• No results found

Benutten beschikbare onderwijstijd: doelen, methoden en organisatie van het onderwijs

doelen, methoden en organisatie van het onderwijs

2.1 De onderwijsdoelen

In het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs richt ons taalonderwijs zich op de kerndoelen voor de deelvaardigheden van de Nederlandse taal zoals geformuleerd door het Nederlandse Ministerie van OCW. In de laatste jaren van het voortgezet onderwijs kunnen – mits er een IB-docent

beschikbaar is - de leerlingen worden voorbereid op de examens voor de internationaal erkende diploma’s, die de toegang tot het Nederlandse en Belgische hoger onderwijs kunnen vergemakkelijken.

Voor alle jaren geldt dat het onderwijs Nederlands erop is gericht dat de leerlingen:

plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal;

bij terugkeer naar Nederland of België, een goede aansluiting vinden in het nationale onderwijssysteem;

vaardigheden ontwikkelen waarmee ze de Nederlandse taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven voordoen;

kennis en inzicht verwerven betreffende betekenis, gebruik, vorm van taal.

Het taalonderwijs wordt gegeven aan de hand van lesmethodes die zijn ontwikkeld voor het onderwijs in Nederland. Om de kerndoelen in de korte beschikbare tijd te behalen, moeten we de onderwijstijd efficiënt gebruiken en leerstofprioriteiten stellen. Waar mogelijk wordt de lesstof compacter aangeboden. Doordat een deel van de vaardigheden ook reeds in het dagonderwijs wordt aangeboden (bijv. het schrijven van een essay, het doorgronden van een tekst) is dit mogelijk zonder kwaliteitsverlies.

Het cultuuronderwijs omvat alle aspecten van het Nederlander / Belg zijn: naast geschiedenis en topografie, ook jeugdcultuur en gebruiken en gewoonten. In paragraaf 2.3 wordt verder in gegaan op het cultuuronderwijs, in de komende paragrafen worden eerst de methoden en doelen van het taalonderwijs beschreven.

2.2 Het taalonderwijs: methoden

Primair onderwijs Leerstof

In groep 1 en 2 worden liedjes aangeleerd, verhalen verteld en veel aan dramatische expressie gedaan om de woordenschat en andere taalvaardigheden te stimuleren. In groep 2 ligt de nadruk iets meer op de beginnende geletterdheid zoals bijvoorbeeld het rijmen, klanken herkennen, hakken en plakken van korte woorden, lettergrepen samenvoegen tot een woord. Aan het eind van groep 2 kennen de meeste kinderen alle medeklinkers en zijn de eerste twee hoofdstuken - kern start en kern 1 - van de leesmethode afgesloten.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 9 / 37

In het komende schooljaar zullen in groep 1 en 2 de volgende thema’s aan de orde komen:

thema periode

Zomer/Vakantie 1/9 t/m 30/9

Boeken/Vroeger (thema Kinderboekenweek) 6/10 t/m 14/10

Insecten 28/10 t/m 18/11

Sint en Kerst 124/11 t/m 16/12

Winter (Start Veilig Leren Lezen in februari) 12/1 t/m 17/2

Ziek zijn/lichaam 2/3 t/m 31/3

Talent 20/4 t/m 19/5

Vervoer 25/5 t/m 23/6

In groep 3 krijgen kinderen gerichte leesinstructie die gedifferentieerd wordt aangeboden. In januari zijn alle letters en tweetekenklanken aan bod gekomen en kunnen ze korte klankzuivere woorden lezen en schrijven.

Daarna volgen complexere woorden, leren ze de eerste spellingsregels en wordt een begin gemaakt met begrijpend lezen. Mondeling taalgebruik vormt een belangrijk deel van de activiteiten om de woordenschat te vergroten en kinderen te leren zelfverzekerd om te gaan met de Nederlandse taal.

De volgende thema’s komen in groep 3 aan bod:

kern 1 Beestenboel

In de groepen 4 t/m 8 wordt veel aandacht besteed aan spelling, woordenschat en mondeling taalgebruik. Ook het lezen krijgt aandacht, zowel technisch als begrijpend lezen.

Het onderwijs wordt aangeboden aan de hand van 8 overkoepelende thema’s die voor alle jaargroepen hetzelfde zijn, uitgewerkt in subthema’s. Per jaargroep sluit de uitwerking van de thema’s aan bij het ontwikkelingsniveau en de belevingswereld van de kinderen en hebben een duidelijke relatie met de wereld oriënterende vakken.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 10 / 37

De thema’s zijn als volgt:

groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8

actief id maatschappij vriendschap regels tegenstellingen organiseren politiek

lekker leven vakantie zintuigen sport vrije tijd vrienden

wereld om je heen mijn school uitstapjes mode gewoontes reizen (neem) de tijd kalender herinneringen verandering fantasie helden

natuurlijk dieren-

manieren In de ruimte milieu uitvinden rampen

communicatie beeldtaal gevoelens lichaamstaal andere talen media Kunst en cultuur film/ theater smaak boeken verzamelingen verschillen

economie winkel beroepen geld reclame andere wereld

Lesmateriaal

In het primair onderwijs wordt gebruik gemaakt van de volgende lesmaterialen.

lesmethode

groep 1-2 Schatkist, Kleuteruniversiteit, Veilig leren lezen ( groep 2) groep 3 Veilig leren lezen (Kim-versie)

groep 4-8 Taal Actief

Vanaf groep 4 wordt ook lesmateriaal uit Nieuwsbegrip XL gebruikt.

Daarnaast beschikt de DCS over een ruime collectie prenten-, voorlees- en leesboeken. Alle boeken zijn ingedeeld op AVI-niveau, zodat de leerlingen boeken kunnen lezen die aansluiten op hun niveau. De boeken kunnen door de leerlingen worden geleend (dit wordt sterk aangemoedigd door de leerkrachten).

Huiswerk

Voor een goede beheersing van de Nederlandse taal is het noodzakelijk dat de leerlingen ook thuis actief werken aan hun taalontwikkeling. Het (voor)lezen van boeken en woordenschatoefeningen zijn speerpunten in ons huiswerkbeleid. Daarnaast dienen leerlingen vanaf groep 3 ook regelmatig dictees voor te bereiden en vanaf groep 5 wordt het onderdeel woordenschat van Nieuwsbegrip wekelijks gemaakt. Ten slotte wordt een of enkele keren per jaar van deze kinderen verwacht dat zij een presentatie houden over een boek en/of een cultureel onderwerp. Voor een gedetailleerd overzicht van het huiswerk: zie paragraaf 9.2.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 11 / 37

Voortgezet onderwijs

Leerstof

Onderbouw

In het voortgezet onderwijs wordt les gegeven op havo/vwo-niveau, al naar gelang het niveau van de individuele leerling. Dit betekent dat er gedifferentieerd wordt lesgegeven.

In deze fase van het voortgezet onderwijs richten wij ons op de door Nederlandse overheid geformuleerde kerndoelen voor Nederlands waarbij de domeinen spreken en luisteren, lezen, schrijven en taalbeschouwing worden onderscheiden. Voor de invulling van de lessen wordt dan ook veel gebruik gemaakt van methoden die ook op Nederlandse scholen worden gebruikt.

Spreek-en luistervaardigheid:

De leerlingen gebruiken de taal zo effectief mogelijk als een communicatiemiddel in verschillende taalsituaties.

Dit kan zijn tijdens klassikale projecten of tijdens het presenteren van mondelinge samenvattingen, ideeën en opvattingen over gelezen boeken. Nieuwsbegrip en Nederlandse media worden gebruikt als basis voor discussie over actuele Nederlandse onderwerpen, evenals de uitbreiding van woordenschat.

Leesvaardigheid:

Leerlingen komen in aanraking met verschillende tekstsoorten uit het tekstboek en Nieuwsbegrip; door het lezen van literaire, informatieve en journalistieke teksten. Daarnaast moeten de leerlingen jaarlijks minstens 4 boeken voor Nederlands lezen.

Schrijfvaardigheid:

Leerlingen schrijven verschillende tekstsoorten en hanteren hierbij het juiste en gepaste taalgebruik en weten rekening te houden met publiek. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling en conventies. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals:

informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.

Taalbeschouwing:

Leerlingen besteden aandacht aan spelling en grammatica en weten regels toe te passen in hun dagelijks taal gebruik. De leerlingen maken in de taalmethodes gebruik van verdiepingsopdrachten en aanvullende lesmaterialen voor woordenschatuitbreiding, grammatica en spelling. Er is veel aandacht voor literatuur, analytische vaardigheden en schrijfvaardigheid. De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 12 / 37

Lesmateriaal

In het voortgezet onderwijs gebruiken we het volgende lesmateriaal:

lesmethode klas 1-3: Op Niveau

Verder werken we met Nieuwsbegrip voor de onderdelen: woordenschat, tekstsoorten, begrijpend lezen, mondelinge vaardigheden (debat) en schrijven/stellen. Voor spelling en werkwoordspelling gebruiken we de digitale methode Muiswerk.

Huiswerk

Huiswerk - ongeveer 30 minuten per week - is een belangrijke aanvulling op de lesuren.

Naarmate de leerlingen langer in het buitenland zijn, komen ze minder in aanraking met de Nederlandse taal.

Daarom stimuleren we dat de leerlingen Nederlandstalige boeken, tijdschriften en kranten blijven lezen.

Op ISB hebben de leerlingen in het VO minder huiswerk aangezien zij 3 uur per week les hebben.

Voor een gedetailleerd overzicht van het huiswerk: zie paragraaf 9.2.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 13 / 37

2.3 Cultuuronderwijs

Omdat onze NTC-lessituatie tot doel heeft om de aansluiting met Nederland/België en het Nederlandse onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen, maakt naast de Nederlandse taal ook de Nederlandse/Belgische cultuur onderdeel uit van ons onderwijsaanbod. We onderscheiden drie domeinen:

- festiviteiten, feestdagen, gebruiken en gewoontes;

- jeugdcultuur en actuele ontwikkelingen;

- Nederlandkunde.

Vanwege de beperkte beschikbare tijd worden de domeinen geïntegreerd en in onderlinge samenhang

aangeboden in het primair onderwijs. Voor alle groepen wordt de jaarlijkse cyclus van feestdagen, indien er tijd voor is, doorlopen. Bijv. Koningsdag, 5 mei-viering, Sinterklaas, carnaval, etc.. Er zijn activiteiten rondom de Kinderboekenweek in oktober en eens per jaar organiseren de leerkrachten een themaweek in maart rondom een cultureel thema.

Daarnaast wordt er iedere week aandacht besteed aan Nederlandse en Belgische cultuur, o.a. door het kijken van schooltv: Koeleloere voor groep 1 en 2, Huisje, Boompje, Beestje voor groep 3 en 4,

Jeugdjournaal/Karrewiet, Nieuwsbegrip of Klokhuis voor groep 5 t/m 8.

Voor groep 1 t/m 7 is er ieder jaar een schoolreisje.

Voor leerlingen van het voortgezet onderwijs stemmen we ons schoolreisje meestal af op het wel of niet plaats vinden van een Nederlandse cabaretvoorstelling in Bangkok. Ook kijken we ieder jaar weer opnieuw waar de belangstelling van de kinderen naar uitgaat. De leerlingen worden op de hoogte gebracht van bezoekende Nederlandse schrijvers, sporters, artiesten, cabaretiers en toneelgezelschappen en van Nederlandstalige films.

Indien mogelijk wordt er een excursie georganiseerd.

2.4 Organisatie van het onderwijs

Om het onderwijs succesvol te laten verlopen heeft DCS als richtlijn een minimumaantal onderwijsuren van 120 per jaar voor het basisonderwijs. Het voortgezet onderwijs heeft twee uur tot drie uur per week les eventueel aangevuld met huiswerk. Naast de reguliere lessen zijn er een aantal keer per jaar in het weekendactiviteiten zoals Sinterklaas, Koningsdag, een filmmiddag of schoolreisje. De lessen en cultuurdagen dienen een aanvulling te zijn op een zo groot mogelijk Nederlands aanbod thuis (o.m. het lezen van boeken, Nederlands praten, Nederlandse televisie kijken en gebruik van de computer).

De DCS is een zelfstandige organisatie en maakt geen onderdeel uit van ISB en BPS. De mate waarin het onderwijs is geïntegreerd in het dagrooster van de school verschilt per groep. Dit is afhankelijk in de mate waarin de dagschool daartoe mogelijkheden biedt en dit voor DCS organisatorisch haalbaar is.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 14 / 37

De lesindeling is als volgt:

Groep / klas Lesuren

BPS, po 1-3 2 x 90 minuten, onder schooltijd BPS, po 4

BPS, po 5-6

120 minuten onder schooltijd, 120 minuten na school 60 minuten onder schooltijd, 120 minuten na school

BPS, po 8 + vo In principe wordt 30 minuten onder schooltijd, 120 minuten na schooltijd aangeboden. Sommigen hebben meer of minder les door andere activiteiten.

ISB, po 3-7 + vo 2 x 90 minuten na schooltijd

De groepen krijgen per jaar 34 tot 36 weken les, zodat – in combinatie met het huiswerk en schoolreisjes– per jaar minstens 120 onderwijsuren geboden worden aan alle po leerlingen, in het vo hebben de groepen minder lesuren. Een gedetailleerd overzicht van het aantal les- en huiswerkuren per jaar is te vinden in paragraaf 9.4.

De lesroosters worden opgesteld door de leerkrachten en vastgesteld door het bestuur.

Het streven is om niet meer dan twee jaargroepen bij elkaar te plaatsen, maar in geval van een gering aantal kinderen, een te beperkte tijd of leerlingen die op geplande dagen niet kunnen, moeten er soms combinatieklassen gemaakt worden van meer dan twee jaargroepen. Op dit moment varieert de groepsgrootte van 2 tot 12 leerlingen. Leerlingen krijgen aandacht op het niveau van hun individuele noden. Zo wordt er ook binnen de jaargroep waarin de leerlingen zitten - indien nodig -, gedifferentieerd naar niveau.

Er wordt in menig opzicht samengewerkt met de internationale dagscholen ISB en de BPS. Behalve bijvoorbeeld de werkvergunning voor de leerkrachten, leveren de scholen o.a. lesruimte en kunnen leerkrachten o.a. van kopieermachines en andere faciliteiten gebruik maken. Op zowel ISB als BPS wordt gebruik gemaakt van een permanent lokaal.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 15 / 37

2.5 Tussentijds vertrek van een leerling

Bij tussentijds vertrek van een leerling (naar een andere school of bij terugkeer naar Nederland/België) geldt de volgende procedure. Voor het vertrek is er een eindgesprek met de ouders en de leerling. Het dossier omvat:

- het onderwijskundig rapport;

- het schoolrapport;

- de gegevens uit het leerlingvolgsysteem (incl. uitslagen methode-onafhankelijke toetsen);

- het bewijs van uitschrijving.

2.6 Wijze van vervanging bij afwezigheid

In geval van afwezigheid van de leerkracht, bijvoorbeeld door ziekte, worden de naschoolse lessen op een ander tijdstip ingehaald als het minimum aantal lesweken (32) niet gehaald wordt. Als de leerkracht afwezig is op de lesuren in het dagrooster van de BPS, zal geprobeerd worden de lessen zoveel mogelijk op een ander tijdstip in te halen. Bij langdurige afwezigheid wordt u tijdig geïnformeerd over de wijze van vervanging.

Incidenteel, bijvoorbeeld bij afwezigheid vanwege bijscholing, residential of verschillende vakanties tussen beide scholen, wordt een les voorbereid door de leerkracht en gegeven door een invaller.

Nederlandse School in Bangkok Schoolgids jaar 2020-2021 pagina 16 / 37