• No results found

Besluitvorming bij scholen niet op de voorselectie

Ook de respondenten van de 190 scholen uit groep 4 hebben we gevraagd in hoeverre zij bekend zijn met het traject. Een kwart (25%) van hen bleek

4 Hierbij werden genoemd: niet alleen de cognitieve resultaten zijn van belang (1x), verkeerde interpretatie van de schoolresultaten (1x), onze agenda is te zwaar bezet (1x), een predicaat schept hoge verwachtingen op alle gebieden (1x), wij zijn nog te veel in ontwikkeling (1x).

hiermee goed bekend te zijn, twee derde (67%) gaf aan min of meer te weten waar het traject over gaat, en bijna een tiende (8%) gaf aan (nagenoeg) niets over het traject te weten.

Scholen die goed of enigszins bekend zijn met het traject blijken hiermee vooral kennis te hebben gemaakt via de media en/of de nieuwsbrieven van OCW (zie tabel 3.4).

Tabel 3.4 Hoe bent u op de hoogte geraakt van het predicaat Excellente School?

Groep 4 (n=175)*

Uit de pers 55%

Via een nieuwsbrief van OCW 48%

Via het bestuur van onze school 34%

Via de inspecteur (van de Inspectie van het Onderwijs) 8%

Via de aankondigingsbrief van de jury 8%

Van horen zeggen (door andere dan genoemde partijen) 36%

Via een andere publicatie (digitaal of op papier) 33%

* Het gaat hier om respondenten die enigszins of goed bekend zijn met het traject Excellente Scholen.

Van de 175 scholen die bekend zijn met het traject hebben er 51 (29%) in de afgelopen jaren wel eens overwogen om zich kandidaat te stellen. De doorslaggevende suggestie kwam hierbij in de meeste gevallen vanuit de schoolleiders/de schooldirectie zelf. Honderdnegentien scholen (68%) hebben kandidaatstelling niet overwogen en vijf scholen (3%) weten het niet.

Wanneer we kijken naar de argumenten voor en tegen deelname (tabellen 3.5 en 3.6) van de 51 scholen die wel eens overwogen hebben zich kandidaat te stellen, zien we het volgende:

· De ontwikkeling die de school de laatste jaren heeft doorgemaakt (57%) en de mogelijkheid tot een externe toetsing van de kwaliteit (51%) zijn de meest genoemde argumenten voor deelname.

· De geschatte tijdsinvestering (39%) en het leggen van de prioriteit op andere, onderwijskundige zaken (37%) zijn de meest genoemde argumenten tegen deelname.

Tabel 3.5 Welke argumenten waren er voor een eventuele deelname?

Groep 4 (n=51)*

Onze school heeft zich in de voorliggende jaren sterk ontwikkeld.

57%

We vinden het belangrijk dat (de kwaliteit van) de school af en toe getoetst wordt door een externe partij.

51%

We willen ons profileren ten opzichte van andere scholen. 37%

Erkenning van geleverde prestaties vinden we belangrijk. 33%

De opbrengsten van onze school zijn heel erg goed. 28%

Ons bestuur drong erop aan. 14%

Vervolg tabel 3.5

Groep 4 (n=51)*

De inspecteur moedigde ons daartoe aan. 14%

We voldoen aan de criteria van de jury. 12%

Ouders van onze leerlingen gaven aan dat we een excellente school zijn.

12%

We waren nieuwsgierig naar dit traject. 8%

Scholen uit onze omgeving doen mee. 4%

Leerkrachten van onze school wilden dat graag. 2%

Anders.5 10%

* Het gaat hier om respondenten die enigszins of goed bekend zijn met het traject Excellente Scholen en wel eens hebben overwogen hun school kandidaat te stellen.

Tabel 3.6 Welke argumenten waren er tegen een eventuele deelname?

Groep 4 (n=51)*

We dachten dat het te tijdrovend zou zijn. 39%

We leggen de prioriteit bij andere, onderwijskundige zaken. 37%

We voldeden nog niet aan de criteria van de jury. 26%

Deelname leidt tot onwenselijke competitie tussen scholen. 22%

We zien de meerwaarde niet van een dergelijk predicaat. 16%

Er was verdeeldheid binnen het team over wel of niet aanmelden.

12%

We menen dat de jury de nadruk op de verkeerde zaken legt. 10%

We zitten niet te wachten op dit soort trajecten. 8%

We wilden afwachten hoe het andere scholen zou vergaan. 6%

Het predicaat Excellente School sprak ons niet voldoende aan. 6%

In onze regio is afgesproken om niet mee te doen. 2%

Het bestuur van onze school was tegen aanmelding. 0%

Anders.6 24%

* Het gaat hier om respondenten die enigszins of goed bekend zijn met het traject Excellente Scholen en wel eens hebben overwogen hun school kandidaat te stellen.

De 119 scholen die niet hebben overwogen om zich kandidaat te stellen, hebben we gevraagd naar de redenen hiervoor (zie tabel 3.7). Hieruit kwam het leggen van de prioriteit bij andere zaken duidelijk als meest genoemde reden naar voren (52%), op enige afstand gevolgd door het niet zien van de meerwaarde van het traject (36%) en het ontstaan van onwenselijke

competitie tussen scholen (36%).

5 Hierbij werden genoemd: zichtbaarheid in eigen excellentie als vrije school (1x), de weging tussen cijfermatige opbrengsten en andere meerwaarde van ons (Montessori)onderwijs (1x), we zijn schooljaar 2012-2013 beste onderwijswerkgever van Nederland geworden (1x), het is een impuls voor de school (1x), andere scholen profileren zich ook, dus je kunt niet achterblijven (1x).

6 Hierbij werden genoemd: we voldoen (nog) niet aan alle criteria van de jury (3x), risico van afgewezen worden (2x), andere zaken behoefden voorrang (1x), tijdrovend (1x), niet iedereen was overtuigd van de meerwaarde van het predicaat (1x), het idee is verder nog niet besproken (1x), onze criteria zijn niet hetzelfde als die van de jury (1x), we vonden dat we niet zelf moesten hoeven aangeven dat we excellent zijn (1x), we willen als sbo-school niet te aanmatigend overkomen.

Wanneer we hier, naast de scholen in het reguliere po en vo ook kijken naar de ‘bijzondere’ scholen (scholen voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en praktijkonderwijs), zien we dat zij geen andere redenen noemen dan de ‘reguliere’ scholen. De twee meest genoemde redenen zijn in alle drie de groepen hetzelfde.

Tabel 3.7 Waarom heeft u nooit overwogen uw school aan te melden als kandidaat Excellente School?

Groep 4 (n=119)*

We leggen de prioriteit bij andere, onderwijskundige zaken. 52%

We zien de meerwaarde niet van een dergelijk predicaat. 36%

Deelname leidt tot onwenselijke competitie tussen scholen. 32%

We voldeden nog niet aan de criteria van de jury. 22%

We zitten niet te wachten op dit soort trajecten. 22%

Het predicaat excellente school sprak ons niet voldoende aan. 19%

We dachten dat het te tijdrovend zou zijn. 15%

We menen dat de jury de nadruk op de verkeerde zaken legt. 10%

We wilden afwachten hoe het andere scholen zou vergaan. 6%

Er was verdeeldheid binnen het team over wel of niet aanmelden.