• No results found

Belemmeringen die de schuldhulpverleners ervaren

Percentages van uitval

7. Resultaten interviews met schuldhulpverleners

7.2 Belemmeringen die de schuldhulpverleners ervaren

Tijdens het interviewen heb ik ook aan alle zeven de respondenten gevraagd waar ze gedurende het stabilisatietraject tegenaan lopen. De belemmeringen die ervaren worden door de schuldhulpverleners benoem ik ook in dit hoofdstuk omdat deze belemmeringen wellicht bij kunnen dragen aan de uitval van cliënten.

Deze drie belemmeringen zijn:

Schuldhulpverlener heeft te weinig tijd Schuldhulpverlener heeft te veel cliënten

Schuldhulpverlener vindt het lastig om cliënt te motiveren. 7.2.1 Schuldhulpverlener heeft te weinig tijd

Voor het stabilisatietraject heeft de schuldhulpverlener 120 dagen de tijd om de leefsituatie 133 Bijlage III, code: 04

134 Bijlage III, code: 04

135 Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen, U. van de Pol, ' Schuldhulpverlening meer slagkracht meer effect,' Amsterdam: juni 2011, p.17

van cliënt te stabiliseren en om het traject af te sluiten. 137 Vier van de zeven respondenten gaven aan dat dit niet altijd voldoende is.138 Binnen ABC-Alliantie is de financiering erg belangrijk en voor het stabilisatietraject wordt er alleen de eerste 120 dagen gefinancierd. Respondent één ervaart dit als lastig en gaf aan dat hij veel meer voor de cliënt zou willen betekenen dan dat de financiering toelaat.

‘’Financiering is zo ongelofelijk belangrijk geworden. Aan de ene kant geeft het duidelijkheid want je weet hoeveel tijd je per traject aan de cliënt kan besteden, maar je zit altijd in tijdsnood. En je moet soms afwegingen maken. Af en toe heb ik heel veel tijd gestoken in een klant, maar er moeten ook trajecten gescoord worden. Enerzijds ben ik hulpverlener en anderzijds hebben we ook verantwoordingsverplichting en trajecten moeten afgesloten worden omdat ze geld opleveren, dat maakt het soms wel heel erg lastig.’’ 139

Respondent één zegt in het kort dat hij het lastig vindt om een afweging te maken tussen de hulpverlening die hij aan kan bieden en zijn verplichting om zich te houden aan de gestelde termijn.

Ook respondent vier gaf aan dat ze tijd tekort komt. Deze respondent gaf aan dat het stabilisatietraject lang kan duren in het geval de leefsituatie van cliënt wijzigt. Volgens deze respondent moeten de schuldhulpverlener en de cliënt dan opnieuw beginnen met het opvragen van stukken, maar in de tussentijd dient de schuldhulpverlener zich wel te houden aan de 120 dagen termijn. Respondent vier zei in het interview het volgende:

‘’Je krijgt voor stabilisatie een bepaalde tijd, dat haal je dus niet daar ga je ver overheen, daar loop ik tegengaan’’.140

Ook respondenten twee en zes gaven aan veel meer tijd te willen hebben dan wat de

gemeente toelaat141, volgens deze respondenten is het meest ideale geval meer tijd voor de cliënten zodat ze meer voor ze kunnen betekenen.

7.2.2 Schuldhulpverlener heeft te veel cliënten

Twee respondenten gaven aan teveel cliënten te hebben waardoor ze het overzicht kunnen

137 Computerprogramma Regas 138 Bijlage III, code: 01, 04, 06 en 02 139 Bijlage III, code: 01

140 Bijlage III, code: 04 141 Bijlage III, code: 02 en 06

kwijtraken.142 Volgens respondent vijf komen er meer cliënten in dan dat cliënten eruit gaan, omdat ze elke week twee nieuwe cliënten erbij krijgt.143 Ook is deze respondent van mening dat ABC-Alliantie geen duidelijke oplossing hiervoor zoekt.

Respondent zeven gaf in het interview aan dat het af en toe voor kan komen dat zij cliënten vergeet omdat haar case-load te groot is.144 Vervolgens gaf respondent zeven aan dat daardoor de minder gemotiveerde cliënten achter kunnen lopen omdat de gemotiveerde cliënten meer contact met de schuldhulpverlener zoeken.

7.2.3 Schuldhulpverlener vindt het lastig om cliënt te motiveren

Respondent drie gaf aan het lastig te vinden de doelen kenbaar te maken die bereikt moeten worden zodat de cliënt gemotiveerd wordt om aan zijn/haar schulden te werken.145 Respondent drie benoemde een voorbeeld, ze gaf aan het moeilijk te vinden om kenbaar te maken wat de reden is dat een cliënt onder bewindvoering moet en wat het doel hiervan is. Daarnaast vindt deze respondent het ook lastig om kenbaar te maken dat het gezamenlijke doelen zijn, dat cliënt onder bewindvoering moet is zowel het doel van de

schuldhulpverlener als van de cliënt.

142 Bijlage III, code: 05 en 07 143 Bijlage III, code: 05 144 Bijlage III, code: 07 145 Bijlage III, code: 03

7.3 Deelconclusie

Het bovengenoemde maakt het mogelijk om inzicht te krijgen in de opvattingen en ervaringen van de schuldhulpverleners. Er kan geconcludeerd worden dat er volgens de respondenten drie oorzaken van uitval zijn.

Ten eerste heeft cliënt hoge verwachting van schuldhulpverlening. Cliënten hopen op een snelle oplossing voor hun schulden, ze verwachten onder andere dat de schuldhulpverlener ervoor zorgt dat er geen deurwaarders meer langs komen, dat beslagname worden

afgewend en dat ze geen dreigbrieven meer krijgen. De verwachtingen die cliënten hebben komen niet overeen met de hulpverlening die ABC-Alliantie biedt en deze hoge

verwachtingen kunnen leiden tot uitval.

Ten tweede kunnen cliënten onduidelijkheid ervaren in het oplossen van de financiële problemen in het stabilisatietraject. Het niet begrijpen van het proces is een onderdeel van het probleem en dit kan ook ten grondslag liggen aan uitval. Het probleem hierbij is dat de cliënten niet begrijpen dat door het aanpakken van de achterliggende oorzaken dit ook indirect leidt tot het aanpakken van hun financiële problemen.

Ten derde kunnen cliënten uitvallen omdat ze vinden dat het stabilisatietraject te lang duurt. Binnen de schuldhulpverlening wordt er integraal gekeken naar de situatie van cliënt, hierdoor kan het in bepaalde gevallen erg lang duren voordat er een schuldsanering wordt aangevraagd. Daarentegen wilt de cliënt zo snel mogelijk zijn/haar schulden zien

verdwijnen. Wanneer cliënt niet snel genoeg merkt dat er resultaat gericht gewerkt wordt door de schuldhulpverlener leidt dit vaak tot uitval.

Tot slot kan er geconcludeerd worden dat de meeste respondenten aangaven tijd tekort te hebben in het stabilisatietraject. Volgens deze respondenten hebben ze niet de mogelijkheid om de volledige hulpverlening aan te bieden omdat ze zich aan een bepaalde termijn dienen te houden.