• No results found

Beperkingen en verder onderzoek

5. Conclusie en aanbevelingen

5.4 Beperkingen en verder onderzoek

De grootste beperking van dit onderzoek is het feit dat de vergaarde gegevens geen gegevens van klanten bevatten. Omwille van de beschikbare tijd is ervoor gekozen alle gegevens te vergaren bij de (web)winkels zelf. Een vervolgonderzoek waarin de meningen van klanten worden gepeild is een welkome toevoeging op dit onderzoek. In dit vervolgonderzoek zou een meer exacte representatie gegeven kunnen worden van de waarde die klanten aan bepaalde assets hechten. Dit onderzoek toont aan dat de assets ‘persoonlijk advies’ en ‘risicovrij aankopen’ mogelijk een onzekere toekomst tegemoet gaan. Tijdens de analyse van het de onderzoeksresultaten kwam een duidelijk wankel toekomstbeeld van deze assets naar voren. Het onderzoek had echter niet een zodanige focus dat aangetoond kan worden óf, in hoeverre en hoe snel deze assets hun waarde gaan verliezen. Een klantonderzoek zou hier wel een duidelijk beeld van kunnen geven.

Omdat voornamelijk persoonlijk advies op voorhand een belangrijke asset bleek te zijn voor traditionele winkeliers is vervolgonderzoek naar deze asset vereist. Er dient dan te worden onderzocht of internetwinkels daadwerkelijk in staat zijn een voldoende alternatief te ontwikkelen voor de adviesfunctie van de traditionele winkels. En als dit het geval is hoe snel zijn ze daartoe in staat zijn. Pas dan kan worden vastgesteld of er sprake de specialized complementary assets ‘persoonlijk advies’ in de nabije toekomst onder druk zal komen te staan. Een andere beperking van dit onderzoek is dat de analyse van de Media Markt niet op corporate niveau plaats heeft kunnen vinden. De gegevens over Media Markt zijn verzameld bij Media Markt Hengelo er zijn geen overige Media Markten geraadpleegd.

Om invulling te geven aan de uiteindelijke wens van Media Markt verdient ook de strategie rondom de webshop de aandacht. In de paragraaf over de aanbevelingen is al naar voren gekomen dat, om ook in de toekomst te kunnen overleven, een solide internetplatform noodzakelijk is. Het probleem is echter dat de huidige decentrale opzet van Media Markt een internetplatform in de weg staat. In dit onderzoek is de focus niet gelegd op hoe dit internetplatform dan wel vorm gegeven zou moeten worden. Vervolgonderzoek is hier dus op zijn plaats om te onderzoeken hoe Media Markt een solide en succesvol internetplatform kan oprichten zonder dat de vaste winkels hier hinder of nadeel van ondervinden. Er dient dan opzoek te worden gegaan naar de ideale ‘offline-online’-mix.

Bacheloropdracht van Kay Lankheet | Referenties 45

REFERENTIES

Abell, D. (1980). Defining the Business: The Starting Point of Strategic Planning. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.

Alba, J., Lynch, J., Weitz, B., Janiszewski, C., Lutz, R., Sawyer, A., et al. (1997). Interactive Home Shopping: Consumer, Retailer, and Manufacturer Incentives to Participate in Electronic Marketplaces. Journal of Marketing, vol. 61, 38-53.

Bakos, Y. (1998). The Emering Role of Electronic Marketplaces on the Internet. Communications

of the ACM, 35-42.

Bower, J., & Christensen, M. (1996). Customer power, strategic investment, and the failure of leading firms. Strategic Management Journal, 17, 197-218.

CBS. (2008). E-commerce, in- en verkoop bij bedrijven; bedrijfsgrootte en -tak. Opgeroepen op November 14, 2010, van Centraal Bureau voor Statistiek:

http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71937NED&D1=10-15&D2=a&HDR=G1&STB=T&VW=T

Chandler, A. (1990). Scale and Scope: The Dynamics of Industrial Capitalism. Cambridge: Harvard University Press.

Chiang, K., & Dholakia, R. R. (2003). Factors Driving Consumer Intention to Shop On-line: An Emperical Investigation. Journal of Consumer Psychology, Vol. 13 98-115.

Christensen, C. (1993). The rigid disk drive industry: A history of commercial and technological turbulence. Business History Review, 67, 531-588.

Clark, K., & Henderson, R. (1990). Architectural innovation: The reconfiguration of existing product technologies and the failure of established firms. Administrative Science

Quarterly, 9-30.

Cooper, A., & Schendel, D. (1979). Strategic responses to threatening technologies. Business

Horizons, 61-69.

Drew, P. (1987). Despite shakeout, imaging industry not doomed to being Greek tragedy.

Diagnostic Imaging vol. 9, 95-99.

Esselink, R., Huijgen, G., & Lenderink, T. (2010). Koopstroomonderzoek 2010: deelrapportage

Gemeente Hengelo. Hengelo: Gemeente Hengelo.

Haübl, G., & Trifts, V. (2000). Consumer Decision Making in Onlinge Shopping Environments: The Effects of Interactive Decision Aids. Marketing Science, Vol. 19: 4-21.

Henderson, R. (1993). Underinvestment and incomepetence as responses to radical innovation: Evidence from the photolithographic alignment equipment industry'. Rand Journal of

Economics, 24, 248-270.

Hess, T. P. (1987). After billion-dollar stampede comes day of reckoning in MR. Diagnostic

Imaging, 129-139.

Bacheloropdracht van Kay Lankheet | Referenties 46

Klein, L. (1998). Evaluating the Potential of Interactive Media through an New Lens: Search Versus Experience Goods. Journal of Business Research, Vol. 4: 195-203.

Levin, M., Levin, I., & Weller, J. (2005). A Multi-attribute Analysis of Preferences for Online and Offline Shopping: Differences Across Products, Consumers, And Shopping Stages. Journal

of Electronic Commerce Research, Vol. 6, No. 4 281-291.

Majumdar, B. (1982). Innovations, Product Developments and Technology Transfers: An Emperical

Study of Dynamic Competitive Advantage, the Case of Electronic Calculators. Washington,

DC.: University Press of America.

McGahan, A. (2005). How industries change. Harvard Business Review, 87-94.

Metro Group. (2011, Maart 22). Investor Relations. Opgeroepen op Mei 15, 2011, van Website van Metro Group:

http://www.metrogroup.de/internet/site/metrogroup/get/documents/metrogroup_int ernational/corpsite/05_inrel/presentations/AT2010-en.pdf

Mitchell, W. (1988). Dynamic commercialization: An organizational economic analysis of

innovation in the medical diagnostic imaging industry. Berkely: University of California.

Mitchell, W. (1989). Whether and when? Probability and timing of incumbent's entry into emerging industrial subfields. Administrative Science Quarterly Vol. 34, 208-234. Mitchell, W. (1992). Are more good things better: Or will technical and market capabilities

conflict when a firm expands? Industrial and Corporate Change, 327-346.

Peterson, R., & Merino, M. (2003). Consumer Information Search Behavior and the Internet.

Psychology and Marketing, Vol. 20, 99-121.

Schumpeter, J. (1942). Capitalism, socialism and democracy. Cambridge: Harvard University Press.

Statline. (2011, 1 7). E-commerce in- en verkoop bij bedrijven; bedrijfsgrootte en -tak (SBI2008). Opgeroepen op 5 15, 2011, van CBS Statline:

http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=80427ned&D1=a&D2=a&V W=T

Swinyard, W., & Smith, S. (2003). Why People (Don't) Shop Online: A Lifestyle Study of the Internet Consumer. Psychology and Marketing, Vol. 20: 567-597.

Teece, D. (1986). Profiting from technological innovation: Implications for integration, collaboration, licensing and public policy. Research Policy, 285-305.

Tripsas, M. (1997). Unraveling the process of creative destruction: complementary assets and incumbent survival in the typesetter industry. Strategic Management Journal, Vol. 18, 119-142.

Bacheloropdracht van Kay Lankheet | Bijlages 47