• No results found

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op De Lichtbaak en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel.

Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden t ussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de

indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectieonderzoeken.

Algemeen beeld

De inspectie is van oordeel dat de kwaliteit van het onderwijs op De Lichtbaak overwegend van voldoende niveau is. Desondanks maken zowel de school als de inspectie zich enige zorgen over de leerresultaten. De afgelopen twee jaar liggen de eindresultaten namelijk onder het niveau dat verwacht mag worden.

Daarnaast zijn de tussentijdse opbrengsten het afgelopen schooljaar net voldoende. Deze zorg is tijdens eerdere inspectieonderzoeken ook uitgesproken.

De leerlingpopulatie van De Lichtbaak bestaat uit een groot aantal leerlingen dat met een taalachterstand op school komt. Daarnaast heeft een relatief grote groep leerlingen problemen op sociaal emotioneel gebied, hetgeen mede wordt veroorzaakt door instabiele thuissituaties. Ongeveer 40 procent van de

leerlingen heeft een gewicht vanwege potentiële onderwijsachterstanden. Het team besteedt extra aandacht aan het taal- en woordenschatonderwijs, biedt sociale vaardigheidstraining aan, heeft extra onderwijstijd voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde gepland en bezoekt alle leerlingen jaarlijks thuis.

Bovendien komt een maatschappelijk werker wekelijks op school. Sterke punten van de school betreffen de afstemming van de onderwijstijd en het pedagogisch handelen van de leraren.

Ondanks de grote betrokkenheid van het team met de leerlingen is de inspectie van oordeel dat de school zich op een aantal punten dient te verbeteren. Deze punten betreffen het beredeneerd aanbod in de groepen 1 en 2, de aandacht voor leerstrategieën, de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen en de leerlingenzorg. Deze verbeterpunten zijn overigens reeds door de school onderkend en zijn voor het merendeel onderdeel van de huidige

verbeterplannen. Hieronder licht de inspectie haar oordelen toe.

Toelichting Resultaten

De eindresultaten beoordeelt de inspectie positief. Toch waren alleen in 2005 de eindopbrengsten van voldoende niveau. De resultaten gedurende de schoolperiode zijn ook voldoende, omdat deze voor technisch lezen in groep 3 en 4 en rekenen en wiskunde in groep 4 voldoende zijn. De resultaten voor begrijpend lezen en rekenen en wiskunde in groep 6 zijn echter onvoldoende.

De inspectie vindt het belangrijk dat de school gericht gaat controleren hoe de leerlingenprestaties zich ontwikkelen en of haar verbeteracties het gewenste effect hebben.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek c.b.s. De Lichtbaak - 22-10-2007 12 Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (leerlingen met

leerlinggebonden financiering of een eigen leerlijn) beschikt de school niet over leerlijnen met een eindperspectief. Daarom is indicator 13.2 als onvoldoende beoordeeld.

De inspectie kan de sociale vaardigheden van leerlingen niet beoordelen, omdat de school deze niet meet. Wel heeft de school structureel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen.

Het aantal zittenblijvers wijkt niet ongunstig af van het landelijk beeld. Dit geldt niet voor het aantal leerlingen met een verlengde kleuterperiode en het aantal leerlingen dat uitstroomt naar het leerwegondersteunend onderwijs. Deze percentages liggen ruim boven het landelijk gemiddelde. De inspectie is van oordeel dat de school haar beleid ten aanzien van het verlengen van de kleuterperiode meer concreet kan maken en haar beslissingen beter kan vastleggen.

Onderwijsleerproces

Het aanbod voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde voldoet aan de kerndoelen. Leerinhouden en onderwijstijd worden duidelijk op de

onderwijsbehoeften van leerlingen afgestemd. Hierbij maakt de school gebruik van de herhalings- en extra stof die de reguliere methoden bieden. Daarnaast beschikt de school over een ruime hoeveelheid extra materiaal voor

woordenschatonderwijs en Nederlands als tweede taal. De computer wordt hierbij veelvuldig ingezet.

Taalzwakke leerlingen krijgen een aantal keer per week extra ondersteuning in de zogenaamde schakelklas en de meerbegaafde leerlingen extra uitdaging in de plusklas. Op woensdagmiddag is er een huiswerkklas waar leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 naar toe mogen voor extra ondersteuning. Positief is dat een behoorlijk grote groep leerlingen hiervan vrijwillig gebruikmaakt. In de groepen 1 en 2 worden ook onderwijsassistenten ingezet, waardoor in kleine wisselende groepjes gewerkt kan worden.

De inspectie beoordeelt het beredeneerd aanbod in de groepen 1 en 2 als onvoldoende, ondanks het feit dat er een jaarplanning is waarin de thema's zijn ingevuld aan de hand van de tussendoelen. Wat ontbreekt is een registratie van het daadwerkelijke aanbod aan de hand van deze tussendoelen. Mogelijk dat hier een relatie gelegd kan worden met het grote aantal kleuterverlengers.

In de meeste lessen is de uitleg duidelijk. Belangrijk is dat alle leraren er aan blijven denken het doel en de opbouw van de les expliciet te benoemen en achteraf te reflecteren op het geleerde. In de meeste groepen is er te weinig aandacht voor leerstrategieën. Leraren vragen te weinig door naar strategieën en zijn veel zelf aan het woord. Interactie tussen leerlingen over gevolgde oplossingsstrategieën is niet gebruikelijk.

De instructie en verwerking wordt in voldoende mate afgestemd op individuele verschillen. In sommige groepen kan overigens meer afstemming van de instructie plaatsvinden. De ruimte die het GIP-model hiervoor biedt wordt niet door iedereen gebruikt.

Leerlingen hebben in het verleden aangegeven niet altijd voldoende te worden uitgedaagd. Hierin is inmiddels verbetering gekomen. In de groepen wordt hier en daar geëxperimenteerd met dag- en weektaken. Van een duidelijk

herkenbare structurele aanpak met een doorgaande lijn binnen de school is nog geen sprake. Leerlingen geven ook aan dat zij graag meer met weektaken willen werken.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek c.b.s. De Lichtbaak - 22-10-2007 13 Pedagogisch handelen en sfeer

Uit de met leraren en leerlingen gevoerde gesprekken blijkt dat zij positief zijn over de sfeer op school. Het team werkt op een professionele wijze aan de verbetering van haar onderwijs aan de hand van concrete ambitieuze plannen vast gelegd op zogenaamde kanskaarten. De leraren zijn tevreden over de wijze waarop de directie dit aanstuurt en de onderlinge samenwerking. Zij geven aan dat dit de afgelopen jaren duidelijk verbeterd is. Duidelijk zichtbaar is dat er veel overleg is en dat er afspraken op schoolniveau worden gemaakt.

Observaties laten zien dat het team en de leerlingen op respectvolle wijze met elkaar omgaan. Leerlingen gaan graag naar school en vinden dat er weinig wordt gepest. Als er gepest wordt of conflicten zijn reageren de leraren hier volgens hen goed op. De leerlingen geven aan zeer tevreden te zijn over de leraren.

Uit de ouderenquête blijkt dat ouders zich in voldoende mate betrokken voelen bij de school.

Zorg en begeleiding

De inspectie constateert dat de leerlingenzorg de afgelopen twee jaar een sterke verbetering heeft doorgemaakt. De zorgcoördinator en de intern begeleiders van de onder- en midden/bovenbouw hebben hiervoor een heldere structuur opgezet. Er vindt regelmatig zorgoverleg plaats, handelingsplannen worden gemaakt, criteria zijn vastgelegd, leerlingendossiers zijn op orde en volledig geautomatiseerd. Het toetsinstrumentarium is op orde en wordt nog verder verbeterd. Gezocht wordt momenteel naar een goede

woordenschattoets voor de groepen 1 en 2. De invoering van een dergelijke toets voor de midden- en bovenbouw kan de school ook overwegen.

Toch beoordeelt de inspectie de drie zorgindicatoren nog als onvoldoende. Dit wordt met name veroorzaakt doordat bovenstaande werkwijze nog pril is en nog onvoldoende is geïmplementeerd. De betrokkenen op sc hool herkennen de zwakke punten. Zij geven aan dat de ontwikkelingen trager gaan dan zij zelf graag willen.

De leraren maken volop handelingsplannen voor leerlingen met achterstanden, sociaal emotionele problemen en een ruime ontwikkelingsvoorsprong. Van belang is dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen individuele leerlijnen en handelingsplannen, waarbij leerlijnen dienen te worden opgezet aan de hand van een eindperspectief. Daarnaast is het noodzakelijk de duur van de handelingsplannen te verkorten t ot zes à acht weken. Ook kunnen veel handelingsplannen meer concreet worden geformuleerd. Vooral in de onderbouw is het van belang het aantal gestelde doelen te verminderen en meer meetbaar te omschrijven. Ook de organisatie van de zorg kan in diverse gevallen meer concreet worden uitgewerkt.

Dit schooljaar is een start gemaakt met het evalueren van het effect van handelingsplannen. Het is belangrijk dat dit een structurele plaats in het zorgproces gaat innemen en dat de conclusies en het vervolg van

handelingsplannen concreet worden beschreven. Tot slot is extra aandacht nodig voor de analyse van het probleem dat aan het doel van een

handelingsplan ten grondslag ligt.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek c.b.s. De Lichtbaak - 22-10-2007 15

GERELATEERDE DOCUMENTEN