• No results found

Voor de beoordeling van het onderzoek is het van belang om de validiteit en de betrouwbaarheid vast te stellen. In deze paragraaf worden daarom de betrouwbaarheid en de validiteit van het onderzoek beschreven.

De betrouwbaarheid houdt in dat de bevindingen van het onderzoek niet mogen worden vertekend door toevallige afwijkingen. Doordat het kwalitatief onderzoek een kleiner aantal waarnemingseenheden omvat, is het moeilijk om de betrouwbaarheid te bepalen [CITATION Ble161 \p 120 \l 1043 ]. Dit kan worden gecompenseerd door langdurig waarnemingen te verrichten. In dit onderzoek is dit gerealiseerd door het onderzoek binnen acht maanden uit te voeren en uitgebreid data te verzamelen. Van Thiel (2013) stelt dat de betrouwbaarheid wordt vergroot door de nauwkeurigheid en de consistentie waarmee de variabelen worden gemeten. Hierbij wordt een verschuiving gemaakt van betrouwbaarheid naar controleerbaarheid en realiseerbaarheid (Bleijenbergh, 2016, p. 120).

Om de betrouwbaarheid van het onderzoek zo goed mogelijk te waarborgen, is dan ook rekening gehouden met het bovenstaande. Om problemen met de betrouwbaarheid van dit onderzoek te minimaliseren, zijn alle stappen vastgelegd om de controleerbaarheid van dit onderzoek te waarborgen. Alle interviews zijn opgenomen en vervolgens getranscribeerd, zodat de resultaten zijn gebaseerd op de uitspraken van de respondenten. Daarnaast zijn alle interviews en documenten op eenzelfde wijze gecodeerd met het gebruik van Atlas Ti. Hierdoor kunnen de data gecombineerd worden om de resultaten te analyseren. Op deze wijze zijn de resultaten controleerbaar en reproduceerbaar, omdat alle handelingen in het onderzoek zijn vastgelegd.

Validiteit

De validiteit betreft de beïnvloeding van de uitkomsten van het onderzoek door systematische fouten. Er bestaan twee soorten validiteit, namelijk interne validiteit en externe validiteit. De validiteit van een onderzoek geeft aan of gemeten wordt wat gemeten dient te worden en of de gevonden resultaten generaliseerbaar zijn [CITATION Ble161 \p 120 \l 1043 ].

Als methodologie is allereerst top-down gewerkt door gebruik te maken van relevante theorie om tot een selectie te komen van te onderzoeken variabelen, in dit onderzoek gedefinieerd als tegenstellingen. Deze variabelen vormden dan ook de input voor het verdere empirische gedeelte van het onderzoek. Op basis van deze bevindingen is geoperationaliseerd om van de theorie tot de empirie te komen en om de interne validiteit van dit onderzoek te waarborgen. Met deze gestructureerde werkwijze is getracht om systematische fouten het hoofd te bieden.

Bij een kwalitatief onderzoek door middel van een casestudy zijn de letterlijke uitkomsten niet te generaliseren. Patronen kunnen mogelijk echter wel gegeneraliseerd worden [CITATION Ble161 \p 120 \l 1043 ]. Om deze patronen te herkennen, is een zorgvuldige afweging gemaakt in de eerder beschreven selectie van de respondenten en de documentenstudie. In het kader van de dataverzameling is het in dit onderzoek niet mogelijk gebleken om interviews af te nemen met medewerkers van andere Nederlandse banken. Wel is gesproken met de toezichthouders om de validiteit van het onderzoek te waarborgen en om te voorkomen dat het een eenzijdig verhaal wordt vanuit het perspectief van ABN AMRO. Om de validiteit van dit onderzoek te verhogen, is daarom ook gebruikgemaakt van de documentenanalyse. De tien documenten die zijn bestudeerd, gecodeerd en geanalyseerd, en hebben betrekking op de toezichthouder, de overheidsorganisatie FIU, de Tweede Kamer en andere banken. Deze analyse heeft tot doel om afstand te nemen van ABN AMRO, om in een bredere context data te verzamelen. Ook hierbij draait het om het begrip van het handelen van mensen in de sociale en culturele context te duiden [CITATION Mye13 \p 5 \l 1043 ]. De verzamelde documenten in de vorm van interviews geven een inkijk in de sociale en culturele context buiten ABN AMRO. Hiermee wordt de externe validiteit van het onderzoek verhoogd en een eerste aanzet gedaan naar het bewerkstelligen van een generaliseerbaar beeld over de sturing van het AML-netwerk.

5. Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten van dit onderzoek beschreven ter beantwoording van de derde en vierde deelvraag. Ieder van de vier geformuleerde tegenstellingen wordt geanalyseerd op basis van veertien gecodeerde interviews en tien documenten zoals beschreven in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk wordt dezelfde structuur aangehouden als in het theoretisch kader. De tegenstellingen worden in paragraaf 5.1 tot en met 5.4 behandeld. Vervolgens wordt in paragraaf 5.5 en 5.6 de vierde deelvraag beantwoord, waarna in paragraaf 5.7 de resultaten met betrekking tot de strategie worden uiteengezet. Daarnaast werkt dit hoofdstuk opbouwend toe naar het samenvattend Figuur 8 in paragraaf 5.8 met een visuele weergave van de relatie tussen de tegenstellingen. In dit figuur worden de antwoorden op de deelvragen schematisch weergegeven met aansluitend de strategie. Het figuur biedt daarnaast de input voor het beantwoorden van de hoofdvraag. De te beantwoorden

3. Hoe gaat ABN AMRO op het niveau van de organisatie en de professional om met de tegenstellingen tussen en binnen de verschillende sturingsparadigma’s? 4. Hebben deze tegenstellingen in sturingsaanpak een belemmerend effect op banken bij de uitvoering van de poortwachtersfunctie?

Allereerst is tijdens het afnemen van de interviews geconstateerd dat het saturatiepunt is bereikt. Dit betekent dat na het afnemen van het merendeel van de interviews nauwelijks nieuwe informatie werd verkregen ten aanzien van dit onderwerp. Dit geeft aan dat de veertien afgenomen interviews representatief zijn. Dit maakt het mogelijk om op basis van de beschikbare informatie uitspraken te doen over de tegenstellingen. In dit hoofdstuk vormen de interviews de primaire bron voor de resultaten. De antwoorden van de respondenten op de vragen met betrekking tot de tegenstellingen zijn weergegeven in bijlage III.