Art. 224. De bestuursorganen van de Vlaamse Regulator voor de Media zijn:
1° de raad van bestuur;
2° de gedelegeerd bestuurder.
Art. 225. De raad van bestuur en zijn voorzitter worden aangesteld door de Vlaamse Regering. Het mandaat van bestuurder is onverenigbaar met het mandaat van lid van een van beide kamers van de Vlaamse Regulator voor de Media.
Art. 226. [De raad van bestuur is bevoegd]374 om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn voor de verwezenlijking van het doel van het agentschap. De raad van bestuur heeft evenwel geen enkele bevoegdheid met betrekking tot de beslissingen die genomen worden ter uitvoering van artikel 217, § 2 en § 3, en artikel 218, § 2 en § 3.
De raad van bestuur heeft inzonderheid de volgende opdrachten en bevoegdheden:
1° de beheersovereenkomst met de minister sluiten;
373 Ingevoegd bij decreet van 02.07.2021
374 Vervangen bij decreet van 7.12.2018
2° de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst goedkeuren;
3° de [jaarlijkse]375 begroting opmaken;
4° de begrotingskredieten herverdelen;
5° de algemene rekening opmaken;
6° over de uitvoering van de begroting rapporteren;
7° het jaarlijkse activiteitenverslag opmaken [….]376.
[De jaarlijkse begroting, vermeld in het tweede lid, wordt openbaar gemaakt.]377
Art. 227. De gedelegeerd bestuurder is belast met het dagelijks bestuur en vertegenwoordigt de Vlaamse Regulator voor de Media in rechte, wat de bevoegdheden van de raad van bestuur betreft.
De gedelegeerd bestuurder woont de vergaderingen van de kamers binnen de Vlaamse Regulator voor de Media als waarnemer bij.
[Art. 227/1. De Vlaamse Regulator voor de Media neemt deel aan Vlaamse, inter-federale en nationale samenwerkingsverbanden of geschillenorganen waarin hij zitting heeft. De bevoegde kamer kan daarvoor delegatie verlenen aan een lid van de bevoegde kamer of aan een personeelslid van de Vlaamse Regulator voor de Media]378
[De Vlaamse Regulator voor de Media neemt deel aan de werking van de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten ERGA, vermeld in artikel 30ter van richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten).]379
TITEL IV. – Sancties
Art. 228. Als de algemene kamer, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, vermeld in artikel 220,
§ 1, een overtreding van de bepalingen van dit decreet vaststelt, kan ze aan [elke natuurlijke persoon of rechtspersoon waarop dit decreet van toepassing is]380 of het netwerk in kwestie de volgende sancties opleggen:
1° de waarschuwing met het bevel de overtreding stop te zetten;
2° het bevel de uitspraak uit te zenden op het tijdstip en op de wijze die bevolen zijn door de algemene kamer, op kosten van de overtreder. Als de uitspraak niet wordt uitgezonden op het tijdstip en de wijze zoals die bevolen zijn, kan een administratieve geldboete als vermeld in punt 4°, worden opgelegd;
3° de verplichte publicatie van de beslissing in dag- en/of weekbladen, op kosten van de overtreder.
Als de uitspraak niet wordt gepubliceerd op de wijze zoals die bevolen is, kan een administratieve geldboete als vermeld in punt 4°, worden opgelegd;
375 Ingevoegd bij decreet van 19.03.2021
376 Opgeheven bij decreet van 7.12.2018
377 Toegevoegd bij decreet van 19.03.2021
378 Ingevoegd bij decreet van 29.06.2018
379 Toegevoegd bij decreet van 19.03.2021
380 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
4° een administratieve geldboete tot 125.000 euro;
5° de schorsing of intrekking van de zendvergunning;
6° de schorsing of intrekking van de erkenning van de omroeporganisatie;
7° de doorgifteschorsing [vermeld in artikel 40/1]381.
In geval van het ongebruikt laten van de toegewezen zendmogelijkheden of het verkeerd gebruiken ervan, kan de algemene kamer de erkenning van een landelijke, [regionale]382 [, netwerk-]383 of lokale radio-omroeporganisatie of de vergunning voor een etheromroepnetwerk schorsen of intrekken.
Art. 229. Als de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, vermeld in artikel 220, § 2, van dit decreet, een overtreding op de bepalingen van dit decreet vaststelt, kan ze aan [elke natuurlijke persoon of rechtspersoon waarop dit decreet van toepassing is]384:]385
1° een waarschuwing geven met eventueel het bevel om de overtreding stop te zetten;
2° het bevel geven de uitspraak uit te zenden op het tijdstip en de wijze die door haar bepaald zijn. Bij een inbreuk op [[de bepalingen, vermeld in artikel 40/1, 42 en 72, 5°,]386]387 kan een administratieve geldboete als vermeld in punt 4°, worden opgelegd als de uitspraak niet wordt uitgezonden op het tijdstip en de wijze zoals die bevolen zijn;
3° bij een inbreuk op artikel [[de bepalingen, vermeld in artikel 40/1, 42 en 72, 5°,]388]389 de verplichte publicatie van de uitspraak in dag- en/of weekbladen opleggen op kosten van de overtreder.
Als de uitspraak niet wordt gepubliceerd op de wijze zoals die bevolen is, kan een administratieve geldboete als vermeld in punt 4°, worden opgelegd;
4° bij een inbreuk op artikel [[de bepalingen, vermeld in artikel 40/1, 42 en 72, 5°,]390]391 een administratieve geldboete tot 125.000 euro opleggen;
5° de doorgifte schorsen [conform artikel 40/1].392
Als de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen een duidelijke, belangrijke en ernstige inbreuk vaststelt op de bepalingen van artikelen 38, 39 ,[ 42 en 72, 5°]393, kan de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen ten aanzien van alle omroeporganisaties aan de Vlaamse Regering de schorsing voorstellen van de doorgifte van een programma [conform artikel 40/1]394.
381 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
382 Opgeheven bij decreet van 12.02.2021. Treedt in werking op 01.01.2023
383 Ingevoegd bij decreet van 23.12.2016(2)
384 Toegevoegd bij decreet van 13.07.2012
385 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
386 Vervangen bij decreet van 13.07.2012
387 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
388 Vervangen bij decreet van 13.07.2012
389 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
390 Vervangen bij decreet van 13.07.2012
391 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
392 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
393 Vervangen bij decreet van 13.07.2012
394 Vervangen bij decreet van 19.03.2021
Art. 230. Als de administratieve geldboete niet wordt betaald, vaardigt de entiteit die door de Vlaamse Regering belast is met de invordering op verzoek van de algemene kamer of van de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen, een dwangbevel uit. Het dwangbevel wordt betekend met een gerechtsdeurwaardersexploot met bevel tot betaling.
Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de betekening van het dwangbevel kan de betrokkene een met redenen omkleed verzet indienen bij gerechtsdeurwaardersexploot, betekend aan de entiteit die door de Vlaamse Regering belast is met de invordering. Dat verzet schorst de tenuitvoerlegging van het dwangbevel.
De tenuitvoerlegging van het dwangbevel wordt gedaan met inachtneming van de bepalingen van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek inzake bewarend beslag en middelen tot tenuitvoerlegging.
TITEL V. – Beheersovereenkomst
Art. 231. Tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Regulator voor de Media wordt een beheersovereenkomst gesloten [….]395
De beheersovereenkomst regelt de wijze van samenwerking met andere entiteiten binnen de Vlaamse administratie en andere overheden.