• No results found

3.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt getoetst in hoeverre de voorgenomen ontwikkeling past binnen het door de overheid vastgestelde beleid. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het Rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Besluit algemene regels ruimtelijke or-dening

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte1 (SVIR) geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de ‘kapstok’ voor bestaand en nieuw rijksbe-leid met ruimtelijke consequenties. De Structuurvisie vervangt een aantal rijksberijksbe-leidsnota’s waaronder de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. De hoofdlijnen van de Structuurvisie gaan over bereikbaarheid, concurrentiekracht, leefbaarheid en veiligheid.

In de Structuurvisie wordt een groot deel van ruimtelijke ordeningskwesties bij de provincies en gemeenten neergelegd. Zo staat in de Structuurvisie dat afspraken over verstedelijking, groene ruimte en landschap het Rijk aan de provincies en gemeenten overlaat, het budget voor provin-ciaal en regionaal verkeer en vervoer ook bij provincies en gemeenten komt te liggen en ge-meenten ruimte krijgen voor kleinschalige natuurlijke groei en voor het bouwen van huizen die aansluiten bij de woonwensen van mensen. Het beleid dat in de structuurvisie is neergelegd wordt in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) vastgelegd in regelgeving.

Hierin zijn directe regels voor provincies en gemeenten opgenomen die de rijksbelangen be-schermen.

In de structuurvisie is aangegeven dat het Rijk drie hoofddoelen heeft:

a. Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;

b. Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;

c. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie Noord-Holland 2040

De Structuurvisie Holland 2040 is op 21 juni 2010 door Provinciale Staten van Noord-Holland vastgesteld. In de structuurvisie5 geeft de provincie Noord-Holland aan op welke manier zij de ruimte in de provincie de komende 30 jaar wil benutten en ontwikkelen. De provincie zet vooral in op compacte en goed bereikbare steden, omringd door aantrekkelijk groen. Het plan-gebied is op de structuurvisiekaart aangegeven als “metropolitaan stedelijk plan-gebied en regionale kernen”. Voor deze gebieden geldt beleid van innovatief ruimtegebruik, intensiveren en her-structureren, mengen van wonen en werken, kwaliteitsverbetering, kennisintensieve en creatie-ve milieus.

1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 13 maart 2012

Beleidskader

Tevens is het plangebied opgenomen als Bestaand Bebouwd Gebied. Binnen het Bestaand Bebouwd Gebied bevordert de Provincie Noord-Holland zoveel mogelijk de intensivering en bundeling van stedelijkheid, zowel in nieuwe ontwikkelingen als in transformatiegebieden. Hier-bij wordt gezocht naar nieuwe en aansprekende combinaties van wonen en werken. Met het voorliggende wijzigingsplan wordt invulling gegeven aan de gestelde doelen in de structuurvisie.

Figuur 3.1:Uitsnede themakaart Bestaand Bebouwd Gebied 3.4 Regionaal en gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Langedijk 2012-2030

Aanleiding voor vernieuwing van de gemeentelijke structuurvisie is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die per 1 juli 2008 in werking trad. Daarnaast was de voormalige structuurvisie verouderd.

Tien jaar na de vaststelling van deze structuurvisie en het tussentijds vaststellen van meerdere sectorale deelvisies, is er geen sprake meer van een samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Langedijk. Op 18 september 2012 is de gemeentelijke structuurvisie 2012 – 2030 door de gemeenteraad vastgesteld.

In de structuurvisie is aangegeven dat de opgave is om voor de komende decennia het aanbod van woningen continu af te stemmen op de vraag. Langedijk stuurt hierbij op de totstandkoming van geschikte woningen voor zorgbehoevenden, jongeren en lagere inkomensgroepen. Daar-naast moet worden ingespeeld op de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens door mid-del van vernieuwende concepten en dichtbij de dagelijkse voorzieningen. Hierbij wordt aange-geven dat het voor de hand ligt dat extra eenpersoonshuishoudens gerealiseerd worden in of nabij het voor Langedijk karakteristieke centrale en cultuurhistorisch waardevolle lint (Dorps-straat en Bovenweg). Naast nieuwbouw op lege plekken kan daarbij ook gedacht worden aan woningaanpassing, woningsplitsing, herbestemming winkelpanden, wonen boven winkels en transformatie en herbestemmen van bedrijfspanden.

De realisatie van 9 appartementen in het ‘Bollengebouw’ te Broek op Langedijk geeft invulling aan de hierboven genoemde opgave uit de structuurvisie.

Beleidskader

3.4.2 Regionale Woonvisie Regio Alkmaar 2013-2020

De regionale woonvisie is de opvolger van de Regionale Woonvisie Noord-Kennemerland 2005-2015. Gedeputeerde Staten (GS) heeft de definitieve RAP (Regionaal Actie Programma, voor-jaar 2012) vastgesteld onder de voorwaarde dat de primaire afspraken ‘duurzaamheid’ en ‘leef-baarheid en voorzieningen’ in het RAP 2015-2020 verwerkt dienen te zijn.

De woningvoorraad in de regio bestaat uit 75% eengezinswoningen en 72% koop. Naarmate de gemeenten landelijker worden nemen deze percentages toe. In de gemeente Alkmaar zijn er relatief veel huurwoningen en meergezinswoningen vergeleken met de regio. De woontevre-denheid in de regio Alkmaar is hoog. Er zijn ruim 30.000 verhuisgeneigden, waarvan 23.000 bestaande huishoudens en 7.000 starters op de woningmarkt. De meeste woningzoekenden wensen een eengezinskoopwoning (44%), daarna een meergezinshuurwoning (30%). Tot 2040 zal het aantal huishoudens regionaal blijven toenemen, waarbij het aandeel 75+ zal verdubbe-len. Door de vergrijzing zal wonen in combinatie met zorg een belangrijk thema worden.

In de regio zijn er getalsmatig nu geen grote knelpunten maar op termijn kan er schaarste ko-men in de goedkope voorraad en krijgt de regio met vergrijzing te maken. Wel is er nu sprake van een beperkte doorstroming in zowel koop als huur. Naast een kwantitatieve balans is er een verdelingsvraagstuk. Om de markt zijn werk te laten doen en ook in de toekomst de aantal-len woningen in balans te houden met de behoefte zal in de Regio Alkmaar slim moeten worden omgegaan met de huidige voorraad, verstandig moeten worden toegevoegd en ‘vinger aan de pols’ ten aanzien van de betaalbaarheid.

Met het voorliggende plan wordt invulling gegeven aan zowel de kwantitatieve als kwalilitatieve woningbehoefte.

3.4.3 Regionaal Actie Programma regio Alkmaar

De provincie Noord-Holland wil eraan bijdragen dat de inwoners van Noord-Holland in 2020 beschikken over voldoende woningen met een passende kwaliteit en in een aantrekkelijk woonmilieu. Daartoe heeft zij het instrument Regionale Actieprogramma’s Wonen (RAP) ont-wikkeld. Hierin maken regio’s en provincie afspraken over de gewenste woningbouwproductie, passend bij de vraag in kwantitiatieve en kwalitatieve zin.

Het Regionaal Actie Programma2 is tot stand gekomen met de betrokkenheid van de provincie Noord-Holland en de regio Alkmaar (in casu de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer). Het vertrekpunt zijn de reeds ge-maakte verstedelijkingsafspraken 2010-2020 (10.000 woningen in regio Alkmaar) en het Plan van Aanpak voor de RAP’s, vastgesteld door het college van GS in november 2010.

In het RAP is aangegeven dat in de periode tot 2020 in de regio als totaal geen sprake is van overplanning. Binnen de gemeente Langedijk sluit de totale verwachte woningbouwproductie goed aan bij de verwachte huishoudensgroei. De gemeente Langedijk maakt daarbij vooral ge-bruik van locaties binnen bestaand bebouwd gebied.

3.4.4 Visie op de Detailhandelsstructuur gemeente Langedijk

In de Visie op de Detailhandelsstructuur zoals dat op 1 februari 2011 is vastgesteld, is voor de verschillende winkelgebieden binnen de gemeente Langedijk gekeken wat het toekomstper-spectief is en hoe ze het beste gepositioneerd kunnen worden ten opzichte van elkaar.

2 Regionaal Actie Programma Regio Alkmaar, Op weg naar afspraken over de woningproductie in de regio, 8 december 2011

Beleidskader

De vijf kernen in de gemeente Langedijk zijn als een lint aaneengeschakeld. Een groot deel van de (winkel)voorzieningen ligt aan dit lint en hier zijn verschillende kleinere clusters te onder-scheiden. De winkels en andere voorzieningen langs het lint dragen bij aan een levendig karak-ter van de verschillende kernen. De detailhandelsstructuur van de gemeente is fijnmazig te noemen. Er zijn geen duidelijk afgebakende winkelgebieden, waardoor winkels enige versprei-ding vertonen. Om sterke winkelgebieden te behouden, moet worden ingezet op duidelijk afge-bakende concentratiegebieden. Naar de toekomst wordt ingezet op twee sterke winkelgebieden in de gemeente Langedijk: winkelcentrum Broekerveiling en een dorpscentrum dat als echt le-vendig dorpshart voor de gemeente dient te functioneren.

In het Bollengebouw is maximaal 200 m2 detailhandel voorzien. Het gebouw ligt op korte af-stand van winkelcentrum Broekerveiling. Vanwege deze ligging en het beperkte oppervlak, wordt geconcludeerd dat de voorgenomen detailhandelsfunctie in het Bollengebouw niet in strijd is met de Visie op de Detailhandelsstructuur. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de keuze voor maximaal 200 m2 detailhandel reeds in het bestemmingsplan Broek op Langedijk is ge-maakt. Bovendien is in dit, recent vastgestelde, bestemmingsplan de keuze gemaakt om het gehele lint een bestemming Gemengd te geven, waarmee detailhandel in het lint is mogelijk gemaakt.

3.4.5 Gebiedsvisie Broek op Langedijk

In de Gebiedsvisie Broek op Langedijk3 is aangegeven dat in Broek op Langedijk zowel winkel-centrum Broekerveiling (de oude veiling) als het havengebied een functie als knooppunt in het dorp vervult. Dit kan zijn op cultureel, commercieel en recreatief niveau. Het havengebied vormt een centrale plek in het dorp. Met de herinrichting van het Havenplein kan deze plek een ont-moetingsfunctie krijgen voor alle burgers en bezoekers van het dorp. Het kan een kamer van het hart van het dorp gaan vormen, daar waar het winkelcentrum Broekerveiling samen met de oude veiling de andere kamer vormt. De Dorpsstraat vormt de verbinding tussen de twee knooppunten.

Het plangebied maakt onderdeel uit van de verbinding tussen de twee knooppunten. Met de functiewijziging en behoud van het cultuurhistorisch waardevolle Bollengebouw, wordt een be-langrijke bijdrage geleverd aan de ruimtelijke kwaliteit langs deze verbinding.

3.4.6 Woonvisie 2005 – 2015

De Woonvisie 2005-2015 is op 10 januari 2006 vastgesteld door de gemeenteraad. In de Woonvisie zet de gemeente haar beleid voor het bouwen van woningen uiteen. Deze visie vormde voor de gemeente Langedijk de basis voor de door de gemeenten in de regio Alkmaar opgestelde regionale woonvisie (zie paragraaf 3.4.2). Het beleid van de gemeente is onder an-dere gericht op:

• het bouwen van woningen voor de eigen woningbehoefte;

• het bieden van mogelijkheden voor alle (nieuwe) inwoners in zowel de wijk alsook in het dorp;

• in het bijzonder mogelijkheden bieden aan onder andere mensen met een zorgbehoefte;

• waarborgen van leefbare wijken en dorpen.

3 Gebiedsvisie Broek op Langedijk, HzA, mei 2011