• No results found

BEPALING VAN DE STEEKPROEF VAN CLIËNTEN

In document VU Research Portal (pagina 112-115)

Ontwikkeling van het meetinstrumentarium voor de veronderstelde kenmerken

6 Materiaal, methode, procedure en onderzoeksgroep

6.7 BEPALING VAN DE STEEKPROEF VAN CLIËNTEN

In vijf stappen is toegewerkt naar het bepalen van de steekproef van cliën-ten. Doel hiervan was het bereiken van een zo representatief mogelijk steek-proef voor de populatie cliënten die voldoet aan de inclusiecriteria. Bij de bepaling van deze steekproef van cliënten met een ambulant toezichttraject is gestart vanuit alle nieuw geregistreerde cliënten in reclasseringstoezicht, in de vijf overeengekomen regio’s (waarbinnen in totaal negen locaties deel-namen) gedurende iets meer dan een jaar.

Stap 1: Instroom IRIS en eerste check inclusiecriteria

In totaal zijn 2501 cliënten tijdens de onderzoeksperiode (15-11-2011 tot en met 28-11-2012) geregistreerd als nieuw reclasseringstoezicht bij de deelnemende locaties. Bijna 15% van deze groep viel direct af, omdat het toezicht nog niet gestart bleek, omdat de cliënt op een wachtlijst stond, of omdat de bijbeho-rende toezichthouder al bij het onderzoek betrokken was met het maximale aantal van drie deelnemende cliënten.

Stap 2: Contact met de geregistreerde contactpersoon met verzoek om informatie en deelname

Van de overgebleven 2146 van de 2501 cliënten (85%) is aan de geregistreerde contactpersoon via mail of telefoon gevraagd of zij hun cliënt wilden vragen om mee te doen en of zij de informatie wilden verschaffen over de cliënt die nodig is voor een volgende check op de inclusiecriteria. Bij 1776 van de 2146 cliënten (82,7%) heeft de contactpersoon gereageerd op dit verzoek. Bij 370 cliënten (13.3%) is niet gereageerd en daarom zijn ook geen redenen bekend voor het uitblijven van een reactie.

Stap 3: Tweede check op inclusiecriteria

Op basis van de informatie van de contactpersoon uit stap 2 was het mogelijk een volgende check op de inclusiecriteria te doen. Bijna tweederde van de tot nu toe geselecteerde groep (1117 van de 1776; 62,9%) bleek niet te voldoen aan de inclusiecriteria. In ruim de helft van de gevallen waren er al meer dan vier contactmomenten tussen toezichthouder en cliënt geweest waardoor een meting aan de start niet meer mogelijk was. In nog eens bijna een kwart van de gevallen was het toezicht alweer afgebroken. Hieronder een volledig overzicht per criterium:

Cliënt is echt nieuw binnen gekomen als toezicht, geen administratieve herstart:

- Voorloopaanleiding / toezicht in vrijwillige kader (n = 15)

- Cliënt staat al langer onder toezicht van deze toezichthouder, het betreft een administratieve herstart (n = 3)

Cliënt is daadwerkelijk begonnen aan het toezicht:

- Toezicht is (nog) niet gestart (bv. adres is niet bekend of cliënt is nog nooit verschenen op afspraken bij toezichthouder (n = 39)

- Toezichthouder van cliënt is nog onbekend (moet nog worden toegewe-zen; n = 66)

- Toezichthouder heeft geen face-to-face contact gehad met cliënt (alleen telefonisch; n = 2)

Cliënt heeft meer dan twee en maximaal vier face to face contacten gehad: - Cliënt blijkt bij benaderen al 4 of meer gesprekken met toezichthouder

te hebben gehad (n = 443) wegens late registratie in IRIs, pas na feitelijke start.

- Er blijken om andere redenen al 4 of meer gesprekken geweest (n = 156) Cliënt heeft minimale Nederlandse spreekvaardigheid:

- Cliënt spreekt geen Nederlands (n = 20)

Cliënt is ambulant en bij meting 1 niet opgenomen in (behandel)inrichting: - Cliënt verblijft in een gesloten kliniek / psychiatrisch ziekenhuis (n=12). Andere redenen, waarin niet was voorzien bij het formuleren van de inclusiecriteria:

- Toezicht is reeds beëindigd: al binnen 4 gesprekken geretourneerd (n = 162)

- Toezicht is reeds beëindigd: cliënt heeft gerecidiveerd / zit opnieuw in de-tentie (n = 103)

- Cliënt is overgedragen naar niet deelnemende regio of RO (n = 77) - Cliënt is verhuisd naar/ verblijft in buitenland (n = 3)

- Telkens wisselende toezichthouder in de eerste weken van toezicht (n = 13).

- Cliënt wordt alleen thuis bezocht (n = 3)

Stap 4: Check op benaderbaarheid cliënten

Na de tweede check op de inclusiecriteria bleven 659 cliënten over waar-mee daadwerkelijk recent een nieuw reclasseringstoezicht was gestart en waarvan de toezichthouder bekend was. Op basis van het oordeel van de toe-zichthouder zijn in totaal 177 cliënten van de 659 niet benaderd. Bij ongeveer driekwart was dit omdat toezichthouders om diverse redenen oordeelden dat de cliëntomstandigheden het benaderen van cliënten voor onderzoek niet wenselijk maakten, bijvoorbeeld omdat de cliënt in crisis verkeerde. Daarnaast gaf een aantal toezichthouders aan vanwege werkdruk niet te wil-len deelnemen aan het onderzoeken. In totaal gaat het de volgende redenen:

- Toezichthouder vindt deelname geen goed idee vanwege omstandighe-den cliënt (n = 126)

- Toezichthouder reageert wel maar wil zelf niet deelnemen i.v.m. werk-druk (n = 37)

- Toezichthouder is stagiaire en wil daarom niet deelnemen (n = 4)

- Tien cliënten zijn om andere redenen niet benaderd. Eén cliënt had al deelgenomen aan het intensieve kwalitatieve werkalliantie-onderzoek.14

- Van de overige 9 cliënten is niet bekend om welke reden de cliënt niet is benaderd.

Stap 5: Bepaling steekproef en onderzoeksgroep

Na een check op de inclusiecriteria en na het oordeel van de toezichthouder rond de omstandigheden was het mogelijk een steekproef van 482 cliënten te bepalen die benaderbaar was voor deelname aan dit onderzoek. Via de toe-zichthouder zijn deze cliënten daadwerkelijk gevraagd deel te nemen. Bij 143 van de 482 cliënten (29,7%) heeft de toezichthouder aangegeven dat de cliënt niet wilde meewerken aan een interview. Waarom zij deelname weigerden is niet bekend bij 39 cliënten. Voor de cliënten van wie wel een reden is opgege-ven was geen zin de meest voorkomende geëxpliciteerde reden, gevolgd door te druk (n = 16). In de lijst hieronder zijn de opgegeven redenen voor niet deelname beschreven. Bij 37 van de 428 cliënten was het, ondanks een aan-vankelijk positieve reactie op verzoek tot deelname, niet mogelijk om een interview af te nemen. Ook de redenen hiervoor zijn hieronder aangegeven. Redenen opgegeven waarom cliënt niet wilde meewerken aan een interview:

- Reden onbekend (n = 39) - Cliënt heeft geen zin (n = 30)

- Cliënt heeft het druk / geen tijd (n = 19)

- Cliënt heeft door problemen teveel aan zijn/haar hoofd (n = 16) - Cliënt heeft geen interesse (n = 9)

- Cliënt staat sceptisch ten opzichte van onderzoek / ziet meerwaarde niet (n = 8)

- Cliënt heeft geen behoefte (n = 7)

- Cliënt vindt het al genoeg dat hij/zij onder toezicht staat (n = 6) - Cliënt wil niet over het toezicht praten (n = 4)

- Cliënt vindt dat hij/zij nog geen mening kan geven na 3 gesprekken (n = 1) - Cliënt weigert alles / gaat overal tegenin (ook in het toezicht; n=1)

- Cliënt denkt dat hij/zij te slecht Nederlands spreekt (n = 1)

- Cliënt wordt door de vader gebracht en wil hem niet langer laten wach-ten (n = 1)

- Cliënt vindt dat de beloning te weinig oplevert (n = 1)

Redenen waardoor ondanks een positieve reactie toch geen interview heeft plaatsgevonden:

- 19 van de 482 cliënten (3,9%) heeft wel aangegeven te willen meewerken aan een interview, maar verscheen drie keer niet op de toezichtafspraak (en daarmee niet bij het interview).

- 18 van de 482 (3,5%) cliënten wilden meewerken aan het interview, maar het interview is om praktische / operationele redenen niet doorgegaan. De steekproef bestond nu uit 482 benaderbare cliënten.

De onderzoeksgroep die uiteindelijk heeft meegewerkt aan een interview bij de start van een nieuw toezichttraject (T1) omvat 302 cliënten. Dit is een res-pons van 62,7% van de 482 benaderbare cliënten. Daarnaast namen bij de eer-ste meting 273 toezichthouders deel. Hiervan was in 267 gevallen sprake van een match, leidend tot een volledige dyade cliënt - toezichthouder.

In document VU Research Portal (pagina 112-115)