• No results found

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op De Boog, locatie Schiemond en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel in het vorige hoofdstuk. Daarbij legt de inspectie waar

mogelijk verbanden tussen de verschillende indicatoren en voor zover relevant tussen de indicatoren en de schoolcontext en eerdere inspectie-onderzoeken.

Hieraan voorafgaand wordt kort de uitgangssituatie van de school geschetst.

Uitgangssituatie

Openbare basisschool De Boog heeft twee locaties, locatie Schiemond en locatie Bospolder (voorheen openbare basisschool De Diamant). Aangezien beide locaties een eigen onderwijsconcept hanteren en beschikken over groep 1 tot en met groep 8, heeft de inspectie elke locatie afzonderlijk onderzocht.

De locatie Bospolder is in het voorjaar 2006 met een PKO onderzocht. Het nu voorliggende rapport heeft betrekking op de locatie Schiemond.

Op de locatie Schiemond hebben zich sinds het vorige kwaliteitsonderzoek in december 2003 enkele ontwikkelingen voorgedaan die de kwaliteit van het onderwijs hebben beïnvloed. Per 1 augustus zijn obs De Boog en obs De Diamant gefuseerd tot één basisschool met twee locaties onder algemene leiding van de directeur van De Boog en twee locatieleiders. Eind 2006 heeft de locatieleider Schiemond haar taken neergelegd vanwege

samenwerkingsproblemen met het team. Op verzoek van het bestuur heeft de algemeen directeur deze taken weer op zich genomen. Naar het oordeel van de inspectie hebben deze ontwikkelingen invloed gehad op de kwaliteit van het onderwijs op de locatie Schiemond. Hieronder wordt daar verder op ingegaan.

De inspectie heeft ook geconstateerd dat de school de weg omhoog weer heeft ingeslagen.

Algemeen beeld

De inspectie komt tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op De Boog, locatie Schiemond van een voldoende niveau is. De school beschikt over een ordelijke en veilige sfeer. De leerlingen gaan graag naar school, de ouders zijn tevreden en de leraren gaan op een positieve, collegiale wijze met elkaar om. De leeropbrengsten op de school liggen op het niveau dat mag worden verwacht. De voldoende opbrengsten kunnen mede worden verklaard door de kwaliteit van het onderwijs. De meeste kernindicatoren die betrekking hebben op het onderwijsproces en de -inhoud zijn van een voldoende niveau. Wat betreft de kwaliteitszorg heeft de inspectie vastgesteld dat de condities hiervoor thans voldoende gunstig zijn.

Vanuit deze overwegend positieve basis signaleert de inspectie ook enkele zwakkere onderdelen, die dienen te worden verbeterd. Uitgangspunt hierbij is de versterking van de doel- en opbrengstgerichtheid van het dagelijkse onderwijs en van het proces van kwaliteitsverbetering. Meer concreet vraagt de inspectie de school om verbeteringen op het gebied van het didactisch handelen, de leerlingenzorg en de kwaliteitszorg. Het komende traject 'stroomlijning en borging adaptief onderwijs' biedt een goed handvat om daaraan verder te werken. Hieronder volgt een toelichting op het

kwaliteitsoordeel.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek OBS De Boog - 13-3-2007 12

Toelichting Opbrengsten

De school maakt gebruik van een landelijk genormeerde eindtoets om de resultaten van de leerlingen aan het einde van de basisschool te bepalen. De eindresultaten zijn voldoende. In de afgelopen drie schooljaren lag de

gemiddelde score van de leerlingen in groep 8 één maal ruim beneden het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen (2005), één maal rond dat gemiddelde (2006) en één maal zeer ruim daarboven (2007). Volgens de school worden de hoge resultaten in 2007 verklaard door de grote hoeveelheid extra onderwijstijd die in groep 8 is geïnvesteerd in taal/lezen en rekenen en wiskunde na de tegenvallende resultaten op de entreetoets in het jaar

daarvoor. De bijgewoonde les en de zorgmappen die werden ingezien vormen hiervan een bevestiging en de inspectie complimenteert de school met deze aanpak.

Tegelijkertijd roept de grote leerwinst in groep 8 bij de inspectie vragen op over de effectiviteit van het onderwijs in de voorgaande jaren. De resultaten op de toetsen van het leerlingvolgsysteem bevatten hiervoor een indicatie. Deze zijn onvoldoende. Op drie van de vijf toetsen waar de inspectie naar kijkt, ligt de gemiddelde vaardigheidsscore van de leerlingen beneden de normen van de inspectie. Het betreft rekenen en wiskunde in groep 4 en groep 6 en begrijpend lezen in groep 6. De resultaten voor technisch lezen in groep 3 en groep 4 zijn wel voldoende. De inspectie vraagt de school de vorderingen van de leerlingen nauwlettend te blijven volgen en waar nodig maatregelen te nemen om de effectiviteit van het onderwijs te verhogen.

De school maakt nog geen gebruik van een landelijk meetinstrument om de sociale vaardigheden van de leerlingen aan het einde van de basisschool in kaart te brengen. Om deze reden heeft de inspectie dit aspect van de leeropbrengsten niet gewaardeerd.

De doorstroming van de leerlingen is voldoende. Het aantal zittenblijvers in groep 3 tot en met 8 ligt ruim beneden het landelijke beeld. Wel krijgen in groep 2 relatief veel leerlingen te maken met een extra kleuterjaar. Het aantal tussentijdse verwijzingen naar een school voor speciaal basisonderwijs ligt boven het landelijke beeld. Hier staat tegenover dat aan het einde van de basisschool nauwelijks leerlingen uitstromen naar het praktijkonderwijs of naar vmbo met leerwegondersteuning.

Kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg is op de meeste onderdelen voldoende. Dit is een goede basis voor verdere aandacht voor de randvoorwaarden voor kwaliteitszorg en versterking van de doelgerichtheid en het planmatig karakter van de

kwaliteitszorgsactiviteiten. Wat de randvoorwaarden betreft, vraagt de inspectie aandacht voor het volgende.Ten eerste een goede sturing en bewaking van verbeteractiviteiten door de leiding. Ten tweede een gemeenschappelijke visie van het team op het pedagogisch-didactisch handelen en de rol van de leraar bij de zorg en begeleiding van de leerlingen.

Via stafontwikkeling en de instelling van werkgroepen streeft de school er naar teamleden meer verantwoordelijkheid voor de schoolontwikkeling te geven.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek OBS De Boog - 13-3-2007 13 De kwaliteitszorgactiviteiten zelf kunnen op een meer systematische en

opbrengstgerichte wijze worden aangepakt door verbeterprioriteiten af te leiden uit een integrale kwaliteitsanalyse van het onderwijs en deze vervolgens te formuleren in termen van meetbare doelen (leerkrachtvaardigheden;

leerlingresultaten) en te voorzien van een concreet plan van aanpak.

De school onderneemt veel activiteiten om de sociale veiligheid van de leerlingen en leraren te waarborgen. Voorbeelden hiervan zijn risico-inventarisaties en incidentenregistraties, gedragsafspraken voor leraren, leerlingen en ouders, een anti-pestbeleid en het gebruik van een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor het in kaart brengen van de sociale vaardigheden wordt een observatie-instrument gehanteerd.

Verder is geconstateerd dat er op de school geen risico's bestaan op het gebied van sociale integratie en actief burgerschap.

Onderwijsproces en -inhoud

De kwaliteit van het onderwijs op De Boog, locatie Schiemond is over het algemeen van een voldoende niveau. Dit geldt met name voor het

leerstofaanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch klimaat en de sfeer op school. Tegelijkertijd zijn er verbeterpunten. Deze hebben vooral betrekking op onderdelen van het didactisch handelen en op de zorg en begeleiding. Kern hiervan is een betere afstemming van de werkwijze van de leraren op verschillen tussen leerlingen.

Het leerstofaanbod voldoet aan de kerndoelen, is voldoende eigentijds en sluit goed aan bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De school besteedt extra aandacht aan de taalontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. In de onderbouw is sprake van een gepland aanbod met aandacht voor beginnenende geletterdheid en beginnende gecijferdheid. Mede naar aanleiding van de leerresultaten in de bovenbouw vraagt de inspectie aandacht voor een goede borging van het gebruik van de nieuwe rekenmethode en voor extra materialen op het gebied van begrijpend lezen. De

onderwijsbegeleidingsdienst kan de school hierbij ondersteuning bieden.

De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke eisen en de leraren besteden hun tijd voldoende doelmatig. De sfeer tijdens de lessen is prettig en ordelijk en er treedt weinig tijdverlies op. De leraren gaan respectvol met de leerlingen om en bieden hen voldoende veiligheid en zelfvertrouwen. De uitleg en de instructie zijn helder, de leerlingen worden actief bij de les betrokken en zij werken geconcentreerd aan hun opdrachten. De inspectie heeft weinig voorbeelden gezien van systematische aandacht voor leerstrategieën.

Het belangrijkste verbeterpunt is echter de afstemming van het didactisch handelen op de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen. De inspectie heeft hier wel enkele goede voorbeelden van gezien, maar er is nog geen sprake van een schoolbrede werkwijze. De school onderkent dit probleem en heeft besloten tot een teamtraining 'stroomlijning en borging adaptief werken', waarbij met hulp van een externe begeleider wordt gewerkt aan de differentiatievaardigheden van de leraren en uitbreiding van het zelfstandig werken van de leerlingen.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek OBS De Boog - 13-3-2007 14 Zorg en begeleiding

De school beschikt over een compleet leerling- en onderwijsvolgsysteem. Met behulp van een toets- en bespreekkalender worden de vorderingen van de leerlingen regelmatig gevolgd en besproken. De follow up hiervan in de vorm van concrete handelingsplannen behoeft echter verbetering. De meeste handelingsplannen die werden ingezien zijn te globaal geformuleerd om de leraar houvast te bieden bij het bieden van extra hulp in de klas. Daarnaast werden tijdens de lessen weinig voorbeelden van extra hulp aan zorgleerlingen waargenomen. Op basis hiervan is de inspectie van oordeel dat het planmatig handelen in de leerlingenzorg verbetering behoeft. De inspectie heeft

geconstateerd dat dit onderwerp zal worden betrokken in het bovengenoemde traject 'adaptief werken'.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek OBS De Boog - 13-3-2007 15

GERELATEERDE DOCUMENTEN