• No results found

Binnen de Europese unie is er vrij verkeer van personen. Dit draagt bij aan de welvaart van de lidstaten en biedt kansen aan burgers van de Europese unie. In Nederland zijn er twee demografisch ontwikkelingen te zien: de ontgroening enerzijds, en de vergrijzing anderzijds. Deze ontwikkelingen hebben een negatieve invloed op de flexibiliteit van de arbeidsmarkt. Dit dwingt Nederland om over de landsgrenzen heen te kijken om mensen te vinden die de productiviteit en groei in Nederland waarborgen. Arbeidsmigranten zijn van cruciaal belang voor de Nederlandse economie.

Het karakter van de arbeidsmarkt is ingrijpend aan het veranderen. Twee ontwikkelingen zijn hierbij bepalend: de kwaliteit van de aansluiting tussen vraag en aanbod en het einde van de groei van de beroepsbevolking.

De groei van de economie loopt al snel vast op de beperkingen in het aanbod. Het is moeilijker dan in het verleden om de reserve-arbeidskrachten in te zetten omdat vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten (opleiding/flexibiliteit/internationalisering). Daarnaast is er minder nieuw aanbod van arbeidskrachten om de vacatures te vervullen Het gevolg is dat de beroepsbevolking krimpt. Tegelijkertijd staat er nog een aanzienlijke reserve aan kansarme werkzoekenden aan de zijlijn.

Conclusie: vergrijzing en ontgroening leiden wel tot knelpunten, maar maken geen einde aan de werkloosheid. Een dalende potentiële beroepsbevolking leidt niet automatisch tot betere kansen voor wie nu langdurig buiten het arbeidsproces staat.

Bron: Raad voor Werk en Inkomen; Arbeidsmarktanalyse 2011

Rijksbeleid

De komst van arbeidsmigranten maakt het belangrijk om in het huisvestingsbeleid rekening te houden met de vraag naar huisvesting die zij hebben, ongeacht of zij nu tijdelijk of permanent in Nederland werken.

De voormalige ministeries van VROM (Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) en SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) stelden daarom een Handreiking12 huisvesting tijdelijke werknemers op. Deze handreiking moet gemeenten helpen goed beleid te formuleren. De huisvesting van arbeidsmigranten is in de ogen van het Rijk lokaal maatwerk. In de handreiking staan vier opties voor de huisvesting van arbeidsmigranten:

1. Huisvesting in woonhuizen binnen bestaande kernen; 2. Logies in bestaande gebouwen (hotels, kazernes, etc.);

3. Huisvesting in het buitengebied (vrijkomende agrarische bebouwing); 4. Huisvesting op campings en parken.

Het Rijk geeft aan dat het huisvesten van arbeidsmigranten moet worden beschouwd als het bedrijfsmatig verschaffen van nachtverblijf. Het wordt dus niet onder de functie „wonen‟ geschaard. Dat is omdat deze mensen hun hoofdverblijf hebben in het land van herkomst.

12 Ruimte voor arbeidsmigranten, Handreiking voor de huisvesting van werknemers uit de EU die tijdelijk in Nederland verblijven (2008); VROM-inspectie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Vereniging van Internationale arbeidsbemiddelaars (VIA)

Rechten en plichten

Een arbeidsmigrant heeft dezelfde rechten en plichten als Nederlandse werknemers, mits hij rechtmatig in Nederland verblijft13. Er zijn alleen uitzonderingen mogelijk als de migrant voor een bedrijf uit het buitenland werkt.

Een arbeidsmigrant heeft recht op het wettelijk minimum (jeugd)loon.

Als een arbeidsmigrant langer dan vier maanden in Nederland wil verblijven, dan moet hij/zij zich laten inschrijven in de GBA van de gemeente waar hij/zij gaat wonen.

Wet- en regelgeving

Gemeenten zijn de regievoerders rondom huisvesting en het bevorderen van de leefbaarheid van wijken. Het Rijk biedt gemeenten een aantal ondersteunende faciliteiten die het beter mogelijk maken hun verantwoordelijkheden te nemen. Het Rijk neemt echter niet de verantwoordelijkheden van gemeenten, verhuurders, arbeidsmigranten en werkgevers over.

Hieronder staat kort per wet beschreven wat dat betekent voor huisvesting (tijdelijke) inwoners van Noordoostpolder.

Wro en Bro(Wet en Besluit ruimtelijke ordening /Bestemmingsplannen

Voor de meer grootschalige vormen van huisvesting van groepen mensen (waaronder ook) arbeidsmigranten is op basis van de Wro een herziening of wijziging van het bestemmingsplan nodig. Dit zijn zorgvuldige en tijdrovende procedures, waarin alle belangen worden gewogen en waarbij maatwerk wordt geleverd. Voor kleinschalige vormen van huisvesting (bijvoorbeeld maximaal 20 personen bij een agrarisch bedrijf) kan worden volstaan met een lichtere procedure, zoals een ontheffing.

Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Voor het bouwen van een nieuw gebouw of het verbouwen van een bestaand

gebouw voor de huisvesting van groepen personen (zoals bijvoorbeeld arbeidsmigranten) is een omgevingsvergunning vereist op basis van de Wabo. In deze vergunning, die in de meeste gevallen wordt verleend door B&W, kunnen tevens milieu-aspecten en inrit- en kapvergunningen worden meegenomen.

Bouwbesluit 2012

De opdrachtgever van een bouwproject is ervoor verantwoordelijk dat de bouwwerk-zaamheden goed en veilig worden uitgevoerd. Een gebouw moet daarom voldoen aan de voorschriften die staan in het Bouwbesluit 2012.

Gebruiksvergunning in bouwverordening

Burgemeester en wethouders kunnen in de gemeentelijke bouwverordening opnemen dat een gebruiksvergunning vereist voor de huisvesting van groepen in bouwwerken. Het staat de gemeente vrij om dit instrument te gebruiken voor bijvoorbeeld grootschalige huisvesting in het buitengebied of kleinschalige huisvesting in de dorpen.

13 In dit kader heeft het te maken met het al dan niet bestaan van een economische binding. Dat betekent bijvoorbeeld dat iedere arbeidsmigrant wel recht heeft op het minimum loon, maar als hij/zij tijdelijk geen werk heeft niet automatisch recht heeft op een uitkering.

Huisvestingswet

De gemeenteraad kan op basis van de Huisvestingswet een Huisvestingsverordening in het leven roepen. Daarin kunnen woningen aan de bestemming worden onttrokken, worden samengevoegd of worden omgezet van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte.

Provinciaal beleid

Het Omgevingsplan Flevoland 2006 wijst op de noodzaak om voor Noordelijk Flevoland maatregelen te treffen gericht op stimulering van de economische ontwikkeling van het gebied. Naast nieuwe initiatieven op het gebied van bijvoorbeeld toerisme en woningbouw, wordt in dit verband aandacht geschonken aan de versterking van de glastuinbouw en andere agrarische bedrijfstakken, zoals bollenteelt. Deze bedrijfstakken maken een goede ontwikkeling door en leveren daarmee een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van het gebied. Deze bedrijven kunnen echter alleen goed functioneren als ze voldoende arbeidskrachten hebben. Een groot deel van de arbeidsmigranten is werkzaam in de agrarische sector.

In 2007 is een nadere uitwerking vastgesteld, de beleidsregel Kleinschalige

ontwikkelingen in het landelijk gebied, 2007. In deze beleidsregel staat voor tijdelijke

huisvesting een maximum aantal te huisvesten personen van 50. Gebleken is dat er een discrepantie bestaat tussen de vraag naar huisvesting en deze provinciale beleidsregel.

Om deze reden heeft de provincie in 2009 het Gebiedsplan huisvesting

arbeidsmigranten gemeente Noordoostpolder vastgesteld. In dit gebiedsplan staan de

planologische kaders voor de huisvesting van arbeidsmigranten in het buitengebied. Het is vervolgens aan de gemeente een en ander nader in te vullen.Het gebiedsplan is een zogenaamd experiment landelijk gebied in het kader van het Omgevingsplan 2006. Inhoudelijk is het gebiedsplan voor een groot deel gevoed door wensen en voorstellen van gemeente Noordoostpolder. Zo biedt het gebiedsplan extra ruimte in maximaal tien Wieringermeertype boerderijen voor huisvesting tot maximaal 100 migranten per object. Aanvullend daarop biedt het ruimte voor in totaal drie pensions binnen de begrenzing van de glastuinbouwgebieden tot 300 personen per pension. De regeling voor maximaal drie grootschalige pensions voor de opvang van maximaal 300 personen, is een mogelijkheid die bij de provincie is bedacht en uitgewerkt.