Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op c.b.s. De Tol en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel.
Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de
indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van c.b.s. De Tol en eerdere inspectie bezoeken.
Algemeen beeld
De inspectie heeft geen van de onderzochte indicatoren als onvoldoende beoordeeld.
Tijdens het schoolbezoek in 2006 bleek dat de onderwijskundige visie niet vertaald was naar de praktijk en dat de zorg voor en begeleiding van leerlingen met onderwijsachterstanden onder de maat was. De risico's op deze twee onderdelen in combinatie met de vraag of de (zorg)leerlingen wel voldoende leren op De Tol is aanleiding tot het uitvoeren van dit onderzoek.
De directie van de school is ambitieus aan het werk gegaan om de kwaliteit op genoemde onderdelen te verbeteren. De directie geeft aan dat; de structuur van de zorg en begeleiding is vernieuwd, het systeem van zelfstandig werken is aangepakt, het instructiemodel gedifferentieerde instructie nieuw leven is ingeblazen, het team zich heeft verdiept in een didactisch concept van meervoudige intelligentie en er is een plusgroep voor de meerbegaafde leerlingen opgezet. Externe hulp is ingeroepen om het team te scholen in de nieuwe werkwijzen en de benodigde nieuwe vaardigheden. Kortom, er is in korte tijd veel opgezet. In de loop van het jaar bleek dat er teveel tegelijkertijd ontwikkeld werd. Het is dan ook niet vreemd dat het team het huidige
schooljaar gebruikt de nieuwe werkwijzen te consolideren. De
beleidsvoornemens die de directie inmiddels in operationele plannen had vertaald zijn aangepast.
De inspanningen van het team vertalen zich in stijgende leerresultaten van leerlingen. Ook oordeelt de inspectie nu positief over de kwaliteitszorg en de zorg en begeleiding.
Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.
Toelichting Resultaten
De resultaten van leerlingen aan het einde van de basisschool liggen op het niveau dat verwacht mag worden. De inspectie baseert het oordeel over de resultaten op gegevens van drie opeenvolgende eindtoetsen. De resultaten van de eindtoets laten een opgaande lijn zien. In 2005 waren de resultaten nog onvoldoende, in 2006 nipt voldoende en in 2007 weer iets hoger. Op de meeste scholen met een vergelijkbare populatie leerlingen behalen de leerlingen gemiddeld overigens nog wel hogere resultaten dan de leerlingen op De Tol.
De resultaten van leerlingen tijdens de schoolloopbaan zijn eveneens van voldoende niveau.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek c.b.s. De Tol - 6-12-2007 10 In dit verband bekijkt de inspectie de resultaten van toetsen voor rekenen-wiskunde in de groepen 4 en 6, technisch lezen in de groepen 3 en 4 en de resultaten op de toets begrijpend lezen in groep 6. Op alle genoemde toetsen behalen de leerlingen voldoende resultaten.
Er zijn, in tegenstelling tot eerdere jaren, nauwelijks leerlingen die uitstromen naar het leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs. Naar het speciaal basisonderwijs zijn de laatste jaren geen leerlingen doorverwezen.
Voor enkele leerlingen heeft de school een individuele leerlijn opgesteld. Deze leerlijnen zijn voorzien van een uitstroomperspectief en een daar vanaf geleide handelingsplanning.
Verder is het aantal zittenblijvers in de groepen 3 tot en met 8 en het aantal kleuterverlengers verhoudingsgewijs laag.
Omdat de school geen genormeerd instrument hanteert om de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen in kaart te brengen kunnen deze vaardigheden niet beoordeeld worden.
Kwaliteitszorg
De school heeft de onderwijskundige visie vertaald naar de praktijk. Voor de periode 2007-2011 is een schoolplan gemaakt, waarin de hoofdlijnen van de voorgestane schoolontwikkeling beschreven is. Het schoolplan dient als
leidraad om de jaarplannen op te stellen. Uit de opzet van het jaarplan voor het huidige en het vorige schooljaar blijkt een planmatige aanpak. De school heeft zich hierin verbeterd. Nu is vastgelegd aan welke activiteiten het team gaat werken, welke doelen wanneer gehaald moeten worden, wie er bij betrokken zijn en hoe de borging plaatsvindt. Om de kwaliteit van het gegeven onderwijs te meten hanteert de school een kwaliteitskaartensysteem en het
leerlingvolgsysteem.
De leerlingpopulatie is in kaart gebracht. Daaruit is ondermeer gebleken dat het onderwijs aan de (meer)begaafde leerlingen aangepast diende te worden. Voor de leerlingen die niet genoeg hebben aan verrijkingsstof en of versnelling van de leerstof is de plusgroep geformeerd, waarin leerlingen in de groepen 5 tot en met 8 anderhalf uur in de week aan extra competenties werken. Filosoferen en het ontwikkelen van een powerpointpresentatie zijn hier voorbeelden van.
De leerlingen uit de onderbouw werken aan nieuwe competenties middels uitdagende spelvormen.
Verder is het beleid sociale veiligheid uitgewerkt dat nu ondermeer voorziet in een systematische bevraging van leerlingen en personeelsleden op hun veiligheidsbeleving.
Ten aanzien van burgerschap en integratie signaleert de inspectie op school geen risico's. Sterker nog, de school activeert haar leerlingen door deel te nemen aan het Europees project "Under the same sky". Leerlingen van De Tol maken kennis met leerlingen uit andere landen.
Zorg en begeleiding
Het afgelopen jaar heeft de school de structuur voor zorg en begeleiding vernieuwd. De intern begeleider coördineert de hulp en houdt zicht op wie welke hulp krijgt en hoe effectief de hulp is geweest. De hulp geeft de leraar zoveel mogelijk in de klas. De school heeft eenduidige criteria opgesteld wanneer een leerling extra hulp aangeboden krijgt. De desbetreffende leraar stelt in overleg met de intern begeleider een handelingsplan op.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek c.b.s. De Tol - 6-12-2007 11 De leerlingen met een individuele leerlijn of leerlingen met een rugzak krijgen de uitleg over hun weektaak buiten de klas door de remedial teacher. In de klas houdt de leraar voor die leerlingen de voortgangsrapportage bij. De remedial teacher stelt voor deze leerlingen de gerichte handelingsplanning op en bewaakt de voortgang. De remedial teacher overlegt met en rapporteert hierover aan de intern begeleider. Voor deze leerlingen is het
uitstroomperspectief vastgelegd.
De afspraken over het afnemen van toetsen (methode (on)gebonden) en het beoordelen van toetsresultaten zijn aangescherpt. De intern begeleider voert na afloop van de toetsen regelmatig groeps- en leerlingbesprekingen met de leraren. Ook overlegt de intern begeleider eens in de twee weken met de directie en het bouwteam.
De intern begeleider zegt meer grip op de leerlingenzorg te hebben gekregen.
Het systeem van leerlingenzorg is inzichtelijk en schoolspecifiek geworden in plaats van leerkrachtafhankelijk. Het oordeel over de planmatige uitvoering van de zorg heeft de inspectie gebaseerd op basis van het gesprek met de intern begeleider en de getoonde documentatie over de handelingsplanning. De voortgang van de lopende handelingsplannen is concreet in kaart gebracht en gaf geen aanleiding om lesbezoeken uit te voeren.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek c.b.s. De Tol - 6-12-2007 13