• No results found

Beoordeling milieueffecten

In document Startnotitie m.e.r. Tusschenwater (pagina 32-35)

Op basis van onderzoeksinformatie worden in het MER per milieuaspect de effecten van de voorgenomen activiteit en eventuele varianten beschreven. Het doel van het effectenonderzoek is om de planvorming verder te optimaliseren. Op basis van de effectbeschrijving zal in het MER een Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) worden geformuleerd. Dit is het alternatief met de vanuit milieuoogpunt meest optimale inrichting.

De effectbeschrijving in het MER wordt uitgevoerd aan de hand van toetingscriteria die per mili-euaspect in de m.e.r.-procedure zullen worden ontwikkeld. In de effectbeschrijving worden zo-wel in de aanlegfase (grondverzet) als effecten in de gebruiksfase (inundatie) beschreven. Naast de effecten worden ook mitigerende en compenserende maatregelen aangegeven, die de eventuele negatieve effecten kunnen beperken. In het onderstaande wordt globaal ingegaan op de onderwerpen die in de effectbeschrijving het MER aan de orde zullen komen

• Bodem, grond- en oppervlaktewater;

• Drinkwaterkwaliteit en volksgezondheid

• Flora, fauna en ecologie;

• Landschap, cultuurhistorie en archeologie;

• Woon- en leefmilieu.

• Recreatie

• Infrastructuur

Bodem

Voor wat betreft bodem wordt aandacht besteed aan geomorfologie. Onderzocht wordt in hoe-verre waardevolle geomorfologische structuren worden aangetast of juist door de planontwikke-ling worden versterkt (bijvoorbeeld door herstellen van de meanders).

Voorts wordt ingegaan op de grondbalans. Er komt grond vrij door het verwijderen van de voedselrijke bouwvoor en het uitgraven van de meanders, en er is grond nodig voor het aan-brengen van de kades en het ophogen van de winputten. Onderzocht wordt in hoeverre het pro-ject met een (zoveel mogelijk) gesloten grondbalans kan worden uitgevoerd

Daarnaast komt de kwaliteit van de bodem aan de orde. Er wordt beoordeeld of in of nabij het plangebied bodemverontreinigingen aanwezig zijn, die kunnen worden beïnvloed door het grondverzet of door inundatie. Voorts wordt beoordeeld of er (met name door inundatie) struc-tuurdegradatie van de bodem kan optreden.

Grond- en oppervlaktewater

In de effectbeschrijving in het MER wordt ingegaan op de gevolgen van de wijziging van het grond- en oppervlaktewatersysteem. Naar verwachting zal de infiltratie van oppervlaktewater in het natuurontwikkelingsgebied toenemen. Een groot deel van het geïnfiltreerde water zal naar de grondwaterwinning stromen, een ander deel zal langs de rand van het natuurgebied als kwelwater uit treden. In het MER wordt ingegaan op het voorkomen van grondwateroverlast voor omliggende landbouwpercelen en bebouwing. Ook wordt ingegaan op het effect op de

grondwaterstand in de wijdere omgeving (Hondsrug, Zuidlaardermeergebied, Veenkoloniën, Drentse Aa-gebied). Naar verwachting zullen grondwaterstanden hier hoger worden.

Ten aanzien van waterkwaliteit wordt ingegaan op het effect van fosfaatmobilisatie als gevolg van de inundatie van het plangebied. Daarbij wordt specifiek ingegaan op mogelijke waterkwali-teitseffecten voor het Zuidlaardermeer.

Drinkwaterkwaliteit en volksgezondheid

In het MER wordt ingegaan op de effecten van het project Tusschenwater op de bestaande (maar deels te verplaatsten) drinkwaterwinning in het plangebied. Daarbij gaat het zowel om de technische duurzaamheid van de winning als om de kwaliteit van de winning in relatie tot de volksgezondheid.

Flora, fauna en ecologie

De inrichting van het project Tusschenwater zal worden getoetst aan de beleidsmatige doelstel-lingen voor de robuuste verbinding. Hierbij zal worden beoordeeld in hoeverre deze doelstellin-gen voor de robuuste verbinding worden bereikt (mate van doelbereik). Daarbij wordt vanzelf-sprekend rekening gehouden met de waterbergingsopgave, de nevendoelstellingen (watercon-servering, recreatie, landschap en cultuurhistorie) en de randvoorwaarden (behoud drinkwater-winning)

Op basis van veldonderzoek wordt beoordeeld of er beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn. Indien deze aanwezig zijn zal worden gekeken wat de mogelijke effecten van het natuurontwikkelingsplan zijn op deze beschermde soorten. In de effectbeoordeling zal specifiek aandacht worden besteed aan de invloed van het plan op de Natura

2000-instandhoudingsdoelstellingen van het Zuidlaardermeergebied.

Landschap, cultuurhistorie en archeologie

Het projectgebied bestaat grotendeels uit een open landschap. De inrichting van het natuuront-wikkelingsgebied zal hier invloed op hebben. Het gebied zal voor een groot deel permanent on-der water komen te staan. Er ontstaat een transformatie van agrarisch cultuurlandschap naar een groot moerasgebied, met in meerdere of mindere mate opgaande beplanting. In het MER worden de effecten op (de beleving van) het landschap beschreven.

De hoogte, situering en vormgeving van de kades kan eveneens van invloed zijn op het land-schap. De mogelijke effecten van de aanleg van kades op (de beleving van) het landschap zul-len in het MER worden beschreven.

Voorts wordt in het MER het effect op cultuurhistorische elementen en patronen beoordeeld. Hierbij valt onder meer te denken aan historische verkavelingspatronen. Ook worden mogelijke positieve effecten door herstel van cultuurhistorische elementen beschreven.

In het MER zal verder worden ingegaan op archeologische waarden. Het provinciaal beleid is er op gericht archeologische vindplaatsen die worden aangetroffen zoveel mogelijk te behouden. In het MER zal worden beoordeeld in hoeverre archeologische waarden worden aangetast door grondverzet of wijziging van grondwaterstanden. Ook wordt onderzocht of archeologische waarden kunnen worden behouden (bijvoorbeeld door beperking van het grondverzet).

Woon en leefmilieu

In het MER zal aandacht worden besteed aan de aspecten uitzicht, verkeersbewegingen tijdens de aanlegfase en eventuele muggen- en wateroverlast. Onderdeel van de plannen is het ophef-fen van de weg De Dijk (onttrekking aan openbaarheid). In het MER wordt ingegaan op de ge-volgen voor de verkeersafwikkeling in en rondom het plangebied.

Recreatie

Mogelijk treden er effecten op door en vergroten van de recreatiemogelijkheden. In dat geval zal per variant de mogelijke effecten op recreatie worden beschreven.

Infrastructuur

Het creëren van het boezemgebied rondom de oude beekloop van de Hunze heeft gevolgen voor de aanwezige infrastructuur (wegen, kabels en leidingen) in het gebied. Er kunnen moge-lijk ook effecten optreden op de aanwezige kabels en leidingen ten behoeve van de drinkwater-winning. Mogelijke effecten op de infrastructuur zullen in het MER worden beschreven. Indien aan de orde zullen effecten ten aanzien van externe veiligheid eveneens in beeld worden ge-bracht.

6 Vervolgprocedure

In document Startnotitie m.e.r. Tusschenwater (pagina 32-35)

GERELATEERDE DOCUMENTEN