• No results found

De herinrichting van het schoolplein van de Zonnewereld in Vleuten betreft een klein gedeelte van de totale openbare speelruimte, zoals eerder vermeld. Bij de beschrijving van het plein voor de herinrichting is op de plattegrond aangegeven om welk deel het hier gaat: het plein met de speeltoestellen. De overige sportvelden, een geasfalteerd basketbalveld, twee geasfalteerde tennisbanen en een

kunstgrasveld, zijn niet veranderd. Daarnaast gaat het alleen om een aanpassing van de inrichting en niet om een aanpassing van de vorm en grootte van het schoolplein. Deze zijn gelijk gebleven.

Figuur 3.4.5 Plattegrond van het heringerichte deel van het schoolplein van de Zonnewereld na de

herinrichting.

De plattegrond van het heringerichte plein is op Figuur 3.4.5 te zien. Dit deel van het plein kan nu gezien worden als één grote ruimte met daarin zes verschillende elementen. De elementen zijn alle cirkelvormig of ovaal en verschillen in grootte. Drie van de elementen waren al aanwezig op het oude plein (nrs. 5 t/m 7 op bovenstaande plattegrond), de overige elementen zijn toegevoegd.

De twee bestaande cirkelvormige verhogingen van ongeveer 10 cm met speeltoestellen zijn weinig veranderd ten opzichte van het plein voor de herinrichting. Op de ene cirkel staat een cirkelvormige schommel, de andere cirkel heeft een futuristisch uitziend klimtoestel en twee rekstokken met een extra zitplaats. Beide cirkels zijn omrand door een betonnen rand, die op twee plaatsen verhoogd is zodat er extra zitplaatsen ontstaan. Rondom een deel van beide cirkels is nieuwe beplanting aangebracht, waardoor de cirkels meer een aparte zone zijn geworden dan voor de herinrichting. Op foto A in

Figuur 3.4.6 Foto’s van het heringerichte deel van het plein van de Zonnewereld, na de

herinrichting, deel 1.

Naast deze twee bestaande elementen zijn er verschillende elementen toegevoegd aan dit nieuw ingerichte plein (foto’s B, C, D en G). Tussen de twee cirkelvormige verhogingen en de aan het plein grenzende huizen is een natuurlijk uitziend klimparcours toegevoegd (foto B). Dit ovaalvormige element ligt eveneens iets verhoogd en is omrand door een betonnen rand. De ondergrond van deze verhoging is anders dan de twee cirkels met speeltoestellen; hier veert de ondergrond meer mee en er liggen

houtsnippers. Het klimparcours bestaat uit een evenwichtsboomstam, vervolgens kunnen kinderen zelf een weg kiezen over de kruislings over elkaar gelegde boomstammen. Via boomstammetjes van verschillende hoogtes kunnen kinderen dan naar de touwbrug en naar het einde met staande boomstammetjes. A B C D

Figuur 3.4.6 Foto’s van het heringericht deel van het plein van de Zonnewereld, na de

herinrichting, deel 2.

Het tweede element dat is toegevoegd, betreft een cirkelvormige moestuin die door vier grindpaden opgedeeld wordt in vier kwarten (foto C). Deze vier kwarten zijn net als genoemde elementen hierboven ook iets verhoogd, met eromheen een betonnen rand. Op dit moment groeien hier al kruiden en andere planten. Naast de moestuin is er een klein buitenleslokaal toegevoegd (foto D). Verhoogde plantenbakken die gemaakt zijn van gestapelde stoeptegels omheinen een open, cirkelvormige ruimte met halfronde zitplaatsen. Deze zitplaatsen zijn ook gemaakt van gestapelde stoeptegels. Er zijn aan twee zijdes openingen in de beplanting, waar men het buitenleslokaal kan betreden. E F G

Het laatste element dat is toegevoegd, is een soort doolhof met in het midden een rode betonnen sculptuur in de vorm van een appel. Het doolhof bestaat uit cirkelvormige betonnen randen met één opening op steeds een andere plaats. Er zijn drie randen, die naar binnen toe steeds kleiner in doorsnee worden (foto G).

Zoals eerder genoemd, kan het plein als één geheel gezien worden, met zes organisch gevormde elementen verspreid over de ruimte. De ruimte tussen de elementen is net als voor de herinrichting van grind. Waar het grindplein voor de herinrichting begrensd werd door een rij stoeptegels, is de ruimte nu duidelijker begrensd. Aan de korte zijde die grenst aan het fietspad, zijn de stoeptegels helemaal vervangen door gras en lage struiken, zoals te zien is op de plattegrond en foto F. Bij de overige drie zijdes is achter de begrenzing van lage struiken nog een aantal rijen stoeptegels over. Deze struiken zijn voornamelijk decorgroen, en paaltjes met ijzerdraad tussen de struiken maken de omheining nog meer formeel. Op verschillende plaatsen is de omheining opengebroken, zodat er aan alle vier zijdes meerdere toegangen naar het plein zijn ontstaan.

De overige zitplaatsen zijn vooral informeel: de betonnen randen langs de organisch gevormde elementen en de stapstenen die voor de herinrichting al aanwezig waren, maar anders verspreid zijn over het plein dan voorheen. Deze zijn nu dichter bij elkaar geplaatst en staan in één lijn evenwijdig aan de lage beplanting die het fietspad van het plein scheidt. Vlak buiten het plein, grenzend aan het tennisveld, zijn twee bankjes, deze waren ook al aanwezig voor de herinrichting en lijken meer gericht op de tennisvelden dan op het heringerichte deel van het plein.

Waar op het plein voor de herinrichting helemaal geen groene elementen aanwezig waren, is dat nu wel het geval. Naast de eerdergenoemde omkadering van het plein door lage struiken van ongeveer 50 cm hoog, is dezelfde soort beplanting ook gebruikt om de twee al bestaande cirkelvormige

verhogingen te begrenzen. Daarnaast zijn willekeurig verspreid over het plein een aantal jonge bomen geplant. Doordat al het groen nog erg jong en klein is, oogt het geheel niet erg groen. Dit zal na verloop van tijd wel anders worden. Kinderen kunnen op het plein hoogteverschillen ervaren op een aantal verschillende manieren: vanaf de speeltoestellen en aan de hand van de verhogingen en de stapstenen. In het terrein zelf is geen reliëf zoals een heuvel aanwezig. Verlichting is, net als voor de herinrichting, voornamelijk langs de fietspaden die het gehele plein doorkruisen te vinden, en niet specifiek op de verschillende pleinen.

Affordanties

Het plein heeft verschillende extra speeltoestellen gekregen na de herinrichting: een natuurlijk uitziend houten klimparcours, een doolhof. Daarnaast heeft het ook een moestuin en een

buitenleslokaal gekregen. Verder zijn de stapstenen verplaatst. Het klimparcours is zo aangelegd dat kinderen het hele parcours af kunnen leggen zonder op de grond terecht te komen, wat uitnodigt tot een soort apenkooien-spelvariant. Het doolhof is zoals eerder beschreven opgebouwd uit drie ronde betonnen randen, waar in elke rand een opening zit. Kinderen kunnen door dit doolhof naar het middelpunt lopen wat geen ingewikkelde weg is vanwege het beperkte aantal randen. Het doolhof nodigt echter ook uit tot ander speelgedrag: kinderen kunnen op de randen zitten en kletsen, of rennen en springen. Tevens nodigt de appelsculptuur ook uit om op te zitten of overheen te klauteren en kunnen hier ook spelletjes gespeeld worden die kinderen zelf bedenken, zoals bij het ‘dramatisch speelgedrag’ dat Rubin onderscheidt. Bij de nieuwe speeltoestellen lijkt niet helemaal vooraf vast te liggen wat ermee gedaan moet worden, wat voornamelijk bij de schommel en de rekstok en in mindere mate bij het klimtoestel uit de oude situatie wel het geval leek. Hierdoor kunnen kinderen hun fantasie en creativiteit meer de vrije loop laten.

De nieuwe begrenzing van groene struiken zorgt ervoor dat het plein gevoelsmatig meer beschut ligt dan voor de herinrichting. Het groen is echter op dit moment nog erg laag en kaal en beschermt ook nog niet tegen weersinvloeden of blikken van buitenaf. De stapstenen, die nu in één lijn langs de struiken staan, creëren een enigszins beschutte ruimte. Hoewel het nog steeds een vrij grote open ruimte is, zou het meer uit kunnen nodigen tot ‘dramatisch speelgedrag’, waarbij vaak een beschutte plek gezocht wordt (Rubin, 2001). Tevens kunnen kinderen er nu overheen lopen of springen, omdat de stapstenen dichter bij elkaar staan. Ook in het buitenleslokaal is er ruimte voor kinderen om rustige en zelfbedachte spelletjes te spelen. De omkadering door verhoogde plantenbakken zorgt voor enige beschutting, en de zitplaatsen geven ruimte om te kletsen.

Hoewel er veel meer groene elementen zijn dan in de oude situatie, is er voornamelijk decorgroen toegevoegd. Kinderen kunnen hierdoor wel de seizoenen ervaren, maar worden niet erg uitgenodigd om er zelf iets mee te doen. In de moestuin kunnen kinderen wel actief bezig zijn met het groen. Doordat dit maar een klein onderdeel is, zal er ook maar een kleine groep kinderen mee bezig kunnen zijn. Naast de moestuin zijn er geen losse materialen waarmee kinderen zelf dingen kunnen maken of de omgeving kunnen veranderen, zoals past bij het ‘constructief speelgedrag’ volgens Rubin (2001). De enige uitzondering hierop is de ondergrond van houtsnippers bij het klimparcours, maar dit lijkt niet erg bedoeld voor kinderen om mee te spelen.

De conclusie is dat de variatie aan spelmogelijkheden in ieder geval is toegenomen ten opzichte van voor de herinrichting. Kinderen kunnen meer dan voorheen hun eigen creativiteit en fantasie gebruiken bij het spelen. Er zijn meer groene elementen toegevoegd waardoor kinderen de natuur en de bijbehorende seizoenen beter kunnen ervaren. Echter, ze kunnen er niet erg actief mee aan de slag en er zijn geen losse (bouw)materialen waar kinderen zelf iets mee kunnen maken of de omgeving aan kunnen passen. Tot slot zijn in Figuur 3.4.7 nog enige foto’s van voor en na de herinrichting, gemaakt vanaf (ongeveer) dezelfde positie, naast elkaar gezet. In Figuur 3.4.8 is aangegeven wat deze posities waren.

Figuur 3.4.7 Foto’s plein de Zonnewereld van voor (links) en na (rechts) de herinrichting vanaf

(ongeveer) dezelfde positie.

Figuur 3.4.8 Posities van waaraf de foto’s van het plein van de Zonnewereld zijn genomen, voor