• No results found

Quickscan flora en fauna en voortoets Natuurbeschermingswet 1998

Bijlage 1 Wet- en regelgeving Bijlage 2 Effectenindicator

4.1 Beschermde gebieden

Voor de gebiedsgerichte bescherming is gekeken naar de aanwezigheid van relevante natuurterreinen in de omgeving. De ligging van Natuurbeschermingswet 1998

gebieden (o.a. Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) en het GNN en de GO in de nabijheid van het plangebied zijn onderzocht. Ten aanzien van gebieden die beschermd worden door de Natuurbeschermingswet 1998 (o.a. Natura 2000-gebieden) is een voortoets uitgevoerd.

Natuurbeschermingswet 1998

Uit de kaarten van de gebiedendatabase op de website van het ministerie van Economische Zaken (EZ) en uit kaartgegevens van provincie Gelderland blijkt dat het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied ongeveer vier kilometer ten zuidoosten van het plangebied ligt. Dit betreft het Natura 2000-gebied “Rijntakken”, deelgebied

Uiterwaarden Waal. Ongeveer acht kilometer ten noorden van het plangebied ligt het Natura 2000-gebied “Rijntakken”, deelgebied Neder-Rijn, zie figuur 3.

Figuur 3.Plangebied (rode figuur) ten opzichte van Natura 2000-gebied Rijntakken (bron: themakaarten provincie Gelderland)

Effectbeoordeling

Ruimtelijke plannen in de omgeving van een Natura 2000-gebied dienen, via de habitattoets, te worden getoetst aan de Natuurbeschermingswet 1998.

Quickscan flora en fauna, Roodakker 4 te Kapel-Avezaath, augustus 2015 11

De habitattoets dient om vast te stellen of, en zo ja, onder welke voorwaarden een activiteit in en rondom een Natura 2000-gebied kan worden toegelaten. De toetsing moet de zekerheid bieden dat de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied niet worden aangetast en verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten, dan wel een verstoring van soorten niet optreedt.

Bij de habitattoets worden drie fasen onderscheiden: 1. Oriëntatiefase (voortoets)

2. Verslechterings- en verstoringstoets 3. Passende beoordeling

In de oriëntatiefase van de plannen is het noodzakelijk om een voortoets uit te voeren. De voortoets is niet wettelijk verplicht, maar wel vaak gewenst door het bevoegde gezag om snel duidelijk te krijgen of de kans bestaat dat er negatieve effecten optreden ten gevolge van de geplande ruimtelijke ontwikkeling. Op basis van informatie over de activiteit, de natuurwaarden en de mogelijke effecten, wordt een objectieve beoordeling gemaakt. Afhankelijk van de uitkomst van de toets worden vervolgstappen bepaald.

Voortoets

Het plangebied ligt op ongeveer 4 kilometer afstand van het Natura 2000-gebied Rijntakken, deelgebied Uiterwaarden Waal. Het Natura 2000-gebied is nabij het plangebied alleen aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Dit betekent dat er niet getoetst hoeft te worden aan externe werking voor soorten uit de Habitatrichtlijn. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied dat is aangewezen als Habitatrichtlijngebied, de Stiftsche Uiterwaarden, ligt op ongeveer 4.800 meter afstand van het plangebied. Uit de effectenindicator van het ministerie van EZ, zie bijlage 2, blijkt dat de volgende effecten mogelijk kunnen optreden op het Natura 2000-gebied Rijntakken bij de activiteit grondgebonden landbouw: oppervlakteverlies, versnippering, verzuring door stikstof uit de lucht, vermesting door stikstof uit de lucht, verontreiniging, verdroging, verstoring door geluid, optische verstoring, verstoring door mechanische effecten, bewuste verandering soortensamenstelling.

Aangezien het plangebied buiten het Natura 2000-gebied ligt, kunnen alleen mogelijke effecten optreden door middel van ‘externe werking’. Vanwege de aard van de

voorgenomen plannen en de relatief grote afstand tussen het plangebied en het Natura 2000-gebied, kan het optreden van de mogelijke effecten oppervlakteverlies, versnippering, verontreiniging, verdroging, verstoring door geluid, optische verstoring, verstoring door mechanische effecten, bewuste verandering soortensamenstelling op voorhand worden uitgesloten. Derhalve zouden alleen negatieve effecten door stikstofdepositie kunnen optreden.

Provincie Gelderland heeft reeds een vergunning Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor het uitbreiden van de melkrundveehouderij. Er zullen geen significant negatieve effecten optreden door stikstofdepositie op de instandhoudingsdoelen van de betrokken Natura 2000-gebieden.

Quickscan flora en fauna, Roodakker 4 te Kapel-Avezaath, augustus 2015 12

Conclusie

De voorgenomen plannen zullen geen negatieve effecten op nabijgelegen Natura 2000-gebied tot gevolg hebben.

Natuurnetwerk Nederland

Natuurgebieden in Nederland zijn erg versnipperd. Het Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) heeft als doel om natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. Vanaf 2014 zijn de provincies verantwoordelijk voor het Natuurnetwerk Nederland.

In provincie Gelderland bestaat het Natuurnetwerk Nederland uit het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelingszone (GO).

Zoals blijkt uit gegevens van provincie Gelderland maakt het plangebied geen deel uit van het GNN of de GO. Het dichtstbijzijnde gebied dat tot de GO behoort ligt op ongeveer 900 meter afstand van het plangebied. Het dichtstbijzijnde gebied dat onderdeel is van het GNN ligt 800 meter ten zuidwesten van het plangebied, figuur 4.

Figuur 4. Plangebied (rode figuur) ten opzichte van GNN/GO (bron: themakaarten provincie Gelderland)

Kernkwaliteiten natuur en landschap deelgebied Buren - Linge

+ gebied van stroomruggen, agrarisch cultuurlandschap met verspreid wonen; veel fruitteelt; traditioneel en modern;

+ onderdeel van Nationaal Landschap Rivierengebied;

Quickscan flora en fauna, Roodakker 4 te Kapel-Avezaath, augustus 2015 13

+ Parel Kasteel Soelen: al bekend uit de Middeleeuwen; het ligt op de oude stroomruggen van de Waal en de Linge; de bossen behoren tot het Droog Essen-Iepenbos en zijn wellicht de oudste in de Betuwe;

+ Parel Kleiputten Buren: graslanden, ruigten, wilgenstruwelen en elzenbos; veel broedvogels w.o. nachtegaal en boomvalk; kalkmoeras met o.m.

moeraswespenorchis en bonte paardenstaart; oude eiken en essen;

+ leefgebied steenuil;

+ karakteristieke, kleinschalige oeverwal met rijke afwisseling van boomgaarden, gras- en bouwlanden, buurtschappen, dorpen, verspreide bebouwing,

buitenplaatsen, kasteelterreinen en beeldbepalende boerderije;n

+ sterk meanderende Linge met smalle uiterwaarden;

+ leesbare ontstaansgeschiedenis, zoals plaatselijk zeer onregelmatige blokverkaveling, bijzondere gebogen percelen (kromakkers bij Zoelen en

Erichem), karakteristieke oude bouwlanden en oude bewonersplaatsen (Erichem, Buren, Zoelen); Aalsdijk;

+ abiotiek: aardkundige waarden, kwel, bodem, waterreservoir;

+ ecosysteemdiensten: recreatie, waterwinning;

+ alle door de Flora- en faunawet of Natuurbeschermingswet beschermde soorten en hun leefgebieden in dit deelgebied.

Effectbeoordeling

De voorgenomen ontwikkeling ligt buiten het GNN en GO en heeft zodoende geen invloed op de oppervlakte van GNN/GO. Het is vanwege de aard van de

voorgenomen plannen en de relatief grote afstand tot het GNN/GO redelijkerwijs uit te sluiten dat de kernkwaliteiten van het GNN/GO door de voorgenomen plannen zullen worden aangetast.

Conclusie

De voorgenomen plannen zullen geen negatieve effecten op het GNN/GO tot gevolg hebben.