 2017; Whitty & Wisby, 2016; Trotman, 2009) en door tijd vrij te maken om zowel recente onderwijsvernieuwingen te monitoren (März et al., 2017) als inter-scholen samenwerkingen te monitoren en re-evalueren (Atkinson et al., 2007).

Een beweegreden die sterk de interdependentie toont tussen ambities en implicaties is door (interorganisationele) samenwerking de leerlingenprestaties (willen) verhogen. Glasswell, Singh en McNaughton (2016), Jita en Mokhele (2014) en Visser (2011) gaan als onderwijsonderzoekers sterk in op schooleffectiviteit als uitkomstvariabele van samenwerkingsverbanden. Snel wordt de relatie gelegd met de zichtbare opbrengsten bij leerlingen na het samen synthetiseren en katalyseren van best-practice research (Hoffman, Dahlman & Zierdt, 2009; Johnson & Rakestraw, 2015; Pianta et al., 2008). Merchie et al. (2016) en van Keulen et al. (2015) stellen echter wel dat verbetering van leerlingenprestaties ten gevolge van een professionaliseringsinitiatief naast de vooruitgang in andere elementen van de keten moet gelegd worden. Deze aanbeveling sluit aan bij de theory of improvement beschreven in het werk van Leenheer (2003) maar ook Rincon-Gallardo en Fullan (2016), März et al. (2017) en Vanblaere en Devos (2015) gaan onderzoekend in op het samenspel tussen modus operandi van samenwerkingsinterventies, leerkrachtcompetenties en schoolorganisatorische inbedding. Alignment, convergentie of synergie betekent o.a. dat verschillende factoren elkaar versterken. Er is kortom niet één kernvariabele.

De ontwikkeling van een netwerk op basis van de groeidimensie behandelt Suijs (1999) als volgt:

in de zoekfase gaan de partners over van eigenbelang naar gemeenschappelijk belang, in de vormgevingsfase groeit de netwerkstructuur en -cultuur, in de realisatiefase wordt er afgestemd over de organisatie- en netwerkbelangen en in de overgangsfase zoekt het netwerk een nieuwe structuur voor een nieuw issue. Parallel aan de groeidimensie kan er een profileringsdimensie aan de orde zijn: naar buiten komen als netwerk.

48

4.5 Conclusie

Zoals blijkt uit de literatuur onderscheidt men een 15-tal beweegredenen van collectief leren die het buitenschoolse benutten vanuit samenwerkingsverbanden met externe professionals. De meest voorkomende redenen staan telkens bovenaan per item.

Scholen en hun teams gaan doelgericht en planmatig om met collectief leren om diverse redenen:

1. om vakdidactiek, programma’s, inhouden, leermiddelen of bronnen uit te wisselen en/of (her)ontwerpen, om doorlopende (leer)lijnen af te stemmen

2. om de rol van onderzoekende professional of actief onderzoeker op te nemen

3. om tegemoet te komen aan de generalistische benadering van zorg, leerlingenoriëntatie en leerlingenbegeleiding

4. om een tijdelijk project of een internationaal actieprogramma uit te bouwen 5. om duaal leren of werkplekleren of stages te organiseren

6. om tegemoet te komen aan decretale wensen

Scholen en hun teams beschouwen het samenwerken tussen lerende organisaties als een complex samenspel tussen individu, organisatie, en samenwerkingsverband en prioriteren de sociale relatiedimensie van collectief leren om diverse redenen:

7. om aan incentivized netwerking te (moeten) doen

8. om nieuwe connecties te faciliteren en verbeteren voor leerkrachten die deze sociale kansen op school niet vinden

9. om mensen en knowhow te verbinden, om zo geëngageerd aan co-creatie te doen 10. om zonder meer op een (lokaal) netwerk te kunnen terugvallen

Vaak wordt er in de literatuur - in combinatie met bovenstaande - verwezen naar scholen en teams die collectief leren vooropstellen vanuit de reformgedachte en de verandercapaciteit van de school. Bij het rekening houden met toekomstige en huidige behoeftes is duurzame ontwikkeling een terugkerend concept. Externen zouden het veranderingsproces kunnen versnellen. De volgende groeibevorderende beweegredenen worden uitdrukkelijk benoemd als drijfveren:

11. om duurzame innovatie- en veranderingsprocessen te observeren, bevragen, hospiteren, bestuderen en/of implementeren

12. om aan bestuurlijke optimalisatie en schaalvergroting te doen op vlak van budget, personeel, infrastructuur, …

13. om de professionele ontwikkeling van leraren te ondersteunen, om de reflectieve professional te versterken

14. om aan kwaliteitsontwikkeling te doen

15. om door samenwerking de leerlingenprestaties te verhogen

De beweegredenen voor collectief leren hangen sterk samen met de schoolcultuur en de ontwikkelingsfase van het samenwerkingsverband. Diverse auteurs gaan hier (on)rechtstreeks op

49

in en voorspellen dat partnercomplementariteit het op vlak van individuele en collectieve leeruitkomsten haalt van competitie en concurrentie (Suijs, 1999; Leenheer, 1999; Opstaele et al., 2013).

50

Hoofdstuk 5: Randvoorwaarden voor collectief leren