• No results found

is  beschreven,  kan  zetmeel  worden  afgebroken  door  verschillende  enzymen,

A novel screening method for isolation of mutants involved in inulin signalling

Hoofdstuk  3  is  beschreven,  kan  zetmeel  worden  afgebroken  door  verschillende  enzymen,

α‐amylase, glucoamylase en α‐glucosidase leden van de glycoside hydrolase (GH) families  13,  15  en  31.  Deze  eiwitfamilies  worden  gekarakteriseerd  door  de  aanwezigheid  van  gebieden  met  sterk  geconserveerde  aminozuren  zgn  geconserveerde  domeinen.  Door  het  zoeken naar eiwitten met vergelijkbare domeinen,  is de volledige verzameling van GH13,  15  en  31  familieleden  herkend  in  het  A.  niger  genoom  en  werden  17  nieuwe  leden  geïdentificeerd. De expressie‐analyse van de genen die coderen voor deze eiwitten laat een  groot  aantal  van  deze  genen  zien  met  onverwachte  expressiepatroon:  ze  werden  noch  geïnduceerd  door  maltose  (het  inducerende  suiker  voor  de  enzymen  betrokken  bij  zetmeelafbraak)  noch  was  de  expressie  afhankelijk  van  de  aanwezigheid  van  de  AmyR  transcriptiefactor.  Van  slechts  twee  van  de  nieuw  geïdentificeerde  enzymen,  een  mogelijk  α‐glucosidase  (AgdB)  en  een  mogelijk  α‐amylase  (AmyC),  kan  op  grond  van  het  expressieprofiel  geconcludeerd  worden    dat  ze  een  rol  zouden  kunnen  spelen  tijdens  de  groei  van  A.  niger  op    zetmeel.  De  mogelijke  fysiologische  functies  van  de  andere 

    Samenvatting 

    165 

voorspelde  familie  GH13,  GH15  and  GH31  enzymen,  inclusief  voorspelde  intracellulaire  enzymen  en  eiwitten  die  zijn  geassocieerd  met  het  celmembraan  of  de  celwand  in  alternatieve α‐glucan gerelateerde processen, worden besproken.  

Van  de  nieuw  geïdentificeerde  enzymen  uit  de  GH13  familie  werden  drie  leden  (AgtA,  AgtB  and  AgtC)  in  detail  verder  bestudeerd.  Deze  eiwitten  die  hoge  gelijkheid  vertonen  met  schimmel  α‐amylases,    zijn  speciaal  omdat  ze  waarschijnlijk  via  een  zgn.  

GlycosylPhosphatidylInositol‐anchor  (GPI‐anker)  aan  het  plasmamembraan  of  aan  de 

celwand gebonden zijn. Opvallend was ook dat ze enkele sterk geconserveerde aminozuren  uit de α‐amylase familie misten. Hoofdstuk 4 beschrijft de functionele karakterisering van   twee  van  deze  eiwitten  (AgtA  and  AgtB).  Beide  eiwitten  werden  gezuiverd  uit  A.  niger  stammen  die  deze  eiwitten  tot  overexpressie  brengen  en  werden  biochemisch  gekarakteriseerd. Door het analyseren van het groeidefect van een agtA deletie stam en van  stammen  die  agtA  of  agtB  tot  overexpressie  brengen  is  de  functie  van  de  eiwitten  verder  bestudeerd. Zowel AgtA als AgtB vertonen  een uniek type α‐(1, 4) glucanotransferase (EC  2.4.1.25) activiteit . Deletie van agtA in A. niger resulteerde in een stam met een verhoogde  gevoeligheid voor een stof die de opbouw van de celwand verstoort, Calcofluor White , wat  duidt  op  een  rol  van  dit  eiwit  tijdens  de  vorming  van  de  celwand.  Interessant  is  dat  homologen van AgtA and AgtB ook aanwezig zijn in andere schimmelsoorten met α‐glucan  in  hun  celwand,  maar  niet  in  gist  soorten  die  geen  α‐glucan  in  hun  celwand  hebben.  Een  mogelijke functie van deze enzymen is dus dat ze een rol spelen bij de synthese van het α‐ glucan in de celwand.  

In Hoofdstuk 5 onderzoeken we het A. niger genoom op de aanwezigheid van enzymen uit  de GH32‐familie, waarvan wordt vermoed dat ze betrokken zijn bij de afbraak van inuline.  Twee  nieuwe  intracellulaire  eiwitten,  SucB  en  SucC,  werden  geïdentificeerd,  naast  drie  al  bekende  extracellulaire  inulinolitische  enzymen,  SucA  (invertase),  InuE  (exo‐inulinase)  en  InuA (endo‐inulinase). Transcriptie‐analyse liet zien dat de extracellulaire enzymen op een  gecoördineerde  manier  tot  expressie  komen    en  dat  de  inductie  plaatsvindt  op  inuline  en  sucrose. De transcriptie van deze genen was ook onder controle van de cataboliet repressor  CreA. Verdere analyse gaf ook aan dat sucrose of een sucrose‐afgeleid molecuul , maar niet  fructose, als inducer optreedt voor de expressie van inulinolytische genen in A. niger. 

In  Hoofdstuk  6  onderzoeken  we  of  SucB,  één  van  de  twee  nieuw  ontdekte  intracellulaire  invertases,  een essentiële  rol  speelt  bij  het  maken  van  de  inducer  betrokken  bij  het  inuline  of  sucrose  katabolisme.  Hiervoor  zijn  de  phylogenetische,  moleculaire  and  biochemische  karakteristieken  van  SucB  bestudeerd.  Van  het  gezuiverde  SucB  eiwit  is  aangetoond  dat  het  zich  gedraagt  als  een  invertase  met  transfructosylerende  eigenschappen. Deletie van het  sucB gen in A. niger resulteerde niet in verandering van de  groei op inulin of sucrose, wat aantoont dat SucB geen essentiële rol lijkt te spelen  tijdens  inuline of sucrose katabolisme in A. niger. SucB zou daar en tegen nodig kunnen zijn voor  intracellulaire  omzetting  van  sucrose  naar  fructose  en  glucose  of  voor  de  hydrolyse  van  kleine fructo‐oligosacchariden.  

Samenvatting 

166 

Zoals  in  Hoofdstuk  5  is  beschreven  werd  de  expressie  van  de  genen  die  coderen  voor  de  extracellulaire  inulinolytische  enzymen  op  eenzelfde  wijze  gereguleerd  en  geïnduceerd  door  sucrose  en  inuline.  Dit  suggereert  dat  er  een  gemeenschappelijke  transcriptiefactor  zou  kunnen  bestaan  om  de  expressie  van  de  genen  te  activeren  in  aanwezigheid  van  een  inducer.  In  Hoofdstuk  7  beschrijven  we  de  identificatie  en  karakterisering  van een Zn(II)2Cys6 type transcriptiefactor, die we InuR hebben genoemd  (Inuline  Regulator).  De  identificatie  van  inuR  was  gebaseerd  op  de  inspectie  van  genclusters  in  het  A.  niger  genoom.  Het  inuR  gen  is  geclusterd  met  sucB,  een  mogelijk  intracellulair  invertase  (Hoofstuk  6)  en  een  gen  dat  waarschijnlijk  codeert  voor  een  suikertransporter.    Deletie  van  het  inuR  gen  liet  een  sterke  gereduceerde  groei  zien  op  inuline en sucrose. Inductie van de genen die coderen voor de extracellulaire inulinolytische  enzymen en de suiker transporter naast de inuR transcriptiefactor in de aanwezigheid van  sucrose en inulin was afhankelijk van InuR. Expressie‐analyse van alle genen uit het A. niger  genoom  onthulde  de  inductie  van  drie  additionele  genen  die  werden  geïnduceerd  op  sucrose  op  een  InuR  afhankelijke  manier.  Deze  drie  genen  coderen  voor  mogelijke  suikertransporters  die  mogelijk  betrokken  zijn  bij  het  transport  van  sucrose  of  sucrose  afgeleide suikers (glucose en fructose) over de plasmamembraan. De specificiteit van deze  suikertransporters  is  een  interessant  onderwerp  en  wordt  nu  verder  onderzocht  dmv  biochemische  analyses.  In  silico  analyse  van  de  promotergebieden  van  de  door  InuR  gereguleerde genen onthulde een waarschijnlijke bindingsplaats voor InuR. Deze bestaat uit  twee  CGG  triplets,    gescheiden  door  acht  nucleotiden,  en  komt  voorin  alle  InuR  afhankelijke, sucrose geïnduceerde genen. Deze mogelijke bindingsplaats lijkt erg op de al  bekende bindingsplaats van de AmyR transcripti factor(CGGN8(C/A)GG). Analyse van de 

dubbelmutant  (ΔamyRΔinuR)  onthulde  dat  de  twee  transcriptiefactoren 

hoogstwaarschijnlijk  onafhankelijk  van  elkaar  functioneren.  Hoe  de  InuR  en  AmyR  transcriptiefactoren  hun  doelgenen  bepalen  en  wat  de  specificiteit  van  de  binding  veroorzaakt is een interessant onderwerp voor verder onderzoek.  

Onder de inulinolytische genen in A. niger hebben we het inuE gen geïdentificeerd  als het sterkst geïnduceerde gen in de aanwezigheid van  inuline en sucrose. In Hoofdstuk 

8  presenteren  we,  gebruikmakend  van  de  inuE  promoter    en  twee  reporter  genen  (racA‐

G12V  en  Groen  Fluorescerend  Protein  (GFP),  een  nieuwe  screeningsmethode  voor  de  isolatie van mutanten die betrokken zijn bij inuline of sucrose signalering. Deze genetische  screen,  gevolgd  door  de  identificatie  van  de  gemuteerde  genen,    zou  de  identificatie  mogelijk  moeten  maken  van  eiwitten  die  inducer  moleculen  genereren,  transporteren  of  registreren. Ook zouden genen die coderen voor eiwitten die betrokken zijn bij de activatie  van  de  InuR  transcriptiefactor  geïdentificeerd  kunnen  worden.  Deze  methode  kan  in  het  algemeen worden gebruikt voor de identificatie van transcriptionfactor mutanten in A. niger  en  wellicht  ook  in  andere  schimmels.  Tot  slot  wordt  aan  het  eind  van  hoofdstuk  8,  gebaseerd  op  de  laatste  vier  hoofdstukken  (5  t/m  8),  een  speculatief  model  gepresenteerd  waarin de mogelijke functie van verschillende eiwitten die betrokken zijn bij de afbraak en  opname van inuline en inuline afbraakproducten door A. niger wordt beschreven.  

    167 

摘要

        黑曲霉是一种广泛存活于植物残体中的丝菌体式真菌。作为一种腐生菌,它能产生大量不同 的水解酶,用来降解环境中植物的高分子多糖成分为小分子化合物,从而为其本身提供能源 和碳源。这些酶大都有很多(潜在的)用途,比如:在面包业,淀粉业,织物业以及食品和 饲料工业等。这些用途近来吸引了大量的研究兴趣。通过遗传、生化、生物信息等途径来开 发黑曲霉旨在更加清楚地了解其对糖类物质的降解、修饰网络,从而为提高酶的产量和底物 的利用率提供科学依据。另外,从黑曲霉中发现新活性酶也是一个主要因素。近年来由荷兰 的生物技术公司 DSM  和美国的 DOE 基因组研究所对黑曲霉的基因组测序的完成,以及黑曲 霉的基因芯片技术的具备,使得从黑曲霉中发现新活性酶以及从基因组水平上来分析其机体 内的碳水化合物(糖类)降解的转录调控网络成为可能。  这篇论文,我们的主要研究目标是探索黑曲霉降解、修饰碳水化合物的分子机制。 比如,黑曲霉是如何感受到周围环境中存在的不同碳源的;某种特定诱导碳源的存在或产生 又是如何激活这些降解酶基因的转录表达的。我们的研究重点在于寻找多糖类物质如淀粉、 菊糖、以及它们的衍生物在黑曲霉体内的降解途径中出现的诱导分子和转录调节因子。另 外,由这些结构基因编码的酶是如何催化不同的碳源的,以及这些酶的生理功能是什么,也 是我们研究的重要方面。  本论文的第一章概括了黑曲霉作为酶产生菌的重要性以及当前有关淀粉和菊糖降解修饰酶的 知识。有关碳水化合物降解的酶的转录表达和其蛋白产量在有机体内是高度调节的。这种调 节主要由各种不同的广泛转录因子(如 CreA、AreA、PacC 等),和特定糖类降解途径的转 录因子(如 AmyR 和 InuR)来控制的。这一章主要给读者了解有关调节基因表达的转录因 子的一些背景信息,同时也详细阐述了与碳水化合物降解有关的酶编码基因的调节机制以及 不同转录因子的一些重要特征。  为了发现降解淀粉、菊糖有关的新活性酶,我们采用了两种方法。第一种方法在第 二章里阐述。该方法是利用克隆技术来构建淀粉和菊糖特定的黑曲霉基因表达文库。这些基 因表达文库分别构建在以细菌和酵母为转化体的载体上。分子分析证明这些基因表达文库质 量尚好并被转化到细菌和酵母体内。由于 cDNA 翻译的蛋白表达量以及蛋白表达转化体的数 量的不足,目前只筛选出少量的转化体。该章末尾提出了几种改善 cDNA 表达文库的构建及 筛选方法的建议和措施。  第二种方法是利用已知活性酶的序列来调查黑曲霉的基因组,从而获得相似序列编 码的蛋白。在本文的第三章,我们介绍了植物淀粉可被 α‐淀粉酶,葡萄糖化酶及 α‐葡萄糖苷 酶降解成小分子的葡萄糖。这些酶分别属于糖苷水解酶系 13、15  和 31 家族,因此在第三章 里我们主要调查了黑曲霉基因组中可能编码糖苷水解酶系 13、15  和 31 家族的酶。结果我们

摘要  168  发现了 17 个新蛋白酶。通过基因组序列以及它们的转录表达水平调节的综合分析,结果显示