• No results found

Beleidsvragen en adviesdomein

In document Verslavingszorg herijkt (pagina 76-79)

Relevante delen uit de werkprogramma’s RVZ en RMO

2.3 Beleidsvragen en adviesdomein

Gegeven deze probleemstelling, zal het advies van de Raad zich moeten con- centreren op het bestuurlijk en strategisch niveau van de verslavingszorg. In de brief van de minister van VWS aan de Tweede Kamer van 19 juni 1998 is in dit verband sprake van "inhoud, structuur, planning en financiering". De adviesaanvraag (zie bijlage 1) heeft betrekking op de sturing - door middel van planning en financiering - van de verslavingszorg. Het sturingsme- chanisme zou de positieve ontwikkelingen in het veld moeten stimuleren,

positieve incentives moeten bevatten voor maatschappelijk ondernemerschap etc.. En het sturingsmechanisme zou de in 2.2. genoemde, deels strijdige kenmerken van de verslavingszorg moeten kunnen verenigen, kort en goed: zorg- en maatschappelijke belangen aaneensmeden.

Dit leidt tot de volgende beleidsvragen voor het advies.

1. Feiten

- Welke behoeften ten aanzien van vraag en aanbod leven bij de verschil- lende betrokkenen?

- Hoe verlopen op dit moment de beslissingen over financiering, planning en bekostiging en hoe de uitvoering van deze beslissingen in het veld? - Welke zorgfuncties worden op dit moment vervuld, in welke vorm (dat

wil zeggen hoe gedifferentieerd) en mate en hoe worden de prioriteiten gesteld?

- Hoe beoordelen betrokkenen de huidige situatie?

2. Analyse

- Hoe luidt het oordeel van de Raad over de huidige situatie in de versla- vingszorg, in het bijzonder ten aanzien van de planning en de financie- ring?

- Welke beleidsstrategieën vloeien voort uit deze analyse?

3. Advies

- Welke beleidsinstrumenten en welk sturingsmechanisme zal de minister van VWS de komende jaren moeten inzetten?

- Hoe ziet de verdeling van verantwoordelijkheden en taken er uit (het rollenspel)?

- Hoe dient de implementatie te geschieden?

Deze vragen zullen gefaseerd worden beantwoord. In een voorfase wordt on- derbouwend onderzoek gedaan naar financierings- en bekostigingsstromen, naar de bedrijfsvoering en de fusieprocessen, naar de vervulde zorgfuncties en naar de aansturing, beleidsbepaling en prioriteitenstelling. Hierbij zal ook worden gekeken naar de differentiatie binnen het zorgaanbod met betrekking tot verschillende vormen van verslavingszorg. Dit leidt tot een achtergrond- studie die in de tweede fase voorgelegd kan worden aan alle betrokkenen, binnen en buiten het terrein van VWS, bijvoorbeeld in de vorm van een invitational conference.

Deze vormt een onderdeel van de advisering (draagvlak, implementatie). In een derde fase kan tenslotte op basis van de twee eerdere fasen een beleids- advies worden geschreven over de planning en de financiering.

Het adviesdomein wordt beperkt tot de verslavingszorg, die conform de opstelling van het veld, als kerncompetentie heeft: "het verlenen van zorg aan mensen met verslavingsproblematiek" (brief VWS aan Tweede Kamer d.d. 19 juni 1998). De Raad gaat in zijn advies in op alle vormen van verslavingszorg. Het adviesdomein kan verder worden beperkt door in samenwerking met andere instanties tot een taakverdeling te komen. Het gaat dan om: de IGZ, het Trimbosinstituut, het IVO, de RGO, de RMO en de Raad voor de finan- ciële verhoudingen. De RVZ zal zich in zijn advisering niet richten op deskun- digheidsbevordering, op medisch-wetenschappelijke aspecten, op de financiële verdeelsleutel en op de regio-indeling.

De brief van de minister van VWS biedt een kader voor de samenwerking tussen deze instanties. VWS en RVZ maken hierover nadere afspraken.

2.4 Functie advies

De titel van het advies "Verslavingszorg herijkt" geeft al aan wat de functie zou kunnen zijn. Na 15 jaar discussie over de planning en de financiering - lees: over de beleidsverantwoordelijkheid - is behoefte aan een strategische bezinning op de toekomst.

Hoe kan men, met behoud van het hybride karakter, de verslavingszorg stimu- leren verder te gaan op de ingeslagen weg? En in hoeverre kan men dit binnen de bestaande beleidskaders doen?

Het advies zou een handelingsscenario moeten bevatten waarmee alle betrokkenen uit de voeten kunnen en dat de samenwerking tussen de beleids- actoren bevordert. De missie is dus een bestuurlijke.

Het advies kan ook dienst doen als grondslag voor een eventueel meerjarig convenant tussen VWS en veld over de toekomst voor de verslavingszorg.

2.5 Programmering

Uit de brief van VWS aan de Tweede Kamer van 19 juni 1998 blijkt dat een veelomvattend ontwikkelingsplan is gestart. Het advies van de Raad vormt daarvan een onderdeel. Uit deze brief en uit signalen uit het veld blijkt ook dat er veel bereidheid bestaat zaken te verbeteren en gegroeide verhoudingen tegen het licht te houden.

Najaar 1998 verschijnt het advies van de Raad voor de financiële ver- houdingen. Voorjaar 1999 zal mogelijkerwijs een standpunt van VWS in de Tweede Kamer worden besproken.

Het is belangrijk van deze gelegenheid gebruik te maken en het advies ener- zijds niet te lang op zich te laten wachten, maar het anderzijds goed te onder- bouwen en te bespreken met betrokkenen.

Mede gelet op te nemen beleidsbeslissingen in 1999 en het bestaande verande- ringsmoment, zal de Raad zijn advies uitbrengen in de periode juni - juli 1999. In de periode maart - april zullen een of meer invitational conferences worden georganiseerd. In april - mei stuurt de Raad een tussenrapportage aan het de- partement, waarin onder meer de resultaten van de eerste twee fasen zullen worden gepresenteerd.

Naar aanleiding van het regeringsstandpunt over het advies, kan in het najaar van 1999 een parlementair debat over de verslavingszorg plaatsvinden.

In document Verslavingszorg herijkt (pagina 76-79)